BINNENLAND Ons Kort Verhaal Fa. WEISZ GRAAF LEiDSCH DAGBLAD Derde Blad Zaterdag 12 Maart 1938 Schuschniggs loopbaan De fakkelende wolf Bent U onrustig! REGENJASSEN naar maat 26.7S te dwaas van Schuschnigg te meenen, dat hij de Duitschers ten oosten en ten westen van de Salzach dacht te scheiden. De daad van elf Maart zal in de geschiedenis voort leven als een bewijs, dat de Fuehrer zijn land niet heeft vergeten. De „Berliner Boersenzeitung" schrijft, dat overeenkomstig den wensch van de Duitsche menschen een nieuw Duitsch ge oriënteerd Oostenrijk zal ontstaan. Duitschland denkt er niet aan Oosten rijk te annexeeren, het wenscht, dat het Oostenrijksche volk vrijwillig en onbe- invloed over zijn toekomst zal kunnen beslissen. De vrede in Europa is meer ver zekerd naarmate de wil van het volk op de brandpunten van het politieke leven van Europa duidelijker tot uiting komt, derhalve is het tot uitdrukking komen van den wil van het Oostenrijksche volk een bijdrage tot den algemeenen vrede. De Deutsche Allgemeine Zeitung is van meening, dat de Fuehrer vast besloten is de orde en rust in Oostenrijk te garan deeren. Ook dit blad schrijft dat er geen sprake zal zijn van annexatie van Oos tenrijk. De regeering Seyss Inquart zal een vrije volksstemming in Oostenrijk houden, waarin het volk zal beslissen over zijn toekomst. De Engelsche pers zegt: De conservatieve „Daily Telegraph and Morning Post'' schrijft in een hoofdarti kel. dat Duitschland tegenover een toe stand. welke het dreigde te berooven van zijn dierbaarsten wensch, niet heeft ge aarzeld het zwaard te trekken. Deze annexatie bij ultimatum kan niet worden verontschuldigd door eenigen regel van internationale inmenging. De bewe ring dat Oostenrijk om reden van ras een binnenlandsche kwestie is. kan niet ver dedigd worden en is ontoelaatbaar. De uiteindelijke gevolgen van dezen stap kunnen nog niet worden voorspeld en het is ook niet prettig deze te moeten voor spellen. De liberale .Manchester Guardian" is van oordeel dat de kleine staten van Europa thans zullen moeten erkennen, dat vriendschap met Duitschland beteekent gehoorzaamheid aan Duitschland. Zonder twijfel heeft Duitschland der wereld een les geleerd. Oostenrijk is slechts een klein land. doch laat niemand denken, dat hier mede een bevrediging is gevonden. Men staat tegenover een groote mogendheid, wier klaarblijkelijke bedoeling het is de kleine mogendheden, welke haar omringen onder haar macht te brengen. Europa kan thans evenwel niet langer onwetendheid voorwenden. De imperialistische ..Daily Express" is van meening, dat Oostenrijk een waar schuwing is voor Engeland om van zijn regeering te eischen, dat de Britsche luchtmacht de sterkste van de wereld wordt. De „Daily Herald" wijst erop. dat de Duitsche diplomatie wederom den aanval tot wapen heeft gekozen. Tenzij paal en perk kan worden gesteld aan deze ver schrikkelijke heerschappij van het geweld, zal een oorlog in Europa losbarsten, een oorlog, welke in de geheele wereld zal wor den gevoeld. Het blad dringt aan op het vormen van een „collectief systeem". De „Times verklaart, dat deze laatste en ergste uiting van de methode van de Duit sche buitenlandsche politiek in Engeland alleen het wantrouwen kan verdiepen en het brengt een slag toe aan de vredespo litiek. Het is meer dan twijfelachtig of vrede mogelijk is in een werelddeel, dat is blootgesteld aan geweld. De „News Chronicle" schrijft, dat Nazi- Duitschland de wereld wakker heeft ge schud voor zijn methoden, en dat geeft Engeland een nieuwe, wellicht de laatste kans de leiding in de wereld in handen te nemen. De Nazi-methode is een uitda ging aan de beschaafde gedachtenwereld en handelwijze. Het vooruitzicht dat zich opent, is zoo fnuikend voor de bescha ving. dat de tijd gekomen is om ronduit te zeggen, dat zooiets niet moet en niet zal worden herhaald. Wij zijn er zeker van, dat de regeering den steun van het geheele land heeft in het protest, dat zij gisteravond te Berlijn heeft ingediend. Tenslotte de Fransche pers: Pertinax schrijft in de „Echo de Paris": Italië heeft er in berust, dat zich in Centraal-Europa een Mitteleuropa vormt, met de gedachte, dat een economisch en militair sterker Duitschland het zal hel pen, rond de Middellandsche Zee compen saties te vinden. Indien Frankrijk en En geland niet in de krachtigste bewoordin gen verklaren, dat Tsjecho-Slowakije ver dedigd zal worden, zal de Duitsche hege monie spoedig verwezenlijkt zijn. D'Ormesson schrijft in de Figaro: een drama, waarvan de gevolgen niet te over zien zijn. keert Oostenrijk ondersteboven. De gruwelijke feiten spreken voor zich zelf. Elk commentaar kan ze slechts ver zwakken. De „Petit Parisien" zegt. dat Oostenrijk van nu af aan door Berlijn als een soort kolonie geregeerd zal worden. Het zal niet lang duren of de Duce zal bemerken dat hij in deze pijnlijke zaak moreel even ge troffen is als Frankrijk en Engeland. Naar het „Journal" verklaart, zijn de feiten van een tragische welsprekendheid. De militaire druk ging zelfs tot een inval van het leger. De schending van het zelfbeschikkingsrecht der kleine republiek werd zoover doorgedreven, dat haar zelfs de samenstelling harer regeering werd opgelegd. De „Oeuvre" (mevrouw Tabouis) meent, dat Italië een zonderlinge verantwoorde lijkheid draagt in een gebeurtenis, waar van het het eerste slachtoffer zal zijn. Doch ongelukkigerwijze niet het laatste. Men heeft het gevoel, een „generale repe titie" te hebben bijgewoond voor een nieuw stuk, dat Parijs en Londen niet zullen kunnen dulden, hoezeer zij ook naar Euro- peesche saamhoorigheid en samenwerking verlangen. Tcsn Dollfuss op 25 Juli 1934 in de Weensciïe Bondskanselarij na een moord aanslag overleed was het Schuschnigg die te midden van de grootste verwarring zijn kalmte bewaarde en als het ware door zijn groote doortastendheid zichzelf aanwees als opvolger van den vermoorden Bonds kanselier. door H. HEINEN. Oieynikof schrok op, toen bij het verla ten van den hollen weg de rendieren plot seling ran hun sukkeldrafje overgingen in een wilden galop, zoodat de slede er eenige malen van steigerde en haar berijder bijna afwierp. „Noe-oe-oe?!" riep de man luid op vra- gend-sussenden toon, om de dieren weer tot cedaren te brengen, maar reeds vloog hem de door de galoppeerende hoeven naar ach teren geslingerde sneeuw in het gezicht, waardoor hij zijn oogen moest dichtknij pen en slechts uit een mondhoek zijn die ren kalmeerend kon -toespreken. „Wolven!" dacht, de man met schrik in het hart. „Wat nu te beginnenVoor uil!" En hij gilde de namen van zijn rendie ren, Stenka en Andrjoesja en Norinka, die nu als bezeten voortstoven. en hij vuurde ze aan tot nog grooteren spoed. Nog vijf mijl was het tot'de nederzetting, nog vijf mijl verlaten boschweg; en geen wa pen bij de hand, om er zich de wolven mee van het lijf te houden! Daar waren ze al! Van alle kanten kwamen ze opzetten tusschen de boomen, in groepjes, die zich tot een grooten troep aaneensloten achter de voortsnellende sle de. Zwarte, geluidloos rennende gedaanten phosphoriseerende oogen, welke - al maar cn en neer dansend in den wilden ren steeds starend op de slede gericht waren. De voorste in den steeds wassenden stroom van donkere, golvende ruggen, bleef een twintig meter achter de sissend voort- schietende slee aandraven en geen der an dere wolven waagde het hem voorbij te streven, want hij was de leider. Oieynikof schreeuwde luid. om zijn ren dieren tot nog grootere snelheid aan te vuren, en hij raasde vloekend in kolde rende angst tegen zijn vervolgers, gelijk een weerlooze man zijn belagers vervloekt, die op het punt staan hem te overweldigen. Hevig stampte en slingerde de slee over rie oneffenheden van den boschweg, zoodat Oieynikof zich met beide handen aan de stijlen moest vasthouden, om er niet af- gesiingerd te worden, ten prooi aan den drom van fonkeloogende donkere gedaan ten. Voortdurend bleef de afstand tusschen vervolgden en vervolgers echter dezelfde en daar de laatsten geen aanstalten maak ten om de slee en haar bespanning te be springen. begreep de man, dat de wolven niet hongerig konden zijn, nu ze klaarblij kelijk verkozen hun prooi af te matten, teneinde tenslotte gemakkelijker spel te hebben. Wanneer de uitgeputte Tendicren op trillende pooten tot staan gekomen zou den zijn en over geen voldoende kracht meer zouden beschikken, om met de ver vaarlijk getande schoepen van hun mach tig gewei hun belagers het lichaam open te rijten En dat dit oogenblik komen moest, alvorens de nederzetting bereikt was, begreep Oieynikof maar al te goed. Onder de lading stukgoederen, die hij van Pjetigorsk naar de coöperatie van de nederzetting brengen moest, bevond zich niets eetbaars, dat hij den wolven zou kunnen toewerpen, teneinde hen ook maar een korte wijle terug te houden. „Gereed schappen. draadnagels, lantarens, blikken petroleum, alles dingen, waar geen wolf naar omkijkt!" schamperde Oieynikof in zichzelf. Weer zag hij om zich heen. en een ra zende woede maakte zich van hem meester, toen hij daar steeds op denzelfden af stand van ongeveer twintig meter achter de slede den leider van de troep zag ren nen. want het was hem, als grijnsde de groote mannetjes-wolf met zi.in halfge- openden muil, waaruit de tong ben gelde, hem treiterend tegen. Kon hij dat verwenschte beest maar te pakken krijgen, dan zou hij er wel even tjes met zijn knuisten het leven uitknij pen, om het dan dat andere wolventulg voor te gooien Doch daar kreeg hij plotseling een idee. Hij, Pawel Ossipowitsj Oieynikof, die van de heele nederzetting het handigst was in het vangen van rendieren met. den lasso! Met zijn rechterhand maakte hij het louw los, waarmee de lading bijeengesjord «as. en met het eene uiteinde daarvan bond hij zich aan de slee vast, opdat hij er niet af zou vallen. Toen maakte hij snel van het andere uiteinde een strik, gelijk die, waarmee men rendieren vangt. Een oogenblik berekende hij zijn worp, om dan den lasso met machtigen zwaai den leider van den troep om den hals te wer pen en onmiddellijk daarop het touw krach tig in te palmen. Woest tegenstrevend rukte de gevangen wolf aan den strik, doch de wurgende greep can den lasso deed het dier ten val ko men. zoodat Oieynikof erin slaagde het naar zich toe te halen, tot het geworgd en als een levenloos voorwerp achter de slee bungelde. Een wijle heerschte er verwarring onder de wolven, nu zij hun leider eensklaps mis ten, een wijle hielden zij hun wilden ren in, om dan besluiteloos op grooteren af stand te blijven volgen. Fluks greep de man een blik petroleum van de lading, goot den inhoud daarvan over den dooden wolf uit, stak er den brand in en liet het touw toen snel vieren, waardoor de fakkelende massa op eenige metiers afstand achter de slee aanzeulde en bij elke oneffenheid van den weg de von ken deed rondstuiyen. Thans kwamen de wolven tot staan, beangstigd als zij waren door het gezicht van den laaienden toorts, die eens hun leider was. Doch de rendie ren joegen met de slede voort in hun ra zend? vaart, zoodat Oieynikof do als lich tende punten gloeiende oogen der ver schrikt starende wolven allengs achter de boomen zag verdwijnen. De mannen van de nederzetting zaten zooals dat eiken avond de gewoonte was in de ruime blokhut van de coöperatie te zwetsen, toen Oieynikof binnenstrom- oelde en zich zwijgend op een kist liet val len, waarop hij ineengedoken zitten bleef. Even zagen de andere mannen verwon derd op, maar toen klonk het spoedig van alle kanten: „Hei. tovaresj, wat scheelt er aan?" „Noe. Oieynikof, kun je niet groeten?" „Pawel Ossipowitsj heeft z'n tong verloren!" Appajef, de beheerder van de coöperatie, deed ze echter zwijgen: van een plank ach ter de toonbank haalde hij een flesch, schonk daaruit een theeglas halfvol en hield dat den ineengedoken man voor. „Wel ja! Appajef, geeft jij hem maar een prawoslawnyschamperden de kerels, terwijl ze met bêgeerlge oogen naar de prawoslawny keken, naar den „recht- geloovigen". zooals de Rus zijn glad wodka pleegt te noemen. Met bevende'hand ledigde Oieynikof het glas in één teug en veegde vervolgens met zijn onderarm langs zijn gezicht, gelijk iemand, die zich het zweet van het voor hoofd wischt; de kalpak van schaapsvel gleed hem achterwaarts van het hoofd. Toen daverde uit den kring van mannen de lach op, hetgeen Oieynikof verwezen om zich heen deed staren. Maar reeds had een grappenmaker den spiegel van den wand genomen en nog voor Appajef hem dat beletten kon, hield hij dien Oieynikof voor het gezicht, omdat deze ook het wonderbaarlijk grappige zien zou, dat hen allen zoo schateren deed: Cleynikof's sluike haardos, die plotseling wit geworden was. zoo wit gelijk het sneeuwkleed, dat negen maanden van het jaar de kust van Pjetigorsk dekt (Nadruk verboden). (Autersrecht voorbehouden) Evenals Dollfuss moest hij, althans in de eerste jaren van zijn bewind, zijn koers kiezen in de richting van Rome. maar meer nog dan Dollfuss heeft hij zich niet uitsluitend georiënteerd op het Palazzo Venezia, doch tevens op het Vaticaan, In 1927 werd Schuschnigg voor het eerst in een Oostenrijksch ministerie opgeno men. Hij werd belast met de leiding van Justitie en ontpopte zich al spoedig als een politicus van groot formaat. Bij niemand was Dollfuss' erfenis in vei liger handen en Schuschnigg is zich het feit, dat hij een taak voortzette, voortdu rend bewust geweest, In bijna al zijn redevoeringen, hetzij voor het binnenlandsch hetzij voor een internationaal forum, heeft hij de woor den: „voortgaan op den weg dien Dollfuss wees" gebruikt. Dat deze woorden geen ijdele klank waren, heeft hij getoond in de drie jaar en zeven maanden, dat hij aan het hoofd van de Oostenrijksche re geering heeft gevochten voor de onafhan kelijkheid van zijn land. Behalve geduld om het juiste oogenblik af te wachten en een scherp onderschei dingsvermogen, waarmee hij spoedig de fouten zijner tegenstanders ontdekte en de mogelijkheid zag om deze tot wapens in zijn eigen hand om te smeden, bezat Schuschnigg de onverzettelijkheid om dat gene te doen wat zijn geloof en zijn ge weten hem voorschreven. Zoo heelt hij zich op het oogenblik, dat de strijd tus schen de beide Heimwehrleiders Starhem berg en Fey tot een scheuring dreigde te leiden in de steeds driester optredende particuliere legerformaties, van alle on- ïustverwekkende paramilitaire elementen weten te ontdoen en de macht in eigen hand genomen. Zijn persoonlijke positie had Schuschnigg door het elimineeren van dezen Italiaansch gezinden fascistischen invloed versterkt, doch tevens nam daar mee de invloed van de Duitsche nationa listen toe en de Bondskanselier was zich er wel van bewust, dat zij, na de overeen komst van 11 Juli 1936, zouden drijven in de richting van aansluiting bij den Duit sch en koers. Maar hoe groot ook de sym pathie der democratieën voor Oostenrijk mocht zijn, de steun dien zij vermochten te bieden is gebleken geringer te zijn dan Schuschnigg meende te kunnen verwach ten. En niet meer beheerscht in Uw denken, handelen en spreken? Neem dan terstond Mijnhardt's Zenuwtabletten Deze werken zenuwstillend, zenuwsterkend. Buisje 75 ct. Bij Apothekers en Drogisten. (Ingez. Med.) 7596 Overzicht onzer belangrijkste Veemarkten. Wat ons gistermorgen het meest interesseerde was hoe de gang van zaken zou zijn op de wolveemarkt en aangezien er op de Leidsche markt een tamelijk flink aanbod was. waren we daaromtrent zeker niet optimistisch ge stemd. Vooral nu de Fransche valuta alweer een Inzinking vertoont. Doch het viel erg mee. want er was zelfs een betere handel dan de vorige week. Zooals we in ons laatste overzicht reeds op merkten, is er momenteel een flinke vraag voor de weiderij, zoodat er een concurrentie is ont staan tusschen slagers, exportslachters en de welders. Vooral uit Noord-Holland waren gis teren hier op de markt veel koopers van scha pen om nog weer „door te weiden". Men heeft daar vorig jaar wat mee verdiend en daarom waagt men het maar weer, was het oordeel van een Noord-Hollandsch koopman bij wien we ons licht omtrent den toestand opstaken. Inderdaad is het „wagen", want het is spe culatief, doch de weiderij van runderen ls ook riskant en als we nu goede éénjarige schapen om door te weiden voor f. 16, f. 18, f. 19 tot hoogstens f. 20 per stuk zien verkoopen. kan het verlies toch nooit zoo groot zijn, ook al zakt de markt nog wat in. Zware schapen doen toch altijd nog vlotop f30 en hooger. De markt kan dus nog heel wat dalen voordat er eventueel verlies is. Intusschen rekenden de exporteurs gisteren mis. Men dacht te kust en te keur voor een zachten prijs zijn koopen te kunnen doen en ten slotte besteedde men wel f. 1 per stuk meer dan vorige week. De Leeuwarder- en Zwolsche markten verlie pen echter slecht; doch de kwaliteit is daar ook heel wat minder. Een goed schaap vindt men vooral in dezen tijd van het jaar in het bij zonder op de Leidsche markt! Zeggen we voort-s nog iets van den veehan del. dan is het, dat er in het algemeen iets meer werd aangevoerd en de handel wel slee- pendc, maar toch wel prijshoudend verliep zeer zeker niet minder. Ook de afloop van slachtvee was niet onbevredigend. Alles werd prijshoudend geruimd. De varkensmarkt sloot weer zeer flauw, doch de boer is op het oogenblik niet vanzins voor minder dan 277*—28 cent te verkoopen. DE LOONEN IN DEN LANDBOUW. Adres van den Nationalen Bond „Landbouw en Maatschappij". Het bestuur van den Nationalen Bond Landbouw en Maatschappij heeft een adres aan den Hoogen Raad van Arbeid gericht, zulks naar aanleiding van do door minister Romme ingediende voor-ontwerpen van wet inzake een wettelijke regeling eener kinderbijslag verzekering en een wettelijke rtegeling der werkloosheidsverzekering. In dit schrijven geeft deze Bond als zijn meening te kennen dat de sociale actie van den Minister voor een over wegend groot gedeelte is geworden loonactic en loonpolitiek, hetgeen ten koste gaat van de landbouwende be volking. Men laat zich bij de bepaling der prijzen van de landbouwproducten nog altijd leiden door de wereldmarktprijzen. De wanver houding, welke daardoor is ontstaan tus schen de belooning van den landbouw- arbeid en die van anderen arbeid, is een der belangrijkste oorzaken van onze werk loosheid. De verbroken ruilverhoudingen tusschen de landbouwende bevolking en de overige bevolkingsgroepen hebben zoo gaat het ad/ros voort de werkloosheid van ongeveer 200 000 personen in landbouw, industrie en middenstand tengevolge ge had. Men kan de loonen wel beheerschen, mits men ook maar de prijzen kan beheer schen. De landbouwende bevolking kan door organisatie in het algemeen geen in vloed uitoefenen op de prijzen harer pro ducten. Wat hier nu geldt voor de loon- actie in het algemeen, geldt ook van de verzekering met premiebetaling door den werkgever, welke premiebetaling aldus het adres een -verkapte loonsverhoo- ging ls. De misstanden welke konden ont staan, zijn volgens het adres vooral het gevolg van twee omstandigheden, n.l. van de te geringe aandacht, die in leidende kringen aan den landbouw wordt geschonken en van het feit dat de grondslag onzer speciale politiek werd gelegd in een tijd toen de prijzèn der landbouwproducten geleidelijk ste gen. De toestand is thans geheel ver anderd. Men dient bij de bepaling van de prijzen der landbouwproducten niet meer tot basis te nemen de wereld marktprijzen, maar het stedelijke 'en industrieele loonpeil. Het adres dringt er tenslotte bfl den raad ten krachtigste op aan. bij het uit brengen van zijn advies Inzake de vefrmeldc voorontwerpen van wet met deze opmer kingen rekening te houden. TAILORS HOOGEWOERD 9 - TELEFOON 3493, 7556 Clngez. Med.) WIEG VAN SUIKER VOOR PRINSES JULIANA. DE WIJZIGING DER ONGEVALLEN WET ENZ. Aan het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging der Ongevallenwet 1921 en der land- en tutmbouwongevallemwet 1922 wordt het vol. gende ontleend: Zeer vele leden begroetten dit wetsont werp, dat de mogelijkheid opent om van de reeds voorbehouden bevoegdheid tot ratificatie van het herziene ontwerp-ver- drag betreffende schadeloosstelling voor beroepsziekten gebruik te maken, met In stemming. Sommige leden achtten het niet juist te bepalen, dat een ziekte geacht zal worden verband te houden met de dienstbetrek king ln een bedrilf. zoolang niet het tegen deel blijkt. H.i. dient het omgekeerde te worden voor-geschreven: het verband met de dienstbetrekking dient aanwijsbaar te zijn. Tegen de opneming van de silicose onder de beroepsziekten, genoemd ln de Ongeval lenwet 1921, werd ln beginsel geen bezwaar gemaakt. Sommige leden betwijfelden ech ter, of de thans voorgestelde redactie niet te ver gaat; silicose toch is zeer moeilijk vast te stellen. Zij drongen er dan ook bij de Regeering op aan, in de voorgestelde redactie een zekere beperking aan te brengen. Verscheidene leden waren van oordeel, dat ook andere ziekten dan die welke ln de belde wetsontwerpen zijn -genoemd, on der bepaalde omstandigheden ais beroeps ziekten aangemerkt en met ongevallen ge lijk gesteld dienen te worden. In de eerste plaats wetd opneming onder de beroepsziekten bepleit van nystagmus, een ziekte, waaraan 11 a 12 pCt. van de ziektedagen der mijnwerkers te wijten ls. Ook bursitis (kruipknie) zou. naar men meende, voor opneming onder de beroeps ziekten in aanmerking komen. Voor het verplegend personeel behoort, n-aar het oordeel van verscheidene leden, ook de tuberculose als beroepsziekte te worden aangemerkt. DE KWESTIE VRIJMAN. Aangeboden namens de afd. Heerlen van het Ned. Roode Kruis. Gistermiddag heeft ten paleize namens de afd. Heerlen van het Ned. Roode Kruis de aanbieding plaats gehad van een wieg van suiker, welke vervaardigd was door het lid der afdeeling, den heer Bemaerts. Met eenige toepasselijke woorden heeft de af delingsvoorzitter, mr. J. D. Onland, het geschenk, dat namens Prinses Juliana ln ontvangst, genomen werd door den Inten dant jhr. J. A. de Jonge van Zwljnsbergen, overhandigd, waarbij hij wees op de ban den, welke ook Prinses Juliana zoo nauw aan het Roode Kruis binden. Bij het gezel schap was ook de commandant der trans portcolonne, dr. A. Widdershoven. GESCHENK VAN DE KONINGIN AAN DE PRINSES ZU ERBACH UND SCHÖNBERG. Een op verzoek van de Koningin door den heer W. H. Janknegt, voorzitter van de Nederlandsche Barnevelder Club aange kochte fokhaan, bestemd door de prinses zu Erbach und Schönberg, ls dezer dagen per trein van Lunteren naar Benshelm ln Hessen-Lauch verzonden. De heer Jan knegt heeft zich nauwgezet van zijn taak gekweten en eerst na lang zoeken een fok haan gekocht van den heer G. Holjer, die hier een zg. vermeerderingsbedrljf exploi teert. De prachtige Barnevelder fokhaan. die waardig geacht werd als geschenk te dienen van de Koningin aan de Duitsche prinses, ls één jaar oud. weegt 3 Kg. en heeft een prachtigen bouw. Aan den vleu gel draagt hij een plaatje van de Neder landsche Centrale voor Pluimvee te Beek bergen, ten teeken dat hij is goedgekeurd. Voor de verzending van den haan waren talrijke formaliteiten noodig. Zoo moest Beekbergen een ultvoermachtlging met ge- leidebiljet verschaffen, terwijl uit Berlijn de vereischte Invoervergunning moest ko men. Voorts was een certificaat van een veearts noodig, welk bewijs weer was ge legaliseerd door den burgemeester van Bar- neveld In totaal was een tiental verschil lende formulieren bij de zending gevoegd. HET LOONGESCHIL IN HET VEENBEDRIJF. Geen staking? De Federatie van Nederlandsche Ver- venersbonden heeft gisteren aan den Rijks- ibemiddela-ar. den heer H. P. J. Bloemers, medegedeeld, dat inzake diens voorstel om de gerezen geschillen over het loon in het veentoedriif aan bindende arbitrage te on derwerpen, zes der aangesloten werkgevers- vereenlglngen zich daartegen verklaarden, terwijl twee afdeelingen. n 1. die te Ros winkel en Nieuw-Weerdinge bereid zijn arol - raze te aanvaarden, doch onder andere voorwaarden, dan door den rii-ksbemldde- laar voorgestelde. De arbeldersorganisa'ies s aan op het s'anclpunt van aanvaarding van arbitrage. Het zal nu eerst moeten blijken, in welke richting de verdere bemoeiingen van den Rijksbemiddelaar zullen gaan. Men denkt evenwel in weriogeverskringen, dat het niet tot een staking zal komen. De pogingen inzake diens eerherstel. In het rapport van de Commissie voor j de verzoekschriften uit de Eerste Kamt/ over de adressen van den heer J. A. U. Vrijman, oud-rijksbouwmeester te 'sGra- venhage en van de Alg. Roomsch. Kath. Ambtenaren Ver. (AR KA.) tn verband met de bekende ontslag-kwestle-VriJman wordt verklaard, dat zij in meerderheid als haar gevoelen uitspreekt, dat. waar nu door de regeering naar een wijze van eer herstel is gezocht, de weg daartoe alleen door het alsnog toekennen van eervol ont slag is te vinden weshalve zij vrijheid vindt daartoe te advlseeren. ..Eén ud ls van meening, dat het in het algemeen niet op den weg van de Kamer ligt, om waar een aangelegenheid als deze behoort tot de uitsluitende bevoegd heid van de regeering nu ontslag zonder meer is gegeven, aan .te dringen op een wijziging daarvan ln „eervol" ontslag. Wait het toekennen van schadevergoe ding betreft, ls de commissie, weder een stemmig van meenln dat dit punt, door het tusschen den heer Vrijman en den minister van Financiën getroffen accoord, gesanctionneerd door de wet van 15 April 1931, is afgedaan. Verklaring minister De Wilde. Aangaande de bovengenoemde twee adressen verklaart minister De Wilde o.m., dat hij meent, dat 'hij aangaande het ver zoek van den heer Vrijman, voor een nader onderzoek en inzake eerherstel en schade vergoeding, aan de Eerste Kamer geen nadere Inlichtingen verschuldigd is. Na alles wat over deze zaak is gezegd en ge schreven, kunnen geen nieuwe feiten te berde worden gebracht. Het request van de Arka, aldus de mi nister. behoeft na het bovenstaande geen nadere bespreking. Het voert geen nieuwe feiten aan. KONINGIN-EMMABANK TE DEN HAAG. B. en W. van den Haag stellen voor aan de Orde van Vrijmetselaren onder het Groot-Oosten der Nederlanden toestem ming te verleenen, om ter herinnering aan HM. Koningin Emma, een monumentale bank, ontworpen door den architect Jan Wils. te plaatsen op het Noord-Oostelijke schelpenpad in het Lange Voorhout, nabij het paleis van wijlen HM. Koningin Emma en deze bank na de voltooiing ln vollen en vrijen eigendom ten behoeve van de ge meente over te nemen. HET CONFLICT TE LOSSER. Thans heeft ook de directie van de firma L. van Heek en Zn. te Losser het voorstel van den rijksbemiadelaar aanvaard, Derhalve kan verwacht worden, dat de staking spoedig tot het verleden zal be- hooren. EEN Dr. Ir, M. H. DAMME-STUDIEFONDS. Als dochterinstelling van het personen fonds der P.T.T. is een studiefonds ge vormd, dat den naam zal dragen: „dr. u- M. H. Damme-Studiefonds" Het fonds heeft ten doel. in bijzondere gevallen, wanneer de daarvoor henoodiga geldmiddelen ontbreken, geldelijken stel te verleenen voor studie, aan personen dienst van het Staatsbedrijf der P.T.l- aan hun kinderen, voorzoover hun begaai heid dit wettigt. - 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 10