BINNENLAND
Ons Kort Verhaal
Fa. WEISZ GRAAF
LEiDSCH DAGBLAD Derde Blad
Zaterdag 12 Maart 1938
Schuschniggs loopbaan
De fakkelende wolf
Bent U onrustig!
REGENJASSEN naar maat 26.7S
te dwaas van Schuschnigg te meenen, dat
hij de Duitschers ten oosten en ten westen
van de Salzach dacht te scheiden. De daad
van elf Maart zal in de geschiedenis voort
leven als een bewijs, dat de Fuehrer zijn
land niet heeft vergeten.
De „Berliner Boersenzeitung" schrijft,
dat overeenkomstig den wensch van de
Duitsche menschen een nieuw Duitsch ge
oriënteerd Oostenrijk zal ontstaan.
Duitschland denkt er niet aan Oosten
rijk te annexeeren, het wenscht, dat het
Oostenrijksche volk vrijwillig en onbe-
invloed over zijn toekomst zal kunnen
beslissen. De vrede in Europa is meer ver
zekerd naarmate de wil van het volk op
de brandpunten van het politieke leven
van Europa duidelijker tot uiting komt,
derhalve is het tot uitdrukking komen van
den wil van het Oostenrijksche volk een
bijdrage tot den algemeenen vrede.
De Deutsche Allgemeine Zeitung is van
meening, dat de Fuehrer vast besloten is
de orde en rust in Oostenrijk te garan
deeren. Ook dit blad schrijft dat er geen
sprake zal zijn van annexatie van Oos
tenrijk.
De regeering Seyss Inquart zal een
vrije volksstemming in Oostenrijk
houden, waarin het volk zal beslissen
over zijn toekomst.
De Engelsche pers zegt:
De conservatieve „Daily Telegraph and
Morning Post'' schrijft in een hoofdarti
kel. dat Duitschland tegenover een toe
stand. welke het dreigde te berooven van
zijn dierbaarsten wensch, niet heeft ge
aarzeld het zwaard te trekken.
Deze annexatie bij ultimatum kan niet
worden verontschuldigd door eenigen regel
van internationale inmenging. De bewe
ring dat Oostenrijk om reden van ras een
binnenlandsche kwestie is. kan niet ver
dedigd worden en is ontoelaatbaar.
De uiteindelijke gevolgen van dezen stap
kunnen nog niet worden voorspeld en het
is ook niet prettig deze te moeten voor
spellen.
De liberale .Manchester Guardian" is
van oordeel dat de kleine staten van
Europa thans zullen moeten erkennen, dat
vriendschap met Duitschland beteekent
gehoorzaamheid aan Duitschland. Zonder
twijfel heeft Duitschland der wereld een
les geleerd. Oostenrijk is slechts een klein
land. doch laat niemand denken, dat hier
mede een bevrediging is gevonden. Men
staat tegenover een groote mogendheid,
wier klaarblijkelijke bedoeling het is de
kleine mogendheden, welke haar omringen
onder haar macht te brengen. Europa kan
thans evenwel niet langer onwetendheid
voorwenden.
De imperialistische ..Daily Express" is
van meening, dat Oostenrijk een waar
schuwing is voor Engeland om van zijn
regeering te eischen, dat de Britsche
luchtmacht de sterkste van de wereld
wordt.
De „Daily Herald" wijst erop. dat de
Duitsche diplomatie wederom den aanval
tot wapen heeft gekozen. Tenzij paal en
perk kan worden gesteld aan deze ver
schrikkelijke heerschappij van het geweld,
zal een oorlog in Europa losbarsten, een
oorlog, welke in de geheele wereld zal wor
den gevoeld. Het blad dringt aan op het
vormen van een „collectief systeem".
De „Times verklaart, dat deze laatste en
ergste uiting van de methode van de Duit
sche buitenlandsche politiek in Engeland
alleen het wantrouwen kan verdiepen en
het brengt een slag toe aan de vredespo
litiek. Het is meer dan twijfelachtig of
vrede mogelijk is in een werelddeel, dat is
blootgesteld aan geweld.
De „News Chronicle" schrijft, dat Nazi-
Duitschland de wereld wakker heeft ge
schud voor zijn methoden, en dat geeft
Engeland een nieuwe, wellicht de laatste
kans de leiding in de wereld in handen
te nemen. De Nazi-methode is een uitda
ging aan de beschaafde gedachtenwereld
en handelwijze. Het vooruitzicht dat zich
opent, is zoo fnuikend voor de bescha
ving. dat de tijd gekomen is om ronduit
te zeggen, dat zooiets niet moet en niet
zal worden herhaald. Wij zijn er zeker
van, dat de regeering den steun van het
geheele land heeft in het protest, dat zij
gisteravond te Berlijn heeft ingediend.
Tenslotte de Fransche pers:
Pertinax schrijft in de „Echo de Paris":
Italië heeft er in berust, dat zich in
Centraal-Europa een Mitteleuropa vormt,
met de gedachte, dat een economisch en
militair sterker Duitschland het zal hel
pen, rond de Middellandsche Zee compen
saties te vinden. Indien Frankrijk en En
geland niet in de krachtigste bewoordin
gen verklaren, dat Tsjecho-Slowakije ver
dedigd zal worden, zal de Duitsche hege
monie spoedig verwezenlijkt zijn.
D'Ormesson schrijft in de Figaro: een
drama, waarvan de gevolgen niet te over
zien zijn. keert Oostenrijk ondersteboven.
De gruwelijke feiten spreken voor zich
zelf. Elk commentaar kan ze slechts ver
zwakken.
De „Petit Parisien" zegt. dat Oostenrijk
van nu af aan door Berlijn als een soort
kolonie geregeerd zal worden. Het zal niet
lang duren of de Duce zal bemerken dat
hij in deze pijnlijke zaak moreel even ge
troffen is als Frankrijk en Engeland.
Naar het „Journal" verklaart, zijn de
feiten van een tragische welsprekendheid.
De militaire druk ging zelfs tot een inval
van het leger. De schending van het
zelfbeschikkingsrecht der kleine republiek
werd zoover doorgedreven, dat haar zelfs
de samenstelling harer regeering werd
opgelegd.
De „Oeuvre" (mevrouw Tabouis) meent,
dat Italië een zonderlinge verantwoorde
lijkheid draagt in een gebeurtenis, waar
van het het eerste slachtoffer zal zijn.
Doch ongelukkigerwijze niet het laatste.
Men heeft het gevoel, een „generale repe
titie" te hebben bijgewoond voor een nieuw
stuk, dat Parijs en Londen niet zullen
kunnen dulden, hoezeer zij ook naar Euro-
peesche saamhoorigheid en samenwerking
verlangen.
Tcsn Dollfuss op 25 Juli 1934 in de
Weensciïe Bondskanselarij na een moord
aanslag overleed was het Schuschnigg die
te midden van de grootste verwarring zijn
kalmte bewaarde en als het ware door zijn
groote doortastendheid zichzelf aanwees
als opvolger van den vermoorden Bonds
kanselier.
door H. HEINEN.
Oieynikof schrok op, toen bij het verla
ten van den hollen weg de rendieren plot
seling ran hun sukkeldrafje overgingen in
een wilden galop, zoodat de slede er eenige
malen van steigerde en haar berijder bijna
afwierp.
„Noe-oe-oe?!" riep de man luid op vra-
gend-sussenden toon, om de dieren weer tot
cedaren te brengen, maar reeds vloog hem
de door de galoppeerende hoeven naar ach
teren geslingerde sneeuw in het gezicht,
waardoor hij zijn oogen moest dichtknij
pen en slechts uit een mondhoek zijn die
ren kalmeerend kon -toespreken.
„Wolven!" dacht, de man met schrik in
het hart. „Wat nu te beginnenVoor
uil!"
En hij gilde de namen van zijn rendie
ren, Stenka en Andrjoesja en Norinka, die
nu als bezeten voortstoven. en hij vuurde
ze aan tot nog grooteren spoed. Nog vijf
mijl was het tot'de nederzetting, nog vijf
mijl verlaten boschweg; en geen wa
pen bij de hand, om er zich de wolven mee
van het lijf te houden!
Daar waren ze al! Van alle kanten
kwamen ze opzetten tusschen de boomen,
in groepjes, die zich tot een grooten troep
aaneensloten achter de voortsnellende sle
de. Zwarte, geluidloos rennende gedaanten
phosphoriseerende oogen, welke - al maar
cn en neer dansend in den wilden ren
steeds starend op de slede gericht waren.
De voorste in den steeds wassenden
stroom van donkere, golvende ruggen, bleef
een twintig meter achter de sissend voort-
schietende slee aandraven en geen der an
dere wolven waagde het hem voorbij te
streven, want hij was de leider.
Oieynikof schreeuwde luid. om zijn ren
dieren tot nog grootere snelheid aan te
vuren, en hij raasde vloekend in kolde
rende angst tegen zijn vervolgers, gelijk
een weerlooze man zijn belagers vervloekt,
die op het punt staan hem te overweldigen.
Hevig stampte en slingerde de slee over
rie oneffenheden van den boschweg, zoodat
Oieynikof zich met beide handen aan de
stijlen moest vasthouden, om er niet af-
gesiingerd te worden, ten prooi aan den
drom van fonkeloogende donkere gedaan
ten. Voortdurend bleef de afstand tusschen
vervolgden en vervolgers echter dezelfde
en daar de laatsten geen aanstalten maak
ten om de slee en haar bespanning te be
springen. begreep de man, dat de wolven
niet hongerig konden zijn, nu ze klaarblij
kelijk verkozen hun prooi af te matten,
teneinde tenslotte gemakkelijker spel te
hebben. Wanneer de uitgeputte Tendicren
op trillende pooten tot staan gekomen zou
den zijn en over geen voldoende kracht
meer zouden beschikken, om met de ver
vaarlijk getande schoepen van hun mach
tig gewei hun belagers het lichaam open
te rijten En dat dit oogenblik komen
moest, alvorens de nederzetting bereikt
was, begreep Oieynikof maar al te goed.
Onder de lading stukgoederen, die hij
van Pjetigorsk naar de coöperatie van de
nederzetting brengen moest, bevond zich
niets eetbaars, dat hij den wolven zou
kunnen toewerpen, teneinde hen ook maar
een korte wijle terug te houden. „Gereed
schappen. draadnagels, lantarens, blikken
petroleum, alles dingen, waar geen wolf
naar omkijkt!" schamperde Oieynikof in
zichzelf.
Weer zag hij om zich heen. en een ra
zende woede maakte zich van hem meester,
toen hij daar steeds op denzelfden af
stand van ongeveer twintig meter achter
de slede den leider van de troep zag ren
nen. want het was hem, als grijnsde de
groote mannetjes-wolf met zi.in halfge-
openden muil, waaruit de tong ben
gelde, hem treiterend tegen.
Kon hij dat verwenschte beest maar te
pakken krijgen, dan zou hij er wel even
tjes met zijn knuisten het leven uitknij
pen, om het dan dat andere wolventulg
voor te gooien
Doch daar kreeg hij plotseling een idee.
Hij, Pawel Ossipowitsj Oieynikof, die van
de heele nederzetting het handigst was in
het vangen van rendieren met. den lasso!
Met zijn rechterhand maakte hij het
louw los, waarmee de lading bijeengesjord
«as. en met het eene uiteinde daarvan
bond hij zich aan de slee vast, opdat hij
er niet af zou vallen. Toen maakte hij snel
van het andere uiteinde een strik, gelijk
die, waarmee men rendieren vangt.
Een oogenblik berekende hij zijn worp,
om dan den lasso met machtigen zwaai den
leider van den troep om den hals te wer
pen en onmiddellijk daarop het touw krach
tig in te palmen.
Woest tegenstrevend rukte de gevangen
wolf aan den strik, doch de wurgende greep
can den lasso deed het dier ten val ko
men. zoodat Oieynikof erin slaagde het
naar zich toe te halen, tot het geworgd en
als een levenloos voorwerp achter de slee
bungelde.
Een wijle heerschte er verwarring onder
de wolven, nu zij hun leider eensklaps mis
ten, een wijle hielden zij hun wilden ren
in, om dan besluiteloos op grooteren af
stand te blijven volgen.
Fluks greep de man een blik petroleum
van de lading, goot den inhoud daarvan
over den dooden wolf uit, stak er den
brand in en liet het touw toen snel vieren,
waardoor de fakkelende massa op eenige
metiers afstand achter de slee aanzeulde en
bij elke oneffenheid van den weg de von
ken deed rondstuiyen. Thans kwamen de
wolven tot staan, beangstigd als zij waren
door het gezicht van den laaienden toorts,
die eens hun leider was. Doch de rendie
ren joegen met de slede voort in hun ra
zend? vaart, zoodat Oieynikof do als lich
tende punten gloeiende oogen der ver
schrikt starende wolven allengs achter de
boomen zag verdwijnen.
De mannen van de nederzetting zaten
zooals dat eiken avond de gewoonte was
in de ruime blokhut van de coöperatie
te zwetsen, toen Oieynikof binnenstrom-
oelde en zich zwijgend op een kist liet val
len, waarop hij ineengedoken zitten bleef.
Even zagen de andere mannen verwon
derd op, maar toen klonk het spoedig van
alle kanten: „Hei. tovaresj, wat scheelt er
aan?" „Noe. Oieynikof, kun je niet
groeten?" „Pawel Ossipowitsj heeft z'n
tong verloren!"
Appajef, de beheerder van de coöperatie,
deed ze echter zwijgen: van een plank ach
ter de toonbank haalde hij een flesch,
schonk daaruit een theeglas halfvol en
hield dat den ineengedoken man voor.
„Wel ja! Appajef, geeft jij hem maar
een prawoslawnyschamperden de
kerels, terwijl ze met bêgeerlge oogen naar
de prawoslawny keken, naar den „recht-
geloovigen". zooals de Rus zijn glad wodka
pleegt te noemen.
Met bevende'hand ledigde Oieynikof het
glas in één teug en veegde vervolgens met
zijn onderarm langs zijn gezicht, gelijk
iemand, die zich het zweet van het voor
hoofd wischt; de kalpak van schaapsvel
gleed hem achterwaarts van het hoofd.
Toen daverde uit den kring van mannen
de lach op, hetgeen Oieynikof verwezen
om zich heen deed staren.
Maar reeds had een grappenmaker den
spiegel van den wand genomen en nog
voor Appajef hem dat beletten kon, hield
hij dien Oieynikof voor het gezicht, omdat
deze ook het wonderbaarlijk grappige zien
zou, dat hen allen zoo schateren deed:
Cleynikof's sluike haardos, die plotseling
wit geworden was. zoo wit gelijk het
sneeuwkleed, dat negen maanden van het
jaar de kust van Pjetigorsk dekt
(Nadruk verboden).
(Autersrecht voorbehouden)
Evenals Dollfuss moest hij, althans in
de eerste jaren van zijn bewind, zijn koers
kiezen in de richting van Rome. maar
meer nog dan Dollfuss heeft hij zich niet
uitsluitend georiënteerd op het Palazzo
Venezia, doch tevens op het Vaticaan,
In 1927 werd Schuschnigg voor het eerst
in een Oostenrijksch ministerie opgeno
men. Hij werd belast met de leiding van
Justitie en ontpopte zich al spoedig als
een politicus van groot formaat.
Bij niemand was Dollfuss' erfenis in vei
liger handen en Schuschnigg is zich het
feit, dat hij een taak voortzette, voortdu
rend bewust geweest,
In bijna al zijn redevoeringen, hetzij
voor het binnenlandsch hetzij voor een
internationaal forum, heeft hij de woor
den: „voortgaan op den weg dien Dollfuss
wees" gebruikt. Dat deze woorden geen
ijdele klank waren, heeft hij getoond in
de drie jaar en zeven maanden, dat hij
aan het hoofd van de Oostenrijksche re
geering heeft gevochten voor de onafhan
kelijkheid van zijn land.
Behalve geduld om het juiste oogenblik
af te wachten en een scherp onderschei
dingsvermogen, waarmee hij spoedig de
fouten zijner tegenstanders ontdekte en de
mogelijkheid zag om deze tot wapens in
zijn eigen hand om te smeden, bezat
Schuschnigg de onverzettelijkheid om dat
gene te doen wat zijn geloof en zijn ge
weten hem voorschreven. Zoo heelt hij
zich op het oogenblik, dat de strijd tus
schen de beide Heimwehrleiders Starhem
berg en Fey tot een scheuring dreigde te
leiden in de steeds driester optredende
particuliere legerformaties, van alle on-
ïustverwekkende paramilitaire elementen
weten te ontdoen en de macht in eigen
hand genomen. Zijn persoonlijke positie
had Schuschnigg door het elimineeren van
dezen Italiaansch gezinden fascistischen
invloed versterkt, doch tevens nam daar
mee de invloed van de Duitsche nationa
listen toe en de Bondskanselier was zich
er wel van bewust, dat zij, na de overeen
komst van 11 Juli 1936, zouden drijven in
de richting van aansluiting bij den Duit
sch en koers. Maar hoe groot ook de sym
pathie der democratieën voor Oostenrijk
mocht zijn, de steun dien zij vermochten
te bieden is gebleken geringer te zijn dan
Schuschnigg meende te kunnen verwach
ten.
En niet meer beheerscht in Uw denken,
handelen en spreken? Neem dan terstond
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Deze werken zenuwstillend, zenuwsterkend.
Buisje 75 ct. Bij Apothekers en Drogisten.
(Ingez. Med.)
7596
Overzicht onzer belangrijkste
Veemarkten.
Wat ons gistermorgen het meest interesseerde
was hoe de gang van zaken zou zijn op de
wolveemarkt en aangezien er op de Leidsche
markt een tamelijk flink aanbod was. waren
we daaromtrent zeker niet optimistisch ge
stemd. Vooral nu de Fransche valuta alweer
een Inzinking vertoont. Doch het viel erg mee.
want er was zelfs een betere handel dan de
vorige week.
Zooals we in ons laatste overzicht reeds op
merkten, is er momenteel een flinke vraag voor
de weiderij, zoodat er een concurrentie is ont
staan tusschen slagers, exportslachters en de
welders. Vooral uit Noord-Holland waren gis
teren hier op de markt veel koopers van scha
pen om nog weer „door te weiden". Men heeft
daar vorig jaar wat mee verdiend en daarom
waagt men het maar weer, was het oordeel van
een Noord-Hollandsch koopman bij wien we ons
licht omtrent den toestand opstaken.
Inderdaad is het „wagen", want het is spe
culatief, doch de weiderij van runderen ls ook
riskant en als we nu goede éénjarige schapen
om door te weiden voor f. 16, f. 18, f. 19 tot
hoogstens f. 20 per stuk zien verkoopen. kan
het verlies toch nooit zoo groot zijn, ook al zakt
de markt nog wat in. Zware schapen doen toch
altijd nog vlotop f30 en hooger. De markt kan
dus nog heel wat dalen voordat er eventueel
verlies is. Intusschen rekenden de exporteurs
gisteren mis. Men dacht te kust en te keur voor
een zachten prijs zijn koopen te kunnen doen
en ten slotte besteedde men wel f. 1 per stuk
meer dan vorige week.
De Leeuwarder- en Zwolsche markten verlie
pen echter slecht; doch de kwaliteit is daar ook
heel wat minder. Een goed schaap vindt men
vooral in dezen tijd van het jaar in het bij
zonder op de Leidsche markt!
Zeggen we voort-s nog iets van den veehan
del. dan is het, dat er in het algemeen iets
meer werd aangevoerd en de handel wel slee-
pendc, maar toch wel prijshoudend verliep
zeer zeker niet minder. Ook de afloop van
slachtvee was niet onbevredigend. Alles werd
prijshoudend geruimd.
De varkensmarkt sloot weer zeer flauw, doch
de boer is op het oogenblik niet vanzins voor
minder dan 277*—28 cent te verkoopen.
DE LOONEN IN DEN LANDBOUW.
Adres van den Nationalen Bond
„Landbouw en Maatschappij".
Het bestuur van den Nationalen Bond
Landbouw en Maatschappij heeft een adres
aan den Hoogen Raad van Arbeid gericht,
zulks naar aanleiding van do door minister
Romme ingediende voor-ontwerpen van
wet inzake een wettelijke regeling eener
kinderbijslag verzekering en een wettelijke
rtegeling der werkloosheidsverzekering.
In dit schrijven geeft deze Bond als
zijn meening te kennen dat de sociale
actie van den Minister voor een over
wegend groot gedeelte is geworden
loonactic en loonpolitiek, hetgeen ten
koste gaat van de landbouwende be
volking.
Men laat zich bij de bepaling der prijzen
van de landbouwproducten nog altijd leiden
door de wereldmarktprijzen. De wanver
houding, welke daardoor is ontstaan tus
schen de belooning van den landbouw-
arbeid en die van anderen arbeid, is een
der belangrijkste oorzaken van onze werk
loosheid. De verbroken ruilverhoudingen
tusschen de landbouwende bevolking en de
overige bevolkingsgroepen hebben zoo
gaat het ad/ros voort de werkloosheid
van ongeveer 200 000 personen in landbouw,
industrie en middenstand tengevolge ge
had. Men kan de loonen wel beheerschen,
mits men ook maar de prijzen kan beheer
schen. De landbouwende bevolking kan
door organisatie in het algemeen geen in
vloed uitoefenen op de prijzen harer pro
ducten. Wat hier nu geldt voor de loon-
actie in het algemeen, geldt ook van de
verzekering met premiebetaling door den
werkgever, welke premiebetaling aldus
het adres een -verkapte loonsverhoo-
ging ls.
De misstanden welke konden ont
staan, zijn volgens het adres vooral het
gevolg van twee omstandigheden, n.l.
van de te geringe aandacht, die in
leidende kringen aan den landbouw
wordt geschonken en van het feit dat
de grondslag onzer speciale politiek
werd gelegd in een tijd toen de prijzèn
der landbouwproducten geleidelijk ste
gen. De toestand is thans geheel ver
anderd. Men dient bij de bepaling van
de prijzen der landbouwproducten niet
meer tot basis te nemen de wereld
marktprijzen, maar het stedelijke 'en
industrieele loonpeil.
Het adres dringt er tenslotte bfl den
raad ten krachtigste op aan. bij het uit
brengen van zijn advies Inzake de vefrmeldc
voorontwerpen van wet met deze opmer
kingen rekening te houden.
TAILORS
HOOGEWOERD 9 - TELEFOON 3493,
7556
Clngez. Med.)
WIEG VAN SUIKER VOOR PRINSES
JULIANA.
DE WIJZIGING DER ONGEVALLEN
WET ENZ.
Aan het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot wijziging
der Ongevallenwet 1921 en der land- en
tutmbouwongevallemwet 1922 wordt het vol.
gende ontleend:
Zeer vele leden begroetten dit wetsont
werp, dat de mogelijkheid opent om van
de reeds voorbehouden bevoegdheid tot
ratificatie van het herziene ontwerp-ver-
drag betreffende schadeloosstelling voor
beroepsziekten gebruik te maken, met In
stemming.
Sommige leden achtten het niet juist te
bepalen, dat een ziekte geacht zal worden
verband te houden met de dienstbetrek
king ln een bedrilf. zoolang niet het tegen
deel blijkt. H.i. dient het omgekeerde te
worden voor-geschreven: het verband met
de dienstbetrekking dient aanwijsbaar te
zijn.
Tegen de opneming van de silicose onder
de beroepsziekten, genoemd ln de Ongeval
lenwet 1921, werd ln beginsel geen bezwaar
gemaakt. Sommige leden betwijfelden ech
ter, of de thans voorgestelde redactie niet
te ver gaat; silicose toch is zeer moeilijk
vast te stellen.
Zij drongen er dan ook bij de Regeering
op aan, in de voorgestelde redactie een
zekere beperking aan te brengen.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat ook andere ziekten dan die welke ln
de belde wetsontwerpen zijn -genoemd, on
der bepaalde omstandigheden ais beroeps
ziekten aangemerkt en met ongevallen ge
lijk gesteld dienen te worden.
In de eerste plaats wetd opneming onder
de beroepsziekten bepleit van nystagmus,
een ziekte, waaraan 11 a 12 pCt. van de
ziektedagen der mijnwerkers te wijten ls.
Ook bursitis (kruipknie) zou. naar men
meende, voor opneming onder de beroeps
ziekten in aanmerking komen.
Voor het verplegend personeel behoort,
n-aar het oordeel van verscheidene leden,
ook de tuberculose als beroepsziekte te
worden aangemerkt.
DE KWESTIE VRIJMAN.
Aangeboden namens de afd. Heerlen
van het Ned. Roode Kruis.
Gistermiddag heeft ten paleize namens
de afd. Heerlen van het Ned. Roode Kruis
de aanbieding plaats gehad van een wieg
van suiker, welke vervaardigd was door het
lid der afdeeling, den heer Bemaerts. Met
eenige toepasselijke woorden heeft de af
delingsvoorzitter, mr. J. D. Onland, het
geschenk, dat namens Prinses Juliana ln
ontvangst, genomen werd door den Inten
dant jhr. J. A. de Jonge van Zwljnsbergen,
overhandigd, waarbij hij wees op de ban
den, welke ook Prinses Juliana zoo nauw
aan het Roode Kruis binden. Bij het gezel
schap was ook de commandant der trans
portcolonne, dr. A. Widdershoven.
GESCHENK VAN DE KONINGIN AAN DE
PRINSES ZU ERBACH UND SCHÖNBERG.
Een op verzoek van de Koningin door
den heer W. H. Janknegt, voorzitter van de
Nederlandsche Barnevelder Club aange
kochte fokhaan, bestemd door de prinses
zu Erbach und Schönberg, ls dezer dagen
per trein van Lunteren naar Benshelm
ln Hessen-Lauch verzonden. De heer Jan
knegt heeft zich nauwgezet van zijn taak
gekweten en eerst na lang zoeken een fok
haan gekocht van den heer G. Holjer, die
hier een zg. vermeerderingsbedrljf exploi
teert. De prachtige Barnevelder fokhaan.
die waardig geacht werd als geschenk te
dienen van de Koningin aan de Duitsche
prinses, ls één jaar oud. weegt 3 Kg. en
heeft een prachtigen bouw. Aan den vleu
gel draagt hij een plaatje van de Neder
landsche Centrale voor Pluimvee te Beek
bergen, ten teeken dat hij is goedgekeurd.
Voor de verzending van den haan waren
talrijke formaliteiten noodig. Zoo moest
Beekbergen een ultvoermachtlging met ge-
leidebiljet verschaffen, terwijl uit Berlijn
de vereischte Invoervergunning moest ko
men. Voorts was een certificaat van een
veearts noodig, welk bewijs weer was ge
legaliseerd door den burgemeester van Bar-
neveld In totaal was een tiental verschil
lende formulieren bij de zending gevoegd.
HET LOONGESCHIL IN HET
VEENBEDRIJF.
Geen staking?
De Federatie van Nederlandsche Ver-
venersbonden heeft gisteren aan den Rijks-
ibemiddela-ar. den heer H. P. J. Bloemers,
medegedeeld, dat inzake diens voorstel om
de gerezen geschillen over het loon in het
veentoedriif aan bindende arbitrage te on
derwerpen, zes der aangesloten werkgevers-
vereenlglngen zich daartegen verklaarden,
terwijl twee afdeelingen. n 1. die te Ros
winkel en Nieuw-Weerdinge bereid zijn
arol - raze te aanvaarden, doch onder andere
voorwaarden, dan door den rii-ksbemldde-
laar voorgestelde.
De arbeldersorganisa'ies s aan op het
s'anclpunt van aanvaarding van arbitrage.
Het zal nu eerst moeten blijken, in welke
richting de verdere bemoeiingen van den
Rijksbemiddelaar zullen gaan. Men denkt
evenwel in weriogeverskringen, dat het niet
tot een staking zal komen.
De pogingen inzake diens eerherstel.
In het rapport van de Commissie voor j
de verzoekschriften uit de Eerste Kamt/
over de adressen van den heer J. A. U.
Vrijman, oud-rijksbouwmeester te 'sGra-
venhage en van de Alg. Roomsch. Kath.
Ambtenaren Ver. (AR KA.) tn verband
met de bekende ontslag-kwestle-VriJman
wordt verklaard, dat zij in meerderheid
als haar gevoelen uitspreekt, dat. waar nu
door de regeering naar een wijze van eer
herstel is gezocht, de weg daartoe alleen
door het alsnog toekennen van eervol ont
slag is te vinden weshalve zij vrijheid
vindt daartoe te advlseeren.
..Eén ud ls van meening, dat het in het
algemeen niet op den weg van de Kamer
ligt, om waar een aangelegenheid als
deze behoort tot de uitsluitende bevoegd
heid van de regeering nu ontslag zonder
meer is gegeven, aan .te dringen op een
wijziging daarvan ln „eervol" ontslag.
Wait het toekennen van schadevergoe
ding betreft, ls de commissie, weder een
stemmig van meenln dat dit punt, door
het tusschen den heer Vrijman en den
minister van Financiën getroffen accoord,
gesanctionneerd door de wet van 15 April
1931, is afgedaan.
Verklaring minister De Wilde.
Aangaande de bovengenoemde twee
adressen verklaart minister De Wilde o.m.,
dat hij meent, dat 'hij aangaande het ver
zoek van den heer Vrijman, voor een nader
onderzoek en inzake eerherstel en schade
vergoeding, aan de Eerste Kamer geen
nadere Inlichtingen verschuldigd is. Na
alles wat over deze zaak is gezegd en ge
schreven, kunnen geen nieuwe feiten te
berde worden gebracht.
Het request van de Arka, aldus de mi
nister. behoeft na het bovenstaande geen
nadere bespreking. Het voert geen nieuwe
feiten aan.
KONINGIN-EMMABANK TE DEN HAAG.
B. en W. van den Haag stellen voor aan
de Orde van Vrijmetselaren onder het
Groot-Oosten der Nederlanden toestem
ming te verleenen, om ter herinnering aan
HM. Koningin Emma, een monumentale
bank, ontworpen door den architect Jan
Wils. te plaatsen op het Noord-Oostelijke
schelpenpad in het Lange Voorhout, nabij
het paleis van wijlen HM. Koningin Emma
en deze bank na de voltooiing ln vollen en
vrijen eigendom ten behoeve van de ge
meente over te nemen.
HET CONFLICT TE LOSSER.
Thans heeft ook de directie van de firma
L. van Heek en Zn. te Losser het voorstel
van den rijksbemiadelaar aanvaard,
Derhalve kan verwacht worden, dat de
staking spoedig tot het verleden zal be-
hooren.
EEN Dr. Ir, M. H. DAMME-STUDIEFONDS.
Als dochterinstelling van het personen
fonds der P.T.T. is een studiefonds ge
vormd, dat den naam zal dragen: „dr. u-
M. H. Damme-Studiefonds"
Het fonds heeft ten doel. in bijzondere
gevallen, wanneer de daarvoor henoodiga
geldmiddelen ontbreken, geldelijken stel
te verleenen voor studie, aan personen
dienst van het Staatsbedrijf der P.T.l-
aan hun kinderen, voorzoover hun begaai
heid dit wettigt. -
2—3