STADSNIEUWS WOENSDAG 16 FEBRUARI 1938 No. 23894 HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN De Bilt 78ste Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Oostenrijk onder Duitschen invloed In Memoriam Prof. Dr. A. KLUYVER Dit nummer bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD verwacht LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling ■Woensdags en Zaterdags 50 ets bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn; per 3 maanden f. 2.39 per week f. 0.181 Franco per post f. 2:35 per 3 maanden +- portokosten.' (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.> REISINDRUKKEN UIT ZUID-AFRIKA. OUDE LEIDSCHE GRENSPALEN. MAATSCHAPPIJ VOOR TOONKUNST. Er zijn nog slechts enkele bewaard gebleven. Men schrijft ons: Door de goede zorgen van het bestuur ran de Vereenlging „Oud-Leiden" is een dezer dagen een oude Leidsche grens- of scheidpaal, gestaan hebbende In de ge meente Zoeterwoude aan den Hooge Rijn dijk, even voorbij -Huize Rhijnvreugd" en schuin tegenover café „Het Witte Huis", overgebracht naar het Sted. Museum „De Lakenhal". Het betreft hier een eenvou- digen. 8-kaintigen steenen paal. Op de eene ajde staat het Leidsche wapen, op de an dere zijde het getal 500. Blijkens een mede- deeling van den heer J. B. van Loenen in het Leidsch Jaarboekje van 1911 kan wor den aangenomen, dat het getal 500 duldt vijfhonderd roeden, daar bij octrooi van keizer Maximiliaan I. van 19 December 1494, was bepaald, dat niemand binnen een afstand van vijfhonderd roeden, ge meten van de Leidsche veste af, koren, brood, wijn, bier of andere voorraad mocht rerkoópen dan met zulk recht en accijnzen sis in de stad moest worden betaald. Er varen in 1911 nog twee soorten van deze ;alen. n.l. ook met het getal 800. Voor zoo- ter bekend zijn deze thans verdwenen. Het getal 800 zou verband houden met een oc- irooi van Koning Philips n, van 13 Januari 1)75, waarbij verboden werd het oprichten nn getimmerten, tapperijen, ambachten, Beringen enz. binnen 800 roeden. Een bouwverbod en tevens een vestigingsverbod dus. In de Lakenhal bevindt zich een twee- ui houten schilden, waarop „500/roe" en JOO/roe". Deze schilden zullen ongetwij- üd rondom Leiden dienst hebben gedaan, sordat de steenen grens- of scheidpalen arden geplaatst. De paal, die thans in de Lakenhal is, is zmoedelijk ten gevolge van wegverbree- □g in een droge bermsloot terechtgeko- tn. zoodat „Oud-Leiden" den paal van den Éenaar van de sloot heeft moeten aan kopen Overwogen is of het mogelijk zou tu den grenspaal weder in den berm te plaatsen doch ten gevolge van de binnen kort plaats hebbende bebouwing zou de grenspaal een hinderpaal zijn geworden, rcodat. van dit voornemen moest worden algezien. De stad Leiden heeft eertijds heel wat palen doen plaatsen, teneinde bepaalde grenzen en maten aan te geven. Wij onder scheiden voor onze stad een drietal soorten, al. Trekvaartpalen i langs de trekvaart naar Haarlemde Vroonpalen en de reeds genoemde grens- of scheidpalen. De Vroonpalen herinneren aan het feit, dat de gemeente Leiden tot voor kort eigenaresse was van het vischrecht in de Vroonwateren, gelegen onder de gemeenten Warmond, Rijnzaterwoude, Alkemade en Woubrugge. Ter begrenzing dezer rechten ®aren er op verschillende plaatsen in de Wdsche kleuren beschilderde houten pa lm, versierd met het Leidsche wapen, ge- Plaatst. Een viertal is thans nog aanwezig, ol een tweetal 'tegenover elkander aan het «inde van de Warmonder Lee begin Spriet (Kagerplas en een tweetal tegenover elkander aan het einde van het Paddegat - begin Braassemer-meer. Nu de gemeente Leiden op 1 Februari 1937 bedoelde rechten aan het Rijk heeft verkocht, kan uiteraard de gemeente niet meer zorgdragen voor het onderhoud der Vroonpalen. In verband hiermede heeft net bestuur van de Vereeniging „Oud- leiden" zich tot de gemeente Leiden ge jend met het verzoek te willen bevorderen, nat de nog aanwezige Vroonpalen worden Eehandhaafd en door het Rijk ongewijzigd TOrden onderhouden. Niet alleen Leiden heeft zijn oude grens palen. Zoo onderscheidde Amsterdam ban en scheidpalen. De Amsterdamsche scheid den, ook wel honderdgaardenpalen ge naamd gaven Amsterdam's rechtsgebied aw: zij begrensden een rechthoekig ge- «ed en stonden dus „winkelhaak" in het «ndschap. Binnen het „afgepaalde" gebied ®>cht Amsterdam, gelijk Leiden, belasting "effen enz. Voorts stonden buiten de Am- derdamsche poorten langs de wegen „ban- JJlpalen" waarop het stadswapen, als mede „Uyterste Paaien der Ballingen" in jet Nederlandsch en het Latijn. Deze ban- Pa.en gaven met gebied aan, waar- oiaten de Amsterdamsche misdadigers ronden worden „verbannen". Blijkens het •riusel van C. v. d. Griend in het Maand- °rid Heemschut van April 1933 telde men vjeger meer dan vijftig ban- en scheid- wen buiten de Amsterdamsche wallen, i^ris zyn er daar nog enkele overgebleven, go 's het ook rondom onze stad gegaan. „;n*8e trekvaartpalen, een tweetal grens- eeueidpalen i n.l. bij Huize ter Wadding i PPh het eind van den Maredijk) en het ertal Vroonpalen zijn er nog. Moge deze JrPrisPhe voorwerpen nog in lengte van J™ rondom de stad aanwezig blijven. SjSjJde te kunnen getuigen van Leiden's 'waardige geschiedenis. Afscheid van den heer Juta als commissaris. De Maatschappij voor Toonkunst hield gisteravond in het gebouw der Muziekschool een buitengewone algemeene ledenvergade ring onder leiding van den voorzitter dr.'C. de Jong. Nadat de notulen van de vorige algemeene j vergadering waren goedgekeurd, stelde de 1 voorzitter aan de orde de verkiezing van een nieuw bestuurslid in de plaats van den heer M. H. A. Juta, die als commissaris en pen ningmeester der Maatschappij is afgetreden. Na schriftelijke stemming bleek te zijn gekozen de heer J. C. van Eek, notaris al hier, die zich bereid verklaarde deze benoe ming te aanvaarden. De voorzitter bracht vervolgens in herin nering, dat de heer Juta gedurende ruim 20 jaren (hij werd voor de eerste maal benoemd op 31 Mei 1911) een zeer gewaardeerd com missaris der Maatschappij ls geweest. Zéér veel heeft hij in die periode voor de Maat schappij gedaan, verschillende functies op uitnemende wijze vervuld. Zoo was hij o.a. eenigen tijd secretaris en gedurende de laatste vier jaren penningmeester der Maat schappij, Speciaal in deze laatste hoedanig heid heeft de heer Juta voortreffelijk werk verricht en met krachtige hand bezuinigd, waar zulks maar mogelijk was. Dat de Maat schappij thans over een eigen gebouw be schikt is eveneens voor een zeer belangrijk deel zijn werk. Het bestuur, aldus spr.. is den scheidenden commissaris dan ook zeer erkentelijk en dankbaar voor het vele, dat hij onder moeilijke omstandigheden voor de Maatschappij heeft gedaan. Den heer van Eek heette de voorzitter met enkele woorden welkom in het bestuur. Hier na volgden rondvraag en sluiting. Wii vernemen nog, dat in de daarna ge houden bestuursvergadering.de heer J. C. van Eek werd benoemd tot penningmeester der Maatschappij, zoodat laatstgenoemde den heer Juta ook in deze functie opvolgt. De Oostenrijksche bondskanse lier Schuschnigg heeft onder den druk van Duitschland moeten wijken. Hii heeft zijn kabinet hervormd en daarin nationaal, socialisten opgenomen. (Men zie het 3e Blad en Bui tenland le Biad). JAARVERGADERING „BURGERKRING". Gisteravond heeft bovengenoemde veree niging in de bovenzalen van café-restaurant Royal" haar algemeene jaarvergadering ge houden, waarvoor vrij groote belangstelling bestond. De voorzitter, de heer J. Arnoldus, heette allen met een kort woord welkom. De notulen der vorige vergadering werden onveranderd vastgesteld. Hierna bracht de eerste secretaris het jaarverslag uit, waar uit bleek, dat het ledental met 6 was ge stegen. De penningmeester, de heer P. Mieloo, bracht zijn financieel verslag uit. Hieruit bleek, dat de vereeniging. dank zij het zuinig beheer van dezen functionaris, in de goede richting gaat en er financieel goed voor staat, gezien het batig saldo. De voorzitter dankte den penningmeester voor zijn uit stekend beheer en tevens voor de correcte wijze, waarin de boeken werden bevonden. 3 nieuwe leden werden aangenomen. In de vacature, ontstaan door het perio diek aftreden van den heer L. Erades uit de kascommissie, werd benoemd de heer W. Vreeswijk. Hierna bracht de heer J. Koet verslag uit over zijn bevindingen in het afgeloopen jaar. Hij deed dit in dichtvorm, waarvoor de voorzitter hem den dank der vereeniging overbracht. Bij de bestuursverkiezing werd de heer Mieloo bij acclamatie gekozen, ter wijl de samenstelling van het bestuur ver der onveranderd bleef. Reeds had het middernachtelijk uur ge slagen, toen de voorzitter met een kort woord deze geanimeerde vergadering sloot. 4 Dec. 1858—14 Febr. 1938. stel» fknhiddag is de 9-jar. E. M. bij het n. jh de Pasteurstraat gevallen, waar- pjL.hij, zijn rechterbeen brak. De E.H.D. naar het Academisch 'J »IJII lecmtru ^nhuisden j0nge" Prof. J. W. Muller schrijft ons: Zoo kort, slechts enkele maanden of we ken. na Beets en De Vreese, is nu ook Kiuyver heengegaan! In tijdsorde de der de. maar niet alleen naar anciënniteit de eerste der oud-redacteuren van het Woor denboek der Nederlandsche taal; de zeer ge liefde leerling van den stichter en „hoofd man" Matthias de Vries, dien hij maar daarnaast den zoo heel anders geaarden, hem toch eigenlijk in aanleg en karakter veel meer gelijken Fruin met zoo groote, geen woord van twijfel of critiek duldende, piëteit vereerde. Meer dan 27 jaar, van 1383 tot 1911. heeft hij, welhaast als oud ste redacteur, het grootste deel zijner werkkracht gewijd aan dat Woordenboek', welks belangen hij ook daarna, als hoog- lceraar in de Nederlandsche Taal- en Let terkunde te Groningen, nog vele jaren, tot zijn emeritaat in 1929, als voorzitter der Commissie van Bijstand behartigd heeft. Wat hij met zijn groote taal- (en Talen-) kennis, zijn fijn taalgevoel, zijn scherpzin nig en oordeelvast onderscheidingsvermo gen, en zijn puntigen, soberen schrijftrant, die geen woord te veel gebruikte en altijd het alleen juiste woord vond, tenslotte met zijn hoog. streng plichtsbesef, voor het Woordenboek is geweest kunnen alleen zij len volle beseffen, die met hem gewerkt hebben. Maar hij was niet alleen een voortref felijk „woordenaar". Leerling en bewon deraar van Cosijn en Kern Sr., was hij ook een geschoold germanist, indo-germanist. linquist; kenner van vele ver van het Nederlandsch verwijderde talen, als Rus sisch, Arabisch, in den laatsten tijd zijns levens vooral ook het Turksch, en ten slotte de Zigeunertaal, (tot welker betere kennis hij meer dan één bijdrage heeft geleverd). Merkwaardig, en bewonderenswaard ook, hoe deze uitnemende leerling der Zaan- sche H. B. S., die niet de langere en bree- dere gymnasiale heirbaan van de studie der classieke talen doorloopen had. reeds als student lid van het studentendispuut „Litteris Sacrum", door voortgezette eigen- otudie, zoo diep doorgedrongen, zoo goed thulsgeraakt was in het taaleigen der clas sieke schrijvers, dat hij, schoon „Neerlan dicus", evenals zijn leermeester De Vries, een zeer „keurig" latinist was geworden, die een enkele maal met juistheid en ge mak in het Latijn geschreven heeft, en ook in de Koninklijke Academie (waarin hij reeds jong was opgenomenvele jaren als iid der commissie ter beoordeeling der La- iijnsche prijsverzen voor het Hoeuftiaansch legaat zijne medeleden, beroeps classici evenaarde (en verbaasde) door zijne in tieme kennis van het (Ciceroniaansch) Latijn! In de Taalkunde hebben hem wel het meest aangetrokken het naspeuren der soms wonderlijke lotgevallen en avonturen, langs allerlei kronkelgangen, van Neder landsche woorden van uitheemschen, veel al Romaanschen, oorsprong: en daarnaast ook hier in het voetspoor van den door hem hooggeëerden Schuchardt de alge meene, principieele vraagstukken der lin guïstiek, die zijne behoefte aan ruimeren kring van denkbeelden, aan verre uitzich ten bevredigden. Maar ook de letterkunde was een gebied, waarop hij zich, niet alleen plichtshalve tijdens zijn professoraat, gaarne bewoog. Hooft, Huygens, en wat men van iemand van zijne denkwijze, aanhanger der positi vistische philosophic, zeker niet verwacht zou hebben ook Bilderdijk trokken zijne belangstelling en hebben hem de stof ge leverd voor menig hooggewaardeerd col lege en meer dan een opstel, altijd uit muntende door den scherp logischen be toogtrant en den bondigen, zeer persoon lijken stijl, helder, maar toch ook vaak omzichtig, tusschen de regels door „half verbergend, half vertoonend". Voor zijn genoegen las hij naast Russi sche literatuur, het liefst Fransch. schrij vers als Mérimée, Taine en andere mo derne schrijvers van romans en essays. Groot bewonderaar der vermaarde Fran- sche helderheid en juistheid van uitdruk king, had hij door zijne uitgebreide lectuur zelf een intieme kennis van die taal en een zekerheid in haar gebruik gekregen, aie hem in staat stelden zich schriftelijk daarin correct uit te drukken en critiek op anderen te oefenen. Wanneer men bedenkt dat hij daarnaast, door zijne bijzondere belangstelling gedre ven, ook van de moderne geschiedenis zoo veel studie gemaakt had, dat hij een wei- gedocumenteerd tijdschrift-artikel kon schrijven over de Luxemburgsche quaestie of over het eerste begin van den wereld oorlog, zal het wel duidelijk zijn, dat hij een zeer veelzijdig man is geweest, die zich op velerlei gebied bewogen heeft, inder daad, zooils een zijner vrienden bij zijn bruiloft met een aanhaling getuigde: „een man, singulier in alles". Op 't eerste gezicht zou menigeen in dezen oogenschijnlijk nuchteren Zaankan- ter die zijn met allerlei smeuige. maar niet altijd overkiesche zegswijzen door spekt dialect evengoed kende als zijn jon gere taalgenoot Boekenoogen niet den man vermoed hebben, die door zijn fijnen smaak, zijn humor en zijn fijnen, soms sprankelenden geest, zijn groote muzikali teit hij was indertijd een uitstekend pianist en door zijn gevoelig gemoed ook wie hem wel goed meenden te kennen, soms nog verbaasde. Want hij was ook een lief hebbend echtgenoot en vader: ook een trouw vriend wiens heengaan niet alleen in zijn gezin (waar hij met warme, eerbiedige liefde als op de handen gedragen werd), maar ook door zijne leerlingen en vrienden, op velen van wie hij een grooten invloed geoefend heeft, als een groot verlies, diep zal worden betreurd. Lezing van Mr. P. J. Idenburg. Op uitnoodiging van de Nederlandsch- Zuid-Afrikaansche Vereeniging, ten deze samenwerkende met de afd. Leiden en Omstreken van het Alg. Ned. Verbond en met het Ned. Bureau voor Buitenlandsche Studentenbetrekkingen, heeft gisteravond in een der zalen van het Instituut voor Tropische Geneeskunde mr. P. J. Iden- buig, secretaris van het college van cura toren der Leidsche Universiteit, die on langs ter bevordering van de cultureele betrekkingen tusschen Nederland en Zuid- Afrika aldaar heeft vertoefd, een lezing gehouden over zijn reisindrukken, waarbij tevens eenige films werden vertoond, welke op last van de Zuid-Afrlkaansche Spoor wegen zijn opgenomen van Zuid-Afrika in het. algemeen, van het Wildpark en van het leven der Naturellen, de gekleurde be volking. Er bestond voor deze lezing groote be langstelling: de zaal was geheel gevuld. De voorzitter van den Leldschen tak van eerstgenoemde vereeniging, prof. mr. F. D. Holleman leidde den spreker in, die er daarna allereerst op wees. dat het juist 132 jaar geleden is. dat de Kaap definitief van Nederlandsch in Engelsch bezit over ging. Doch ondanks het langdurige tijdsver loop. voelt Zuid-Afrika zich nu nog altijd met Nederland verbonden, zooals treffend tot uiting komt bij hoogtijdagen in ons nationale leven, zooals bij het huwelijk van Prinses Juliana en de geboorte van Prinses Beatrix. Bij zijn recent bezoek aan Zuid-Afrika hebben zoowel generaal Hertzog als gene raal Smuts aan spr. hun grooten eerbied betuigd iegens Nederland. De invloed der Oost-Indische Compagnie leeft in tal van liederen en gebruiken on der de bevolking voort. Mede daardoor voelt de Nederlander, die Zuid-Afrika bezoekt, zich daar niet als een vreemde, doch vindt hij iets van het eigen land terug. Uitvoerig stond spr. stil bij de diverss pogingen tot versterking van de cultureele betrekkingen tusschen beide landen. Zijn reis heeft spr. in de overtuiging versterkt, dat er voor de verhouding tusschen Ne derland en Zuid-Afrika een goede toe komst is, vooral wanneer ons land ten deze zijn taak verstaat. Die verhouding moet worden opgebouwd op een basis van wederkeerigheid. Zuid-Afrika beleeft thans een belang rijk moment in zijn geestelijke en sociaal- economische ontwikkeling, wellicht de be langrijkste in zijn geschiedenis. Er heerscht een groote welvaart, de begrooting der laatste laren vertoont een toenemend over schot. Evenwel gelooft spr. niet, dat het economisch leven op een solide basis be rust. Tal van belangrijke vraagstukken, zooals dat van de „arme blanken" en dat der Naturellen, die in aantal de blanke bevolking viervoudig overtreffen, verkee- ren in een kritiek stadium. Er is een streven naar industrialiseering de nieuwste landbouwmethoden werden er toegepast. Evenais dat in Ned. Indië geschiedt, tracht men de ontwikkeling van de eigen cultuur der Naturellen te stimuleeren met behoud van de voordeelen der Europeesche beschaving. De in 1926 verworven staatkundige on afhankelijkheid, krijgt een steeds diepere beteekenis. Het onderwijs wordt geheel op Europeesche leest geschoeid: er is een ern stig streven om te wedijveren met het beste, wat op onderwijsgebied in Europa geboden wordt. Uitvoerig stond spr. vervolgens stil bij zijn bemoeiingen ter versterking der cul tureele banden, zoowel op het gebied van het recht, als op dat der taal- en letter kunde en de geneeskunde, waarover wij destijds na een onderhoud met mr. Iden burg, verscheidene bijzonderheden hebben medegedeeld. Spr. besloot zijn voordracht met zijn vreugde uit te spreken over de toenadering, welke de laatste jaren is tot stand gekomen. Nederland heeft op cultureel gebied veel te geven, doch het dient ook wederkeerig kennis te nemen van hetgeen in Zuid- Afrika geschiedt, waarmede ons land zijn eigen geestelijk leven stellig zal kunnen verrijken. Na afloop werd een aantal ongemeen fraaie films vertoond, welke interessante beelden gaven van het Zuid-Afrikaansche natuur- en stedenschoon, het dierenleven in het Kruger-natuurreservaat en het ce remonieel der Naturellen. Prof. Holleman dankte den spreker voor zijn boeiende voordracht en verbond daar aan een propagandistisch woord ten gunste van de Nederlandsch-Zuid-Afrikaansche Vereeniging. BINNENLAND. Het buitenlandsch regeeringsbeleid; memo rie van antwoord aan de Eerste Kamer (3e Blad). Ons parlementair overzicht (4e Blad). Te Voorburg is, 74 jaar oud, overleden do heer B. Wilton (Binnenland, 3e Blad). BUITENLAND. Nationaal-socialisten opgenomen in de re geering Scbuschnigg (3e Blad en Bui tenland le Blad). Besluiten van het Fransche Vakverbond (Buitenland, le Blad). Nieuwe verwarringen in Britsch-Indië (Bui tenland, le Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. Noord-Oostelijke wind met droog weer en overdag lichte vorst tot temperatuur om het vriespunt, terwijl de vorst des nachts ver moedelijk tot matig zal toenemen. Stormsein neerhalen, blijft op uw hoede. BRIDGEKRING „DE DOWNSLAG" Gisteravond omstreeks half negen is de politie-brandweer uitgerukt voor een brandalarm ten huize van L. aan den Oude Singel, waar door een uitschietende vlam uit den haard een schoorsteenkleed in brand was geraakt. Op het hulpgeroep der dienst bode, begaf een onbekend gebleven voorbij ganger zich naar binnen en bluschte het vuur met eenige emmers water. De brandweer behoefde zoodoende geen dienst te doen. Bij Kon besluit van 9 Februari is aan dr. C. de Boer, hoogieeraar aan de rijks universiteit alhier, vergunning verleend tot het aannemen van de versierselen van Officier in de Orde van het Legioen van Eer van Frankrijk. De tiende drive. Gisteravond gaf de Bridgekring „D.D.S." zijn tiende bridgedrive, thans in de boven zaal van het café-restaurant „In den Ver gulden Turk", welke zaal daartoe door den heer Couwenberg op keurige wijze was in gericht. In zijn openingswoord memoreerde de heer A. Verboog in het kort het éénjarig bestaan van „D.D.S." In Februari 1937 werd in „Zomerzorg" de eerste drive gehouden en nu tellen wij reeds de tiende. In deze tien drives, zoo zeide spr., hebben 800 bridgeliefhebbers en -hebsters hun krachten met elkaar geme ten, een gemiddelde derhalve van 80 deel nemers per wedstrijd, een resultaat waarop spr. zeide trotsch te kunnen zijn en waar uit hij meende te mogen afleiden, dat het streven van „D.D.S." om het wedstrijd- bridge in Leiden te bevorderen, ruime waardeering vindt. Blijft u uwe belang stelling toonen, zoo ging spr. voort, wij zullen het eveneens doen door elke maand een bridge-drive te brengen. Vervolgens ving de wedstrijd aan. welke gespeeld werd aan 21 tafels in 3 series en die wederom een zeer geanimeerd en ver loop had. De uitslagen luidden: le prijzen: Afd. A., de heer en mevr. Goekoop en de heeren Reekers en v. Tuyn. Afd. B: de heer en mevr. Van Asselen en de heer en mevr. De Wilt. Afd. C: Mevr. Krol en de heer Muider en de heeren Her mans en Out. 2e prijzen: Afd. A.. de heer en mevr. Aukes en de heeren Laken en Roem. Afd. B: de heeren Freriks en Assendelft en de heeren v. Luyken en Biesiot. Afd. C: de heeren Sauerbeer en Hoogwerf Kroon en mevr. Lem en de heer v. d. Ploeg. VER. „GELOOF EN WETENSCHAP In afwijking van de reeks wetenschappe lijke avonden, welke de vereeniging „Geloof en Wetenschap" haar leden geregeld biedt, had het bestuur gisteren een feestavond ge organiseerd, welke o.a. werd bijgewoond door deken Homulle. De avond werd verzorgd door het tooneel- gezelschap ,,'t Kompas" uit Amsterdam, dat met enkele tooneelschetsen en blijspelen, een praatje en een liedje met muzikale illustra tie van E Wielaert, de aanwezigen aange naam bezig hield. Een succesnummer bracht mr. Clief. die in zijn imitaties van diverse componisten waarlijk uitmuntend was en daarvoor een hartelijk aoolaus in ontvangst had te nemen, evenals Miara Rudi, die. be geleid door mevr. E. Wielaert. meerdere mooie nummers op zijn eigenaardig instru ment ten beste gaf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 1