Prins Bemhard's eerste wandeling - Het Driekoningen-feest 78ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Hel Rad der Forfuin FEUILLETON BEN HOME-TRAINER VOOR HONDEN. Een uit vinding voor hen die met regenachtig -vreer liever biimen blijven en hun hond toch beweging villen geven. PRINS BERNHARD heeft gisteren in gezelschap van zijn broer Prins Asfchwin een wandeling gemaakt in de omgeving vani het Paleis Soestdijk. Z.K.H. bracht een bezoek aan de garage, die momenteel wordt verbouwd. KLEIN MAAR DAPPER. Twee jeugdige in gezetenen van Baarn, Marianne en Kees Ro- mijn gaan een tuiltje bloemen aanbieden aan het Prinselijke paar in het Paleis Soestdijk. DE MOEDERS OVERTUIGEN ZICH VAN DE GOEDE KWALITEIT VAN HET ETEN voor de jonge recruten te Londen. Een sergeant brengt drie moeders, die haar jongens naar het centraal recruteerings-depot brach ten in de keuken, om te proeven, hoe goed het eten voor haar zoons zal zijn. EEN MELKTRUCK ge raakte op den weg van Zu rich naar Witmarsum in een sloot. Een der reservoirs veer op den weg HEI' S.S. „GAROET" van den Rotterdamschen Lloyd, dat tijdens een hevigen storm nabij Brest was lek- HET DRIEKONINGEN-FEEST WORDT IN DEN BOSCH NOG STEEDS IN EERE GEHOUDEN geslagen, is in Ket droogdok van Wilton-Feyenoord te Schiedam opgenomen om definitief te worden hersteld. cn °P Mekoningenavond trekt de Bossche jeugd er verkleed op uit. Zij zingt Kaar liedjes.en natuurlijk Hoofdzakelijk voor de winkels in smul-artikel en". Uit het Engelsch van LOUIS TRACY. Vertaald door MR. M. A. KWTTSER. 28) Vergeet niet, zei hij zachtjes, dat mrs Haxton misschien niet eerder heeft ge hoord van von Kerber's gevangenneming Ik ben geneigd te gelooven, dat hij erin ge slaagd is zich op een of andere wijze met haar in verbinding te stellen. Een vreemde brief, die ik heden kreeg, zal misschien licht op het geval werpen. Ik was juist bezig dien te lezen, toen de man van het hotel binnenstormde met het bericht van jouw avontuur, Irene. Om je de waarheid te zeggen, heb ik er niet verder meer aan gedacht. Royson was overtuigd, dat mrs. .Haxton, toen ze ontdekte, dat het spel verloren was. was gevlucht. Maar Tagg's lezing van haar plotseling vertrek steunde deze theorie niet. Hij verklaarde, dat enkele minuten voor negen een kustboot langszij was gekomen en een Arabier, de eenige inzittende, op stond en duidelijk gezegd had: „Ik Abdul lah. Mevrouw Haxton spreken." Dat was blijkbaar al het Engelsch, dat de man kende. Hij herhaalde den zin, totdat Tagg miss Fenshawe's kamenier stuurde om mevrouw Haxton te zeggen, dat een Ara bier, genaamd Abdullah, naar haar vroeg. Ze kwam derek, zei Tagg, en ze begon nen te parlevinken, zoo vlug Spraken ze Fransch? onderbrak Irene met een zijdelingschen blik op Dick. Het zelfde ver-gezochte idee, dat hem onmid dellijk door den geest flitste, was ook bij het meisje opgekomen, Ja. juffrouw. Je ken Fransch altijd herkennen aan het non-nen en bon-nen en ton-nen, dat ze doen. Op een ander oogenblik zou Irene Tagg's humor zeer gewaardeerd hebben, maar er was een zoo diepe ernst in de geschiedenis van de laatste uren, dat zij er nauwelijks notitie van nam. Die Arabier zei ze, was dat een lange, knappe man, met een gestreepte kap op zijn burnoes, zijn overkleed, weet je? Dat is 'em, zei Tagg. Meer een vent, zooals je in Tanger ziet, dan een hier uit de buurt. U kent het soort kerel, dat ik bedoel, kaptein? Zeker, zei Stump, echte tooneel-Ara- bieren zijn het. Een beetje verfranscht, met geknipte bakkebaarden. Maar vertel me alsjeblieft, wat er ge beurde, riep Irene ademloos. Wel, juffrouw, d'r is niet veel te ver tellen. Ze hadden een ernstige conferentie vijf minuten lang en toen zei zij me, dat ze aan land ging. Hoe laat kom u terug, mevrouw, dan zal ik een boot sturen, zei ik. Dat weet ik niet, zei ze, het wordt misschien laat, dus zal ik met een inland- sche boot terugkomen. Ze vroeg uw kame- niet, juffrouw, om een mantel uit d'r kajuit te halen en zonder verder een woord ver trok ze. Dat is voldoende, zei mr. Fenshawe droogjes. Mevrouw Haxton is een dame, die weet. wat ze wil. Ze is uitstekend in staat om op zichzelf te passen. Vooruit, Irene, jij gaat naar bed. Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen leed. En te oordee- len naar de verschijnselen van thans, zul len we morgen een drukken dag hebben. Goeden nacht, mr. Royson. Ik zal morgen beter in staat zijn u te bedanken. Ook Irene stak Dick de hand toe. Ik ben druk bezig allerlei mooie com plimenten voor u te verzinnen, zei ze vroolijk. Dick begreep den blik, dien ze hem gaf. Vreemd genoeg drukte die zijn eigen ge dachten uit. Ze moesten probeeren uit te vinden, hoe het kwam, dat mevrouw Hax ton zoo'n goede kennis was van El Jari- diah. Niet alleen had hij zijn leven ge waagd, toen hij meende, dat zij in gevaar verkeerde, maar zij, van haar kant, was bereid met hem terug te keeren naar Mas- soea onder bedekking van den nacht naar Massoea, vanwaar ze vol ontzetting slechts enkele uren tevoren was gevlucht. HOOFDSTUK XI. De tusschcnkomst van een vrouw. Toen mrs. Haxton de scheepsladder af daalde en plaats nam in de boot van Ab dullah, wierp ze den teerling met het nood lot. Gedurende vele moeilijke uren had ze haar kansen overwogen en het resultaat was droevig ongunstig. Zoo zeker als de zon den volgenden dag zou opgaan, zoo zeker was het, zooals de zaken nu stonden, dat ontdekking en vernedering moesten volgen. Voor deze harde, helderdenkende, kalme vrouw was er geen ontkomen aan het resultaat van een officieel onderzoek. Alfieri was in Massoea-Alfieri de man, dien zij verongelijkt had. Als hij gevangen ge nomen werd wegens de ontvoering van Irene, zou hij eischen met von Kerber ge confronteerd te worden, en verlangen, dat zij mèt den Oostenrijker zou worden aan geklaagd en dit op zulke onbetwistbare gronden, dat haar Engelsche vrienden zich met verontwaardiging van haar zouden af wenden. Misschien zou mi'. Fenshawe met zijn bekende edelmoedigheid haar de mid delen verschaffen om naar Europa terug te keeren. maar ze zou terugkeeren als een ge schandvlekte avonturierster. Toen kwam de Arabier met het nieuws van Irene's terugkeer en zooals een wan hopige speler, die de laatste resten van zijn weggesmeten geld op een bijna hopelooze kans waagt, besloot ze tot het bittere einde met Alfieri te vechten. De boot bracht haar snel naar de aan legplaats en ze verzocht Abdullah -haar een volledig verslag van de redding te geven. Je spreekt over een boot. merkte ze verwonderd op. Heb je de inzittenden ge zien? Neen, mevrouw. We hoorden ge schreeuw in het Italiaansch. Dat is alles. Een boot, zei ze nadenkend. Dat schijnt er op te wijzen, dat ik naar de stad zou worden teruggebracht. Het huurrijtuig en de lange rit het binnenland in, waren bedoeld om dengenen, die mochten trachten mij op te sporen, zand in de oogen te strooien. Luister nu goed, en doe precies, zooals ik je zeg. Ergens in Massoea. waar schijnlijk in een van de kleine restaurants, zul je een man vinden, die Giuseppe Alfieri heet. Je moet informeeren in ieder café en pension in de hoofdstraat er zijn er niet veel. Je kunt je niet in hem vergissen. Je hebt hem eens in Assouan ontmoet en her innert je misschien zijn uiterlijk hij is lang en mager, met een smal, geelbleek ge zicht, glad geschoren. Hij heeft lang, zwart haar en zijn oogen zijn groot en lig gen diep. Als je hem gevonden hebt, moet je zeggen, dat ik hem wensch te spreken. Hij zal verbaasd zijn en groote woorden ge bruiken, maar hij zal je stellig ondervra gen. Maak er geen geheim van, dat je In mijn vertrouwen bent. Vertel hem. dat ik een wapenstilstand aanbied en dat ik in een positie ben om voorwaarden te stellen. Hij zal misschien te keer gaan en zich er op beroemen, dat ik geslagen ben. Wel, geef dat toe, en herinner hem eraan, dat, waar ik faal hij tenminste een kans op succes heeft. Begrijp je? Het is een kwestie tus- schen geld en wraak. Alfieri is een beetje een dwaas. Als het aas verleidelijk genoeg is, zal hij toehappen en niet voor den eer sten keer. Abdullah knikte: hij begreep haar volko men. De Italiaan was er reeds vroeger in- geloopen. Het was misschien mogelijk hem er nogmaals in te laten loopen. Ik ga naar het fort. Ik heb een troef uit te spelen tegen Zijne Excellentie. Bid je Profeet, Abdullah, dat ik succes heb. De Arabier boog zwijgend. Zie ik u vanavond weer, mevrouw? vroeg hij, toen de boot langs de pier gleed. Dat denk ik niet. Ga met me mede, totdat ik een alabeeyah heb. Ga dan zoe ken en breng me morgenvroeg, verslag uit. i Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5