Onthulling monument „Marineert Wetenschap'' - Koopmansbeurs R'dam LEiDSCH DAGBLAD Tweede Blad 78s(e Jaargang FEUILLETON Het Groote Avontuur DE IN AANBOUW ZIJNDE KOOPMANSBEURS aan den Coolsingel te Rotterdam begint haar vol tooiing te naderen. Het imposante bouwwerk. DE ONTHULLING van het monument Marine en Wetenschap'' te Den Helder, ter herinnering aan de samenwerking tusschen prof. Vening Meinesz en de Marine. HET JAARLIJKSCHE ST. P1ETERFEEST TE GROUW Sint Pieter, geheel gekleed als Sint Nicolaas, doet met zijn zwarten knecht Hansje Plus zijn intocht in het dorp. Dit is voor de jeugd ,,het" feest van het jaar. VENLO bereidt zich voor op het Carnaval. Een der poppen krijgt een laatste beurt. MINISTER ANTHONY EDEN DE NIEUWE OOSTENRIJKSCHE MINISTER VAN BANKET ter gelegenheid van den 18den verjaardag van Koning Faroek van bij het verlaten van Downing Street 10 Zondagavond na zijn (hnksfdeY^aaTssecretariT voorset Egypte' V l n r'de ZUSt6rS Van den Koaing met haar m'jeder' KoniQgia Farida ontslagname. veiligheidswezen dv. Michael Skubl. en Konine Faroek- Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. 19) Toen Riefenberg zich eindelijk naar de veerpont begaf, stond de chauffeur onge duldig te wachten en dadelijk gaf hij een teeken aan de overzetters. Over den bree- dtn stroom was een stalen kabel gespan nen. die liep over de zeven groote prauwen, waarop de veerpont was gebouwd. Een twintigtal jonge, naakte kerels stond in net niet-overdekte gedeelte van de inland se booten en begon aan den kabel te hekken. Op de veerpont stond hun baas en zong, terwijl de anderen in refrein ant woordden. Op het eentonig lied gleed de veerpont over den stroom. En de tocht werd voortgezet. Er kwamen no2 twee andere rivieren en geleidelijk wij dde zich het landschap. Dichte bosschen strekten zich aan de einders uit en in den namiddag bereikte Riefenbeig het kruis punt met den wegwijzer naar de Avakoebi- hoeve. Hij stapte uit en keek den weg op, naar de Reading-hoeve leidde, ln den omtrek waarvan de tooneelspeelster werd vermoord, Met dit land zal ik wel eens nader tennis maken, overwoog hij. Een paar honderd meter verder versperde Ie indrukwekkende Itoeri-stroom den weg. Aan de overzijde strekte zich het tropen- woud uit. Zijn eerste kennismaking met het oer woud zou Riefenberg niet licht vergeten. Terwijl hij op de veerpont stond en zachtjes naar den donkeren oever gleed, zag hij hoe zware donderwolken zich hadden samen gepakt boven den stroom. De auto had zich nauwelijks van de landingsplaats verwij derd, toen een geweldige tornado losbrak. De journalist deed den wagen even stop pen en luisterde naar den wind, die door de toppen van de geweldige boomen gierde. Het was bijna heelemaal donker, want de kruinen aan weerskanten van den weg, raakten elkaar en vormden een groen ge welf. Verblindende bliksemflitsen zetten den hemel in vuur. Af en toe ging de stormwind liggen en dan leek alles vreemd en geheimzinnig. Riefenberg was tot aan den rand van het woud gestapt. De zwoele overdadigheid van het gewas, het gevecht tusschen planten, boomen en woekerplanten overweldigden hem. Het was alsof ontelbare slangen zich aan de boomen hadden vastgeklampt: het waren pezige lianen, die zelfs tot over de wegen hingen. Een geur van verrotting zweefde langs den grond, veroorzaakt door gestorven planten door gebrek aan licht en lucht in dit gebied van eeuwige schaduw. Wat gebeurde er nu? Riefenberg keek om zich heen. wendne het hoofd in alle rich tingen. Onverpoosd knapte en kraakte het overal. Het waren rotte vruchten, die naar beneden vielen, zware takken, die afknap ten. heel in de verte soms een boom, die neerstortte. Of het was een vogel, die een schor geluid uitstootte Het klonk als de lach van een waanzinnige. Ergens zat een groote krekel, die plotse ling als een sirene de stilte verscheurde. Tot de storm opnieuw begon te loeien. Het was angstwekkend, alsof een groot gevaar dreigde, alsof plotseling de muur van groen zou openscheuren en bloeddorstige, voor historische dieren te voorschijn zouden komen. Het was een opluchting voor Riefenberg, toen hij ophieuw in de auto zat en de mo tor werd ingeschakeld. Voorzichtig reden zij verder en even later was het onweer uitgewoed. Het licht van de naar het Wes ten neigende zon gleed tusschen het bla derengewelf door en teekende witte plek ken op den vochtigen autoweg. De beklem ming was geweken. Tegen den avond bereikten zij Nia-Nla, een klein postje met slaapgelegenheid, ver loren lr, het eindelooze woud. Riefenberg gebruikte een karig avondmaal en bleef daarna even talmen bij het licht van een petroleumlamp Lang bleef hij dien avond wakker liggen. Nog nooit kwam hij zoo onder den indruk van de stilte als daar in het eindelooze tropenwoud. De nacht was windloos. Hij lag met het hoofd naar het venster, dat uitzag op den donkeren muur van het bosch en luisterde scherp toe. Er heerschte een stilte, die pijnlijk was en de ooren deed suizen. Uit dezen geheimzinni- gen nacht droeg hij slechts drie geluidsher - inneringen mee: het breken van een tak, het gekras van een nachtvogel en even de stem van een neger, die iets riep over het binnenplein. Deze geruchten bleven lang nagalmen. Het was alsof zij werden ver wekt in hooggewelfde en onpeilbare onder- aardsche gangen Riefenberg lag uren wakker en dacht aan Ada Iljen. Het was hem alsof hij haar jaren en jaren had gekend, zoo stond haar gedaante ln zijn geheugen geprent. Nu be greep hij pas hoe gemakkelijk het moest geweest zijn, haar spoorloos te doen ver dwijnen in een dergelijk land. Den volgenden morgen, nog voor zons opgang, werd de reis voortgezet. Zware mist hing over den weg en het was kil. Pas na den middag na nog twee rivieren te zijn overgestoken kwam er een einde aan de woudvlakte. De weg ging de hoogte in en het landschap veranderde opeens van uit zicht. Indrukwekkende bergketens strekten zich uit in alle richtingen, terwijl boomen en struikgewas eerder schraal waren. Bij een bocht ontdekte Riefenberg in de diepte kleurige daken en wuivende palmboomen: dat was Iroemoe, een belangrijke staats- post. Van daaruit naderde de auto nu spoe dig het goudland. Langs den weg liepen telefoondraden, groote plantages strekten zich uit langs de berghellingen. Daarna reden zij voorbij de Reading-hoeve van Ndele en bij het zien van dit prachtige ge bouw moest de journalist met bewondering denken aan den ondernemenden Ameri kaan. Van dat punt uit liep een asfaltweg naar de mijnen. Ergens aan den oever van een stroom ontdekte Riefenberg een fa briek en een hoogspanningskabel. De auto gleed naar de vallei toe en stop te te Nizi voor de kantoren. De secretaris van den directeur-generaal ontving den journalist allervriendelijkst. Dadelijk reden ze samen naar het passagiershuis. waar de tafel rijkelijk stond gedekt Na het eten bleven er nog een paar uren over voor zons ondergang en de secretaris vroeg of de journalist aan het werk wilde gaan. Deze antwoordde bevestigend en even later was hij met den hoofdgeneesheer van de mij nen op weg naar het hospitaal. Zij liepen door gangen en zalen, bezochten de apo theek en het laboratorium, de operatie kamer en de talrijke paviljoenen. Riefenberg moest zich buigen over dikke boeken en statistieken aanteekenen over geboorte en sterfte, de behandelde gevallen en de verkregen resultaten. In de micros coop leerde men hem zoeken naar kiemen van malaria en slaapziekte. In de kamer der slachtoffers van arbeidsongevallen, liet men hem zien hoeveel zorg werd besteed aan het opereeren van de gewonden. Ver volgens ging men over naar de keuken en de barakken van de besmettelijke ziekten en daarna naar het liefdadigheidswerk ten behoeve van het inlandsche kind, waar geestelijke zusters de leiding hadden. Het avondmaal gebruikte hij bij den hoofdgeneesheer en den volgenden morgen ging hij over in handen van onderschei denlijk een zestal dienstoversten en inge nieurs om het mijnbedrijf van Nizi te oe- zoeken. Eerst liep hij door de centrale instellin gen, waar gewerkt werd voor de afdee- lingen: een groote, moderne smederij waar onderdeelen voor allerlei machines werden gemaakt.; meubelmakerijen en schrijn werkerijen. het laboratorium, waar het goud werd ontleend; de smeltovens waar het metaal een laatste zuivering onderging. Daarna kwam een ingenieur hem halen en zij bestegen per auto den heuvel waartegen de vermorzelfabriek was aangebouwd. Rie fenberg zag hoe kleine wagentjes voortdu rend kwamen aangereden, gevuld met aar de en rotsblokken. Zij werden omgekanteld in metalen stampers, die de steenen ver- morzelden. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5