Bouwkunstig Schoon LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 19 Februari 1938 .Financieel-Economisch. W eekoverzicht De vorming van een beleggersfront Het Huys te Warmond en iets uit zijn historie BELEGGINGEN In Frankrijk blijft de toestand duister FAILLISSEMENTEN VAN DER DRIFT Co. FINANCIEN Gaat Amerika naar inflatie? (Van onzen flnancieelen medewerker). De Nederlandsche beleggers hebben zich schrap gezet en hebben eindelijk de han den ineengeslagen, teneinde te voorkomen, dat zij door de geldvragers geheel en al onder den voet worden geloopen. Het werd ook hoog tijd. dat aan de machteloosheid der geldgevers een eind werd gemaakt. Men redeneert nu in sommige kringen wel als volgt: „wanneer het geld schaarsch is, dicteeren de geldgevers de leeningsvoor- waarden. thans nu het geld ruim is. zijn het omgekeerd de geldnemers, die het heft in handen hebben; ieder op zijn beurt." Deze redeneering moge op het eerste ge zicht juist schijnen, wij kunnen haar ech ter niet ten volle aanvaarden. Doorgaans immers gaan tijden van geldschaarschte gepaard aan hoogconjunctuur, wanneer het dus den geldnemers-gedicteerden ove rigens naar den vleeze gaat en een hoo- gere interest geen onoverkomelijk bezwaar vormt; aan de andere zijde is de huidige geidruimte mede een symptoom van ge brek aan bedrijvigheid, waarbij de hoogte van den rentestandaard voor de geldge- vers-gedicteerden wel degelijk van overwe gend belang is. Dit belang komt reeds vanzelf naar voren uit de kracht van het in de nieu we „Beleggingscontact-eommissie" ver tegenwoordigde front van groote beleg gers. Het is waarlijk geen kleinigheid, dat aan dit „front" alle groote levens verzekeringsmaatschappijen, de groote particuliere spaarbanken en pensioen fondsen en zelfs, naar verluidt, de Rijkspostspaarbank en de publieke fondsen, deelnemen. Hiermede is men eindelijk gekomen tot een organisatie van groote beleggers, waarvan ook de kleine beleggers voordeel kunnen trek ken. Reeds bij de uitgifte der 3"/» Ned.-Indi sche leening hadden de verzekeringsmaat schappijen de handen ineengeslagen en door dit samengaan het succes dier uit gifte verhinderd. Dit eerste samengaan heeft ongetwijfeld een nog verder door werkend resultaat gehad, en wel in dien zin. dat de regeering voor de conversie der Nederlandsche staatsschuld haar toevlucht moest nemen tot de noviteit van een lee ning met oploopende rente. Het overwel digend succes dezer uitgifte heeft echter wederom de kraan open gezet voor een stroom van conversies van de zijde der mindere goden. Terecht komt het „beleg gersfront" er thans tegen op, dat al die mindere goden, wier crediet toch ongetwij feld op een iets lager sport staat dan ons staatscredlet, van den nog onverminderd heerschenden geldovervloed gebruik, of beter gezegd, misbruik, maken, om ongun stiger voorwaarden dan die welke de Staat heeft kunnen stellen, af te dwingen. Men stelt zich op het standpunt, dat men wel iswaar niet den algemeenen rentestand kan beïnvloeden, doch wel misbruiken kan tegengaan Voorloopig heeft men dan ook als minimum-eisch gesteld een rendement van voor leeningen op langen ter mijn en van 3 1/4 voor leeningen met een looptijd van beneden de tien Jaar. Indien dit front eendrachtig samen werkt, is er alle kans, dat het het ge stelde doel zal kunnen bereiken en er zijn thans reeds aanwijzingen van den invloed der nieuwe actie op de resul taten der 3leening Den Haag. Het moet naar onze meening zóóver komen, dat ook de banken, dien er toch op den duur meer aan gelegen moet lig gen. den rentevoet niet onnoodig te laten zakken dan tijdelijke provisies op conversies te kunnen boeken, zich bij het front aansluiten en het den geld nemers onmogelijk maken, geld tegen Er is nog een merkwaardigheid in dit opzicht, waarop wij den nadruk wenschen te leggen. Zooals wij de vorige week reeds uiteenzetten, zijn Minister de Wilde en Mr. Trip de meening toegedaan, dat de gulden op het oogenblik economisch-fi- nancieel <d.i. dus gezien van het stand punt van kosten, prijzen en betalingsba lans! in evenwicht is. De opwaartsche druk tegen den gulden is volgens hen van psychologischen aard en geheel toe te schrijven aan abnormale kapitaalbewegin gen en speculatie. Het Egalisatiefonds werkt dus op het oogenblik volgens deze autoriteiten, met het doel abnormale be wegingen tegen te gaan. Hieruit volgt ten duidelijkste, dat deze bevoegde kringen den aankoop van ponden, de toeneming van den goudvoorraad en dus de geid ruimte hier te lande als een noodzakelijk doch tevens abnormaal verschijnsel be schouwen. De vraag is nu gerechtigd: mag de Staat en mogen andere publieke orga nen dan deze abnormaliteit consolidee- ren in de vastlegging van een te lage lange-termijn-rente, met de mogelijk heid van een daling der beurswaarde bij een oploopen van het renteniveau? Wij mcenen, dat de Minister hiermede zelf de wapenen heeft gesmeed, waar mede het beleggersfront thans tracht den draak der lage rente te bestrijden. Wij kunnen hier slechts den wensch uit spreken, dat deze strijd met een overwin ning der aanvallers beklonken moge wor den. Aan de voortdurende beknotting van inkomen en vermogen van ons volk moet toch eindelijk eens paal en perk worden gesteld. Aan alle kanten stijgen de lasten. De levensverzekeringsmaatschappijen heb ben zich, tot behoud van haar rentabili teit. gedwongen gezien, alle tarieven be langrijk te verhoogen, een lastenverzwa ring. die ernstig drukt op ons volk, dat aan het instituut der levensverzekering ge lukkig zoo verknocht is. De spaarbanken verlagen haar rentetarieven. Er dreigt een verzwaring der inkomstenbelasting van de zijde der gemeenten. De beurzen zijn ver laten en apathisch. Is het dan te verwon- i deren, dat elke redelijke actie, die ten doel heeft, de lasten te verlichten, het inko men te vermeerderen, onzen uitgesproken en krachtigen steun verdient.? Het schijnt dat de hooge heeren te Washington nu eindelijk ook hun all is well"-gepraat hebben moeten stopzetten. Zii bunnen immers niet langer aan struis vogelpolitiek doen, niu in de berichten uit het. bedrijsleven nog geen spoor van een werkelijke opleving tot uiting komt, nu de beurs in een volkomen indolentie is ver rallen en nu het aantal werkloozen weer onrustbarend is gestegen tot ca. 13 mil- lioen of bijna een tiende der bevolking. Men confereert, men vraagt leidenden eco nomen om advies, men krabt zich het hoofd men verklaart den eenen dag. dat de prij zen te hoog zijn en ten behoeve van een noodzakelijke toeneming van het verbruik moeten worden verlaagd, om den anderen dag met aplomb te beweren: het is noodig, dat de goederenprijzen omhoog worden gevijzeld. Meer en meer blijkt inderdaad, dat de leiding van Amerika's economische politiek in handen is ran lieden, die met een ontstellend gebrek aan verantwoorde lijkheid veel te veel hooi op hun vork heb ben genomen en thans eigenlijk niet weten, hoe zij van dien last moeten afkomen: een waarlijk bedroevend beeld van „geleide economie". Zoo ziet Roosevelt zich thans weer verplicht, „de pomp door te steken", d.w.z. terug te keeren tot de oude ultgaven- rolitlek, die feitelijk zooveel kwaad heeft uitgericht. In de eerste plaats zijn 250 mil- lioen dollar extra aangevraagd voor werk- loozensteun. Hierdoor wordt het tekort op de begrooting voor 1937/'38 tot 1.544.000.000 dollar verhoogd en zal Roosevelt alle mooie woorden ten aanzien van het sluitend maken van de toekomstige begroot ingen naarstig moeten inslikken. De toenemende werkloosheid doet hem bovendien weer grijpen naar het uitvoeren van groote pu blieke werken, waarvoor belangrijke staats uitgaven noodig zullen zijn. Voegt men hieraan nog toe. dat men ook aan de monetaire zijde weer aan het experimen teeren is door een beperkte desterllisatie van het gesteriliseerde goud te verordenen (alleen hetgeen boven de 100 millioen dol lar per kwartaal aan goud de Ver. Staten zal binnenkomen, zal worden gesteriliseerd i dan is het te begrijpen, dat Europa al dit geëxperimenteer met een schuin oog be kijkt en zich afvraagtgaat Roosevelt thans noodgedwongen den kant van inflatie uit? Persoonlijk geloovcn wij niet, dat bovengenoemde middelen op zich zelf reeds inflatie beteekenen, doch wij zien de huidige Administratie er zeer zeker toe in staat, tot het inflatie-middel te grijpen, indien zij op andere wijze niet bij machte is, haar „koopkracht-be loften" tegenover de bevolking na te komen. De zware druk, waaraan de dollar den laatsten tijd bloot staat, is een thermometer, waarop wij de we reld-„waardeering" van Roosevelt's economisch-financieele politiek met nauwkeurigheid kunnen aflezen. De gebeurtenissen in de Ver. Staten tn in Midden-Europa (ten aanzien van de laatste is nog te weinig bekend, om zich aan een gefundeerd oordeel betreffende de financieel-economische gevolgen te wagen) hebben de aandacht eenigszins van Frank rijk afgeleid: hetgeen overigens op zich zelf geen kwaad is. Toch biedt de ontwik keling van de situatie in Frankrijk nog weinig bemoedigends. De nieuwe Minister van Financiën Marchandeau heeft reeds veel gezegd, doch nog niets gedaan, om het vertrouwen in den franc te herstellen. Feitelijk krijgt Frankrijk nu zijn vierden franc, na den goudfranc van Poincaré. den gealligneerden franc van Auriol. den zwe- venden franc van Bonnet, ziet het land zich thans verblijd met den .shock-proof" franc van Marchandeau. Hi1 zal de heftige speculatieve schokken wel opvangen, zoo zeide hij en te dien einde heeft hij de Bank van Frankrijk ruim 3 milliard francs aan goud aan het Egalisatiefonds doen overdragen Wat helpt dit alles, wanneer tegenover de groeiende blokvorming in Midden-Europa een innerlijk verdeeld Frankrijk staat, dat in staking en uitslui ting ziin heil zoekt, in plaats van dit te vinden in een eendrachtig opvoeren der productiviteit en een overkapping van de kloof kapitaal-arbeid? Men zal ons wellicht van zwart kijken! betichten, doch wij blijven onder de huidige omstandigheden de econo misch-financieele positie van Frankrijk zelfs indien het tot aanvaarding van het „arbeidschartcr" komt, duister in zien. De aanhoudende daiing van den Sperr- markkoers is een gebeurtenis, waarvan men zich in Duitschland niets aantrekt, doch die in de credietlanden ernstige bezorgd heid verwekt. Terwijl begin September de koers van Crediet- en Effectensperrmark nog ca. 1516 bedroeg. Is hij sindsdien voortdurend inzeschrompeld en bedraagt thans voor den eerstgenoemde 89. voor laatstgenoemde 6 3/4—7 3/4, hetgeen dus Reclame, die den doorslag geeft. De heer G. Bannerman, van den ver koopsstaf der Hudson Mbtors Ltd., verklaarde onlangs, welke reclame den doorslag .geeft op het moment ran aankoopen. „Ik zeg U", zoo liet hij zich uit, „dat dagbladreclame het middel is, dat het krachtigst zijn invloed doet gelden op het moment van aan koopen". 6367 De juistheid ran dit feit wordt ook hier te lande bevestigd door al die winkelbedrijven, die hun ontwikke ling voor een groot deel hebben te danken aan het kundig gepresen teerde aanbod hunner artikelen ln een goed dagblad. Overzicht onzer belangrijkste Veemarkten. Het gaat er in den veehandel de laatste weken tamelijk eentonig naar toe. Men klaagt van verkooperszijde over een tragen handel wat ook inderdaad het geval is terwijl de koopers klagen over te hooge prijzen. Beide partijen hebben volkomen gelijk. De prijzen van het ge- bruiksvee zijn v. d. veehouder-melker te hoog. De 'melkprijzen zijn in verhouding lang niet evenredig aan de huidige waarde van het vee en deze toestand duurt nu al zoo lang. Op iedere marktdag krijgt men door deze trage handels- tendenz den indruk, dat de prijzen wat zullen dalen, maar ten slotte verwisselt alles toch prijs houdend van eigenaar. Maar intusschen brengt de veehandel geen winst. De afgeloopen week was de handel in het algemeen wel bijzonder traag, maar desondanks geen cent goedkooper. Ook het magere vee voor den komenden weidetijd bleef prijzig; vooral de beste soorten. Wij noteerden voor kalf- en melkkoeien f. 180 tot ruim f. 300, vaarzen f. 160240, magere weidekoeien f. 150 f235 per stuk en graskalveren met schetsen f. 90115 per stuk. De slachtveemarkt had in het bs^in dezer week een zeer bevredigend verloop A ondanks de aanvoeren flink waren, werd alles goed en tot vaste prijzen geplaatst, doch het einde was algemeen ook gisteren te Leiden wat luier, met eenigszins flauwere prijzen. Beste kwaliteit en mindere soorten loopen momenteel flink in waarde uiteen en wel van 6080 cent per kilo. terwijl er extra kwaliteit deze week nog tot 85 cent werd verkocht. De vette kalveren waren in den loop dezer week ook wat flauwer; doch de noteeringen bleven op 3045 cent per pond le vend gehandhaafd. Nuchtere kalveren waren wederom bij een zeer toenemenden aanvoer, over de geheele linie afloopend in prijs. De wolveemarkt had bij wat kortere aanvoeren een bevredigend verloop. Te Lelden was er voor de Belgische hoofdstad een groote vraag naar beste kwaliteit eenjarige schapen, die dan ook een goeden prijs op kon den brengen, f. 1924 per stuk. De vette var- kensmarkt sloot deze week met korte aanvoeren te Leeuwarden, wat vaster; tot 3030Vs cent per pond levend gewicht. DTot> 3Cuijé te/ '£lJc(yi/iri <m5 'yLa.anS wns tK-ctviv t 0 730. N. J.S? Uitgesproken: Th. J. Valk te Oegstgeest, Rijnzichtweg 1, handelende te Leiden onder den naam Leidsch Glas in Loodbedrijf. R.-comm.: mr. A. B. Bom- mezijn; cur.: mr. F. H. van der Tas te Leiden. Opgeheven: C. van der Veer, te Leiden. J. Schmitz, te Leiden. W. H. Ruffelse. te Leiden. fo ÖaH] Bruidsmeisje: „Welke sleep moest lk nu dragen?" BEMIDDELING VOOR HYPOTHEKEN. Makelaarskantoor OUDE VEST 29 - TELEF. 513 815 (Ingez. Med.) neerkomt op ongeveer een tiende van de waarde van den z.g. „vrijen" rijksmark (die overigens nog minder vrii is dan zijn kreu pele sperr ^kindertjes)De oorzaak dezer ernstige daling is eenerzijds het voorop gezette streven der Duitsche regeering. de oude vorderingen van het buitenland zoo goedkoop mogelijk te llquideeren. ander zijds de door Duitschland getroffen maat regelen. het gebruik der Spermarken zoo veel mogelijk te beperken. Ais markant voorbeeld van deze beperking kan worden genoemd de bepaling, dat de buitenlander die door middel van Spermarken een cre diet in Duitschland wil verleenen of er een huis wil bouwen, een gedeelte van de agio- winst aan de regeering moet afstaan. Daarnaast zijn er strenge beperkingen ten aanzien van den aankoop van Duitsche aandeelen. Het baart derhalve geen ver wondering, dat de animo tot aankoop van Spermarken tot het nulpunt is gedaald De dupe zijn wij, buitenlandfche crediteu ren en de Duitsche emigranten, die thans slechts ongeveer 7 pCt. van hun geheele vermogen over de grens mogen brengen (Nadruk verboden). IV. Ditmaal zullen wij bespreken, hoe het Huys te Warmond er na 1597 uitzag. Even als in de Middeleeuwen was het buitenhof door singels omringd en kon men het be reiken door de voorpoort in de Hoflaan. Oude teekeningen leeren alleen, dat er langs de singels en grachten wat meer boomaanplant kwam. Voor de kasteelbrug, die van hout was, was een eenvoudige poort. Het laatste ge deelte van de brug bleef ophaalbrug en kon tevens de poort ln den voormuur af sluiten. Deze poort was een hecht bouw werk; Imposten en boog waren van blok werk in den trant waarin we te Lelden nog verschillende poorten kennen, b.v. aan het Stadhuis, dat van de voormalige La- tijnsche school en een poort op <je stads- werf. De gevel boven de poort was karak teristiek voor de Hollandsche Renaissance. Hij was voorzien van ultzwenkende bogen van zandsteen, terwijl op de hoeken, pina kels in den vorm van obelisken waren ge plaatst. Dwars over den gevel liep een drietal condonbanden, dienst doende als waterlijsten. Door de poort kwam men op het toen nog geheel afgesloten voorplein begrensd door het hoofdgebouw en twee vleugels. De beide vleugels werden weer beëindigd door torens. Uit historisch oog punt was de toren ter linkerzijde de voor naamste, daar deze naar alle waarschijn lijkheid de oude oorspronkelijke Middel- eeuwsche donjon was. Hier zien we aan den bovenkant nog het boogfries, waardoor de uitmetseling werd verkregen. Alleen zijn bij den herbouw in het laatst der 16de eeuw de kanteelen niet weer aangebracht. Ook de plaatsing van de vensters wijst op een ouderen toestand. In een Middeleeuw- sche donjon plaatste men om begrijpelijke reden de vensters altijd zoo hoog moge lijk en hield ze tevens klein. -In de 16de eeuw heeft men evenwel plaatsen voor nieuwe vensters met kruiskozijnen inge broken, waarbij men evenwel sterk aan een ouderen toestand herinnerd wordt. Zonder twijfel is deze toren dan ook de oudste kern van den geheelen aanleg. Ook de achterste toren ter linkerzijde wijst op hoogen ouderdom, zooals men zien kan aan de smalle lichtopening en de zware verankering der muren. Ten overvloede stond hierbij nog een achthoekig trapto- rentje. De vleugel tusschen deze beide to rens was waarschijnlijk bestemd voor dienstgebruik. Op verschillende oude tee keningen krijgt de linkervoortoren het hoofdaccent, voorzien als hij was van een klokkentorentje met uurwerk, terwijl op het wolfsdak een ooievaarsnest was ge plaatst, decoratieve verslering die we op bijna alle prenten van oude kasteelen aan treffen. Aan het begin van den rechtervleugel verrees een achthoekige toren, waarachter zich een lagere achthoekige toren bevond met geheel blinde muren. Dit torentje schijnt heel oud te zijn geweest. Het werd althans ln 1734 wegens verregaand bouiw- valligen staat afgebroken, zoodat we het op latere gravures uit de 18de eeuw dan ook niet meer vinden. Ik heb een zeer sterk vermoeden, dat zich hier ter rechterzijde in den vleugel de huiskapel bevond. De middenbouw was eveneens voorzien van een gevel in renaissance vorm. In dien tijd stond rechts achter geen toren. Het hoofdgebouw bestond daarentegen uit twee langbouwen beide aan de Oostzijde afge sloten door een trapgevel, zooals de oude teekeningen uit verschillende tijden ons afdoende laten zien. Overal werden natuurlijk in 1590'97 vensters met kruiskozijnen aangebracht. In dezen toestand bleef het gebouw ln hoofd zaak twee eeuwen bewaard. In hoofdzaak, want omstreeks 1700 had den er enkele verbouwingen plaats, die het grondplan niet aantastten, doch enkel ver band hielden met het uiterlijk aspect. Zoo werd de houten brug vervangen door een gemetselde brug rustend op vier bogen. Het laatste gedeelte bleef evenwel een hou ten ophaalbrug, die tevens de poort kon afsluiten. Het eigenlijke poortgebouw werd toen afgebroken en vervangen door een poort geheel ln klasslcistischen stijl. Reeds vroeger, omstreeks 1660 was de voorgevel van het hoofdgebouw veranderd. De hoofd ingang kreeg toen eeen pilasterbouw met driehoekig fronton, bekroond met sierva- zen. De vensters met kruiskozijnen verdwe nen uit dezen gevel om plaats te maken voor meer moderne vensters, waarboven beurtelings een gebogen en een driehoekig fronton werd geplaatst, zooals u nu nog kunt zien boven het huis Rapenburg 2. In de torens bleven overigens de oude ven sters gehandhaafd. Toch vertoont het kasteel als geheel ge nomen nog het laat-Middeleeuwsche ka rakter of wil men, dat der Hollandsche Re naissance. Het was historisch gegroeid en miste een strenge symmetrie. De Holland sche Renaissance, in wezen voortgekomen uit Middeleeuwsche bouwprincipes, hield van bevallige groepeeringen. Zij zocht het schilderachtige, de afwisseling van ver schillende steensoorten, van verschillende trapgevels, die met hun jubelenden opgang nog altijd herinnerden aan den verticalen drang der Bothiek. Zij trachtten lange dakvlakken te breken door torenspitsjes met pijnappel en windvaan en door een aantal dakkapellen. Het geheel moest zijn van tintelende bewogenheid en een schil derachtig effect maken. Onze oude rldder- kasteelen, zooals die in de 17de eeuw nog waren, waren historisch gegroeid en dien den met dien groei bijna altijd den oor spronkelijk aangeboren Germaanschen schoonheidszin. We hebben reeds opgemerkt, dat door J Jacob van den Woude ln 1413 ln het ka steel een hulskapel, bediend door een huls- kapelaan, werd gefundeerd. Ook bij denl herbouw in het laatst der 16de eeuw werdl deze kapel weer in eere hersteld. De eerste heeren van Warmond uit het geslacht van Duvenvoorde waren staatsge zind en onverdachte medestanders van Oranje, doch zij bleven den Katholieken godsdienst trouw. Zij waren op godsdien stig gebied verdraagzaam. Zoo oefenden zij ook steeds het patronaatsreoht uit over de Hervormde kerk en stonden den Re monstranten een eigen kerkgebouw toe te Warmond, zeer ten ongenoege der Leidscbe magistraat. Nu weet ik niet, of zij reeds in de eerste helft der 17de eeuw den Ka tholieken te Warmond gelegenheid geven hun godsdienstplichten te vervullen in de huiskapel van het kasteel. Doch in d» tweede helft der 17de eeuw en het begin der 18de eeuw gebeurde dat zeer zeker. Eerst tegen het midden der 18de eeu* geraakte de kapel ln onbruik, omdat de laatste bezitters der heerlijkheid uit het huls Duvenvoorde veelal ln de Zuidelijke Nederlanden vertoefden en de Roomschen op een andere plaats hun godsdienstig» behoeften konden bevredigen. Op de verschillende heerlijke rechten der kasteelheeren zullen wij niet nader Ingaan, met uitzondering van enkele die ten slotte verband houden met de omgeving van het kasteel. Zoo noemen wij het recht van Duivenvlucht en Zwanenjaoht, overoude rechten, waarop men fier genoeg was om er gebruik van te maken. Groote menigten duiven zwermden gewoonlijk om het hulJ terwijl eenige sierlijke zwanen in de slot- gi%cht er toe bij droegen de sfeer van een 17de eeuwsch kasteel gratie en voornaam* heid te geven. De woonplaatsen van d» gevogelte vindt men dan ook steeds ln eB om de slotgracht. (Nadruk verboden). N. J. S. (UN/T IN UITim TERAARDEBESTELLING VAN MEVR TARTAUD- KLEIN De teraardebestelling van het overschot van mevr. Alida Tartaud-Kie zal plaats hebben a.s. Dinsdag om 12 op de begraafplaats „Crooswijk" tc ko terdam. NIEUWE UITGAVEN. R.K. Bouwblad. De jongste uitgave van het R.K. B°uwblad. het nummer van 17 Februari, heeft den volg den inhoud: nieuw werk van architect St«v Japansche Prentkunst; Dictionnaire IW» de l'architecture; Prijsvraag voor een n» raadhuis te Huizen N.H.; Van de Vereenig en Allerlei. LEENING PROVINCIE ZUID-HOLthNP' Inschrijvingen ten volle toegewezen. Naar wij vernemen zullen de inschryvingn op de uitgifte van f. 17.048.000 3 pet. obUgatwi* gen den koers van 100 pet. ten volle w» toegewezen. 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 10