12 maanden visscherij
Nieuws
uit de Filmwereld
LEiDSCH DAGBLAD - Vijfde Blad
Vrijdag 31 December 1937
Oudej aarsavond
Ruime haring- en versche visch-vangsten
Stijging materiaalprijzen
beïnvloedde financieele
resultaten.
De Haringvisscherij.
(Van onzen Visscherij-medewerker)
Het aantal schepen, dat dit jaar aan de
visfcherij deelnam bedroeg 275 tegen 253
in 1936. Evenals het vorig jaar vertrokken
de schepen bij den aanvang der visscherij
in vier gelijke gedeelten. Het eerste kwart,
aat 10 Mei vertrok, mocht 40 netten mee
nemen; na 3 Juni, den datum waarop het
tweede gedeelte vertrok, mocht met 60 net
ten gevischt worden. Het derde gedeelte
koos 19 Juni zee; de vleetlengte werd be
paald tot 16 Augustus op 80 netten. Na
dien datum werden de schepen, evenals het
vorig jaar naar grootte en machinevermo
gen ingedeeld in drie klassen en de vleet-
lengte werdhiernaar bepaald. Het laatste
gedeelte van de vloot vertrok op 10 Juli
Ruime visscherij
Het geheele jaar door was de visscherij
zeer ruim; er werden bijna 200.000 kantjes
meer aangevoerd dan in 1936, dat reeds een
bij uitstek gunstig jaar was en de visscherij
werd een maand eerder beëindigd dan het
vorige jaar. 1937 is dan ook een jaar van
recordvangsten geweest, zooals wij nimmer
in de geschiedenis gekend hebben. Wan
neer de visscherij niet op 1 Dec. beëindigd
was, zouden wij dit jaar het mlllioen vaten
ruim overschreden hebben. Daar alle sche
pen hun laatste vangsten nog niet gelost
hebben, kan de juiste totaalaanvoer nog
niet opgegeven worden, doch wij schatten
deze op 970.000 kantjes tegen 803.863 in
1936 en 525 487 in 1935.
Slechte resultaten.
Te betreuren is het, dat, ondanks deze
stijging van aanvoeren, de resultaten van
1937 ver bij die van 1936 ten achter zui
len blijven. De exploitatiekosten zijn sterk
gestegen; tengevolge van de groote vraag
naar tonnen liepen de prijzen belangrijk
omhoog. Verder waren artikelen als: stook
olie, steenkolen, netten en touwwerk be
langrijk hooger ln prijs dan ln het voor
gaande jaar.
De haringprijzen zijn o.i. onnoodig laag
geweest, daar onze prijzen gedurende een
groot gedeelte van het jaar belangrijk be
neden de wereldmarktprijzen lagen. Er was
een kleine overproductie en deze drukte
het geheele prijspeil. Verder was de sterke
onderlinge concurrentie ook geen stimu
lans om de prijzen op peil te houden. De
gemiddelde haringprijs per kantje zal over
het afgeloopen jaar wel niet veel meer be
dragen dan f. 7.50 tegen f. 9.ln 1936 en
1935.
Voor de Reederij ls het een groote tegen
valler geweest, dat Rusland in het volle
seizoen niet in de markt gekomen is. Het
eenige wat Rusland hier gekocht heeft is
een hoeveelheid van 26.000 vaten Maatjes
haring.
De voorraad
De juiste voorraad aan het einde van het
Jaar is niet bekend, doch algemeen wordt
aangenomen, dat deze voldoende zal zijn
om in de komende maanden in de be
hoefte te voorzien. Reden tot ongerustheid
dat de voorraad nie* voor den aanvang van
het nieuwe seizoen geplaatst zal kunnen
worden, behoeft er o.i. niet te bestaan. De
haringprijzen zijn in vergelijking met alle
andere levensmiddelen uiterst laag en dit
bevordert, zooals wij in het afgeloopen
seizoen gezien hebben, steeds een vlotten
afzet.
Versche haring
De versche haring aanvoer is het afge
loopen najaar bijzonder groot geweest. De
vraag naar versche haring blijkt ieder jaar
I grooter te worden. De Katwijksche en
Scheveningsche motorloggerreederijen heb
ben er voor gezorgd, dat de IJmuidensche
markt regelmatig ruim voorzien was en de
IJmuidensche exporteurs hebben getoond,
in staat te zijn de groote aanvoeren te
kunnen verwerken en exporteeren.
Tot begin December werden redelijke
prijzen betaald. Na het beëindigen van de
zoutharingvisscherij, begaf zich de geheele
vloot ter verschvangst. Ongeveer tegelijk
hiermede kwam de noodlottige tijding, dat
het Duitsche contingent, dat belangrijk
grooter geweest was dan het voorgaande
jaar, uitgeput was. Tengevolge hiervan
daalden de prijzen tot een peil, dat het
visschen niet meer loonend maakte en het
I grootste gedeelte van de vloot beëindigde
de visscherij. Door enkele schepen, die
daarna nog bleven doorvlsschen werden
nog afwisselend goede resultaten behaald.
Per 1 October 1.1. trad de Wet op kapi
tein en schepelingen ln werking. De be
langrijkste bepalingen hieruit zijn wel, dat
het monsteren in het vervolg verplichtend
is en dat de ziekte-ultkeering aan sche
pelingen thans wettelijk geregeld ls.
Gelukkig hebben wij dit jaar geen
scheepsrampen gehad; het weer heeft dit
najaar wel bijzonder meegewerkt.
De Handel
Het voorjaar van 1937 ls voor den han
del niet voordeelig geweest, daar het
uiterst moeilijk bleek de voorraad af te
zetten tegen de tamelijk hooge prijzen, die
in het laatst van 1936 voor goede Engel-
„che walharlng golden. Hierbij kwam, dat
de laatste aanvoeren Kanaalharing, die
van minderwaardige kwaliteit waren en
tegen belangrijk lager prijzen ingekocht
waren, veel concurrentie deden aan de be
tere soorten. Toch slaagde men er in, zij
het met eenig verlies de oude voorraden
ongeveer te ruimen voor den aanvang van
het nieuwe seizoen.
De Maatjes vonden tegen de lage prij
zen een vlotten afzet in het binnenland.
Veel Maatjes werden in de koelhuizen op
geslagen; het nieuwe Katwijksche Koel
huis kon direct na de opening op volle ca
paciteit in bedrijf gesteld worden.
Tengevolge van de groote aanvoeren was
er voor den export het geheele Jaar door
veel werk. In de seizoenmaanden heeft
Katwijk dan ook geen werkloosheid gekend
De lage prijzen stelden in staat tegen het
buitenland te concurreeren: er werd het
afgeloopen jaar veel haring geëxporteerd
naar verschillende Oostzeelanden, waar wij
vroeger niet tegen Engeland op konden.
De gunstiger betalingsbalansen met ver
schillende landen bevorderden den afzet;
zoo werden de contingenten naar Duitsch-
land met 60°/» verhoogd, terwijl de export
naar enkele Balkanlanden eveneens be
langrijk toenam.
Onze vaste afnemers België en de Ver.
Staten bleven niet bij het vorige jaar ten
achter. Een tegenvaller was echter Rus
land, dat slechts een vierde gedeelte van
zijn aankoopen van 1936 afnam.
Het stemt tot tevredenheid, dat de Clea-
ringovereenkomst met Duitschland voor-
loopig met een jaar ls verlengd.
De trawlvisscherij.
(Van onzen correspondent).
Het feit, dat de trawlervloot van IJmui-
den den laatsten tijd is uitgebreid met een
drietal stoomtrawlers gekocht weliswaar
uit de tweede hand, maar desondanks
prima en lang niet goedkoope schepen
en dat in Selby twee trawlers voor de
Vem gebouwd worden, wijst er op, dat er
in de geldwereld wat meer vertrouwen in
de tpekomst van Hmuiden is gekomen,
want de kostprijs van deze vijf trawlers
zal lang niet gering zijn, naar schatting
zoo'n driekwart millioen. als het niet meer
is. zoodat, als we den gemiddelden kost
prijs op f, 150.000 stellen, we kunnen zeg
gen, dat we voor de geheele afgedankte
vloot juist genoeg hebben ontvangen om
er één nieuwe boot voor terug te koopen.
Waaruit mag worden afgeleid, dat er heel
wat nieuw kapitaal geïnvesteerd is.
De resultaten.
De financieele uitkomsten werden ove
rigens sterk beïnvloed door de hooge ma
teriaalprijzen en het is hierdoor al te op
timistisch om te zeggen, dat er reden is
om tevreden over de bedrijfsresultaten te
zijn. Zeker, er is goed gevaren, de vang
sten waren hooger en ook de besommingen
maar ongetwijfeld is bij vele reederijen
het meer ontvangene opgeslokt door de
duurdere exploitatie.
Het bedrag dat door de Nederlandsche
stoom- en motortrawlers in 1937 meer is
„opgevlscht" dan in 1936 bedraagt rond
1 millioen gulden. Maar daarvoor moesten
ongeveer 300 reizen meer worden gemaakt
en voorts was, zooals algemeen bekend is,
een flink aantal trawlers meer in de vaart.
Maar ook de gemiddelde reisbesomming
was hooger. Bedroeg deze in 1936 f. 2170.
in 1937 werd gemiddeld ca. f. 2390 besomd
en dit laatste cijfer werd verkregen door
een vloot, waarvan een grooter deel dan
in 1936 bestond uit kustbooten. Want het
kenmerkende van den gang van zaken in
1937 ls, dat ook een aantal opgelegde kust
booten in de vaart werd gebracht. Het
geen ook al weer geschiedde omdat dit
type schepen veel betere resultaten be
reikte dan voorheen. En dit is ook thans
nog het geval.
Met uitzondering van het tijdvak Sep
tember-November. toen tal van groote
trawlers ter haringvisscherij waren en de
andere groote booten groote vangsten
maakten zijn bijna het geheele jaar door
de kustbooten met betere resultaten voor
den dag gekomen dan de Noordbooten,
hetgeen grootendeels zijn oorzaak vond ln
de hooge prijzen, die voor de producten
der kustvisscherij werden betaald.
In de laatste maand van '37 waren er
85 trawlers in de vaart Daaronder waren
45 Noordbooten en 40 kust- en tusschen-
booten. In December 1936 waren in de
vaart 79 trawlers, n.l. 45 Noordbooten en
34 kust- en tusschenbooten. Het scheelt
dus niet veel. en de winst van dit jaar zit
voor een groot deel in de kortere reizen.
Nieuwe visscherij.
We mogen niet nalaten, dit bescheiden
jaaroverzicht naar de rotatiepers te zen
den, zonder gewag te maken van de nieu
we visscherij, die in IJmuiden haar intrede
heeft gedaan: de Barentszee-visscherij, die
thans met drie trawlers, de „Erin", de
„Norma Maria" en de „Alkmaar" wordt
uitgeoefend. De „Erin" is inmiddels van
haar tweede reis aan de markt.niet in
IJmuiden, maar in Grimsby, zoodat voor
alsnog van een geslaagden opzet niet mag
worden gesproken, want deze opzet was het
herstellen van onzen uitvoer. Maar de
zaak staat nog in haar kinderschoenen en
daarom is het nog te vroeg, een oordeel
te vellen.
Hoog zijn de verwachtingen niet gespan
nen
De trawlloggers.
Aangaande de trawlloggers kan worden
opgemerkt, dat deze minder druk gevischt
hebben dan verleden jaar. Maar de totale
opbrengst was niét lager, waaruit kan
worden afgeleid, dat de gemiddelde reis
besomming hooger was. Deze was in 1937
f. 550 en in 1936 f. 505. En als nu de puf
op hetzelfde peil gebleven is, kunnen
we constateeren, dat de resultaten, in de
besommingen uitgedrukt, beter waren.
Maar ook voor deze visscherij zijn de ex
ploitatiekosten gestegen.
Voor de grootere loggers zit er wel per
spectief in. Deze schepen maken in den
regel reizen, die voor die der kustbooten
niet onder doen. Maar bij dit soort sche
pen wordt gebroken met de gewoonte:
Maandag varen. Zaterdag binnen, Zondag
thuis, welke gewoonte met zich meebrengt,
dat slechts vier van de zeven dagen ge
vischt kan worden. En zoolang men zich
hieraan houdt, kan deze visscherij nooit
behoorlijk loonend gemaakt worden. Het
zijn in hoofdzaak de schippers-eigenaars,
die deze manier van werken er op na
houden.
Het spreekt vanzelf, dat wij daarop geen
aanmerkingen wenschen te maken, doch
slechts het feit willen constateeren.
Wij zullen het hier voorloopig bij laten.
Als het jaar ten einde loopt, wanneer
het laatste uur van den Oudejaarsavond
bijna voorbij is en mét een nieuwen dag
een nieuw jaar staat geboren te worden,
komt over velen een gevoel van berusting
en tevens van verwachting. Voor een en
kele maal in ons snel opgestuwd dage-
lijksch gedoe geven we ons rekenschap
van het voortschrijden, het niet tegen te
houden voortschrijden, van den tijd en wij
voelen er het onvermijdelijke, het over-
heerschende van: hij gaat zijn niet te stui
ten gang en wij berusten er in: hij is
machtiger dan wij. Doch bij de zekerheid,
dat zoo aanstonds een nieuw Jaar zich zal
openen, bouwen we verwachtingen op, be-
scheidene of groote; het zal een nieuw
tijdperk zijn; wat het zal aanbrengen is
onzeker; welnu, we zouden geen men-
schen moeten zijn om niet te verlangen,
te hopen, misschien zelfs te gelooven, dat
de naaste toekomst ons goede dingen zal
geven, betere dan het verleden wellicht,
in ieder geval goede en blijde. En zoo
wordt de ernstige Oudejaarsavond een
avond van dankbaar zich overgeven en af
wachten. Iets van zijn indrukken stemt
overeen met die van den eersten werke-
lijken lentedag, wanneer de natuur ons
streelt en blijde maakt, ons zou doen zin
gen als over een groote weldaad, die ons
gedaan, een groote gave die ons geschon
ken is; die lentedag verzekert ons den om
keer en den opbloei van alles. De Oude
jaarsavond nu verzekert ons „het nieuwe",
dat komt en voor den mensch, die immer
verbetering hoopt, beter zal zijn.
Hoe gelijken onze feesten op elkaar!
Kerstfeest een belofte. Jaarswisseling een
belofte, Paschen een belofte: Zie, ik maak
alle dingen nieuw. Het ls begrijpelijk, dat
eertijds Kerstfeest en Jaarswisseling als
feestviering soms inéénvloeiden en dat het
Christuskind, hetwelk het licht bracht in
de duisternis, ook, zooals ln sommige stre
ken van Zwitserland, het „Neujahrskindli"
genoemd werd, en dat een nieuwjaarsbede
van het jaar 1682 aldus aanvangt:
Jesu, Anfang aller Dinge
Hilff, das disz Jahr uns gelinge.
Want de zon is herboren, onverwonnen
aanvaardt zij den zegetocht van het licht,
wanneer het feest wordt gevierd van het
Kind in de Kribbe.
Ons oude feest der Jaarswisseling is van
heidenschen oorsprong. Lang voor de ver
schijning van het Christendom ln Midden-
en West-Europa begon daar voor de hei-
dcnsche bewoners de nieuwe dag des
avonds, zoodra de zon was ondergegaan.
Naar de nachten werd geteld; niet naar
de dagen. Voor hen was de nacht de moe
der van den morgen; uit de duisternis
werd het licht geboren. Met behulp van
volle en nieuwe maan werden de tijden
bepaald; bij volle maan werden de bij
eenkomsten der verstrooid wonende fami
lies gehouden (de „Twaalf Nachten"). Uit
een practisch oogpunt kwamen zij er toe
aan den nacht een zeer hooge waarde toe
te kennen. Avondfeesten waren veelvuldig;
het feest van den Oudejaarsavond was in
groot aanzien.
Geen wonder! Na de zomerzonnewende
nemen de dagen af; de zon beschrijft da
gelijks een kleineren boog aan den hemel,
totdat zij omstreeks de winterzonnewende
nóch voorwaarts, nóch terug schijnt te
gaan, doch zich voor het oog geheel niet
meer schijnt te bewegen. De Noorlander
zag, hoe zij zich niet hooger verhief, maar
schijnbaar als een rad of wiel zich voort
bewoog op de vlakte van haar horizon. Hij
noemde deze periode den tijd van Joel, van
het Zonnerad; vandaar dat nu nog in
noordelijke streken de Kersttijd Joeltijd
wordt genoemd. Doch hij wist, dat het
licht reeds weer aan sterkte winnende was,
dat langzaam de zon zich hooger verhief
en dan vierde hij het feest van de Onver-
wonnen Zon, van de terugkeerende licht
sterkte, van de lengende dagen, van de
warmte, die de lente en den zomer zou
brengen.
Van Kerstmis tot Driekoningen duurde
Wanneer over een week of daaromtrent de
jaarcijfers te onzer beschikking zijn, zul
len wij aan de hand daarvan de zaak nog
eens opnieuw bekijken.
het feest van het heldensche nieuwjaar.
Bij het keerpunt van de Zon, waarbij de
hoop op vernieuwing zekerheid werd,
kwamen de menschen ln grooten getale
bijeen om eikaars vreugde te deelen en
uit te wisselen. Gastmalen werden gehou
den, offers gebracht. Er werd veel gegeten
en gedronken en men verheugde zich in
het nieuwe licht, in het nieuwe Jaar.
Maar Rome drong het Westen en het
Noorden binnen. De Romeinsche kalender
werd met het gezag der legioenen In
gevoerd. De Romeinsche kalender, door
paus Gregorius verbeterd, was afkomstig
uit de Egyptische tempels, welker pries
ters het jaar hadden ingedeeld naar hun
sterrekundige waarnemingen. Wat aan den
Nijl gegolden had en te Rome werd gewij
zigd, werd nu vastgesteld voor het Noor
den met zijn lange winters en zijn na
tuurverschijnselen. die zich in wezen sterk
van die in het Zuiden onderscheidden. De
Nieuwjaarsdag werd vastgesteld, doch aan
gezien het Kerstfeest nagenoeg met het
oude feest der Zonnewende samenviel,
lieten de Noordelijken het feest van
Christus' geboorte ineensmelten met hun
Joelfeest en brachten de hoofdviering
over naar den Kerstavond. De viering van
de twaalf nachten werd door de geestelijk
heid verboden. Doch het Nieuwjaarsfeest,
dat naar heldensche gewoonte op den
Oudejaarsavond gehouden werd. moest zij
toelaten; het was te zeer geworteld in de
gewoonten der bevolking. Het bleef tot
heden het feest der herdenking en der
verwachting. Het gelukte der geestelijk
heid niet, de sympathie voor de viering
van dat natuurfeest te doen verdwijnen.
Kerstavond en Oudejaarsavond wijzen
beide terug naar het groote Noord-Ger-
maansche Joelfeest, vandaar de overeen
komst in de feestelijke viering dier twee.
De op Kerstavond gedoofde lichten van
den denneboom werden op den Oudejaars
avond weder ontstoken. De tijd tussehen
de twee werd als heilig beschouwd. Oud
tijds moest dan alle huisarbeid gestaakt
worden; slechts het allernoodzakelijkste
werk werd verricht. Het waren feestdagen,
met name offerfeestdagen. De oude Ger
manen schonken den onvrije gedurende de
voornaamste feestdagen volle vrijheid; de
gevangene werd tijdelijk uit de hechtenis
ontslagen. Men ziet, dat de gedachte, die
daaraan ten grondslag was gelegd, over
een kwam met de liefde- en vrede-gedach-
te der Christenen en zoo ls het te verkla
ren, dat het Joelfeest langzamerhand ver
vormd werd tot een Christelijk feest. Het
offerfeest der heidenen is geen onwaardige
bodem voor het Kerstfeest der liefde, even
min als de Oudejahrsavondviering der
Christenen, gesteld op den dag der uit
luiding van het Joelfeest en de sluiting
van het kalenderjaar na het winterfeest
der zonne-wende, zich behoeft te schamen
over wat haar vooraf ging. Waftr geofferd
wordt is ootmoed aanwezig, zij het bij hei
denen of bij Christenen. Want offeren
sluit üi zichgebed en gave, bede en dank
zegging.
Nu vieren wij Oudejaarsavond, in stilte
meestal, bescheiden en in een sterk ge
voel van afhankelijkheid. Wij zijn ver, in
onze viering, van de luide cedemonieën der
oude Germanen. Voor ons is Oudejaars
avond de avond der herinnering, van de
inkeering tot ons zelf, van het hopen op
een lichtende toekomst. Wat ons land be
treft, zal er dankbaarheid kunnen zijn bij
de herinnering en blijdschap bij de ver
wachting. De avond kan een offerfeest
zijn voor weldaden in het verleden, voor
spranken van licht en gerechtvaardigde
hoop op verbetering voor de naaste toe
komst. Wèl zijn de onrust en de dreiging
ln de wereld om ons groot, doch ook dat
moeten we met open oog en ernst aan
schouwen in de wetenschap, dat de groote
machten, die dreigen, niet steeds geble
ken zijn de sterkste te zijn.
In een „Eeuwlgdurenden kalender las ik
eens de woorden:
„Zoo wij ons bij al het gewirwar van den
tijd slechts houden aan de eeuwigdurende
goederen, zullen wij wat komt gemakke
lijker dragen."
Dat is een mooie Oudejaarsavond-ge
dachte. Boven het tijdelijke en zijn be
droevend gewirwar staat de Eeuwige, Die
bij jaar noch eeuwen telt. Aan Hem kun
nen wij ons veilig toevertrouwen.
A. J. B. B.
BETOOVEKING OM „LA BOHÈME".
von Bolvary, onder wiens leiding de twee
beroemde zangsterren prachtig zingen en
spelen. Oscar Sima, Paul Kemp, Theo Lin-
gen en Lizzy Holzschuh zijn eenige andere
bekende namen van hen. die men in deze
opmerkelijk goedgeslaagde film begroet.
Hiernaast Marta Eggerth als de zan
geres Denise. die aan het einde van haar
klachten is wanneer zij voor het laatst de
Mimipartij in Puccini's La Bohème heeft
gezongen, na de terugkomst van den zan
ger Lambetain (Jan Kiepura)
EEN MAN MAAKT CARRIÈRE
Het beroemde echtpaar Marta Eggerth
Jan Kiepura te zamen te zien optreden
is steeds een groote vreugde. Zij zijn deze
week hier samen te hooren in de film „Be-
toovering om La Bohème" die gebaseerd
i.» op de motieven van den bekenden ro
man van Murger. De regie is van Geza
Gaan geluk en voorspoed altoos samen?
Veler leven wordt beïnvloed door gestaag
jachten naar succes, het hopen en wach
ten op en het gelooven in den roem, die
later komen zal. ja er zijn zelfs zeer velen
onder ons, die zoo hun leven lang blijven
uitzien naar wat later zal moeten komen,
waardoor zij vergeten, dat hun gansche be
staan met wachten en verlangen voorbij
gaat. Alle jonge menschen droomen van
de heerlijke toekomst, die stellig zal moe
ten aanbreken, maar pas in later jaren
leeren zij begrijpen, dat al die heerlijkheid
niet in vervulling gaat, dat het alleen héél
enkelen onder ons zijn, met wie hef. Lot
iet?, werkelijk bijzonders voor heeft.
Tot die „gelukskinderen" behoort Tyrone
Power, een der jeunes premiers der 20th
Century-Foxfilm Corp. Hij heeft een bitter
armen tijd gekend, hij heeft geleefd van
de hand in de tand en hij heeft dit ver
dragen met al de veerkracht van zijn jeugd
en in het vaste vertrouwen, dat er wel een
wonder zou gebeuren, waardoor hij eens
klaps alles zou krijgen, wat zijn hart be
geerde. In dat opzicht was hij precies een
der als vrijwel alle andere jonge menschen,
die arm en vol vertrouwen zijn over al de
goede dingen, die nog stellig zullen komen.
En op een dag geschiedde inderdaad het
wonder. Hij kreeg een contract bii de 20th
Century-Foxfilm en een hoofdrol in het
groote filmwerk „Lloyds of London". Men
moet niet onderschatten, welk een omme
keer dat in het leven van een doodarmen
jongen man is! Het beduidde: eigen auto's,
eigen rijpaarden, eigen villa, eigen bunga
low, eigen bedienden, en zoo maar voort en
verder. Het beteekende: de vleierij van
ontelbaren, die aan hem wilden zien te
verdienen de bewondering van het Inter
nationale filmpubliek, dat brieven schrijft
aan sterren, vragend om portret en hand-
teekening. Het beduidde een ommekeer,
waarover men in romans zoo dikwijls leest
en die men zich toch nimmer precies kan
voorstellen.
Het verbijsterde hem en maakte hem
bijna duizelig. Maar hij bleek tegen de
.veelde bestand.... Hij bleef hard werken
en de eene film volgde op de andere. Was
Tyrone Power nu gelukkig? In zekeren zin
ja. Maar hij wende niet aan zijn huis op
Beverly Hills, maar dwaalde door de kaj
rners, als een museumbezoeker, die zich af
vraagt, of hij op dien stoel daaTginds wel
even zou gaan mogen zitten.
Tyrone Power, de geluksvogel, ontmoette
Sonja Henie. Deze twee werden echt goede
vrienden en naar alle zeven hoeken van
de aarde werd geseind, dat zij zich hadden
terloofd. Wij willen het beamen noch te
genspreken. In elk geval werd het leven
voor deze twee jonge menschen mmder
eenzaam, temidden van de eindelooze me
nigte, die aan hen geld wilde verdienen.
En nu komt Tyrone er rond voor uit: zijn cn jeugd stijgt de film naar de grandioze
hart is blijven hangen aan de kleine kroeg
jes, waar hij in zijn arme dagen voor twin
tig centen een warmen schotel at. Aan de
griezelige, groezelige kleine hotelletjes,
waar hij overnachtte, zonder te weten,
wat de volgende dag hem brengen zou. aan
de derde klasse in den trein, aan al de
bijzonderheden van het schilderachtige»
leven van een gesjochten jongen tooneel- j
speler, wat zulk een tegenstelling is met
een rijken en gevierden filmacteur
Sonja bekende, dat ook zij een heime
lijke voorliefde heeft voor dien eenvoud,
die eigenlijk uit hun beider leven verdwe
nen is en waarvan zij nu pas zijn gaan
houden. „Dat. wat je niet hebt...." zoo
gaat het nu altijd in het leven Zij, die ln
dezen eenvoud leven, kijken eindeloos uit
naar béter. En zij. die er aan zijn ontste
gen, wenschen er naar terug.
Het aardige is nu. dat deze twee men-
schenkinderen, die dit zoo typische punt
van overeenkomst vertoonen in hun le
vensloop en hun reactie daarop. dat
deze twee zeer goede vrienden ook samen
de twee hoofdrollen vervullen in een film,
n.l. „Op glad IJs".
Geluk en voorspoed gaan heusch niet
altijd samen. En Tyrone kan met de hand
op zijn hart verzekeren, dat zijn carrière
eerder op zijn zenuwen heeft gewerkt, dan
dat zij hem gelukkig heeft gemaakt. Tot
dat Sonjamaar ssst! Zóó ver zijn we
nog niet.
„MAYTIME".
show-momenten aan het hof van den der
den Napoleon, naar de weidsche tafereelen
der Europeesche opera-theaters van 1870 -
18S0. Men is tenslotte niet verwonderd, in
het- décor van de Metropolitan Opera een
Met Jeanette MacDonald en Nelson Eddv.
Een beroemd zangerspaar is deze week te
hooren: Jeanette Macdonald en Nelson
r.ddy in de operettefilm „Maytime", na
dat men hen reeds kon bewonderen in „De
ondeugende Mariette" en „Rose Marie".
Om hen beiden heen heeft Sigmund Rom
berg dit keer een oorspronkelijke operette
geschreven. Na een lichten inzet van lente
volledige, speciaal voor dit doel door Her-
bert Stothart op motieven van Tsjaikows-
ki's Vljfdfe gecomponeerde opera voorgezet
te krijgen: een hoogtepunt van melodie en
omantisch drama, van show en dramatiek
Het is ook hier. dat de derde figuur in
dit
werk, John Barrymore als Russische graaf,
hoogtepunten vindt in karakterspel.
2—S