STADSNIEUWS De officieele opening van het Gymnasium aan de Fruinlaan No. 23861 De Bilt 78 ste Jaargang ZATERDAG 8 JANUARI 1938 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Tal van sprekers voeren het woord 'Aanbieding van geschenken Nieuwe Eerste Nederlandsche N.Y. IM. NOOMEN Dit nummer bestaat uit ZES Maden EERSTE BLAD HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN verwacht LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: SD ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk 3ager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling "Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending .van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zljiC per 3 maanden 2.39 per week ?.'.7:;vaifiwf Franco per post f. 2:35 per 3 maanden 4* poftokoste: (voor binnenland f.0.30 per 3 mud. In tegenwoordigheid van dr. E. H. Rem- kema, Inspecteur voor de gymnasia, als vertegenwoordiger van den minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen en zeer vele plaatselijke autoriteiten. Is he denmorgen het nieuwe Gymnasium aan de Fruinlaan op officieele wijze in gebruik genomen. Onder de talrijke schare, welke het prachtige gymnastieklokaal geheel vulde, merkten wij o.m. op vertegenwoordigers van het gemeentebestuur en vele raads leden, den rector-magnificus der Leid- sche Universiteit, professor dokter J. A. J. Barge, het voltallig college van cura toren van het Gymnasium, den dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Rijn land, mr. P. A. Pijnacker Hordijk, den voorzitter en secretaris der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, dr. J. G. van Es en mr. A. J. van der Stok, den oud-secretaris dier commissie, mr. H. Bool, overste de Iongh, garnizoens-com- mandant, directeuren en directrices v. an dere inrichtingen van M. O., rector, leera ren, oud-leeraren, leerlingen en oud-leer lingen en voorts vele ouders van leerlin gen. Nadat allen gezeten waren, beklom als eerste spreker de burgemeester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen den katheder. Rede van den burgemeester. Op de vroolijke tonen van een muziek corps, aldus begon spr., heeft een aan- zii.^rjke stoet van leeraren en leerlingen Mr. A. van de Sande Bakhuyzen, hét oude gebouw verlaten, de deur ach ter zich gesloten en zich hierheen begeven. Koud, eenzaam verlaten zagen zij-, wier sentiment hen daartoe dreef en die den weg hierheen opzettelijk kozen langs de Douzastraat, het in vergelijking met zijn voorganger toch nog jonge gebouw ons dierbaar Gymnasium staan. Staan! om te wachten op zijn nieuwen bezitter met het sombere vooruitzicht om in plaats van een 'bruisende jeugd een stille stoet van ske letten zijn muren te zien binnentrekken. Wel wetenschap's dienaar nog ook dan maar niet langer een gezellig, warm tehuis waar jonge geesten dartelen en tot ont plooiing komen en deze allen zich tot een groot gezin vereenen, waaraan alle leden met trots en dankbaarheid blijven den ken en van waar veel uitgaat naar de toe komst. Vreest niet, dames en heeren, dat gij op dezen blijden dag van mij, die zich toch ook één voelt van dat groote gezin en dankbaar is voor wat het „oude hok1' ook hem op zijn levenspad medegaf. treur zangen zult hooren over zijn somber lot. „Wat menschen bouwen wordt geen „eeuwigheid gegeven, wie iets geduur- „zaams zoekt, die heff' zijn hart omhoog!" Niet het gebouw, neen het Gymnasium is het, dat ons ter harte gaat en dat Gymnasium, het leeft en leve met nieuwen bloei en nieuwe kracht nu het heden trekt in nieuwe woning. De vroolijke stoet, die hier zoo juist binnentrad, voerde met zich den roemvollen naam en de schocne tradi- tiën van het Leidsch Gymnasium! Dan, laat ik niet vergeten, dat niet die oude band mijn woorden mag gelei den, want der gemeenschap tolk vervulle in de eerste plaats vandaag zijn taak. Maar ook als magistraat zijn het blijde klanken, die ik in deze aula mag doen hooren ter. inwijding van het nieuwe stee- nen omhulsel van dat geestelijk groot be zit van onze stad. Na een welkomstwoord vervolgt spr.: Dit Gymnasiumgebouw is tot stand gekomen in laatste instantie door de goede zorgen van de Directie van Gemeentewerken en vooral van diens architect, den heer Ney- singh. Beide worden door mij en namens het geheele Gemeentebestuur met het ge leverde van harte gelukgewenscht. De vlotte wijze, waarop de bouw volbracht is, verdient niet minder bijzondere waardee ring en daarbij betrek ik dan ook volgaar ne den aannemer en zijn werklieden en zeker niet in de laatste plaats den voor- treffelijken opzichter voor dit moeilijke werk. Met gerustheid laat het Gemeente bestuur de beoordeeling over aan de des kundigen en vooral ook aan de toekomstige gebruikers. Doch veel ging daar vooraf! Weest mij dankbaar, dat ik het u niet alles opsom, wat hope en teleurstelling elkaar afwissel den bij hét beramen van de plannen om een school van ruim 300 jongeren veilig te herbergen in een gebouw, dat met 100 dichtbevolkt was! Het vinden van een nieuwe behuizing bleek geboden. Oplossin gen van allerhande aard voor dit nieuwe probleem werden gewogen en te licht be vonden of te zwaar! Zoo was het met eene. mij zeer lief, om het Heilige Geest- Weeshuis door ligging en voornamen stijl als aangewezen, voor dit doel, aan te koo- pen en te verbouwen. Ook hier versperden ons de onverbiddellijke cijfers den weg. Zoo zijn er meerdere plannen gemaakt, bestudeerd en weer opgeborgen tot uitein delijk tot dezen bouw en deze plaats be sloten kon worden. De taak der Gemeente ten opzichte van de materieele verzorging van het Gym nasium als onderwijsinstelling is thans voor lange jaren afgeloopen en de zorgen voor den bloei daarvan blijven met ons vol vertrouwen rusten in de handen van u mijne heeren Curatoren, u mijnheer de Rector met uwe leeraren en die van de gymnasiasten op wier schouders niet min der zwaar een verantwoordelijklieid rust. Hiermede zou ik kunnen volstaan en aan u, mijnheer de Rector, als 't ware den sleutel overhandigen van het gebouw, waarin gij den scepter zult zwaaien, ware liet niet, dat de opening van een nieuw Gymnasium een feit van bijzondere betee- kenis is. Het is meer dan ruim drie eeuwen gele den. dat de Gemeente de eerste Latijnsche school bouwde en haar waardeering voor klassiek onderricht in daden toonde. Het aureool, die deze studie omgeeft, schijnt onverzwaakt tot dezen dag! Onaange vochten bleef en blijft dit onderwijs niet, maar verdwijnen deed en zal het even min. Wat wonder! Aan de hand van welke gidsen toch kan men beter zijn intrede doen in de wereld van het logisch denken, of van 't vertolken van gedachten in scherp sprekende of sierlijk aandoende woorden, dan door te dringen in de geschriften, die ons nagelaten zijn door de geesten die nu nog, tot de erkend grootsten behooren, na dat hun werken in die fijnste aller zeven, de zeef van vele vervlogen eeuwen, zijn overgebleven. Wat groote verantwoordelijkheid rust op den staf van rector, leeraressen en leera ren om toch het wit in het oog te houden, den geest te vormen en daarnaar uitslui tend te streven. Hoe moeilijk die taak, waar steeds toenemende afleiding van bui tenaf de bepaling van de aandacht komt verstoren en waar van binnen uit een overiading van het leerprogram niet min der ernstig tornt aan het overwicht van wat op een Gymnasium toch het zwaarst moest wegen. Want hooggespannen zijn de verwach tingen, die de Universiteit en straks de Maatschappij koesteren van die opleiding die gij hier geeft. Niet minder dan de op kweeking van den intellectueelen stand, waarvan voor 's lands heil en 's lands be stier zooveel afhangt. De aristocratie des geestes wil hier haar seminarium vinden! Moge dan dit nieuwe gebouw eeniger- mate er toe bijdragen uwe onderwijstaak te verlichten. En nu ten slotte, zooals ik mij in den aanvang liet leiden door de gevoelens die bij den oud-ïeerling opkwamen, zoo wil ik weer eindigen en met een enkel woord mijne mede-reunisten begroeten, die hier in grooten getale komen getuigen van de dankbare herinneringen, die hen aan het Leidsch Gymnasium binden. Wij doorliepen de school en vonden onzen weg in de Maatschappij, velen uwer in zeer belang rijke betrekkingen en veel goeds gaaft ge ons volk. Uw komst hierheen wordt zeer gewaardeerd en zij bewijst, dat ik niet ten onrechte sprak van. een groot gezin, dat ontstond door onzen schoolgang en dat door de waarüeerende gedenking daarvan in latere jaren aan innerlijke waarde slechts won, doordat wij telkens weer de bewijzen vonden van wat groote invloed onze klassieke vorming door ons geliefd Gymnasium, soms op onverwachte wijze bleek te zijn. Thans verklaar ik dit nieuwe Gymnasium geopend en besluit met den wensch: Omma fausta aan al zijn vrienden en die naren. Vervolgens was het woord aan den pre sident-curator van het Gymnasium, prof. dr. F. Muller Jzn., die ongeveer als volgt sprak: De president-curator. Prof. Dr. Muller spreekt. Na een kort begroetingswoord vervolgde sprexer: Het oude Gymnasium, voortzetter van de traditie der Latijnsche school, bezitter van een geestelijke erfenis, die twee duizend jarc-r en meer dan deze oud is, dit over oude geheel in een nieuw gebouw, is het geen euvele overmoed, geen hubris", waardoor de Goden of liever de daemonen van den mcöernen tijd te wapen worden geroepen tegen wat zij zouden willen noe men een stout anachronisme? Staat mij toe u met de beantwoording van deze vraag een oogenblik bezig te houden. „Men giet, zou men kunnen zeggen, geen oude Bourgogne in een nieuwe flesch: hij zal zijn bouquet verliezen en troebel worden. Laat het GJrnnasium met rust!" Wie hebben gelijk: de rustbewaarders, die het Gym nasium lichamelijk en geestelijk het „op de plaats rust" zouden willen toeroepen, of de rustverstoorders en verhuizers, die in het oude Gymnasium de verniewing van een eenwigheidskern mogelijk achten? Lichaam, en geest, woning en bewoner, schola en disciplina! Wie deze twee-een heid beschouwt, late de disciplina zich ontbinden in haar beide componenten: dicipuli en doctores, leerlingen en leeraren of leeraressen. En dadelijk staat hij voor de sterkende, doch veeieischende gevolg trekking dat ook hier de geest het zijn zal, die levend maakt en levend houdt. Jan het bestier van dit Gymnasium, zooals dit tot nog toe in handen heeft gelegen van scholarchen de oude naam der Cura- (oren cn rector met praeceptores, zal het afhangen, of de overbrenging naar Foto v. Vliet, Leiden. Beter een polis en geen ongeval, dan een ongeval en geen polis van de BIJKANTOOR LEIDEN, BREESTRAAT 10a Telef. 302 - Na 6 uur 2419. 4306 (Ingez. Med.) een nieuwe en grootsche behuizing met terdaad iets meer zal zijn dan een simpele verplaatsi ig. „Zur Weine des Hauses" willen we ons tot een korte beschouwing opmaken van Voor het laatst kwamen hedenmorgen de leeraren en leerlingen van het Gymna sium bijeen in het oude gebouw aan de Douzastraat, waar de rector, dr. D. E. Bos- selaar een korte toepasselijke toespraak hield. Na afloop oegaven leeraren en gym nasiasten in feestelijken optocht en voorafgegaan door het Leidsche politiemuziek- korps zich naaf het nieuwe gebouw aan de Fruinlaan, hetgeen onze fbto in beeld brengt. Prof. dr. F. Muller Jzn. wat ik boven lichaam en geest van het Leidsche Gymnasium heb genoemd, school gebouw dus en schoolbedrijf. Wij vangen met de materie aan. Slechts een blinde kan hier de schier ongeloofelijke verbete ring, verruiming, verfraaiing loochenen. Ieder rechtgeaard Leidenaar en dezul ken zijn er vele heeft deze week door deskundige hand in het „Leidsch Dagblad' geschetst de geschiedenis van het Gymna siumgebouw kunnen lezen en zien. We on derscheiden een viertrap van behuizingen: de zg.n. Groote School bevond zich in 1324 het eerste jaar waarin wij haar vermeld vinden tot aan het Beleg toe als „de scole op 't hof" aangeduid, het Hof van de gra ven van Holland in het vierkant tusschen Pieterskerk, Pieterskerkgracht, Langebrug en Papengracht. Stel u deze „Groote School" voor, gelijk prof. Knappert haar teekent in het Leidsche Jaarboekje van 1J04: „zulk een Middeleeuwsche School moet men zich vooral niet al te weelderig denken. Zij was van een verdieping, met stroo gedekt, deuren en vensters geteerd. Banken waren er niet. Omdat de leerlin gen op den grond zaten, werd de vloer n et stroo gedekt". Ruim '250 jaar heeft de school zo! nederig gewoond: men mete het verschil, hier gezeten in ruimte, com fort. licht en warmte. Edoch, wie de on miskenbare achteruitgang van de Groote School tusschen 1530 en 1558 met de on voldoende behuizing zou willen verklaren, zou mistasten! Oorzaak was blijkbaar de geestelijke verstarring, het „op de plaats rust" of, wat als schijnbeweging nog le vensgevaarlijker is: „pas op de plaats", zooals het commando luidde: die in 1568 het einde nader bracht, in een tijd, toen door en in de Hervorming een tijdgeest zich opende, die allerminst aan de rust en stilstand offers bracht; doch het was ook dr concurrentie van de „byscolen" van het bijzondere onderwijs, zouden wij zeggen, die als medeoorzaak van de schrikwek kende achteruitgang moet worden aange wezen. De verarming van de stad zelve liep niet toevallig met de achteruitgang der school evenwijdig: in 1568 was het school- budget men luistere goedvan zegge 500 gld. een te zware last geworden, het werd gehalveerd, en de toenmalige rector Nicolaas Vorstius scheen kans te zien om zelf met drie ondermeesters school én koor te onderhouden voor254 guldenWeer kijken we even om ons heen, met de daar voor typische mengeling van trots en be schaming! Standplaats twee en drie zijn spoedig aangewezen: U kent ze beide, al thans u kunt en moest ze beide kennen. De Hervorming, die ook hier het oude sloopte, schiep ook het nieuwe en in juist 1600 werd in den hoek van het Gerecht ten N. van de Pieterskerk, de Latijnsche school gebouwd, waaruit na 283 jaar, in 1883 de School, sinds 1838 hervormd tot Gymnasium naar het gebouw aan de Doe- zastraat ging, door de leerlingen zoo even onder muziek verlaten! Zoo schudt i wie jong is, het stof der herinnering met blijd schap van zich af, waar wij. reeds oude ren, ook weemoed waarnemen: voor mij als oud-leerling van die school, doch ook als jaargenoot van dat in 1883 geboren gebouw, ligt over die plek het spinweb der herinnering, dat met zijn fijne zilveren draden veeel beelden dekt en samenhoudt, beelden van tendeele zeer ouderwetsch en traditioneel onderwijs, waaruit echter de imagines omhoog rijzen van enkele voor- BINNENLAND. Prinses Juliana heeft gisteren een auto tochtje gemaakt. (Binnenland, 6e BI Nieuw defensie-uitvoerrecht in Indië. (Binnenland, 6e Blad). Vergadering van de Ned. Chr. Reisver- eeniging. (Binnenland, 6e Blad). Groote brand in meubelopslagplaats té Rotterdam. (3e Blad), BUITENLAND. De bezetting van Teruel heeft zich aan de Barcelona-troepen overgegeven. (Laat ste Berichten, le Blad). Chautemps wil een eind maken aan de stakingen in Frankrijk. Het land is daardoor toch zwaar bezocht. (3e Blad en Buitenland, 4e Blad). De Italiaansche bewapening wekt bezorgd heid. (Buitenland, 4 eBlad). Van Zeeland te Londen. (Buitenland, 4e Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. MEN ZIE VOOR ONS KORT VERHAAL PAG 2 VAN HET DERDE BLAD. De algemeene toestand wijst nog op voortduren van het zachte en regenachtige weer. De wind zal vermoedelijk weer toenemen. treffelijke praeceptores. doch bovenal van den man, die als monument van zelfver zakende plichtsbetrachting in die jaren zijn gelijke zocht, den toenmaligen Rec tor dr. H. M. van der Mey! En thans bevinden wij ons in het Nieu we Gymnasium: met den Romeinschen centurio mogen we het uitspreken: „hic manebimus optime, hier te blijven zal zeer goed zijn". Niet uitsluitend, omdat dit ge bouw op het punt van ruimte, licht en lucht, verwarming en hygiëne aan de hoogste eischen zal kunnen beantwoorden, niet onkel en alleen, doordat voor het eerst het Leidsche Gymnasium de beschik king krijgt over een gymnastiekzaal en welk een zaal! en over afzonderlijke leslokalen en laboratoria, voor physica en chemie, natuurlijke historie, voor teekenen en aardrijkskunde: ja zelfs een expositie zaal behoort tot de stille in vervulling gegane wenschen! Neen, het allermeest ben ik persoonlijk geneigd den geheelen opzet van den heer Neysingh, den gemeen tearchitect hierom te loven, dat hij voor de 14 leslokalen de best denkbare ligging heeft weten te vinden. Zooals deze lokaliteiten hier gelegen zijn, alle georiënteerd naar het Zuid- Oosten, waardoor zij gedurende de be langrijkste ochtenduren alle voordeelen van het juist in den winter zoo kost bare en schaarsche zonlicht genieten, zonder de nadeelen te ondervinden van te felle hitte in den namiddag, zooals men ze in later jaren gelegen kan den ken uitziend op en over de Burggra- venlaan, men zegge voor een oogen blik, de ringboulevard van een grooter Leiden, waarlijk een zoodanig gunsti ge ligging herinner ik mij niet elders in den lande ooit aan een dergelijke inrichting van onderwijs te hebben op gemerkt. Zal met dit kostelijk ruime uitzicht want een lust moet het kunnen zijn, van uit ae folterende veelvuldigheid der nog steeds niet met wortel en al uitgeroeide proefwerken één oogenblik weg te drijven en buiten te gaan spelevaren op de Ro- denburger wetering, of zich veilig te droo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 1