Uit den Leidschen Raad
5
LEIDSCH DAGBLAD Derde Blad
Vrijdag 18 Februari 1938
B. en W. gereed met hun antwoord
Voor beter Ziekenvervoer
IDEAAL TAX
PARLEMENTAIR OVERZICHT
De replieken begonnen
Eerste Kamer.
LUCHTVAART
O
Wethouder Wilbrink.
Wethouder WILBRINK meent, dat de
raad in hem heeft gezien een persoon van
..Zoo zie Je hein, zoo zie je hem niet" en
daarom is spr. weinig gevraagd. Dat in de
C. v. F. alles zoo scherp wordt nagegaan,
heeft zijn voordeelen, meent spr. Volgens
democratische begrippen is het gelijk bij
de meerderheid, laat de raad zich daarnaar
richten inzake de irtredierde voorstellen.
De heer Groeneveld: het wordt tijd. dat
ge weer aan deze zijde van de groene tafel
komt zitten!
De WETHOUDER verdedigt de vaststel
ling van den zuiveringsdienst bij de ge
meente-reiniging.
Geen concurrentie staat voorop doch het
algemeen belang der hygiëne. Over de ta
rieven zal de practljk uitslag moeten
geven.
Beter organisatie van het grondbedrijf
heeft de volle aandacht van het college.
Zeer binnenkort zullen maatregelen worden
voorgesteld den grondverkoop te bevorderen
door grootere aantrekkelijkheid etc.
Wat den Stadhuisbouw betreft, zoo'n
bouwwerk stelt nu eenmaal andere
eisohen dan gewone utiliteitsbouw hetgeen
vaak remmend verlet door nader overleg
als anderszins. Dit wekt naar buiten vaak
teleurstelling.
werkten 24 personen w.o. één steen
houwer de laatste dagen en geleidelijk zal
dit aantal groeien aks de vorst het toelaat,
np mate van den gang van zaken.
Totdusvcr is alleen graniet ejj hardsteen,
"csteld, verweef de hoer Schüller en hij
heeft gedeeltelijk gelijk. Een Amsterd,
steenhouwer zou in het belang van het
werk als voorman dienst doen doch er zal
gezien worden of geen vervanging door
kr-ohten mogeliik is. zegt hij toe.
Het oonemen van bewoners der Gem.
Woningstichting in het bestuur blijft st>r.
ontraden op vroeger herhaaldelijk geuite
gronden.
Het resultaat der laatste woningtelling
zal weldra aan de. C v. F. worden mede
gedeeld en later aan den raad.
De ordening in het bouwbedrijf zooals te
Den Haan geschied, is heel iets anders dan
hier pin de orde is: Den Haag heeft slechts
met de grensgemeenten gepraat over in-
één-laten-loooen van de bouwplannen, zoo
als hier trouwens met Oesrstgeest plaats
heeft gevonden, Bii de installatie der com
missie t» Amsterdam sprak zelfs reeds al
een geluid van mislukking, zoolang er geen
wettelijke regeling is. Deze ontbreekt ten
eencnmale
De gemeente zou alleen dan iets kunnen
dom. wanneer zij alle bouwterreinen be
zat Nr is zij vrijwel onmachtig, want de
■particuliere bouwers vragen natuurlijk ln
de eerste plaats naar eigen belang, niet
naar het belang der gemeente.
De toetsing bij wijziging van woonhuizen
in winkels, is verbouwing van buiten, niet
van binnen. Anders is ook moeilijk prac-
tiseh uit te voeren.
Het overnemen der lichtzuil van .Be
Eendracht" ontraadt spr. De stichters wis
ten vooraf, dat B. en W. dit niet wilden,
van een miskenning der vereeniging is
daarbij geen sprake. Aanvaarden zou z. i.
ziin. alsof men een olifantje thuis krijgt,
want wat zou er dan niet volgen bij Jubi
leum van andere vereenigingen.
Z. 1. ligt het op den weg der vakorgani
saties een regeling te treffen met de werk
gevers in het straatmakersbedrijf. De ge
meente moet zich daarbuiten houden zij
ne»mt al de meest gunstige bepalingen op
in haar bestekken en daarmede kan men
toch tevreden zijn.
Wanneer nu de kwestie der dienstcom
missie wordt aangesneden de wethouder
meent, dat het gaat om animositeit tus-
schen 2 straatmakersvereenigingen waar-
In rl° directeur niet wilde ingrijpen zegt
wethouder TEPE dat B. en W. de zaak zul
len onderzoeken waarmede de heer SCHÜL-
LFR o.ccoord gaan kan.
Wethouder WILBRINK meent, dat de
beplanting in de Meidoom- en Acacia-
streat nog zoo slecht niet is. Het plantsoen
bü dp Kamerling Onnes-laan doet het niet
sleeht dus dat geld Ls niet geheel weg.
Spr. kan momenteel de noodzakelijkheid
van demolng van het Levendaal nog niet
aannemelijk maken, doch hij hoopt, dat
het eens daartoe zal komen.
Doortrekken van het Galgewater naar
het Koordeinde ls voorloopig niet te beta
len. Ook een weg Gangetje-Prinsessekade
als gevraagd meenen B. en W. vooralsnog
te moeten afwijzen.
Dat er minder zou geschieden dan ln
1035 zooals de heer Wilmer meende, is be
slist, onjuist, naar hfi nader uiteenzet er
overigens op wijzend, dat de cijfers feitelijk
niets zeggen, wel de cijfers over het aantal
te werk gestelden. Dat was in 1935 162, in
1936 127. in 1937 151 en nog gemiddeld 49
bij het stadhuis.
Over de reclame aan lantaarns kan
men verschillend oordeelen, doch het
brengt f. 750 op.
Spr. eindigt met een compliment voor het
gemeentepersoneel, vooral nu hij waar
schijnlijk weer zal plaats nemen aan de
overzij, f Hetgeen aanduidt, dat de heer
Splinter zijn pl|ats weer zal innemen!)
Wethouder v. Stralen.
De heer v. STRALEN wijst er op, hoe de
stand der gemeente-financiën de groote
rem ls in het nemen van maatregelen voor
de werkloozen.
Feitelijk Is er heel weinig crities ge
oefend op spr.'s beleid. De heer Goslinga
verzekert spr. dat er ook nu nog een vaste
lijn is.
Een oud geluld is' laat werken voor den
steun, doch destijds heeft men daarvan
afgezien, daar er van werkschuwheid
bijna geen sprake is. Ook nu is dit niet het
geval, klachten zijn zeer uitzonderlijk,
Tusschen bona-fide en beroepswerkloozen
wordt wel degelijk onderscheid gemaakt.
Het verschil tusschen loongrens en steun is
z. i. wel zoo groot dat weinigen zullen aar
zelen.
In het systeem van werken voor steun
zit één goede gedachte, n.l. dat werken
altijd beter is dan stempelen doch er is ook
een andere zijde: allerlei soort, vaak min
derwaardig werk wordt dan verricht door
vaklieden van andere richting en oplei
ding. Het stelsel in Den Haag eenige ja
ren toegepast, zou spr. wel kunnen aan
vaarden, doch de regeering heeft dat on
gedaan gemaakt! Daar werkte men voor
een bepaald uurloon zoo lang tot men zijn
steun had verdiend Verder was men vrij,
ook van stempelen.
Het systeem der werkverschaffing heeft
vele groote bezwaren, o.a. verplaatst het
slechts de werkloosheid maar aan de an
dere zijde staat toch, dat zoo een loon
wordt verkregen, dat vrij goed uitsteekt
boven den steun, dat zij erkend. Aan werk
verruiming blijft spr. echter de voorkeur
geven, waarnaar met alle middelen moet
worden gestreefd, doch eenvoudig is het
niet. De gemeente kan op dit terrein niet
veel doen, spr. wijst op de cijfers van col
lega Wilbrink. Er zal een andere weg ge
vonden moeten worden. Er zal een beroep
gedaan moeten worden op het rijk voor
groote werken, als b.v. de spoorwegkwestie
hier. B. en W. zullen alles in het werk
stellen uitvoering daarvan te verkrijgen.
De zeggenschap der gemeente in de sociale
voorzieningen der werkloosheid is feitelijk
gering. Zelfs voor een deel ook wat be
treft armenzorg. Spr. tracht dit met voor
beelden te staven. Ook op het terrein van
schoeisel en dekking ls heel weinig te be
reiken.
De spaarregeling van den minister is
door de meerderheid van B. en W. aan
vaard. De minderheid heeft zich daarte
gen verklaard, want de grootste armen
worden zoodoende juist niet geholpen, ter
wijl de personen, die onder M. H. vallen,
er buiten blijven. De spaarregeling kwam
4 Jaar te laat, nu de steun-verlaglng de
ellende heeft doen groeien.
Spr. Is dankbaar voor de waardeering
van den heer Wilmer Inzake het jeugd
werk, waarbij hij den volledlgen steun
van het college genoot. Met eenige cijfers
toont spr. aan. van hoe groot belang de
getroffen maatregel ls. Maar er wordt nog
niet voldoende gebruik van gemaakt.
Er zijn werkloozen van: 1421 jaar 703
en waarschijnlijk tot 24 jaar 1400. Daar
van nemen slechts 322 deel aan de Inge
stelde opleidingen.
Spr. geeft een kort overzicht van wat
zich op zijn domein in 1937 heeft afge
speeld, waarbij hij in alle gevallen door
het gansche college ls gesteund. Slechts
een paar voorstellen van hem werden door
de meerderheid van B. en W. afgewezen.
De raad steunde royaal, behalve wanneer
middenstandsbelangen in het gedrang
heetten te komen. Zoo ook bij de groente
voorziening, die is gestrand op het starre
verzet van den middenstand, die bleef
eixchen wat nergens geschiedt.
De schoeisel-dienst voldoet goed, tegen
het ook daartegen geuite verzet in. 36 pCt.
der gebruikers waren tevoren nooit bij een
schoenmaker, repareerden zelf zoo goed en
kwaad als het ging. Een verhooging van
het uurloon zal de minister toch niet
aanvaarden, zoodat hij het voorstel-Snel
ontraadt, namens de meerderheid van het.
college.
Verhooging van den duurte-toeslag heeft
geen kans van verwezenlijking. Op her
scholing is misschien eenige kans, het
wordt onderzocht.
Tenslotte beantwoordt spr. nog eenige
opmerkingen van mevr. Braggaar.
De burgemeester.
De VOORZITTER behandelt ten eerste
het houden van optochten op Zondagmid
dag. De heer v. Eek erkent zelf, dat het
niet vaak zou voorkomen en dat gevoegd
bij den hinder voor velen, doet hem ook nu
weer afwijzend daartegenover staan. Men
bewandelt hier z.l. den Julsten middenweg
wat betreft de Zondagsrust.
Uitzetting der grenzen is afgestuit op
Ged. Staten, doch het college zal voort
gaan daarop de aandacht te vestigen.
De vraag der contactcommissie is nog
ln studie. Een vaste meening ls er nog
niet in het college. Nijmegen miste veel,
wat hier is (reclamecommissie, Sportstich
ting, verkeerscommlssie) en daarom was
de neiging daar grooter. Over de vier com
missies te Nijmegen is men echter niet be
paald tevreden. De K. v. K. werkt trou
wens niet mee, daar zij deze commissies
ziet als een doublure. Spr. zal de kwestie
nog eens bezien en vraagt de heeren Wil
mer en v. Eek met hem nog eens te praten.
Wat het weigeren van de Stadszaal aan
de communisten betreft, het college is
niet tegen het vrije woord en alles wat
daarover zoo kras ls gezegd. Maar mag een
gebouw der gemeenschap worden verhuurd
aan vereenigingen, die volgens de regee
ring de hoogste belangen belagen? Dat zou
toch te ver gaan. Aan den luchtbescher
mingsdienst wordt gewerkt, maar de poli-
tie-bezetting laat een vlotte afdoening niet
toe. te meer, waar het een zoo moeilijke
kwestie betreft met vele onzekerheden,
waaromtrent tal van Inlichtingen nognoo-
dig zijn. En dan wie zal het betalen? Het
rijk schijnt rüet van planDoch, zooals
gezegd, er wordt aan gewerkt.
Den heer Manders belooft spr. zijn voor
stellen nog eens na te gaan.
Het voorstel-Hesslng inzake de maxi
mum-snelheid heeft spr.'s sympathie en hij
zegt praeadvies toe. Maar de heer Hessing
verlange niet besliste handhaving van de
35 K.M., dat is bijna niet doenlijk.
Op 1750 beslissingen kwam het 20 maal
voor, dat het college van B. en W. beslist
verdeeld was, dus dat beteekent toch niet
veel!
Het voorstel v. d. TasTobé over de ta
rieven der electriciteit voor den midden
stand, wil het college in praeadvies ne
men, aankondigend, dat reeds plannen in
voorbereiding zijn den winkelstand nog
tegemoet te komen.
Spr. verdedigt voorts het nut der Toon-
kamer. die niet gemist kan worden. Schrijf
de radio-distributie af, zegt de heer Tobé.
NARMSTRAAT 2 - TEL.
6164
Xïnaez. Med.)
Dat doen B. en W. maar het gevaar ls z.l.
niet zoo dreigend als deze meende.
Tot slot nog enkele opmerkingen. Alles ls
weer overhoop gehaald bij deze begrooting
en daarbij is ook een groot deel der rijks
politiek besproken; de heer Snel b.v. heeft
44 minuten zich bezig gehouden met minis
ter Romme.
Voorts is men soms veel te uitgebreid voor
dingen van minder belang. Zoodoende is
veel tijd verloren gegaan.
Spr. wil opkomen voor diegenen, die zich
■hier niet kunnen uiten: de pers. In het
algemeen zijn de persverslagen zorgvuldig
opgemaakt en goed. Een enkele maal is men
wat kort, maar is dat niet begrijpelijk ais
men de beteekenis van het debat volgt?
Ongetwijfeld, in praten zit veel in, zooals
de heer v. Eek zelde, doch veel hangt ervan
af wat gezegd wordt en spr. kan begrijpen,
dat een journalist wel eens spreekt van een
praatmiddag.
Daarmede in verband staat ook, dat ge
schikte raadsleden te krijgen voor de par
tijen zoo lastig is. Spr. wijst op het brengen
van de politiek in den raad, waarop z.l. het
publiek niet zoozeer gesteld is. Erkend zij,
dat de raad in moeilijke positie is go-
komen. In de commissies echter ls men za
kelijk en het werk daar is veelal belangrij
ker dan in den raad zelf. In de commissies ls
de samenwerking veel beter en pleizierlger.
Comissoriaal wordt meer gedaan aan groot
werk.
Nog een tweetal zaken.
Er ls uiting gegeven aan zekeren angst
voor de gemeentelijke autonomie en er is
gevraagd naar de oorzaken en verbetering
van de slechte toestanden in Leiden, ver
geleken bij het rijk.
Inderdaad is er aan de autonomie reeds
bedenkelijk getornd doch bezie de kwestie
ook eens van de zijde der regeering. Onge
twijfeld, de crisis is voor een groot deel oor
zaak van moeilijkheden, maar ln vele geval
len haperde er toch ook iets aan het beleid
der gemeenten. Dat zou kunnen leiden tot
verdere beknotting en daarin schuilt dus
een gevaar. De raden moeten een zekere
zelfbeperking ln toepassing brengen en op
eigen terrein hun kracht gaan zoeken.
Er zijn nu maar weinig voorstellen bij
vroeger vergeleken doch laten de raads
leden bedenken dat zij rekening moeten
houden met de mogelijkheden zooals het
college die zooveel beter zien kan. Er komt
bij een begrooting altijd nog wel wat bij.
f. 67.660 extra is over 1937 b.v. gevraagd.
De oorzaken van de crisis zijn niet precies
te vinden en dus ook niet de redenen, waar
om Leiden geen gelijken tred houdt met de
opleving. Dat beteekent echter niet dat B.
en W. niet zullen trachten op te treden b.v.
door middel van een commissie Manders al
zal deze ook niet te hoog moeten worden
aangeslagen. De bevordering der industrie
zal in 't oog worden gehouden.
Daarbij is vroeger een verkeerde weg In
geslagen daar de beschikbare terreinen vol
gens het uitbreidingsplan moeilijkheden op
leveren.
B. en W. zullen nader deze aangelegen
heid onderzoeken en spr. heeft goede h°°P-
Van financieelen steun aan de Industrie
kan echter moeilijk sprake zijn.
In dit verhand is spr. ook voorstander
van reorganisatie van de grondbedrljfspoll-
tiek.
REPLIEKEN.
Nadat de VOORZITTER nog eens op zelf.
beperking heeft aangedrongen, begint de
heer VAN ECK. Hij verdedigt nog eens
uitvoerig de Idee der medezeggenschap. De
huidige situatie bevredigt niet, zelfs niet
die aan den voet, die hier dan heet te zijn.
Spr wil daar verbetering en tevens Invoe
ring aan den top. Als de wethouder er voor
voelt, laat hij dan zelf het iniatief nemen
en dit niet aan hem overlaten. Spr. be
strijdt daarop den heer Beekenkamp. al er.
kent hii dat de AR betere verdedigers zijn
van de democratie dan de R.K. Zijn fractie
komt op voor deze democratie volgens
zuiver democratische middelen en daarom
laakt hij het onthouden der Stadszaal aan
de communisten.
De Zondagswet is een onding geworden.
Spr heeft respect voor de Chr. beginselen,
sprekende in daden, niet voor de Ohr.
dogmatiek.
Spr. is vierkant tegenstander van een te
ver doorgevoerde bezuiniging. Als het kan,
moeten zelfs de reserves mits de be
grooting sluit worden aangesproken om
de ellende te helpen lenigen.
Met de kasteci-heeren heeft spr. geen
medelijden. Laten zit hun bezit dan maar
overdragen aan het rijk. het belangrijkste
is en blijft, dat niemand honger lijdt.
Nogmaals verdedigt spr. de werkverrui
ming boven de werkverschaffing.
Na de verkiezingen hebben wij gekregen
in olaats van den sterken man en dat
is Colijn in zeker opzicht! een ministerie
van onmacht. Wii zien te veel naar het
buitenland, te weinig naar de blnnenland-
sche markt en spr. komt tot een verdedi
ging van het afgewezen plan van den ar
beid als slot-peroratie.
De heer WILMER meent, dat naar de
oorzaken van de crisis te Leiden toch wel
een onderzoek de moeite waard is. Dan zou
de remedie wellicht ook zijn te vinden
Trouwens zoowel de voorzitter als wethou
der Wilbrink hebben als één oorzaak scherp
naar voren geschoven: bezwaren tegen
vestiging van industrie, waarin men naar
verbetering streeft.
Handhaven kan spr. dat er thans in
geen geval meer wordt uitgegeven voor
werk-uitvoering het stadhuis staat apart
en met instemming hoorde spr. wethou
der van Stralen dat het er weinig toe doet,
daar de werkloosheid zoodoende toch
slechts weinig wordt bestreden. Maar wat
beteekent dan het plan van den arbeid?
Zelfs al bestond de raad geheel uit leden
der S.D.A.P.. was er voor de werkloozen
niets meer gedaan, de heer van Stralen
heeft, het moeten toegeven. Slechts enkele
kleinigheden zijn afgewezen door B. en W.
van diens program.
Spr, heeft bezwaar tegen de wijze van
optreden van den heer Snel, die de demo
cratie slechts in discrediet brengt door
3/4 uur te spreken alsof hfi in de Tweede
Kamer was.
Aan de dienstcommissie kan hier zi. nog
wel wat verbeterd worden, maar de draag
wijdte van het voorstel van Eek is te vaag
om te aanvaarden.
Spr. blijft aandringen op praeadvies over
het voorstel EikerboutWiirtz inzake het
ongevallen-fonds.
Alleen wie den Christus volledig erkent,
mag zich Christelijk noemen.
De heer BEEKENKAMP wijst op liet ver
schil tusschen A.R en S.DA..P. inzake ge
zag. Beide nemen een andere bron daarvoor
aan. de AR. de Goddelijkheid, bii de SD.
AR. menschelijke normen. De wethouder
van financiën plaatst zich op reëele basis,
de heer van Eek verlaat dit standpunt en
betreedt idealistische paden!
Waarom don niet belastingverhooging
doorgevoerd?
De heer Albarda sloot zich geheel aan bij
den wensch van verbetering v. d. export en
dus bij de regeering. Het plan van den
arbeid zou geen uitkomst bieden. Uitvoering
van werken geeft afdoende remedie, het
behoeft, geen nader betoog.
Werken voor steun blijft spr. beoordeelen
als een opheffing der werkloozen.
(Geroep: den Haag wil het niet).
Spr blijft er op aandringen naar een
dergelijke methode te zoeken.
De heer VAN WELZI5N komt nog eens
op voor het beschikbaar stellen der Stads
zaal voor de communisten en voor over
neming van de zuil van de Eendracht.
Zijn voorstel over de financiëele verhou
ding tusschen rijk en gemeenten meent hij
te moeten handhaven, al geeft hij toe. zijn
voorstel een anderen vorm te hebben ge
geven. zoo hii tevoren had geweten, wat de
wethouders verklaarden.
De vrijheden en rechten van het wer
kende volk heeft zijn partij altijd verdedigd
en zü heeft zich geheroriënteerd ten op
zichte van godsdienstvrijheid etc.
Voor den raad van den heer Goslinga ls
spr. niet dankbaar. Laat deze zich liever
spiegelen aan de afstraffing van den heer
Tepe.
De heer GOSLINGA steunt volledig de
laatste uitingen van den voorzitter.
Het doet spr. genoegen dat de heer Tepe
zoo uitvoerig heeft geantwoord, doch het
doet hem leed, dat deze op geen enkel punt
eenige schuld heeft erkend.
Spr. biedt zijn verontschuldigingen aan
voor zijn inderdaad krasse woorden van 17
Jan. J.l. maar men lette meer op den in
houd dan op de woorden. Er is in de krin
gen van het Prot. Chr. onderwijs ontstem
ming, dat staat vast en spr. houdt vol, aan
de hand van de gememoreerde gevallen,
niet geheel ten onrechte, nader gaat hij
nog eens daarop in. Welwillend kan men
de houding van het college toch niet noe
men, gelet op dit alles. Blijkbaar begrijpt
de wethouder de Chr. schoolbesturen totaal
niet. Spr. denkt, dat de intree van de soc.-
wethouders niet vreemd was aan de hou
ding van B. en W. en het doet spr. genoe
gen, dat dit onjuist is verklaard. Men be
denke. dat het onderwijs zijn partij als het
ware in het bloed zit.
De heer DE REEDE komt er tegen op dat
wethouder Verwey niet volledig heeft ge
antwoord en in enkele opzichten maar van
één zijde de begrooting heeft gezien. Daar
door heeft hij niet den klaren wijn ge
schonken waarvan hij sprak. Alleen de
posten der begrooting heeft de tarieven-
verhooging noodig gemaakt, niet de kolen-
prijs-stijglng.
Iedere begrooting is eerst te hoog dat ls
normaal, maar een groot deel van het
tekort kan steeds zoo worden weggewerkt
en daarom blijft hij aandringen op eerdere
behandeling der begrooting. Dat kan. hij
houdt dat vol.
Hadden de soc.-dem. hier hun zin gekre
gen, de zaken waren in de soep geraakt,
spr. geeft voorbeelden van wat van die zijde
destijds is voorgesteld. Toen wilde men
geen verantwoordelijkheid dragen, zelfs
niet zien.
Wat de kasteel-heeren betreft, het be
lasting-vermogen wordt door hun positie
geschaad en daarom gaat het. Daartegen
over mag men niet de ellende zetten van
wie niets hebben.
Kwam het college met belastingverhoo
ging redelijk en bestemd voor de toekomst,
spr. zou er niet tegen durven ageeren.
De heer Goslinga sprak voor zichzelf in
de schoolkwestie, toen hij gewaagde van
ontstemming in Prot. Chr. kringen, het
geldt niet voor spr.'s schoolbestuur, ook al
oordeelt hij de houding van B. en W. niet
altijd even gelukkig.
De heer Groenevelt maakte zich tot tolk
'.an laster, waar hij zeide dat schoolkinde
ren de circulaire van het bijz. onderwijs
bezorgden.
De heer GROENEVELD: ik heb de circu
laire zelf aangenomen van kinderen.
De heer DE REEDE: dan liegt U. Hier ls
de quitantie van den looper.
De heer GROENEVELD: wat zegt dat?
Kinderen brachten mij de circulaire, dat ls
geen leugen, maar de waarheid.
De heer v. d. LAAN bestrijdt de mede
zeggenschap. die ook bij de Arbeiderspers
een mislukking ls, om tenslotte nog zijn
voorstel betreffende een circulaire voor de
ouders te handhaven en te verdedigen
tegen de aanvallen van rechts.
De heer MANDERS is dankbaar voor de
toezeggingen omtrent zijn eerste voorstel
len en de grondbedrijfspolitiek. Werkver
ruiming kan slechts bijzaak zijn, de op
lossing zal anders moeten worden gevon
den. Het idee werken voor steun verdient
z.i. alle aandacht, bezwaren zijn er om te
worden overwonnen. Spr. wijst op weten
schappelijke opgravingen. Laat de S.D.A.P.
zich in dit opzicht eens herzien.
De heer WÜRTZ zet nader zijn voorstel
inzake het Ongevallenfonds uiteen en
vraagt praeadvies. Op de persoonlijke
kwestie zal hij niet terugkomen. Gelet
op den toon van den aanval, die niet ligt
in zijn aandachtsfeer.
Hierna schorsing tot hedenmiddag.
6311
(Ingez. Med.)
(Van onzen parlementairen medewerker)
BEGROOTING VAN DEFENSIE
WIJZIGING DIENSTPLICHTWET
Dat er weinig variatie meer ln het de
fensie-debat zou komen, viel te verwach
ten. In ons vorig overzicht hebben we de
overigens reeds méér dan bekende ar
gumenten pro en contra het regeerlngsbe-
leid, pro en contra de voorgestelde weer
macht-versterking vermeld, zooals die
door de heeren van Rappard (liberaal) en
Blomjous (katholiek) aan den eenen en
Wiarda Beekman (sociaal-democraat) aan
den anderen kant waren ontwikkeld. Gis
teren kwamen de andere fracties aan het
woord, en ook ten opzichte daarvan be
antwoordde de situatie uiteraard aan die
in de Tweede Kamer.
De chrlstelljk-historischen en de anti-
revolutlonnairen hebben zich gisteren ook
voor de nieuwe voorstellen verklaard; de
vrijzinnig-democraten ln den Senaat zijn
ten aanzien van het dcfensie-beleid ver
deeld. De redevoeringen van Prof. de Sa-
vomln Lohman en mr. Briët werden reeds
door ons vermeld.
De roomsch-katholicken zonden een
tweeden spreker ln het veld. den heer van
Voorst tot Voorst, die zich wel voor de
weermacht-versterking verklaarde, maar
haar toch een noodzakelijk kwaad acht en
daarom waarschuwde, dat men de uitgaven
lot het niet-onafwendbare dient te beper
ken. Hij verklaarde zich voorstander van
ccn weerbelasting, maar adviseerde om bij
de heffingen tot dekking van de weep
machtkosten vooral de groote gezinnen te
ontzien.
Nu de sociaal-democraten ten aanzien
van de weermacht van front veranderd
zijn (en ook hier, behoudens afwijkingen,
voor de begrooting zullen stemmen) is
prof. van Emden vermoedelijk de eenige
nihilist in den Senaat, de eenige namelijk,
die nog afwijzend staat tegenover een na
tionale weermacht. Ook thaas legde hij van
dit gevoelen getuigenis af. Hij acht een
Internationale defensie veel beter dan een
nationale en meent dat we alléén een de
fensie-aandeel moeten nemen in een stel
sel van collectieve veiligheid, door middel
van den Volkenbond. Maar voor het hui
dige defensie-systeem heeft de heer van
Embden niets over. Nationale verdediging
noemt hij nationale zelfmoord en hll ls van
oordeel, dat ons land bij het huidige
systeem groote kans heeft „het slagveld
van Europa" te worden: ln de preventieve
werking onzer weermacht gelooft hij niet.
De hoogleeraar acht den Internationalen
toestand niet zoo gevaarlijk als een jaar
geleden en acht daarom de militaire voor
stellen ook niet zoo urgent.
Speciaal over de Indische defensie heeft
de roomsch-katholieke heer Bruineman
gesproken. Hoewel hij van oordeel was, dat
wij ook in dit opzicht de grenzen onzer fl-
r.ancleele draagkracht niet mogen over
schrijden, meende hij toch dat er nog wel
Iets meer kon worden gedaan, om Indle
weerbaar te maken. Vooral technisch zijn
we nog lang niet, waar we wezen moeten.
De afgevaardigde bleek veel te gevoelen
voor een vierden kruiser, die, volgens hem.
zeor wel te bemannen ls. In Indië moet
zoo betoogde hij voortdurende waak
zaamheid worden betracht, want er is daar
een acuut gevaar, al mogen we aan den
anderen kant ook weer niet overdreven on
gerust zijn. In ieder geval aldus de
strekking van zijn betoog moet het In
dische defensie-apparaat verder worden
versterkt en verbeterd.
Zoo hebben de defensie-beschou
wingen in de Eerste Kamer nu reeds twee
dagen geduurd, en nog is de Regeering niet
aan het woord. Deze discussies, die een
complete herhaling zijn van die in do an
dere Kamer, bewijzen dat de bondigheid,
welke den Senaat vroeger vaak kenmerkte,
hoe langer hoe meer verdwijnt.
HAGENAAR.
DE POSTVLUCHTEN.
De Buizerd is gisteravond om half zes °P
Schiphol geland.
MIAMI—LIMA ZONDER TUSSCIIEN"
LANDING.
Zes zware Amerikaansche bombardements
vliegtuigen zijn gistermorgen om vijf uur
di ie en veertig van Miami vertrokken, voor
een vlucht zonder tusschenlanding naar
Lima (Peru) Zij zijn gisteravond om negen
uur Greenwlchtijd aldaar geland, zooda»
zij een record voor militaire vliegtuigen
hebben gevestigd.
Heden zijn de vliegtuigen vertrokken
naar Buenos Aires, dat zij ook ln één m»
willen bereiken.
DE DRIE „GROENE MUIZEN" BLIJVE*
IN BRAZILIË.
De Brazillaansche luchtvaart heeft twee
van de drie „Groene Muizen" aangekocnr
het derde toestel, dat bestuurd is
Bruno Mussolini, heeft de duce aan B"
zilië ten geschenke gegeven.
2—3