Admiraal Horthy in Polen - De Maastunnelbouvo te Rotterdam 78 ste iü&gar.g LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON et Groote Avontuur I I —————Bi >lï WERELDKAMPIOENSCHAPPEN SCHAATSENRIJDEN IN DAVOS. De Noren Ballangrud (links) en Mathisen, die het wereldrecord over 10.000 meter met den gelijken tijd van 17 min. en 14.4 sec. verbeterden. DE EERSTE ATELIER-OPNAME VAN KONINGIN FARIDA VAN EGYPTE, IN HAAR BRUIDSKLEED. I)E OPPASSER VAN ARTIS bij een stoeipartijtje met een 2 jaar oude tijgerkat. Het is geen katje om zonder handschoen aan te pakken. DE HONGAARSCHE RIJKSREGENT, admiraal Horthy brengt een officieel bezoek aan Polen. Kinderen in Poolsch nationaal costuum begroe ten admiraal Horthy bij zijn aankomst in Krakau. Rechts va-n hem president Moscicki. DOOR DE CH1NEEZEN TOT ZINKEN GEBRACHT CHINEESCH SCHIP VERSPERT DE HAVEN VAN TSINGTAO. Het schip voor den haveningang van Tsingtao. GALA-CONCERT - voor het garnizoen Utrecht, door het Utrechtsch Sted. Orkest t.g.v. de geboorte van Prin ses Beatrix. De garnizoenscommandant luit.-kol. Bartels in gesprek met gen.-majoor P. "\V. Best, (links). DE MAASTUNNELBOUW TE ROTTERDAM. Enorme voorraden zand en grind worden voor het groot aantal kubieke meters beton, dat verwerkt moet worden, aangevoerd. Het lossen der schepen. Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. 7) Wat er zoo van zij, gromde de nog daperige eerste piloot, wij vertrekken op net vastgestelde uur mèt of zonder mijn- neer Lebon. Juist op dit oogenblik hoorden zij het ge ronk van een auto in de eenzame, nachtc- njke stad en even later deed het plantertje ^jln intrede. Hij had een groote, witte nioem op de borst en op het hoofd droeg enn.vuui-rood papieren mutsje. Dronken was hij volstrekt niet, want hij stond nog ^nvig op zijn korte beentjes. Hij was alleen i"?ar buitengewoon luidruchtig, van een uiflruchtigheid, die heelemaal niet in har monie was met de nuchtere morgenatmos- eer- Hij liet 2ich op een stoel vallen en P tot een bediende: Koffie, slechte koffie natuurlijk! en mijn valies. Op weg naar' het vliegveld sloeg de stem- am van den Planter om. Hij had den m»an den journalist gegrepen: Ja, zuchtte hij. wij koloniale ratten, we In h P' Soduvende vele jaren zwoegen wij nct ellendige tropenland in eenzaamheid Jf-y®'Loting. Dan gaan we met verlof en aten aiies op. Daarna kunnen we op- <ueu\v beginnen. V/at een leven! Het zal wel beter gaan, als U eens goed hebt geslapen, suste Riefenberg en duwde hem In den hoek'van den wagen. Alvorens in het vliegtuig te stappen klampte de journalist een postbediende aan en vroeg inlichtingen aangaande den Fran- schen nachtdienst. Samen rekenden ze uit, dat de brief, dien hij den vorigen avond had ontvangen, een paar uur na zijn ver trek te Brussel had kunnen worden gepost. Dat is dus niet zoo ingewikkeld, over woog hij. Uit het feit, dat ik vertrokken ben, heeft men afgeleid, dat ik het geheim heb bewaard. Voor de rest poogt men mij schrik aan te jagen. De piloten hadden hun plaats in de cock pit ingenomen. Driemaal weerklonk „con tact", er deden zich drie explosies voor en achtereenvolgens gingen de schroeven aan het wentelen. Een oogenlik later bevonden zij zich in de lucht om de 995 K.M., die Oran van Reggan scheiden af te leggen, met als eenige tusschenlanding den Fran- schen woestijnpost Colomb Bechar. Links van het vliegveld kroop puffend een klein treintje over de vlakte. Het zou een dag en een nacht moeten zwoegen om Colomb Bechar te bereiken. Het zware geronk van de motoren was voor Lebon een zacht wiegelied en hij maakte dan ook dadelijk aanstalten om te slapen. Riefenberg trachtte hem te over tuigen, dat het gek zou staan met een roos in het knoopsgat en een kleurig fuifmutsje op het hoofd over de woestijn te vliegen. Ik wil met de woestijn niets te maken hebben, morde het plantertje nog met eer. krachtig gebaar van de hand en sloot de oogen. Die zal het mij vandaag niet lastig maken, dacht de journalist. Het was de eerste maal in zijn leven, dat hij zich boven de Afrikaansche woestijn be vond en het besef, dat hij thans ver was verwijderd van al wat betrekking had op de geheimzinnige zaak van Ada Hjen, had mede tot gevolg, dat hij thans al zijn be langstelling kon wijden aan dezen vreem den tocht. Spoedig na het vertrek, steeg het toestel tot op 150 Meter hoogte om de ruwe, bruine toppen van de Djebel Tessalabergen te overschrijden. Daarna kwam een vlakte, schaars met gras begroeid. Af en toe ont dekte Riefenberg een tent, groote kudden schapen en de witte gedaanten van Ara bieren. Vervolgens kwamen de Tlemcenber- gen opdagen en dan strekte de woestijn zich schier oneindig uit zonder nog één teeken van leven. Nog vroeg in den morgen landde het vliegtuig te Colomb Bechar en reed tot bij de metalen loodsen. Iedereen stapte uit be halve Lebon. die even de oogen opende, maar ze dadelijk weer sloot en vervaarlijk snurkte. Riefenberg kreeg een troosteloozen in druk, toen hij op den beganen grond stond en om zich heen keek. Achter hem strekte zich de nederzetting uit: een kleine verza meling van huizen en palmboomen. Maar vóór hem. zoo ver het oog reikte, ontwaar de hij de dorre zandvlakte, waarop de zon meedoogenloos brandde en gegeeseld door gierende winden, die wolken van zand aan voerden. De nijdige korreltjes drongen in mond en ooren en kletterden tegen het ge golfde Dlaatijzer van de loodsen. De journalist was met een Fransch offi cier gaan schuilen onder een afdak en vroeg enkele inlichtingen over den post. Het leven moet hier troosteloos zijn. meende hij tenslotte. De officier glimlachte. Dank zij de spoorlijn naar Oran is het hier een paradijs, vergeleken met andere vooruitgeschoven woestijnposten. Maar Riefenberg voelde het als een op luchting opnieuw Doven dit paradijs uit te stijgen en de zandzee vanuit de lucht te kunnen bekijken. Met het zicht was het evenwel niet steeds in orde, al gloeide een witte zon in den vlekkeloozen hemel. Af en toe kwam het vliegtuig in hevige zandstor men terecht, zoodat men niets meer kon onderscheiden: zon, hemel, noch aarde. Na een paar uren echter ging de wind liggen en kreeg men een duidelijk uitzicht op de oneindigheid van de woestijn. De journalist tuurde omlaag en ontdekte het vage zand spoor, dat door de vliegers werd gevolgd. Verder waren er andere belangrijke herken ningspunten: indrukwekkende zandduinen vreemde, grauwe bergketens en af en toe een oase, die uit de hoogte gezien een on- gewonen indruk maakte. De palmboomen, met den voet in het wit-gele zand, zonder een spoor van gras of ander groen, leken op stokken met een zwarten kuif. Ondertusschen was de temperatuur op indrukwekkende wijze gestegen in het vliegtuig. Riefenberg had zijn jas uitge trokken en zag hoe zweetdruppels parelden op het ronde gezicht van Lebon. Diens ker- mismutsje was scheef gezakt en de witte verlepte roos wiegde zachtjes op en neer. gedragen door het rhythme van een zware ademhaling. Op een gegeven oogenblik snakte de planter op pijnlijke wijze naar adem, opende de oogen en zei met schorre stem: Ik heb dorst. Dat was begrijpelijk en hoefde geen na-dorst te zijn, want sedert een uurtje was iedereen op ontzettende wijze aan het drinken gegaan. Lebon had zijn roes uitgeslapen en zijn humeur was er niet op verbeterd. Hij bracht de hand naar het hoofd, betastte een beetje verwonderd het fuifmutsje en slingerde het, vergezeld van de roos, uit het raampje. Riefenberg moest lachen en de planter keek hem even scherp aan. Omstreeks het middaguur bevond het vliegtuig zich boven de oase van Kezzan en een paar uur later was Reggan bereikt. Toen Riefenberg de deur van de kajuit opende en naar buiten stapte dacht hij verschrikt, dat op zijn minst de motoren in brand gevlogen waren, zulk een ontzetten de hitte overviel hem. Het duizelde hem voor de oogen. Hij vroeg zich een oogenblik af wat er gebeurde. Daar kwam een blanke opdagen: 'oloote voeten in sandalen, bloote beenen, een kort broekje, dat nog niet tot aan de knieën reikte, het bovenlijf naakt.. en blootshoofds. Die vreemde heer reikte hem en den planter de hand, stelde zich voor als de houder van het Reggan-hotel en zei lachend: Welkom te Reggan heeren, tempera tuur 65 graden. Lebon was onder den vleugel van het vliegtuig gesprongen en stond even suf voor zich heen te kijken. Ah. zei hij plotseling, dat gaat hier zoo. Wacht even Een twee, drie had hij zijn jas uitgetrok ken. zich van zijn boordje en zijn hemd ontdaan en schold de huid vol van een paar negerbedienden, die niet vlug genoeg waren om de kleedingstukken op te van gen. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5