HET AFGELOOPEN JAAR
IN
BINNEN- EN BUITENLAND
BINNENLAND
78sfe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 31 December 1937
Zevende Blad No. 23855
Een belangrijk jaar was 1937 voor
Nederland!
Want dit was het jaar van nieuwen
economischen opgang en tegelijkertijd
van dat wondermooie, ontroerende
sprookje, waarin twee vorsten-kinderen:
Juliana en Bernhard, den band sloten
voor het leven en de oude stam der
Oranje's, geschraagd als hij werd door
de liefde van Neerland's Volk, vaster
dan ooit in den vaderlandschen bodem
kwam te staan
Dat huwelijk onzer Prinses, voltrok
ken op den zevenden Januari in het
Haagsche stadhuis en een uur daarna
in de plechtige Jacobskerk, was een voor
onze historie onvergetelijke gebeurtenis,
welke geestdrift wekte en diepe aandoe
ning tevens. Stokte niet de stem van
den hoogbejaarden ds. Welter van ont
roering toen hij zijn handen zegenend
uitstrekte boven de hoofden van dc
Oranjebruid en haar populairen Prins
(nu „Prins der Nederlanden") en was
het niet of een nieuwe toekomst van
voorspoed en geluk voor Vorstenhuis en
Volk te gloren begon aan verren ein
der
Met welk een intense belangstelling heeft
men de berichten gevolgd omtrent het ver
loop der huwelijksreis: van het verblijf in
Krynica, in Igls, waar H. M. de Koningin
rust vond na zooveel vermoeiende dagen, in
Zeil am See en in Parijs. En hoe hoog sloeg
het enthousiasme uit bij de terugkomst, bij
de blijde ontvangst te Soestdijk en bij den
intocht op den 8sten Juni in de hoofd
stad des lands! Daarbij bleef het trouwens
niet. Met hun beminlijken eenvoud, met hun
hartelijkheid en nimmer wijkend plichts
besef trad het jonge paar energiek en vol
tintelende interesse in het volle leven Van
allen dag, blijdschap en vreugde brengend
overal waar het verscheen.
Den zevenden April was de huwelijksreis
ten einde en reeds een dag later volgde de
installatie van Prins Bernhard door H. M.
de Koningin als lid van den Raad van State,
in welk college hij sindsdien keer op keer
van zijn belangstelling heeft blijk gegeven,
daarnaast tevens velerlei andere functies
aanvaardende en met groote ambitie ver
vullend.
Lijkt het verder nog niet als geschiedde
het op den dag van gisteren dat het Prinse
lijk Paar aan boord van de ..Gelderland"
naar Engeland vertrok (9 Mei), dat het op
een heerlijken Augustusavond onverwachts
aanzitten kwam aan een kampvuur op de
Jamboree en op den 29 Augustus als natio
naal huwelijksgeschenk het blanke jacht
„Piet Hein", dat den 14den van die maand
te water gelaten was, aanvaardde?
Was het daarbij gebleven: het jaar 1937
zou voor Oranje en Nederland reeds van on
schatbare beteekenis en vol dieperen zin zijn
geweest. Van hoeveel temeer waarde werd
thans deze gulden bladzijde uit het boek
onzer geschiedenis door een mededeeling
van de Prinses voor de radio op den avond
van den vijftienden Juni, toen zij in be
dekte, doch duidelijke termen het volk van
haar blijde verwachting verwittigde en hon
derdduizenden landgenooten, mannen en
vrouwen, in stille aandoening haar woorden
hebben beluisterd.
Sedert dien zingt zacht door Nederland
het lied van de hoop en glanzender dan
vroeger lijkt de Oranjezon te schitteren aan
Holland's parelmoeren luchten.
Economische opleving zette
nog niet door.
Dit was het sprookje, dat werkelijkheid
geworden is en dat gelukkig door het auto
ongeluk van den Prins op 29 November geen
tragisch tintje gekregen heeft. Daarnaast
staan de nuchtere feiten van een reeks van
365 dagen, die thans bijkans aan ons voor
bijgegaan zijn.
Hier misten we alle romantiek en hier
was zooveel minder perspectief, omdat
de gevolgen der reeds zoo herhaaldelijk
en breedvoerig besproken crisis zich
nog altijd in velerlei vorm gevoelen doen.
Van economischen opgang spraken
wij straks.
Inderdaad, maar deze wending in
goeden zin openbaarde zich slechts in be
perkte mate en helaas geenszins over de
gansche linie. Economen van naam
twisten zelfs al weer over de vraag of
die opgang bereids niet tot staan geko
men is en een nieuwe terugslag haar
ongunstigen invloed weer zal doen
gelden!
Ja, de scheepsbouw, de scheepvaart, de
industrie en in het bijzonder die der textiel
bedrijven, hebben een beduidende opleving
kunnen constateeren, maar vooral wat
laatstgenoemde branche betreft meent men
haar ontstaan meerendeels "te danken te
hebben aan de muntdepreciatie van 1936,
welke door velen slechts als een tijdelijke
stimulans wordt gezien. Natuurlijk heeft die
•depreciatie het concurrentie-vermogen
onzer industrie vergroot, zij leidde in som
mige takken van industrie zelfs tot een
waarlijk verbijsterende bedrijvigheid, en nog
altijd plukt men daar de vruchten van, zij
het dan thans in veel geringere mate dan
in den aanvang, doch de markt bleek ten
slotte tegen het sterk toenemende aanbod
niet ten volle opgewassen, terwijl de knel
lende greep der staatsbemoeiing daarnaast
zoo tallooze bezwaren opleveren bleef, dat
men momenteel hoogstens van een gema
tigd optimisme spreken mag!
Dat Indië ons land vooruit is waar het de
voortschrijdende verbetering in het econo
misch leven betreft, is al lang bekend. De j
ontwikkeling ginds geeft, veel meer nog dan
hier, reden tot voldoening en in het afge-
loopen jaar kon dan ook weer een begin
gemaakt worden met verlaging der vele
lasten.
Defensie eischt de aandacht.
Wij, in Holland, zullen daarop, naar te
vreezen staat, nog jarenlang moeten wach
ten. Meer en meer heeft zich de algemeene
wereldsituatie toegespitst en bij de sterk
toenemende bewapening in bijkans alle lan
den kon Nederland tenslotte niet meer ach
ter blijven, wilde het niet het gevaar loopen
op een kwaden dag terecht te komen in het
hoekje waar de slagen vallen. Derhalve is
dan voor het komende jaar de defensie-be
grooting 26 millioen gulden hooger geraamd
dan de vorige, terwijl van 1938 tot en met
1941 voor de weermacht ter zee, te land en
in de lucht een extra-bedrag van ruim 157
millioen zal worden aangevraagd; teneinde
te dienen voor de aanschaffing van nieuw
materiaal. Het jaarlijksche contingent van
dienstplichtigen wordt uitgebreid, de eerste
oefeningstijd belangrijk verlengd, de oplei
ding voor kader versneld, kortom: onze
weermacht zal in een voor Nederland onge
woon tempo versterkt en gemoderniseerd
worden en dat het noodig is erkenden in de
Tweede Kamer zelfs de afgevaardigden van
den Vrijz. Dem. Bond en van de S.D.A.P.,
hoe moeilijk hun een dergelijke verklaring
ongetwijfeld ook gevallen zal zijn.
Dat door die enorme verhooging der de
fensie-uitgaven andere belangrijke zaken
(het onderw.. de staatspensionneering, enz.)
in het gedrang komen, was te voorzien en
daarbij zal het zelfs niet blijven, want reeds
werden nieuwe lasten voor het volk. waar
onder belastingverhooging en invoering van
nieuwe belastingen, in uitzicht gesteld. Doch
wat het zwaarst weegt moet nu eenmaal het
zwaarst hangen en de onafhankelijkheid van
Nederland dient bij iederen oprechten vader
lander op het allereerste plan te staan.
Werkloosheid bleef groot.
Intusschen zijn de werkzaamheden tot
versterking van het materiaal voor onze
weermacht reeds geruimen tijd in vollen
gang en dat heeft er stellig toe bijgedra
gen dat menig werklooze weer arbeid ge
vonden heeft. Hetgeen dan althans een
lichtzijde is van die vele uitzonderlijk
scherpe maatregelen, welke onze regeering
ter goedkeuring aan het parlement heeft
moeten voorleggen met het oog op de inter
nationale spanningen.
Want helaas is het leger der arbeids-
loozen nog altijd van een ontzaglijken
omvang.
Toen het jaar 1937 nog jong was heeft
het er inderdaad een oogenblik naar'
uitgezien dat het zienderoogen slinken
zou: in het buitenland hield de opleving
aan en zij werkte ook in Nederland door,
de depreciatie bleef zich doen gelden,
de ondernemingslust groeide
Dr Deterding wierp vele millioenen op
de Nederlandsche markt om Duitsch-
land zoowel als Holland te helpen, de
Oslo-staten confereerden in Den Haag
om nieuwe voorwaarden te scheppen
voor een betere internationale samen
werking, de Nederlandsche missie naar
Zuid-Amerika kwam met hoopvolle tij
dingen terugEn de werkloozen-
cijfers toonden, bij vorige jaren verge
leken, een daling aan, die reden gaf tot
een zeer hoopvolle stemming, zóó hoop
vol dat het één der scherpste wapenen
werd waarmede de regeeringspartijen in
den verkiezingstijd hun aanvallers van
rechts en van links tot machteloosheid
wisten te dwingen!
Helaas zette die opgang niet door.
Langzaam maar zeker groeiden weer
de cijfers, vermeld in het maandelijk-
sche rapport van het Centraal Bureau
voor de Statistiek en zij zijn per saldo
niet zoo heel veel lager meer dan die
van een jaar geleden.
Geweldige kapitalen zijn er derhalve ook
nu v/eer noodig om hulp te bieden en het
moet wei even aangestipt worden dat het
minister Romme geweest is, die in dit op
zicht een geheel gewijzigd systeem ingevoerd
heeft, dat van tallooze zijden aan hevige
critiek is onderworpen. Hij wees de eischen
tot verhooging van steunnormen en werlt-
verschaffingsloonen af, doch besloot tot een
spaarregeling in de vorming van het zooge
naamde „Kleeding-, schoeisel- en dekking
fonds", waaruit de werkloozen evenveel
kwartjes extra-uitkeering ontvangen als zij
zelf weten uit te sparen. Terwijl de arbei
dersbonden betoogden dat sparen onmoge
lijk was, weshalve zij een andere steunrege
ling eischten, ging de minister op den inge
slagen weg voort, doch de instelling van het
fonds, waarvoor in alle steden gecollecteerd
werd. is nog te jong om nu reeds over het
al dan niet slagen er van een oordeel te
kunnen vellen.
Ten behoeve der kleine boeren kwam de
regeering, d. w. z. minister Steenberghe, met
een bepaling tot uitbreiding van de moge
lijkheid van te-werk-stelling op eigen be
drijf (ingaande 11 November).
Deze minister verscheen trouwens met een
zeer uitvoerig program in de Kamer. Hij
wijzigde op 5 November het stelsel der steun-
verleening aan de melkveehouderij (waar
door het aantal crisisambtenaren met 150 a
200 verminderde), kondigde verruiming aan
van de credietverleening aan den kleinen
middenstand, hielp het slagers- en bakkers
bedrijf door het instellen van tijdelijke
vestigingseischen, en. wat eerstgenoemd be
drijf aangaat: door op 1 November de crisis
heffing op vleesch af te schaffen. Hij gaf
verder de richtlijnen aan langs welke ook
de landbouw en veeteelt op den duur losser
kunnen komen te staan van de tallooze
hinderlijke crisismaatregelen.
Felle politieke strijd.
Inmiddels betraden wij met de vermelding
dezer feiten bereids parlementair terrein. En
dat doende, dient aandacht geschonken aan
de verkiezingssensatie van den 26sten Mei
en aan alles wat daarmede gepaard is ge
gaan Want veel feller dan tevoren was dit
maal het politiek gevecht, nu de Nationaal
Socialistische Beweging er aan deelnam en
den schijn wekte stormenderhand de regee-
ringsveste, zooal niet te zullen veroveren,
maar dan toch aan het wankelen te bren
gen. Een vereeniging „Eenheid door demo
cratie" werd opgericht om leiding te geven
aan de actie tegen de N.S.B. en dra kon vast
gesteld v/orden dat het bij deze verkiezin
gen niet ging om de leuze ..Mussert of Mos
kou". gelijk de N.S.B. poogde te suggereeren,
doch om de vraag: „Voor of tegen het natio-
naal-socialisme
Mussert en de zijnen verloren het pleit,
kregen een onverwacht scherpe afstraffing
en toen dat eenmaal vast stond, was het ook
duidelijk dat dr. Colijn opnieuw aan het
hoofd der nieuw te vormen regeering komen
zou. gesteund als hij was door honderddui
zenden niet-partijgenooten, die in woord en
geschrift kenbaar gemaakt hadden „den
sterken man" te zullen steunen in deze be
wogen tijden! Op den 31sten Mei kreeg dr.
Colijn opdracht tot de vorming van een ka
binet, doch het heeft geduurd tot den 23sten
Juni voordat hij haar aanvaard heeft. De
moeilijkheden kent men: de premier, die op
den avond der verkiezingen in een bijeen
komst te Amsterdam zelf geconstateerd had
„dat lang niet alle op de Anti-Revol. Partij
uitgebrachte stemmen afkomstig waren van
overtuigde anti-revolutionnairen", werd door
partijgenooten en anderen, met wie samen
werking noodzakelijk was. steeds verder af
gebracht van de idee der breede basis, waar
op zoo velen gerekend hadden, en kwam
tenslotte tot een vrijwel geheel christelijk
kabinet, bij welks samenstelling naar hij
later in de Kamer zelf verklaren moest
geenerlei rekening gehouden is met den
wensch der breede ongeorganiseerde kie
zersmassa
Natuurlijk zijn daarover bij de behande
ling van de rijksbegrooting in het parlement
bittere woorden gevallen, niet het minst
door ex-minister Oud. die den kabinetsfor
mateur harde noten te kraken gaf, doch in
een moeilijke periode als deze zal deze ge
beurtenis spoedig naar den achtergrond ge
drongen zijn en kan de regeering bij de
groote meerderheid harer maatregelen ver
trouwen op den steun der beide Kamers, die
weten dat samenwerking noodzakelijk is.
Spelling-chaos.
Over één ding is men het helaas nog al
tijd niet eens en dat is de spelling!
In een tijd, waarin De Vries en Te Win
kel in feite reeds bitter weinig invloed meer
hadden, wierp minister Marchant den knup
pel in het hoenderhok. Hij kwam met een
nieuwe spelling-regeling, die wel-is-waar
door de regeering nooit werd toegepast, doch
op alle scholen ingevoerd werd en daardoor
binnen zeer korten tijd populair geworden
is. Minister Slotemaker heeft sindsdien zijn
ontevredenheid daarover geuit en pogingen
I gedaan er een eind, aan te maken. Een
commissie, welke voorschriften geven zou
om die spelling-Marchant althans eeniger-
mate aan banden te leggen, werd ingesteld,
odch zij schijnt overleden voordat men ooit
iets van haar vernomen heeft, en nu de mi
nister een nieuwe commissie aankondigde
(o.m. om overeenstemming te zoeken met
België) is de Tweede Kamer in het geweer
gekomen om in een motie-Moller met na
druk vast te leggen dat er aan commissies
geenerlei behoefte is en dat het noodzake
lijk is dat de spelling-Marchant voortaan
ook door de regeering in de officieele stuk
ken wordt aangewend.
Men moet een grenzelooze optimist
zijn, te veronderstellen dat daarmede de
kogel door de kerk is. De regeering zal
de motie naast zich neerleggen en voor-
loopig niets doen dan den chaos hand
haven, maar die uitspraak van de Ka
mer zal zich toch in breeden kring doen
gevoelen cn zij zou wel eens spoedig op
nieuw tot uiting kunnen komen indien
minister Slotemaker thans Oostindisch
doof blijkt te zijn. Waarmede dan te
vens de kansen stijgen dat aan den spel
lingstrijd hoe dan ook een einde
komen zal binnen een niet al te ver
verwijderd tijdstip. En dat is goed omdat
de bestaande wantoestand niet langer
kan en mag gehandhaafd blijven!
Parlementaire resultaten.
Een enkel woord verder nog over de re
sultaten der werkzaamheden op wetgevend
gebied. Grondwetsherziening stond daarbij
op den voorgrond, doch de opzet der regee
ring faalde, omdat de voornaamste twee
ontwerpen den 20sten October door de Ka
mer afgewezen werden. Het eerste betrof
maatrgelene tegen revolutionnaire volksver
tegenwoordigers, het tweede ging over de
parlementaire onschendbaarheid
Nietigverklaring van de goudclausule in
bepaalde overeenkomsten werd in Maart
goedgekeurd, evenals herberekening der
Indische pensioenen. Op 1 Juli trad in wer
king een regeling ter bevordering van plaat
sing van werklooze onderwijzers als ambte
naren in rijksdienst, en een reglement be
treffende het autovervoer var. personen.
Een maand later (1 Augustus) werd een wij
ziging van de Tariefwet van kracht. Een
voorstel tot wijziging der crisis-invoerwet
werd op 2 December door de Tweede Kamer
aanvaard, terwijl van regeeringswege o.m.
plannen aangekondigd zijn: tot wijziging
van het ambtenarenverbod en van de totaal
verouderde Zondagswet, terwijl bij den Hoo-
gen Raad vóór-ontwerpen werden ingediend
betreffende beperking van den arbeid der
gehuwde vrouw en het verleenen van een
kinderbijslag.
Het verkeer te land en door de lucht ont
wikkelde zich op de bekende wijze. Te land
ging dat minder snel overigens dan menig
een het zich gedacht had (een der belang
rijkste feiten was de openstelling van de
brug bij Hedel), terwijl de lasten op het mo-
torverkeer niet de geringste verlichting on
dergingen. In de lucht bleef de belangstel
ling voor de diensten der K.L.M. nog voort
durend toenemen zoodat op 29 April door
deze maatschappij de 500.000ste passagier
kon worden gehuldigd, het speciale lucht-
postrecht voor Indië per 5 Juni kon worden
afgeschaft en een driemaal-weeksche dienst
kon worden ingesteld. De op 13 November
aangevangen vlucht van Schiphol naar In
dië was een feestelijke omdat het de 500ste
was!
Hoe jammer intusschen dat onze lucht
vaart ook in 1937 weer door tal van zeer
ernstige rampen getroffen werd, rampen,
die het vertrouwen in de K.L.M. niet zullen
kunnen schokken, maar toch een golf van
ontroering en schrik door heel het volk heb
ben doen gaan, vooral omdat zij vrijwel
samen gingen met eenige vreeselijke onge
lukken met Indische marine-vliegtuigen
Gedetailleerde feiten daaromtrent vindt
men hierachter.
Met eenige op zichzelf staande, doch niet
temin belangrijke gebeurtenissen en feiten
mogen wij deze algemeene beschouwing nog
besluiten.
Daar was eerstens dan de wisseling in het
iegercommando, waarbij generaal-majoor
J. J. G. van Voorst tot Voorst, die tegelijker
tijd benoemd werd tot luit.-generaal, de
plaats als commandant van het veldleger,
ingaande 31 Maart, innam van luit.-gene-
raal jhr. W. Röell. Daar was de aanvang der
werkzaamheden voor den grooten Maastun
nel te Rotterdam en de benoeming van
Nederlanders (o.a. vice-admiraal van Duim
en schout-bij-nacht Olivier) in het controle
bureau der niet-inmenging. daar was de
voortzetting van den arbeid aan de Zuider-
zee-werken (bij Lemmer en Urk) en daar
waren de moeilijkheden voor onze scheep
vaart, ontstaan door den Spaanschen bur
gerkrijg, welke het zenden van Nederland
sche oorlogsschepen naar de Spaansche wa
teren eischten om het opbrengen van Ne
derlandsche voortuigen te voorkomen. Dat
in denzelfden tijd (April en Mei) vele land
genooten in Spaansche gevangenschap
kwamen doordat zij in dienst traden van de
N.V. Rambon. die smokkelschepen voor
Spanje uitrustte, ligt nog versch in het ge
heugen! Op 10 April geschiedde de te-vater-
lating van de Nieuw-Amsterdam. het groot
ste schip der Nederlandsche koopvaardij
(36000 ton), terwyl op 24 Mei de flottielje
leider Tromp te water werd gelaten en op
2 Juli de kiellegging plaats vond voor een
nieuw passagiersschip der maatschappij
Nederland. Den 27ste Juli vertrok de enorme
tinbaggermolen Doejoeng naar Indië en vier
dagen later vond te Vogelenzang door H. M.
de Koningin de plechtige opening plaats
van de wereldjamboree der padvinders,
welke tot 9 Augustus heeft geduurd en
28000 jongens uit 41 naties geherbergd heeft
onder het oppertoezicht van den populairen
Lord Baden Powell.
Het einde van het jaar bracht tenslotte
de opwinding van den schaakwedstrijd om
het wereldkampioenschap, waarin dr. Euwe
zijn in 1935 veroverde titel, in strijd met de
verwachtingen, weer aan dr. Aljechin heeft
moeten afstaan!
Rampen.
Zoovele rampen vonden in 1937 plaats, dat
wij ze ook ditmaal wel weer in een afzon-
derlijk rubriekje kunnen samenvatten. Het
begon op den dertienden Januari met zware
regens en aardverschuivingen op Oost-Java,
die aan 21 menschen het leven gekost heb
ben.
Op 19 Januari verongelukte een vliegtuig
der nationale luchtvaartschool op 60 K.M.
van Parijs, waarbij vier personen gedood
werden. Een dag later sloeg bij Timo iln-
dië) een inlandsche prauw om. 23 van de 27
inzittenden verdwenen in de golven. Ten
slotte bracht Januari een scheepsramp. Het
Nederlandsche stoomschip Jonge Jacobus
verging op de Portugeesche kust en de ge-
heele bemanning, bestaande uit 23 koppen,
waaronder twee Katwijkers, verloor er het
leven bij.
In Februari noteerden wij op den tienden
het omslaan van de Zantvoortsche redding
boot tijdens een oefening. Er waren twee
slachtoffers.
3 Maart aardverschuiving bij het radio
station Malabar, zeven dooden; 7 Maart:
vergaan van den tinbaggermolen Kantoeng
bij de kust van Comwallis; 9 Maart: auto
met vijf Volendammers op den weg Volen-
damHoorn geslipt en te water gereden:
drie dooden. Zes dagen later reed weer een
auto te water, toen als gevolg van een de
fecte stuur-inrichting bij Zoelen, in Gelder
land. De vijf inzittenden, afkomstig uit
Rijswijk (Geld.) verloren het leven.
April bracht op den vijfden het ongeluk
met een militair vliegtuig, dat in het IJssel-
meer stortte, en de instorting van „De
Steenebrug", een overkluizing te Alkmaar,
doch slachtoffers vielen daarbij gelukkig
niet te betreuren.
Den noodigen schrik veroorzaakte op 5
Mei de noodlanding van De Kievit bij
Athene, doch de ramp beperkte zich tot ma-
terieele schade. 11 Mei: bestelauto te En-
schot IN.-Br.i tegen stilstaande auto gere
den gedurende den nacht: drie dooden; 20
Mei: sloep van Hr. M.'s De Ruyter gekap
seisd bii Soerabaja; vier opvarenden ver
dronken; 25 Mei: brand in vuurwerkfabriek
te Leeuwarden, waarbij twee arbeiders wer
den gedood.
Den 12en Juni kwam een bericht uit Indië,
dat veel overeenkomst toonde met dat van
20 Januari. Weer sloeg een inlandsche prauw
om. thans op het Toba-meer en 26 van de
34 personen kwamen er bij om het leven.
Op denzelfden dag ontstond een ontploffing
in de houtzagerij De Tijdgeest te Zaandam,
waardoor het geheele pand in de asch werd
gelegd.
7 Juli: zware bandjir op Zuid-Oost-Bor-
neo: 150 woningen weggespoeld en 23 men
schen gedood. Den vijftienden Juli woedde
een hevig noodweer boven ons land. dat
twee slachtoffers eischte.
En nog juist voor het einde der maand
op den 28sten Juli kwam het vreeselijke
bericht van de ramp van de Flamingo, het
trotsche K.L.M.-toestel. onder commando
van piloot Steensma, dat bij Brussel neer
stortte, vermoedelijk als gevolg van een ont
ploffing in een der benzine-tanks. Alle vijf
tien inzittenden werden gedood
Juli besloot met een brand te Helmond
in een bioscoop-cabine, waarbij drie men
schen om het leven kwamen.
11 Augustus: Koolhoven-vliegtuig veron
gelukt te Soesterberg, beide inzittenden ge
dood.
Op 2 September strandde het stoomschip
Van Heutsz der K.P.M. op 3 mijl van Hong
kong; de opvarenden konden echter gered
worden.
6 October: weer een vliegtuig-ongeluk! De
Specht stortte neer bij Palembang. waar
schijnlijk door het terugloopen van een der
motoren, en vier m»nschen kwamen om het
leven. Helaas bleef het daarbij niet. Snel
volgden de noodlottige tijdingen elkaar op.
Het marine-vliegtuig T 13 verongelukte op
12 October bij Soerabaja (negen dooden) en
vier dagen later was daar de ramp van het
marine-toestel T 1 bij den start op de
Banda-eilanden (vijf slachtoffers).
20 October: scheepsbotsing op de Noordzee
bij IJmuiden tusschen de Westfalia en de
Schwalbe; acht opvarenden der Westfalia
werden nooit teruggezien; 21 Oct. hevige
brand op Borneo; schade twee millioen gul
den 24 Oct.noodweer in Indië14 dooden
in de Palembangsche Bovenlanden.
November begon met een ontzaggelijken
brand te Rotterdam, waarbij drie pakhuizen
der N.V. Pakhuismeesteren in vlammen op
gingen en voor eenige millioenen schade
werd aangericht.
Op 24 November reed een personen
auto bij Nederweert te water; drie van de
vier inzittenden verdronken, terwijl op 15
December een vader met twee zoons, die
aan het stroopen waren, bij Fijnaart met
hun boot omsloegen en het leven lieten.
Jubilea.
Ook sommige jubilea en verjaardagen be
lmoren tot de belangrijkste feiten van het
afgeloopen jaar.
7 Januari: ds. H. Stegenga, Simonshaven,
25 jaar Ned. Herv. predikant; 9 Jan.: Th.
M. Th. van Weideren baron Rengers, Den
Haag, oud-lid Eerste Kamer. 70 jaar; 12
Jan.: Joh. Buziau, Rijswijk, 60 jaar; 17 Jan.:
dr. J. C. Koningsberger, Den Haag, oud
minister van Koloniën, 70 jaar;
5 Februari: ds. C. A. Lingbeek, Den Haag,
lid Tweede Kamer. 70 jaar; 16 Febr.: mr.
H. J. Dijkmeester, Den Haag. oud-commis
saris der Koningin in Zeeland, 90 jaar; 20
Febr.: vijftig jaar geleden redde Anton
Kabelaar. te Den Haag. op 21-jarigen leef
tijd. als koetsier het leven van Koningin
Emma en prinses Wilhelmina; 26 Febr.: 25-j.
bestaan Vereeniging van Ned. Gemeenten;
28 Febr.: S. Stemerding, Voorburg, oud-di
recteur Koningin Wilhelmina-school te Rot
terdam, 70 jaar; idem: dr. J. L. Lammerts
van Bueren, president-dir. Heldring-gestich
ten te Zetten, 40 jaar Ned. Herv. predikant.
30 Maart: 25-jarig bestaan van „On«
Leger".