STADSNIEUWS
ZATERDAG 5 MAART 1938
No. 23909
EERSTE NEDERLANDSCHE N.V.
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
VAN HEDEN
De Bilt
79sie Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
De nieuwe Directeur
Nederl. Spoorwegen
IM. NOOMEN
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
EERSTE BLAD
ft
verwacht
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen, - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zUrif
per 3 maanden f. 2.3S
per week f. 0.1S
Franco per post f. 2:35 per 3 maanden -f portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.>
Prof. Vening Meinesz over zijn
werk op onderzeebooten.
Lezing voor „Onze Vloot".
Op uitnoodiging van de plaatselijke af-
deeling van de Kon. Ned. Vereeniging
„Onze Vloot", hield prof. dr. ir. Vening
Meinesz gisteravond in Amicitia een lezing
over zijn reizen met Nederlandsche onder
zeebooten. De belangstelling was zeer
groot.
Prof. Vening Meinesz werd ingeleid door
oen voorzitter van „Onze Vloot", den heer
H. P. H. Wiirtz.
In het eerste deel van zijn lezing be
handelde prof. Vening Meinesz het doel
van zijn reizen, een onderzoek naar de
zwaartekracht. Dit onderzoek levert de
beste resultaten, aldus spr., wanneer men
het instelt door middel van slingerwaar-
liemlngen. Men laat den slinger eerst slin
geren op een punt waar de zwaartekracht
bekend is, en vervolgens op de te onder
zoeken plaats. Met behulp van de formule
van Huygens kan men dan aan de hand
van de resultaten van beide waarnemingen
de zwaartekracht op het punt van de laat
ste waarneming berekenen.
De verschillen in zwaartekracht op de
verschillende plaatsen der aarde zijn
slechts zeer gering en de waarnemingen
moeten dan ook met de grootste nauw
keurigheid geschieden. Het spreekt van
zelf dat er aan boord van een slingerend
schip van preciese waarnemingen geen
sprake kan zijn. Voor onderzoek op zee is
een duikboot, die onder normale omstan
digheden op een diepte van 30 meter stil
ligt-, of althans slechts zeer traag slingert,
onontbeerlijk.
Het doel van spr.'s onderzoekingen is
het bepalen van den vorm van de aarde
en het verzamelen van gegevens over de
massa's in de aarde waardoor men te
vens een juister inzicht tracht le krijgen
In de verschijnselen, die in het binnenste
van de aarde optreden.
Wanneer op een bepaald punt de zwaar
tekracht grooter is dan normaal, dan be-
teekent dit dat er zich onder de vaste
aardkorst die een dikte heeft van 40 tot
60 K.M., zware massa's bevinden, terwijl
zooals vanzelf spreekt lichte massa's een
zwakkere zwaartekracht geven.
Op verschillende plaatsen op zee werd
eer, grootere zwaartekracht gemeten dan
verwacht werd en daaruit concludeert men
dat onze aarde zich nog niet in een even
wichtstoestand bevindt.
Men meent te mogen aannemen, dat de
temperatuur om de massa, die zich onder
de aardkost bevindt en waarvan vaststaat,
dat ze uit een zeer taaie vloeistof bestaat,
niet overal gelijk is. Door dit verschil in
temperatuur, ontstaan in de vloeistof
s'.roomingenstijgstroomingen, waar de
temperatuur hooger is dan normaal en
daalstxoomingen, waar zij lager is.
Tijdens zijn onderzoekingen heeft spr.
kunnen constateeren, dat de vaste korst,
die de buitenzijde der aarde vormt onder
de zeeën dunner is dan op de continen
ten. Het verschil in temperatuur meent
men in dit verschil in dikte, waardoor de
taaie vloeistof op de eene plaats sneller
alkoelt dan op de andere, te moeten zoe
ken.
De stroomingen, in het binnenste der
aarde oefenen een enorme kracht uit op
<ie aardkorst en het is heel begrijpelijk,
dat die korst, die op sommige plaatsen be
trekkelijk dun is, tegen die krachten niet
bestand is. Waar de aardkorst voor den
druk van binnen uit bezweken is. ont
stonden plooiingsgebieden 1 Alpen, Hima
laya- Andesgebergten enz.)
De krachten in de aarde werken stellig
niet alle in dezelfde richting en het is
dan ook zeer waarschijnlijk dat de resul
tante der verschillende krachten de aard
korst om de vloeibare massa doet draaien.
Indien deze veronderstelling juist is, dan
valt daaruit de verplaatsing van de polen
evenals talrijke andere verschijnselen, die
men niet kan begrijpen wanneer men aan
neemt, dat de aarde zich in een even
wichtstoestand bevindt, te verklaren.
Na deze wetenschappelijke uiteenzetting
gaf prof. Vening Meinesz aan de hand van
enkele lantaarnplaatjes een beschrijving
van zijn laatste twee tochten met sche
pen van den onderzeedienst, n.l. die met
de O. 16 van Nederland naar Washington
en vandaar naar Lissabon en die met de
0 12 van Curacao naar Nederland.
Met de grootste waardeering sprak prof.
Vening Meinesz over den steun, dien de
Marine-leiding en de bemanningen van de
(luikhooten hem bij zijn wetenschappe
lijk werk hebben verleend. Hij roemde de
uitstekende verstandhouding aan boord
van de kleine schepen en prees de groote
technische kennis van het geheele perso
neel. Over de beide reizen zelve, het vele
slechte weer en de joviale ontvangst in
Washington meenen wij verder niet be
hoeven uit te weiden, indertijd is daar
over ook in ons Blad uitvoerig geschreven.
In zijn korte beschouwing over Curasao
wees spreker op de enorme kapitalen, die
op dat kleine eiland geïnvesteerd zijn i al
ken in de petroleumindustrie reeds ruim
'100 millioen) en merkte op, dat z.i. een
betere verdediging van dit strategisch zoo
belangrijke gebiedsdeel dringend ge-
"enscht is.
De heer Würtz was de tolk van alle aan
wezigen, toen hij prof. Vening Meinesz in
hartelijke bewoordingen dankte voor zijn
vteressante uiteenzetting.
Maatschappij der Nederlandsche
Letterkunde.
Voordracht van prof. Malherbe over de
Afrikaansche dichtkunst.
Voor de Maatschappij der Nederlandsche
Letterkunde hield gisteravond prof. dr. D.
F. Malherbe uit Bloemfontein een voor
dracht over ,,De Afrikaansche dichtkunst".
Wanneer de Boerenziel in haar mach
teloosheid tegenover de Engelsche cultuur
gedurende de negentiende eeuw in de
Kaap-kolonie tot een staat van diepe ver
nedering zonk, zoo moet het geweten wor
den aan het feit, dat den Afrikaner geen
deugdelijk uitdrukkingsmiddel ten dienste
stond. Want het Nederlandsch was hem
reeds onbruikbaar geworden, en de Afri
kaansche taaiakker lag nog braak. Ten
opzichte van de schriftelijke uitingsvorm
was hij eigenlijk doofstom.
De beweging van 1875 voor een Afri
kaansche schrijftaal wekte een sterk na
tionaal bewustzijn, dat vooral op politiek
terrein een dam opwierp tegen den dena-
tionaliseeringsvloed en den spoorslag gaf
tot het ontstaan van een vers-traditie, die
geen literaire pretentie had en toch on
misbaar was als opvoedende en wegberei
dende factor. Met overmoed en onomwon
denheid getuigde men voor het vaderland,
voor eigen volk en eigen taal, en ging men
de vreemde taal en zeden geducht te lijf;
deze was de stamelperiode. Alles wat het
oogenblik bood. werd stof voor den rijme
laar. Politieke verzen, spotverzen, taal- en
volkverheerlijkende verzen, minneverhalen
in grappigen of ernstigen verstrant, gods
dienstige verzen het groeide overmatig
aan, omdat bijna iedereen deze kunst kon
beoefenen. Het impulsieve, onversohrok-
kene en onpersoonlijke van deze rijmtra-
ditie toont veel overeenkomst met de Geu
zen-liederen. Toch zou tienmaal meer van
deze verzen de waardeschatting ervan
niet hebben verhoogd.
De nieuwe dichtkunst na den Engelschen
oorlog kwam voort uit een nieuwen levens
inhoud. De sprong van het oude tot het
nieuwe was die van het onderkultureele
tot het kultureele, van het onpersoonlijke
tot het lndividueele, van het directe tot
de beeldgedragen suggestieve uiting. Wat
de eerste verzenbundels van Celliers en
anderen zoo populair maakte, was niet
alleen da vervulling van een behoefte in
het volksgemoed, ook niet de vaderlands
lievende grondtoon zonder meer. Het was
de verheffing van het doodgewone woord
in de sfeer van de dichterlijke beelding,
het verleenen van blijvende kultuurwaar-
de aan het onbeduidend-alledaagsche; het
was de vreugde aan nieuw gewonnen kul-
tuurbezit.
Van 1906 tot ongeveer 1920 bloeit een
zuiver lyrische woordkunst afwisselend met
eplsch-lyrische concepties op uit den
vruchtbaren bodem van oorlogswee en na
tuurgevoel. Binnen deze stofkringen ech
ter openbaren zich groote verschillen in de
vormgeving als gevolg van verschil in
aanleg, ziening en levenshouding bij de
dichtersfiguren; van het verhevene in
zangerigen toon tot de aan de spreektaal
grenzende zegging; van het geloovig-be-
rustende tot het cynlsch-opstandige als
houdingen tegenover het volkslijden. Naast
genoemde motieven is in dezen tijd ook
de voortrek aan de orde. Men bezingt de
grondlegging van een Boerenbeschaving
in het binnenland van Zuid-Afrika.
Intusschen verbleekt al meer dat glan-
zend-nleuwe, dat het merkteeken was van
de eerste bundels; de jonge Afrikaansche
woordkunst ontkomt tegen 1920 veelal niet
meer aan de conventionaliteit. Een bewust
ontvluchten aan het conventioneele in
toon. motief keuze en zegging, openbaart
zich bij F. V. d. Heever (1919), die ruimte
zoekt, naar het exotische haakt, wat ook
een anderen zielsklank laat hoore. zonder
echter zijn eenige niet onvèrdienstelijke
poging op te volgen. Ook Visser (19251,
hoewel overigens voortspelend op de na
tionale snaar, brengt iets nieuws. Hij ver-
lijkt de Afrikaansche lyriek met het ern
stig. uit droeve ervaring geputte minne
dicht. waarin echter het gevoel minder
aanstuurt op zuiver verklanking van het
innerlijke als op het muzikale. Zijn ver
dienste ligt veel meer hierin, dat hij het
humoristische, het geestige en het epi
grammatische in de Afrikaansohe vers
kunst gefundeerd heeft.
Terwijl het godsdienstig-nationale le
vensgevoel tot vandaag voorttrilt in de
Afrikaansche poëzie en daaruit ook de
geurigste bloesems zijn ontloken, zijn in
de afgeloopen decade een aantal jongeren
aan het woord gekomen, die. niet zonder
sterken invloed van uit Nederland te heb
ben ondergaan, het eigen zieleleven trach
ten te ontleden. En dat zieleleven is een
tasten naar de harmonie, die verloren is.
Het is sterk te betwijfelen of dit geluld
zal kunnen aanhouden. Het mist de kracht
tot zingen en de nationale emotie en het
verloopt te gemakkelijk in mat rhythmisch
of rhvthmeloos gebaar. Welke winst ook
dit individualistisch streven naar nieuwe,
fijnere genuanceerdheid van expressie,
naar persoonlijke belijdenis van innerlijke
ongenoegzaamheid in de vormgeving
moge brengen het synthetisoh beelden
blijft zwak deze kunst kan niet volk-
opvoedend zijn. Diepe overtuiging alleen
Benoeming van Prof. Dr. Ir.
J. Goudriaan Jr. te wachten
Naar wij vernemen is thans besloten
omtrent vervulling van de vacature,
welke door het overlijden van ir. van
Dijk in de Spoorwegdirectie was ont
staan en zal voor benoeming tot
directeur der N.V. Nederlandsche Spoor
wegen in aanmerking worden gebracht
prof. dr. ir. J. Goudriaan Jr., onder
directeur der N.V. Philips Gloeilampen
fabrieken tc Eindhoven.
Prof. Goudriaan is 5 December 1893
te Amsterdam geboren. Na de Hoogere
Burgerschool in zijn geboorteplaats te
hebben doorloopen. studeerde hij aan
de Technische Hoogeschool te Delft
en verkreeg in 1915 het diploma van
werktuigkundig ingenieur. Van 1916
1922 fungeerde hij als inspecteur van
den arbeid. Na zijn promotie in 1922
tot doctor in de technische weten
schappen was hij gedurende twee jaren
directeur van het Centrale Normali
satiebureau en van 1924 tot 1928 als
hoofdingenieur werkzaam bij de Maat
schappij „Feyenoord" te Rotterdam.
Sinds 1926 is hij buitengewoon hoog
leeraar aan de Nederlandsche Handels-
hoogeschool te Rotterdam in bedrijfs
leer en organisatie der onderneming.
In 1928 trad hij in dienst van de
N.V. Philips te Eindhoven om leiding
te geven aan de bedrijfsorganisatie
van dit concern en sinds 1933 is prof.
Goudriaan onder-directeur van Philips.
Prof. Goudriaan beweegt zich veel op
publicistisch terrein. Zijn proefschrift
behandelde „De doelmatigheid van de
Amsterdamsche broodvoorziening". In
1932 leverde hij een beschouwing over
het onderwerp „How to stop deflation"
en in 1933 over „Socialisme zonder
dogma's".
Ook aan verschillende tijdschriften
werkte prof. Goudriaan mede. oa. aan
de Ingenieur en Economisch Statisti
sche Berichten
In de totstandkoming van de Veree
niging voor Waardevast Geld had prof.
Goudriaan een groot aandeel. Met zijn
Rotterdamschen ambtgenoot prof. dr.
H. J. Polak en met prof. Verrijn Stuart
behoorde hij tot de meest op den voor
grond tredende propagandisten van
deze vereeniging.
Prof. Goudriaan is lid van de Cen
trale Commissie voor de Statistiek.
kan stijlharmonie scheppen. Een eigen
karaktervolle Afrikaansche stijl zal alleen
tot ontwikkeling komen, wanneer de dich
ters een inzicht hebben in de roeping van
hun volk. Maar dan zal de dichtkust
bloeien op den volkseigen wortel van een
godsdienstig, nationaal geloof.
I.S.S-CONFERENTIE TE LEIDEN.
Een welbesteed leveneen rustige
oude dag en bovendien geen geld
zorgen, wanneer Uw lijfrente elk
kwartaal wordt thuisgebracht.
BIJKANTOOR LEIDEN, BREESTRAAT 10a
Telef. 302 - Na 6 uur 2479.
7177 (Ingez. Med.)
TOONKUNSTCONCERT.
Nap de Klijn (viool).
Alice Heksch (piano).
Het waren de vlolist Nap de Klijn. leeraar
aan de Muziekschool Toonkunst te dezer
stede en zijn echtgenoote Alice Heksch. die
zich gisteravond in de Kleine Stadszaal
deden hooren op een Sonate-avond, waarbij
hun keuze in het bijzondler op de modernen
was ingesteld.
Daar. waar wij on dit gebied hier niet
bepaald verwend worden, was het bijzonder
interessant met twee noviteiten, n.l. de
Sonate No. 2 op. 28 van Rcussel en de
Sonate voor viool alleen van Paul Hinde-
mith te mogen kennis maken.
Wij meenen indertijd reeds eens geschre
ven te hébben over de uitstekende violis-
tische capaciteiten van Nap de Klijn, die
ook op dezen avond in ruime mate te
onderkennen waren. Vooral in technisch
opzicht weet hij zich loffelijk te onder
scheiden! De Muziekschool kan met zulk
een kracht, die tevens veel begrip toont
voor het moderne genre zeker eer inleggen.
De buitengewoon veeleischende opgaven,
w.o. ook de fraaie Franoksonate. die wij
onlangs nog van Henri Merckel hoorden,
heeft, de Klijn met knappe beheersching
verklankt. Zijn van laag tot hoog mooi
geëgaliseerde toon en zijn gedurfde stck-
voering zijn oa. voortreffelijke eigenschap
pen.
Van 28 Maart tot 1 April.
Het Leidsch Universiteitsblad meldt:
De belangstelling in Nederland voor
Nederlandsch-Indische vraagstukken is, ook
onder de studenten, zeer toegenomen. Een
sprekend bewijs hiervoor is het j aarlij ksch
succes van de Indische conferenties in
Woudschoten.
Ook de academische kringen van andere
koloniale mogendheden toonen een groei
end interesse voor de problemen en de
samenleving der verschillende bevolkings
groepen. International Student Service zag
hierin een aanleiding tot het organiseeren
van een conferentie, waar gemeenschappe
lijke problemen door deelnemers uit ver
schillende landen besproken konden wor
den.
Het Nederlandsch Comité van Interna
tional Student Service organiseert van 28
Maart tot 1 April een conferentie van Ne
derlandsche. Indonesische. Chineesche, En
gelsche en Britsch-Indlische studenten,
waar de problemen der opvoeding zullen
worden bespreken. De conferentie zal in
Leiden worden gehouden, dat als centrum
van Indische wetenschappen zich bijzonder
goed daartoe leent. De buitenlandsche en
buitensteedsche deelnemers zullen bij Leid-
sche hoogleeraren en studenten worden
ondergebracht, waardoor het persoonlijk
contact bevorderd zal worden.
BINNENLAND.
Parlementair Overzicht der Eerste en
Tweede Kamer; de Indische Begroo-
ting goedgekeurd. (4e Blad).
Voorloopig verslag der Waterstaatsbegroo-
ting. (Binnenland, 3e Blad).
Auto-ongeluk van Jan Pijnenburg. (Gem,
4e Blad).
Baggermolen omgeslagen; twee arbeiders
zwaar gewond. (Gem. 4e Blad).
Het verbod van de film „Grazige Weiden"
te Alphen aan den Rijn. (Gem. 4e BI.).
BUITENLAND.
Lord Perth naar Rome. (Buitenland, le
Blad).
Voortzetting van het proces te Moskou.
(le Blad).
Een felle rede van den Tsjecho-Slowaak-
schen premier Hodza. (Buitenland, le
Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
EERSTE BLAD.
MEN ZIE VOOR ONS KORT VERHAAL
PAG. 3 VAN HET TWEEDE BLAD.
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Wijzigingen:
N.V. Bioscoopexploitatie Maatschappij
Trianon Theater. Breestraat 31 Leiden.
Vestiging filiaal: Haarlemmerstraat 52.
Leiden, o. d. naam: Rex-Theater, d.d. 25
Febr. 1938.
C. M. de Wit, Dorpsstraat 49, Oegstgeest
Café en melkhandel. Uittredend eigenaar:
C. M. de Wit, Oegstgeest. dd. 28 Febr. 1938.
Wijz. handelsn. in: N. W. A. de Wit. Nieu
we eigenaar: N. W. A. de Wit, Oegstgeest,
N.V. voorheen J. Dragt's Bakkerijen,
Hooge Rijndijk F. 7 D. Zoeterwoude. Op
heffing filiaal: Dusartstraat 51, Amster
dam, dd. 1 Jan. 1938.
Wed. H. A. de LeeuwOomsen, Hoofd
straat 21, Sassenheim. Sigarenwinkel. Uit
tredend eigenaar: Wed. E. de Leeuw
Oomsen, Sassenheim, dd. 1 Sept. 1937.
Nap de Klijn en Alice Heksch.
Belangwekkend was zijn inzicht in de
Rcusselsonate, waarbij al dadelijk de be-
slis.e inzet veel goeds voor het verdere
verloop beloofde. Toch hadden wij het ge
voel alsof de .violist en de pianiste hier
ieder nog te veel voor zichzelf speelden,
hetgeen een wat onsamenhangende im
pressie gaf. die nog versterkt werd door het
te luide spel van Alice Heksch. die blijk
baar vreemd stond tegenover de aecous-
tisch zoo uitermate moeilijke kleine S.ads-
zaal. De piano moet dan ook in deze
ruimte met de grootst mogelijke fijnzinnig
heid behandeld worden anders klinkt zij
hier bijna doorloopend te hard. Mogelijk
dat een gelukkiger vertolking dan ditmaal,
ons meer de schoonheid dezer Sonate
waarover in het programma gerep. werd
kan dDen gevoelen, dan ditmaal het ge
val was.
In de beroemde, zoo bekende C dur
sonate van Mozart heeft Alice Heksch blijk
gegeven van een vèrgevorderde techniek.
Opvallend is haar helder, rond toucher,
dat ook in de snelle figuraties niets aan
duidelijkheid inboet. Een inniger expressie
zal echter haar inerpretaties in het al
gemeen ten goede komen, terwijl haar
aandacht nog meer moge uitgaan naar het
pedaalgebruik. opdat het legato, dat nu
veelal nog wat stroef klonk, meer geaccen
tueerd worde. Nu bleven er soms hia.en,
hetgeen niet bevorderlijk was aan de sfeer
van de overigens correct en consciëntieus
gespeelde Nocturne van Fauré en Ravel's
Jeux d"Eau.
De knappe wijze, waarop Nap de Klijn
ons de vormtechnische en thematisch
sterk gefundeerde en geformuleerde Hinde-
mith-Sonate voorspeelc'.r. verdient alle lof!
Wie een'gszin; begrip heef... van de tech
nische struikelblokken dezer composite zal
bewondering koesteren voer het gepresteer
de. Het sterk persoonlijke karakter van
Hindemith is. ook in deze luchtige Sonate
duidelijk merkbaar: men huldigt hierin
Het weer ten onzent blijft nog
steeds onder invloed van het hoo-
gedrukgebied. Behoudens plaat
selijken morgenmist is later op den
dag op lichten tot halfbewolkten
hemel te rekenen. In het Zuiden
mag ten opzichte van heden eeni
ge temperatuurstijging worden
verwacht.
echter meer het speelsch vernuft, de gees
tige vondsten en de knappe variaties oo
Mozart's „Komm, lieber Mai", waarin Mo
zart al spoedig geheel verdwijnt voor den
markanten Hindemith dan wel datgene,
wat ook tot het „hart" iets heeft te zeggen.
En op dit laatste komt het ook nu nog wel
aanDe pizzieati. waarin het derde
deel geheel gehouden is. beheerscht de
Klijn met opmerkelijke virtuositeit.
Tenslotte hoorden wii de Franck-sonate
met veel geslaagde momenten van beide
concerteerenden. Met ..schwung" voorge
dragen. misten wii echter toch soms diepte;
een heenjagen over imponeerende en mu-
numenïale hoogtepunten, was een teeken.
dat een rijpe, voldragen verklanking nog
niet bereikt kon worden.
Het succes bii het in kleinen getale op
gekomen auditorium was zeer hartelijk,
terwijl bloemen het sympathieke en ernstig
werkends echtpaar zijn aangeboden.
AVONDOPENSTELLING MUSEUM VOOR
VOLKENKUNDE.
In verband met het feit, dat verschil
lende museumverzamelingen, waaronder
ook ethnographische. bij goede kunstver
lichting een bijzonder fraaien indruk ma
ken, is men er in het buitenland en ook
hier te lande toe overgegaan nu en dan
de musea in den avond voor het publiek
open te stellen.
Aangezien het Rijksmuseum voor Vol
kenkunde aan de Steenstraat IA thans
over een goede kunstverlichting beschikt,
meent de directie er goed aan te doen het
publiek in de gelegenheid te stelien het
Museum ook eens bij avond, onder des
kundige voorlichting, te bezoeken.
Bij wijze van proef is als eerste avond
daarvoor vastgesteld Woensdag, 9 Maart
a.s., van 7.30 tot 9.30 uur.