De installatie van den nieuwen Economischen Raad - Mariniers defileeren 79ste iaargsng LEiDSCH DAGBLAD Tweeds Bfad FEUILLETON Het Groote Avontuur «ggmCTB—BBI UIUJUJJ HET JAARLIJKS CHE GROOTE CARNAVAL - van Siebnen in Zwitserland, waarbij tal van oude maskers ge dragen worden. Een oud masker, uit Lötschenthal en twee Japansche maskers. DEFILé van het korps Mari niers gisteren voor den minister van Defensie en den chef Marine staf in den Haag. HET KANAAL WEMELDINGE—II ANSWEERT - dat een schakel vormt in den vaarweg van den Rijn naar de Schelde, is verbreed. Gezicht op het kanaal van de in aanbouw zijnde spoorbrug te Vlake af. DE FRAAIE ABDIJ TE MIDDELBURG is in gebruik als hotel. Er worden thans pogingen gedaan een passen der bestemming aan dit gebouw te geven door het aan t.e koopen voor archief van de Provinciale Griffie. HET ZESDE REGIMENT INFANTERIE TE BREDA maakte een marsch door de stad ter gelegenheid van zijn 124sten verjaardag. DE ENGELSCHE PRINSESJES ELIZABETH EN MARGERET ROSE GISTEREN IS DOOR MINISTER STEENBERGHE DE ECONOMISCHE RAAD IN ZIJN NIEUWE SAMEN- woonden een pony-show bij in de "-Agricultural Hall te Islington. Prinses Elizabeth wijst STELLING GEÏNSTALLEERD waarbij Z.K.H. Prins Bernhard als lid aanwezig was. Aan de middentafel links haar zusje op een voorval in den ring. Prins Bernhard, naast hem minister Steenberghe. Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. 29) Plotseling ging Riefenberg overeind zit ten, Zijn gedachten waren naar Lebon ge- Eaan Hij herinnerde zich het tooneel, dat "eh te Reggan had afgespeeld en waarbij e.e planter op de Avakoebi-hoeve had ge zinspeeld. Dat was een lichtpunt. En opeens *as het hem duidelijk: al deze personen stonden in dienst van Reading. Daarom was het niet te verwonderen dat hij zich thans op de Avakoebi-hoeve bevonddaar om ook was het te begrijpen, dat zijn aan randers op de hoogte waren van zijn tocht naar Mongbwaloe en zich in hinderlaag ronden leggen; daaom kwam de zaak van Aóa Iljen's verdwijning hem plotseling zoo ^nvoudig voor. De Amerikaan was ver moedelijk sedert jaren het slachtoffer van enkele gewetenlooze schurken, die in zijn dienst stonden, Reading immers beschikte wer een uitgebreid personeel, verspreid in fijn hoeven en factorijen, die honderden kilometers van elkaar lagen verwijderd in Jet goudland. Even flitste het door zijn f'ein, dat de Amerikaan zelf de hand in "ft spel kon hebben, maar onmiddellijk 'trwiero hij oen dergelijke veronderste!- !Nt. Reading's reputatie was sedert te veel laren gevestigd, zoowel in de kolonie als ia net moederland, en tijdens het onderhoud •e Wahenia had de journalist te duidelijk gezien hoe deze grijzende man leed door het verdwijnen van zijn mooie, jonge vrouw. Den volgenden morgen werd Riefenberg gewekt door gestommel. Hij deed of hij sliep en gluurde tusschen zijn wimpers door. Een neger zette het ontbijt op de tafel. In de geopende deur stond, leunend tegen den wand, zijn blanke bewaker. Het zonlicht van den jongen dag belichtte de sportieve figuur van den blonden kerel. Hij was gekleed in een witlinnen broek en hemd en zag er zeer opgeruimd uit. Toen de tafel gedekt was, gaf hij een teeken aan den neger en deze tikte Riefenberg op den schouder. De journalist deed of hij ontwaakte. Het ontbijt is klaar, mompelde de boy. Daarop verwijderde hij zich en ging de plaats innemen van den blonden man. Deze was het bed genaderd, zette zich neer op den rand en stak een sigaret aan. De rook hindert u toch niet? vroeg hij spottend. De journalist maakte aanstalten om over eind te komen, maar de ander duwde hem weer neer. Het is mij voorloopig aangenamer u te zien liggen, meesmuilde hij. Uw ontbijt staat te wachten, waarde heer, en, daar gij vermoedelijk uitgehongerd zijt, zal ik het kort maken. Zijt gij er u van bewust dat uw leven in groot gevaar verkeert? Wees gerust, antwoordde Riefenberg op schamperen toon, ik Weet in welke han den ik mij bevind. Ik weet wie Ada Rjen deed verdwijnen: ik weet wie Demet van ''ant heeft gemaakt en ik geloof dat het -heim van de gouddiefstallen spoedig zou -gehelderd zijn, indien ik mij in vrijheid evond. Prachtig, lachte de vreemde gastheer, maar stel dat plezierig vooruitzicht maar voor goed uit het hoofd. Ik heb u gisteren gezegd, dat mij het recht werd gegeven u te dooden, Riefenberg. Ik beschik nog steeds over dit recht en dat wilde ik u even komen vertellen. Uw leven is ln mijn hand. Onthoud goed, dat U elke ontsnappings poging met den dood zuit bekoopen. Meer heb ik u niet te zeggen. Even later was Riefenberg opnieuw al leen in het beklemmende lichtlooze ka mertje. Bij het schijnsel van de petroleum lamp gebruikte hij eenlg voedsel. Naarmate de dag vorderde, nam de hitte toe. De journalist voelde zich onpasselijk worden en bleef op het bed liggen zonder zich te bewegen. Pas tegen den avond kwam de neger opnieuw opdagen in gezelschap van den blanke. Er werd géén woord gewisseld. Riefenberg kreeg eten en de koeler wor dende avondlucht, die binnenstroomde langs de geopende deuren, bracht eenige verkwikking. Dan volgde de eindelooze nacht. Toen, veie uren later, op de deur werd gebonsd, was de journalist maar pas inge slapen. Maak u klaar om te vertrekken, riep iemand op gebiedenden toon in de andere kamer. Riefenberg was dadelijk klaar wakker en sprong overeind. Hij wist van uur noch tijd, maar bemerkte een vage schemering door een spleet van het loket. Hij veronder stelde, dat een nieuwe dag was aangebro ken. Eindelijk dus zou er verandering ko men in zijn toestand en dit vooruitzicht was hem een opluchting, want alles verkoos hij boven dit leven in een donkere cel. Daar stonden twee hem geheel onbekende blanken. Het waren ruwe kerels met lange baarden. Buiten zat een tiental negers op den grond gehurkt. Naast hen lagen zak ken en kisten. Op een teeken van een der blanken sprongen de inlanders overeind en tilden de vrachten op het hoofd. Dezelfde blan ke wendde zich tot Riefenberg: Volg deze negers, zei hij op brutalen toon. Begrepen, knikte de journalist en wil de naar buiten gaan, maar de onbekende greep hem bij den arm. Een oogenblik! U kent de orders, niet waar? Wij volgen u op een paar meter en bij de minste verdachte bewegingHij voltooide zijn zin niet, maar sloeg op zijn zak en liet de kolf van een revolver zien'. Toen zette de karavaan zich ln beweging. Geboeid keek Riefenberg eerst om zich heen. Het huisje, dat hij zooeven had ver laten, stond heelemaal afgezonderd ln een koffieplantage, aan den rand van een zeer steile helling. Een breede weg liep naar een reeks van groote gebouwen, vermoedelijk de eigenlijke Avakoebi-hoeve. Er viel op dien weg geen spoor van menschen te ont dekken. De dragers hadden hem den rug toegekeerd en daalden langs een brousse- weggetje de helling af. Vooruit, klonk het achter hemen Riefenberg volgde de negers. In die rich ting zag hij een indrukwekkend bergland schap en in de verte ontdekte hij de glin stering van een stroom, die niet anders dan de Itoeri kon zijn. Wij gaan allesbehalve de beschaving tegemoet, overwoog de journalist. Hij wist met veel af van deze gebieden, maar wel was het hem bekend, dat achter de Ava koebi-hoeve zich de onbetreden wildernis uitstrekte. Het doel van dezen tocht leek hem duidelijk en in overeenstemming met zijn vermoedens. Op de Reading-hoeve was hij, in de oogen van de misdadigers, niet veilig genoeg en vermoedelijk be schikten zij, enkele kilometers verderop, over een betere schuilplaats. Het weggetje slingerde zich tusschen het hooge gras en de struiken. Een zeer kleine kans om te ontvluchten werd Riefenberg niet geboden, want de twee blanken volg den hem op de hielen. Aan den voef van de helling vloeide de kristalheldere rivier met haar laag waterpeil. De karavaan trok er over, liep gedurende een tijdje langs den oever en begon dan de bestijging van een hoogen, stellen berg. Toen zij den top hadden bereikt, kregen de dragers toestem ming even uit te rusten. De twee blanken gingen op een stuks rots zitten uitblazen. Voor Riefenberg's oogen spreidde zich een wonderbaar landschap uit, gevormd door een indrukwekkend net van waterwegen, met in het midden de Itoeri, die hier door donderende watervallen was onderbroken. Even later werd de tocht voortgezet: eerst over den berg, dan naar de diepte langs voortuitspringende rotsen en kloven. Zoo bereikte de karavaan tenslotte een massalen bergwand en verdween ln een natuurlijke, onderaardsche galerij, nadat enkele inlanders toortsen hadden ontsto ken. Toen zij weer in het daglicht kwamen, was het landschap heelemaal van uitzicht veranderd. De oever van de Itoeri was be reikt, de indrukwekkende watervallen la gen achter den rug. Er waren nog grillige r.vierarmen tusschen steile rotsen, maar verder strekte de wildernis zich zacht gol vend uit en was de stroom een enkele, zeer breede en rustige waterweg geworden. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5