STADSNIEUWS ZATERDAG 5 MAART 1938 No. 23909 EERSTE NEDERLANDSCHE N.V. HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN De Bilt 79sie Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN De nieuwe Directeur Nederl. Spoorwegen IM. NOOMEN Dit nummer bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD ft verwacht LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel Voor zakenadvertentles belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen, - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zUrif per 3 maanden f. 2.3S per week f. 0.1S Franco per post f. 2:35 per 3 maanden -f portokosten. (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.> Prof. Vening Meinesz over zijn werk op onderzeebooten. Lezing voor „Onze Vloot". Op uitnoodiging van de plaatselijke af- deeling van de Kon. Ned. Vereeniging „Onze Vloot", hield prof. dr. ir. Vening Meinesz gisteravond in Amicitia een lezing over zijn reizen met Nederlandsche onder zeebooten. De belangstelling was zeer groot. Prof. Vening Meinesz werd ingeleid door oen voorzitter van „Onze Vloot", den heer H. P. H. Wiirtz. In het eerste deel van zijn lezing be handelde prof. Vening Meinesz het doel van zijn reizen, een onderzoek naar de zwaartekracht. Dit onderzoek levert de beste resultaten, aldus spr., wanneer men het instelt door middel van slingerwaar- liemlngen. Men laat den slinger eerst slin geren op een punt waar de zwaartekracht bekend is, en vervolgens op de te onder zoeken plaats. Met behulp van de formule van Huygens kan men dan aan de hand van de resultaten van beide waarnemingen de zwaartekracht op het punt van de laat ste waarneming berekenen. De verschillen in zwaartekracht op de verschillende plaatsen der aarde zijn slechts zeer gering en de waarnemingen moeten dan ook met de grootste nauw keurigheid geschieden. Het spreekt van zelf dat er aan boord van een slingerend schip van preciese waarnemingen geen sprake kan zijn. Voor onderzoek op zee is een duikboot, die onder normale omstan digheden op een diepte van 30 meter stil ligt-, of althans slechts zeer traag slingert, onontbeerlijk. Het doel van spr.'s onderzoekingen is het bepalen van den vorm van de aarde en het verzamelen van gegevens over de massa's in de aarde waardoor men te vens een juister inzicht tracht le krijgen In de verschijnselen, die in het binnenste van de aarde optreden. Wanneer op een bepaald punt de zwaar tekracht grooter is dan normaal, dan be- teekent dit dat er zich onder de vaste aardkorst die een dikte heeft van 40 tot 60 K.M., zware massa's bevinden, terwijl zooals vanzelf spreekt lichte massa's een zwakkere zwaartekracht geven. Op verschillende plaatsen op zee werd eer, grootere zwaartekracht gemeten dan verwacht werd en daaruit concludeert men dat onze aarde zich nog niet in een even wichtstoestand bevindt. Men meent te mogen aannemen, dat de temperatuur om de massa, die zich onder de aardkost bevindt en waarvan vaststaat, dat ze uit een zeer taaie vloeistof bestaat, niet overal gelijk is. Door dit verschil in temperatuur, ontstaan in de vloeistof s'.roomingenstijgstroomingen, waar de temperatuur hooger is dan normaal en daalstxoomingen, waar zij lager is. Tijdens zijn onderzoekingen heeft spr. kunnen constateeren, dat de vaste korst, die de buitenzijde der aarde vormt onder de zeeën dunner is dan op de continen ten. Het verschil in temperatuur meent men in dit verschil in dikte, waardoor de taaie vloeistof op de eene plaats sneller alkoelt dan op de andere, te moeten zoe ken. De stroomingen, in het binnenste der aarde oefenen een enorme kracht uit op <ie aardkorst en het is heel begrijpelijk, dat die korst, die op sommige plaatsen be trekkelijk dun is, tegen die krachten niet bestand is. Waar de aardkorst voor den druk van binnen uit bezweken is. ont stonden plooiingsgebieden 1 Alpen, Hima laya- Andesgebergten enz.) De krachten in de aarde werken stellig niet alle in dezelfde richting en het is dan ook zeer waarschijnlijk dat de resul tante der verschillende krachten de aard korst om de vloeibare massa doet draaien. Indien deze veronderstelling juist is, dan valt daaruit de verplaatsing van de polen evenals talrijke andere verschijnselen, die men niet kan begrijpen wanneer men aan neemt, dat de aarde zich in een even wichtstoestand bevindt, te verklaren. Na deze wetenschappelijke uiteenzetting gaf prof. Vening Meinesz aan de hand van enkele lantaarnplaatjes een beschrijving van zijn laatste twee tochten met sche pen van den onderzeedienst, n.l. die met de O. 16 van Nederland naar Washington en vandaar naar Lissabon en die met de 0 12 van Curacao naar Nederland. Met de grootste waardeering sprak prof. Vening Meinesz over den steun, dien de Marine-leiding en de bemanningen van de (luikhooten hem bij zijn wetenschappe lijk werk hebben verleend. Hij roemde de uitstekende verstandhouding aan boord van de kleine schepen en prees de groote technische kennis van het geheele perso neel. Over de beide reizen zelve, het vele slechte weer en de joviale ontvangst in Washington meenen wij verder niet be hoeven uit te weiden, indertijd is daar over ook in ons Blad uitvoerig geschreven. In zijn korte beschouwing over Curasao wees spreker op de enorme kapitalen, die op dat kleine eiland geïnvesteerd zijn i al ken in de petroleumindustrie reeds ruim '100 millioen) en merkte op, dat z.i. een betere verdediging van dit strategisch zoo belangrijke gebiedsdeel dringend ge- "enscht is. De heer Würtz was de tolk van alle aan wezigen, toen hij prof. Vening Meinesz in hartelijke bewoordingen dankte voor zijn vteressante uiteenzetting. Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. Voordracht van prof. Malherbe over de Afrikaansche dichtkunst. Voor de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde hield gisteravond prof. dr. D. F. Malherbe uit Bloemfontein een voor dracht over ,,De Afrikaansche dichtkunst". Wanneer de Boerenziel in haar mach teloosheid tegenover de Engelsche cultuur gedurende de negentiende eeuw in de Kaap-kolonie tot een staat van diepe ver nedering zonk, zoo moet het geweten wor den aan het feit, dat den Afrikaner geen deugdelijk uitdrukkingsmiddel ten dienste stond. Want het Nederlandsch was hem reeds onbruikbaar geworden, en de Afri kaansche taaiakker lag nog braak. Ten opzichte van de schriftelijke uitingsvorm was hij eigenlijk doofstom. De beweging van 1875 voor een Afri kaansche schrijftaal wekte een sterk na tionaal bewustzijn, dat vooral op politiek terrein een dam opwierp tegen den dena- tionaliseeringsvloed en den spoorslag gaf tot het ontstaan van een vers-traditie, die geen literaire pretentie had en toch on misbaar was als opvoedende en wegberei dende factor. Met overmoed en onomwon denheid getuigde men voor het vaderland, voor eigen volk en eigen taal, en ging men de vreemde taal en zeden geducht te lijf; deze was de stamelperiode. Alles wat het oogenblik bood. werd stof voor den rijme laar. Politieke verzen, spotverzen, taal- en volkverheerlijkende verzen, minneverhalen in grappigen of ernstigen verstrant, gods dienstige verzen het groeide overmatig aan, omdat bijna iedereen deze kunst kon beoefenen. Het impulsieve, onversohrok- kene en onpersoonlijke van deze rijmtra- ditie toont veel overeenkomst met de Geu zen-liederen. Toch zou tienmaal meer van deze verzen de waardeschatting ervan niet hebben verhoogd. De nieuwe dichtkunst na den Engelschen oorlog kwam voort uit een nieuwen levens inhoud. De sprong van het oude tot het nieuwe was die van het onderkultureele tot het kultureele, van het onpersoonlijke tot het lndividueele, van het directe tot de beeldgedragen suggestieve uiting. Wat de eerste verzenbundels van Celliers en anderen zoo populair maakte, was niet alleen da vervulling van een behoefte in het volksgemoed, ook niet de vaderlands lievende grondtoon zonder meer. Het was de verheffing van het doodgewone woord in de sfeer van de dichterlijke beelding, het verleenen van blijvende kultuurwaar- de aan het onbeduidend-alledaagsche; het was de vreugde aan nieuw gewonnen kul- tuurbezit. Van 1906 tot ongeveer 1920 bloeit een zuiver lyrische woordkunst afwisselend met eplsch-lyrische concepties op uit den vruchtbaren bodem van oorlogswee en na tuurgevoel. Binnen deze stofkringen ech ter openbaren zich groote verschillen in de vormgeving als gevolg van verschil in aanleg, ziening en levenshouding bij de dichtersfiguren; van het verhevene in zangerigen toon tot de aan de spreektaal grenzende zegging; van het geloovig-be- rustende tot het cynlsch-opstandige als houdingen tegenover het volkslijden. Naast genoemde motieven is in dezen tijd ook de voortrek aan de orde. Men bezingt de grondlegging van een Boerenbeschaving in het binnenland van Zuid-Afrika. Intusschen verbleekt al meer dat glan- zend-nleuwe, dat het merkteeken was van de eerste bundels; de jonge Afrikaansche woordkunst ontkomt tegen 1920 veelal niet meer aan de conventionaliteit. Een bewust ontvluchten aan het conventioneele in toon. motief keuze en zegging, openbaart zich bij F. V. d. Heever (1919), die ruimte zoekt, naar het exotische haakt, wat ook een anderen zielsklank laat hoore. zonder echter zijn eenige niet onvèrdienstelijke poging op te volgen. Ook Visser (19251, hoewel overigens voortspelend op de na tionale snaar, brengt iets nieuws. Hij ver- lijkt de Afrikaansche lyriek met het ern stig. uit droeve ervaring geputte minne dicht. waarin echter het gevoel minder aanstuurt op zuiver verklanking van het innerlijke als op het muzikale. Zijn ver dienste ligt veel meer hierin, dat hij het humoristische, het geestige en het epi grammatische in de Afrikaansohe vers kunst gefundeerd heeft. Terwijl het godsdienstig-nationale le vensgevoel tot vandaag voorttrilt in de Afrikaansche poëzie en daaruit ook de geurigste bloesems zijn ontloken, zijn in de afgeloopen decade een aantal jongeren aan het woord gekomen, die. niet zonder sterken invloed van uit Nederland te heb ben ondergaan, het eigen zieleleven trach ten te ontleden. En dat zieleleven is een tasten naar de harmonie, die verloren is. Het is sterk te betwijfelen of dit geluld zal kunnen aanhouden. Het mist de kracht tot zingen en de nationale emotie en het verloopt te gemakkelijk in mat rhythmisch of rhvthmeloos gebaar. Welke winst ook dit individualistisch streven naar nieuwe, fijnere genuanceerdheid van expressie, naar persoonlijke belijdenis van innerlijke ongenoegzaamheid in de vormgeving moge brengen het synthetisoh beelden blijft zwak deze kunst kan niet volk- opvoedend zijn. Diepe overtuiging alleen Benoeming van Prof. Dr. Ir. J. Goudriaan Jr. te wachten Naar wij vernemen is thans besloten omtrent vervulling van de vacature, welke door het overlijden van ir. van Dijk in de Spoorwegdirectie was ont staan en zal voor benoeming tot directeur der N.V. Nederlandsche Spoor wegen in aanmerking worden gebracht prof. dr. ir. J. Goudriaan Jr., onder directeur der N.V. Philips Gloeilampen fabrieken tc Eindhoven. Prof. Goudriaan is 5 December 1893 te Amsterdam geboren. Na de Hoogere Burgerschool in zijn geboorteplaats te hebben doorloopen. studeerde hij aan de Technische Hoogeschool te Delft en verkreeg in 1915 het diploma van werktuigkundig ingenieur. Van 1916 1922 fungeerde hij als inspecteur van den arbeid. Na zijn promotie in 1922 tot doctor in de technische weten schappen was hij gedurende twee jaren directeur van het Centrale Normali satiebureau en van 1924 tot 1928 als hoofdingenieur werkzaam bij de Maat schappij „Feyenoord" te Rotterdam. Sinds 1926 is hij buitengewoon hoog leeraar aan de Nederlandsche Handels- hoogeschool te Rotterdam in bedrijfs leer en organisatie der onderneming. In 1928 trad hij in dienst van de N.V. Philips te Eindhoven om leiding te geven aan de bedrijfsorganisatie van dit concern en sinds 1933 is prof. Goudriaan onder-directeur van Philips. Prof. Goudriaan beweegt zich veel op publicistisch terrein. Zijn proefschrift behandelde „De doelmatigheid van de Amsterdamsche broodvoorziening". In 1932 leverde hij een beschouwing over het onderwerp „How to stop deflation" en in 1933 over „Socialisme zonder dogma's". Ook aan verschillende tijdschriften werkte prof. Goudriaan mede. oa. aan de Ingenieur en Economisch Statisti sche Berichten In de totstandkoming van de Veree niging voor Waardevast Geld had prof. Goudriaan een groot aandeel. Met zijn Rotterdamschen ambtgenoot prof. dr. H. J. Polak en met prof. Verrijn Stuart behoorde hij tot de meest op den voor grond tredende propagandisten van deze vereeniging. Prof. Goudriaan is lid van de Cen trale Commissie voor de Statistiek. kan stijlharmonie scheppen. Een eigen karaktervolle Afrikaansche stijl zal alleen tot ontwikkeling komen, wanneer de dich ters een inzicht hebben in de roeping van hun volk. Maar dan zal de dichtkust bloeien op den volkseigen wortel van een godsdienstig, nationaal geloof. I.S.S-CONFERENTIE TE LEIDEN. Een welbesteed leveneen rustige oude dag en bovendien geen geld zorgen, wanneer Uw lijfrente elk kwartaal wordt thuisgebracht. BIJKANTOOR LEIDEN, BREESTRAAT 10a Telef. 302 - Na 6 uur 2479. 7177 (Ingez. Med.) TOONKUNSTCONCERT. Nap de Klijn (viool). Alice Heksch (piano). Het waren de vlolist Nap de Klijn. leeraar aan de Muziekschool Toonkunst te dezer stede en zijn echtgenoote Alice Heksch. die zich gisteravond in de Kleine Stadszaal deden hooren op een Sonate-avond, waarbij hun keuze in het bijzondler op de modernen was ingesteld. Daar. waar wij on dit gebied hier niet bepaald verwend worden, was het bijzonder interessant met twee noviteiten, n.l. de Sonate No. 2 op. 28 van Rcussel en de Sonate voor viool alleen van Paul Hinde- mith te mogen kennis maken. Wij meenen indertijd reeds eens geschre ven te hébben over de uitstekende violis- tische capaciteiten van Nap de Klijn, die ook op dezen avond in ruime mate te onderkennen waren. Vooral in technisch opzicht weet hij zich loffelijk te onder scheiden! De Muziekschool kan met zulk een kracht, die tevens veel begrip toont voor het moderne genre zeker eer inleggen. De buitengewoon veeleischende opgaven, w.o. ook de fraaie Franoksonate. die wij onlangs nog van Henri Merckel hoorden, heeft, de Klijn met knappe beheersching verklankt. Zijn van laag tot hoog mooi geëgaliseerde toon en zijn gedurfde stck- voering zijn oa. voortreffelijke eigenschap pen. Van 28 Maart tot 1 April. Het Leidsch Universiteitsblad meldt: De belangstelling in Nederland voor Nederlandsch-Indische vraagstukken is, ook onder de studenten, zeer toegenomen. Een sprekend bewijs hiervoor is het j aarlij ksch succes van de Indische conferenties in Woudschoten. Ook de academische kringen van andere koloniale mogendheden toonen een groei end interesse voor de problemen en de samenleving der verschillende bevolkings groepen. International Student Service zag hierin een aanleiding tot het organiseeren van een conferentie, waar gemeenschappe lijke problemen door deelnemers uit ver schillende landen besproken konden wor den. Het Nederlandsch Comité van Interna tional Student Service organiseert van 28 Maart tot 1 April een conferentie van Ne derlandsche. Indonesische. Chineesche, En gelsche en Britsch-Indlische studenten, waar de problemen der opvoeding zullen worden bespreken. De conferentie zal in Leiden worden gehouden, dat als centrum van Indische wetenschappen zich bijzonder goed daartoe leent. De buitenlandsche en buitensteedsche deelnemers zullen bij Leid- sche hoogleeraren en studenten worden ondergebracht, waardoor het persoonlijk contact bevorderd zal worden. BINNENLAND. Parlementair Overzicht der Eerste en Tweede Kamer; de Indische Begroo- ting goedgekeurd. (4e Blad). Voorloopig verslag der Waterstaatsbegroo- ting. (Binnenland, 3e Blad). Auto-ongeluk van Jan Pijnenburg. (Gem, 4e Blad). Baggermolen omgeslagen; twee arbeiders zwaar gewond. (Gem. 4e Blad). Het verbod van de film „Grazige Weiden" te Alphen aan den Rijn. (Gem. 4e BI.). BUITENLAND. Lord Perth naar Rome. (Buitenland, le Blad). Voortzetting van het proces te Moskou. (le Blad). Een felle rede van den Tsjecho-Slowaak- schen premier Hodza. (Buitenland, le Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. MEN ZIE VOOR ONS KORT VERHAAL PAG. 3 VAN HET TWEEDE BLAD. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijzigingen: N.V. Bioscoopexploitatie Maatschappij Trianon Theater. Breestraat 31 Leiden. Vestiging filiaal: Haarlemmerstraat 52. Leiden, o. d. naam: Rex-Theater, d.d. 25 Febr. 1938. C. M. de Wit, Dorpsstraat 49, Oegstgeest Café en melkhandel. Uittredend eigenaar: C. M. de Wit, Oegstgeest. dd. 28 Febr. 1938. Wijz. handelsn. in: N. W. A. de Wit. Nieu we eigenaar: N. W. A. de Wit, Oegstgeest, N.V. voorheen J. Dragt's Bakkerijen, Hooge Rijndijk F. 7 D. Zoeterwoude. Op heffing filiaal: Dusartstraat 51, Amster dam, dd. 1 Jan. 1938. Wed. H. A. de LeeuwOomsen, Hoofd straat 21, Sassenheim. Sigarenwinkel. Uit tredend eigenaar: Wed. E. de Leeuw Oomsen, Sassenheim, dd. 1 Sept. 1937. Nap de Klijn en Alice Heksch. Belangwekkend was zijn inzicht in de Rcusselsonate, waarbij al dadelijk de be- slis.e inzet veel goeds voor het verdere verloop beloofde. Toch hadden wij het ge voel alsof de .violist en de pianiste hier ieder nog te veel voor zichzelf speelden, hetgeen een wat onsamenhangende im pressie gaf. die nog versterkt werd door het te luide spel van Alice Heksch. die blijk baar vreemd stond tegenover de aecous- tisch zoo uitermate moeilijke kleine S.ads- zaal. De piano moet dan ook in deze ruimte met de grootst mogelijke fijnzinnig heid behandeld worden anders klinkt zij hier bijna doorloopend te hard. Mogelijk dat een gelukkiger vertolking dan ditmaal, ons meer de schoonheid dezer Sonate waarover in het programma gerep. werd kan dDen gevoelen, dan ditmaal het ge val was. In de beroemde, zoo bekende C dur sonate van Mozart heeft Alice Heksch blijk gegeven van een vèrgevorderde techniek. Opvallend is haar helder, rond toucher, dat ook in de snelle figuraties niets aan duidelijkheid inboet. Een inniger expressie zal echter haar inerpretaties in het al gemeen ten goede komen, terwijl haar aandacht nog meer moge uitgaan naar het pedaalgebruik. opdat het legato, dat nu veelal nog wat stroef klonk, meer geaccen tueerd worde. Nu bleven er soms hia.en, hetgeen niet bevorderlijk was aan de sfeer van de overigens correct en consciëntieus gespeelde Nocturne van Fauré en Ravel's Jeux d"Eau. De knappe wijze, waarop Nap de Klijn ons de vormtechnische en thematisch sterk gefundeerde en geformuleerde Hinde- mith-Sonate voorspeelc'.r. verdient alle lof! Wie een'gszin; begrip heef... van de tech nische struikelblokken dezer composite zal bewondering koesteren voer het gepresteer de. Het sterk persoonlijke karakter van Hindemith is. ook in deze luchtige Sonate duidelijk merkbaar: men huldigt hierin Het weer ten onzent blijft nog steeds onder invloed van het hoo- gedrukgebied. Behoudens plaat selijken morgenmist is later op den dag op lichten tot halfbewolkten hemel te rekenen. In het Zuiden mag ten opzichte van heden eeni ge temperatuurstijging worden verwacht. echter meer het speelsch vernuft, de gees tige vondsten en de knappe variaties oo Mozart's „Komm, lieber Mai", waarin Mo zart al spoedig geheel verdwijnt voor den markanten Hindemith dan wel datgene, wat ook tot het „hart" iets heeft te zeggen. En op dit laatste komt het ook nu nog wel aanDe pizzieati. waarin het derde deel geheel gehouden is. beheerscht de Klijn met opmerkelijke virtuositeit. Tenslotte hoorden wii de Franck-sonate met veel geslaagde momenten van beide concerteerenden. Met ..schwung" voorge dragen. misten wii echter toch soms diepte; een heenjagen over imponeerende en mu- numenïale hoogtepunten, was een teeken. dat een rijpe, voldragen verklanking nog niet bereikt kon worden. Het succes bii het in kleinen getale op gekomen auditorium was zeer hartelijk, terwijl bloemen het sympathieke en ernstig werkends echtpaar zijn aangeboden. AVONDOPENSTELLING MUSEUM VOOR VOLKENKUNDE. In verband met het feit, dat verschil lende museumverzamelingen, waaronder ook ethnographische. bij goede kunstver lichting een bijzonder fraaien indruk ma ken, is men er in het buitenland en ook hier te lande toe overgegaan nu en dan de musea in den avond voor het publiek open te stellen. Aangezien het Rijksmuseum voor Vol kenkunde aan de Steenstraat IA thans over een goede kunstverlichting beschikt, meent de directie er goed aan te doen het publiek in de gelegenheid te stelien het Museum ook eens bij avond, onder des kundige voorlichting, te bezoeken. Bij wijze van proef is als eerste avond daarvoor vastgesteld Woensdag, 9 Maart a.s., van 7.30 tot 9.30 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 1