Verpleegsters brengen bloemen - De Flottieljeleider „Tromp 78ste Jaargang LESDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het Grroote Avontuur 99 Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. 4) Riefenberg legde den telefoonhoorn neder en raapte het omslag op. Er stond geen ^es op. Zenuwachtig scheurde hij het °Pen en las met grenzenlooze verbazing de volgende, met de schrijfmachine getikte "oorden: .Riefenberg, indien gij ook maar iets om nw leven geeft, bemoei u dan niet met de van Ada lljen en bewaar angstvallig net geheim, dat een roekelooze u toever trouwde". Het geheimzinnige dreigbriefje was niet onderteekend. De journalist stond daar enkele oogenblikken als aan den grond »enageld. Dan hoorde hij stemmen waarna er luidruchtig op de deur werd geklopt. Hg een aarzeling stak hij het briefje in d)n zak en opende de deur. Vóór hem o?? de portiersvrouw met ontdaan ge- Maar dat zag Riefenberg niet dade- Jjj*- HU zag alleen het schenkblad met het ""*0Ut, dat de vrouw droeg en wou haar oorbijrennen naar de zolderverdieping, "on hoorde hij haar huilend zeggen: ieuis neer' wat een vreeselijke geschie- En toen pas merkte hij haar ongewoon uiterlijk op. Terzelfdertijd trof het hem, hoe op alle verdiepingen stemmen weer klonken. Maar wat gebeurt er toch? vroeg hij in groote opwinding. Terwijl de vrouw doorliep naar de eet kamer, vertelde zij hakkelend hoe haar man een paar uur geleden in het huis het lijk had gevonden van een onbekenden man. Gelukkig was de portiersvrouw zoo bui ten zich zelf, dat ze niet opmerkte hoe de journalist verbleekte en aan een hevige ont roering ten prooi was. Zij sohonk koffie in en nauwelijks hoorbaar vroeg hij nadere bijzonderheden In kleuren en geuren kreeg hij toen te hooren hoe haar man. als naar gewoonte in dit seizoen, om zes uur was opgestaan. Toen hij in de lift wou stappen om in den kelder de centrale verwarming te gaan ver zorgen. hoorde zij hem een gil slaken. Zij kwam toegeloopen en zag haar echtgenoot in de lift. geknield bij het lijk van een man die gewurgd was. Mijnheer, jammerde de vrouw met de handen op het hart, ik heb hier een steek gekregen, die mij zeker een jaar van mijn leven zal kosten. Het gezicht was zwart en vreeselijk verwrongen en de tong van den ongelukkige Verder kwam ze niet. Zij begon kramp achtig te snikken en wreef met de punt van haar boezelaar over de oogen. En hoe zag die man er uit? vroeg Riefenberg na enkele oogenblikken met heesche stem. Och. vraag me toch niets meer, ik kan het u niet zeggen. Het eenige wat ik heb gezien is dat vreeselijk verwrongen gezicht en een gescheurde regenjas. De Journalist roerde in zijn koffie en keek strak voor zich uit. terwijl hij vroeg of iemand den vermoorde kende. Nee, verklaarde de portiersvrouw, mijn man heeft hem in alle geval nooit gezien. Ik wil uw man even spreken, zei Rie fenberg, terwijl hij zijn warme koffie In één teug leeg dronk. Dat kan nu onmogelijk, jammerde weer het zenuwachtige vrouwtje. De poli tie is beneden en men ondervraagt hem. Stel u toch voor, mijnheer, wij, die nooit iets met de politie te maken hebben gehad Op dit oogenblik verscheen Pierre, de portier, in hoogst eigen persoon. In verband met de tragische gebeurtenis, waarin hij zulk een belangrijke rol speelde, deed hij erg druk en gewichtig. Jeanne, riep hij, je moet dadelijk be neden komen voor de politie. En zich tot Riefenberg wendend: Dat is wat. mijnheer Paul, niemand mag het huis verlaten. Ik heb gezegd, dat u om tien uur per vliegtuig moet vertrek ken. Men heeft me geantwoord: „Voorloo- pig gaat niemand het huis uit". Och, die mannen van de politie Riefenberg trachtte hem even staande te houden, maar de poging was vruchte loos. Bij nadere overweging besefte hij, dat dit ook niet noodig was. Hij behoefde niets naders te vernemen. Demet werd, nadat hij het appartement had verlaten, lafhar tig overvallen en vermoord. Dat stond vast. Riefenberg stond een oogenblik be sluiteloos, dan liep hij de gang in en ren de de trappen op, naar de zolderverdie ping. Hij opende met bonzend hart het be diendenkamertje. Het bed was onaange roerd. Blijkbaar was Demet dus zelfs niet eens zoo ver gekomen. De journalist ging langzaam terug naar zijn appartement en sloot de deur achter zich. Hij keek op zijn horloge. Het was half negen en er viel dus geen tijd meer te verliezen. In zijn bureau liep hij heen en weer en dacht scherp na over de houding, die hij zou aannemen. Er waren twee mo gelijkheden: ofwel openlijk opbiechten wat zijn verhouding tot het slachtoffer was ge weest, of beweren, dat hij er niets van af wist. Hij wikte en woog zijn kansen In het eerste geval zou hij om te begin nen, in verband met het onderzoek, zijn reis zeker moeten uitstellen. Ten tweede zou hij zich de wraak van de te duchten tegenstanders op den hals halen en ten derde ontsnapte hem de kans zich per soonlijk met deze geheimzinnige kwestie bezig te houden. In het tweede geval zou hij wellicht nog de gelegenheid hebben op het bepaalde uur zijn vliegtuig te halen, de wraakge voelens van zijn tegenstanders niet opwek ken en de handen vrij hebben in Afrika. Riefenberg haalde het geheimzinige dreigbriefje uit zijn zak. Hij bleef staan en scheen nog even te aarzelen. Toen ver brandde hij het papier boven een asch- bakje. Hij stond in het midden van de ka mer, slank, lenig en breed geschouderd. Met zijn groote, sterke handen streek hij het bruine kroezelhaar van zijn voorhoofd weg. Hij balde de vuisten van levensdrift. Ik heb steeds van avonturen ge droomd, fluisterde hij, welnu ik zal ze hebben. Zijn besluit was genomen. Beslist en vlug ging hij nu tot daden over. Hij stelde zich telefonisch in verbin ding met een bevriend procureur des Ko- nings op het gerechtshof. Hij vertelde dat hij eenvoudig dadelijk wenschte te vertrek ken en met heel die moordzaak niets te maken had. Hij vernam dat het parket ter plaatse was en vroeg of de procureur zoo aadelijk het noodige kon doen om de za ken voor zijn vriend te vergemakkelijken. Even later werd gebeld en Riefenberg liet de heeren van het parket binnen. Zij ■'erontschuldigden zich voor de moeite, die ze Riefenberg aandeden en overhandigden hem een omslag dat iemand van zijn blad zooeven had gebracht. Riefenberg stak dit omslag in zijn binnenzak en noodigde de heeren uit te gaan zitten. Glimlachend zei hij: Hier is mijn alibi heeren. En hij begon te verhalen hoe hij den vorigen dag had doorgebracht. Hij noemde de namen van de vrienden die hem het af scheidsfeestje hadden aangeboden. Hij be sloot letterlijk met de volgende woorden: Te middernacht hebben wij van elkaar afscheid genomen. Ik ben naar huis gewan deld en hier omstreeks half één aangeko men. Ik ben dadelijk naar boven gegaan met de lift en ben. zooals u kunt begrijpen nog een heelen tijd bezig geweest om een en ander in orde te brengen met het oog op mijn vertrek. Om hoe laat is u precies naar bed ge gaan? vroeg de onderzoeksrechter. Riefenberg dacht aan het licht dat zoo laat had gebrand en antwoordde zonder aarzelen Om ongeveer drie uur. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). WASHINGTON'S GROOTSTE GEZIN BEZOEKT HET CAPITOOL. HET VLIEGTUIG waarin de Engelsche officier-vlieger Clouston een aanval op het Mr. en mrs. William Andrew White en hun zeventien kinderen, varieerend in leeftijd van 3 weken tot 20 jaar, record Engeland—Nieuw-Zeeland en terug wil wagen, is te Cro.vdon gedoopt. Rechts gefotografeerd bij een Bezoek aan het Capitool. Clouston, naast hem de journalist Victor Ricketts, die de vlucht zal meemaken. DE AFBOUW VAN DEN FLOTTIELJELEIDER „TROMP" DE BOLERO-HOED, vordert gestadig. De nieuwe oorlogsbodem langszij de werf der Ned. 'een nieuw idee van de Amerikaan- Scheepsbouw Mij. te Amsterdam. sche mode-kunstenaars. ZUSTERS BRENGEN BLOEMEN NAAR SOESTDIJK. De aankomst van een groep verpleegsters van het Juliana-ziekenhuis, het Diaconessenziekenhuis, het Burger-zieken huis en het Emma kinderziekenhuis uit Amsterdam met een groote bloemenmand bij het Paleis Soestdijk. DE ESCADRILLE-VLUCHT VAN ITAUIAANSCHE BOMMENWERPERS NAAR ZUID. AMERIKA. Bruno Mussolini (derde van rechts) met zijn medepiloten in een restaurant te Rao de Janeiro.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5