12 maanden visscherij Nieuws uit de Filmwereld LEiDSCH DAGBLAD - Vijfde Blad Vrijdag 31 December 1937 Oudej aarsavond Ruime haring- en versche visch-vangsten Stijging materiaalprijzen beïnvloedde financieele resultaten. De Haringvisscherij. (Van onzen Visscherij-medewerker) Het aantal schepen, dat dit jaar aan de visfcherij deelnam bedroeg 275 tegen 253 in 1936. Evenals het vorig jaar vertrokken de schepen bij den aanvang der visscherij in vier gelijke gedeelten. Het eerste kwart, aat 10 Mei vertrok, mocht 40 netten mee nemen; na 3 Juni, den datum waarop het tweede gedeelte vertrok, mocht met 60 net ten gevischt worden. Het derde gedeelte koos 19 Juni zee; de vleetlengte werd be paald tot 16 Augustus op 80 netten. Na dien datum werden de schepen, evenals het vorig jaar naar grootte en machinevermo gen ingedeeld in drie klassen en de vleet- lengte werdhiernaar bepaald. Het laatste gedeelte van de vloot vertrok op 10 Juli Ruime visscherij Het geheele jaar door was de visscherij zeer ruim; er werden bijna 200.000 kantjes meer aangevoerd dan in 1936, dat reeds een bij uitstek gunstig jaar was en de visscherij werd een maand eerder beëindigd dan het vorige jaar. 1937 is dan ook een jaar van recordvangsten geweest, zooals wij nimmer in de geschiedenis gekend hebben. Wan neer de visscherij niet op 1 Dec. beëindigd was, zouden wij dit jaar het mlllioen vaten ruim overschreden hebben. Daar alle sche pen hun laatste vangsten nog niet gelost hebben, kan de juiste totaalaanvoer nog niet opgegeven worden, doch wij schatten deze op 970.000 kantjes tegen 803.863 in 1936 en 525 487 in 1935. Slechte resultaten. Te betreuren is het, dat, ondanks deze stijging van aanvoeren, de resultaten van 1937 ver bij die van 1936 ten achter zui len blijven. De exploitatiekosten zijn sterk gestegen; tengevolge van de groote vraag naar tonnen liepen de prijzen belangrijk omhoog. Verder waren artikelen als: stook olie, steenkolen, netten en touwwerk be langrijk hooger ln prijs dan ln het voor gaande jaar. De haringprijzen zijn o.i. onnoodig laag geweest, daar onze prijzen gedurende een groot gedeelte van het jaar belangrijk be neden de wereldmarktprijzen lagen. Er was een kleine overproductie en deze drukte het geheele prijspeil. Verder was de sterke onderlinge concurrentie ook geen stimu lans om de prijzen op peil te houden. De gemiddelde haringprijs per kantje zal over het afgeloopen jaar wel niet veel meer be dragen dan f. 7.50 tegen f. 9.ln 1936 en 1935. Voor de Reederij ls het een groote tegen valler geweest, dat Rusland in het volle seizoen niet in de markt gekomen is. Het eenige wat Rusland hier gekocht heeft is een hoeveelheid van 26.000 vaten Maatjes haring. De voorraad De juiste voorraad aan het einde van het Jaar is niet bekend, doch algemeen wordt aangenomen, dat deze voldoende zal zijn om in de komende maanden in de be hoefte te voorzien. Reden tot ongerustheid dat de voorraad nie* voor den aanvang van het nieuwe seizoen geplaatst zal kunnen worden, behoeft er o.i. niet te bestaan. De haringprijzen zijn in vergelijking met alle andere levensmiddelen uiterst laag en dit bevordert, zooals wij in het afgeloopen seizoen gezien hebben, steeds een vlotten afzet. Versche haring De versche haring aanvoer is het afge loopen najaar bijzonder groot geweest. De vraag naar versche haring blijkt ieder jaar I grooter te worden. De Katwijksche en Scheveningsche motorloggerreederijen heb ben er voor gezorgd, dat de IJmuidensche markt regelmatig ruim voorzien was en de IJmuidensche exporteurs hebben getoond, in staat te zijn de groote aanvoeren te kunnen verwerken en exporteeren. Tot begin December werden redelijke prijzen betaald. Na het beëindigen van de zoutharingvisscherij, begaf zich de geheele vloot ter verschvangst. Ongeveer tegelijk hiermede kwam de noodlottige tijding, dat het Duitsche contingent, dat belangrijk grooter geweest was dan het voorgaande jaar, uitgeput was. Tengevolge hiervan daalden de prijzen tot een peil, dat het visschen niet meer loonend maakte en het I grootste gedeelte van de vloot beëindigde de visscherij. Door enkele schepen, die daarna nog bleven doorvlsschen werden nog afwisselend goede resultaten behaald. Per 1 October 1.1. trad de Wet op kapi tein en schepelingen ln werking. De be langrijkste bepalingen hieruit zijn wel, dat het monsteren in het vervolg verplichtend is en dat de ziekte-ultkeering aan sche pelingen thans wettelijk geregeld ls. Gelukkig hebben wij dit jaar geen scheepsrampen gehad; het weer heeft dit najaar wel bijzonder meegewerkt. De Handel Het voorjaar van 1937 ls voor den han del niet voordeelig geweest, daar het uiterst moeilijk bleek de voorraad af te zetten tegen de tamelijk hooge prijzen, die in het laatst van 1936 voor goede Engel- „che walharlng golden. Hierbij kwam, dat de laatste aanvoeren Kanaalharing, die van minderwaardige kwaliteit waren en tegen belangrijk lager prijzen ingekocht waren, veel concurrentie deden aan de be tere soorten. Toch slaagde men er in, zij het met eenig verlies de oude voorraden ongeveer te ruimen voor den aanvang van het nieuwe seizoen. De Maatjes vonden tegen de lage prij zen een vlotten afzet in het binnenland. Veel Maatjes werden in de koelhuizen op geslagen; het nieuwe Katwijksche Koel huis kon direct na de opening op volle ca paciteit in bedrijf gesteld worden. Tengevolge van de groote aanvoeren was er voor den export het geheele Jaar door veel werk. In de seizoenmaanden heeft Katwijk dan ook geen werkloosheid gekend De lage prijzen stelden in staat tegen het buitenland te concurreeren: er werd het afgeloopen jaar veel haring geëxporteerd naar verschillende Oostzeelanden, waar wij vroeger niet tegen Engeland op konden. De gunstiger betalingsbalansen met ver schillende landen bevorderden den afzet; zoo werden de contingenten naar Duitsch- land met 60°/» verhoogd, terwijl de export naar enkele Balkanlanden eveneens be langrijk toenam. Onze vaste afnemers België en de Ver. Staten bleven niet bij het vorige jaar ten achter. Een tegenvaller was echter Rus land, dat slechts een vierde gedeelte van zijn aankoopen van 1936 afnam. Het stemt tot tevredenheid, dat de Clea- ringovereenkomst met Duitschland voor- loopig met een jaar ls verlengd. De trawlvisscherij. (Van onzen correspondent). Het feit, dat de trawlervloot van IJmui- den den laatsten tijd is uitgebreid met een drietal stoomtrawlers gekocht weliswaar uit de tweede hand, maar desondanks prima en lang niet goedkoope schepen en dat in Selby twee trawlers voor de Vem gebouwd worden, wijst er op, dat er in de geldwereld wat meer vertrouwen in de tpekomst van Hmuiden is gekomen, want de kostprijs van deze vijf trawlers zal lang niet gering zijn, naar schatting zoo'n driekwart millioen. als het niet meer is. zoodat, als we den gemiddelden kost prijs op f, 150.000 stellen, we kunnen zeg gen, dat we voor de geheele afgedankte vloot juist genoeg hebben ontvangen om er één nieuwe boot voor terug te koopen. Waaruit mag worden afgeleid, dat er heel wat nieuw kapitaal geïnvesteerd is. De resultaten. De financieele uitkomsten werden ove rigens sterk beïnvloed door de hooge ma teriaalprijzen en het is hierdoor al te op timistisch om te zeggen, dat er reden is om tevreden over de bedrijfsresultaten te zijn. Zeker, er is goed gevaren, de vang sten waren hooger en ook de besommingen maar ongetwijfeld is bij vele reederijen het meer ontvangene opgeslokt door de duurdere exploitatie. Het bedrag dat door de Nederlandsche stoom- en motortrawlers in 1937 meer is „opgevlscht" dan in 1936 bedraagt rond 1 millioen gulden. Maar daarvoor moesten ongeveer 300 reizen meer worden gemaakt en voorts was, zooals algemeen bekend is, een flink aantal trawlers meer in de vaart. Maar ook de gemiddelde reisbesomming was hooger. Bedroeg deze in 1936 f. 2170. in 1937 werd gemiddeld ca. f. 2390 besomd en dit laatste cijfer werd verkregen door een vloot, waarvan een grooter deel dan in 1936 bestond uit kustbooten. Want het kenmerkende van den gang van zaken in 1937 ls, dat ook een aantal opgelegde kust booten in de vaart werd gebracht. Het geen ook al weer geschiedde omdat dit type schepen veel betere resultaten be reikte dan voorheen. En dit is ook thans nog het geval. Met uitzondering van het tijdvak Sep tember-November. toen tal van groote trawlers ter haringvisscherij waren en de andere groote booten groote vangsten maakten zijn bijna het geheele jaar door de kustbooten met betere resultaten voor den dag gekomen dan de Noordbooten, hetgeen grootendeels zijn oorzaak vond ln de hooge prijzen, die voor de producten der kustvisscherij werden betaald. In de laatste maand van '37 waren er 85 trawlers in de vaart Daaronder waren 45 Noordbooten en 40 kust- en tusschen- booten. In December 1936 waren in de vaart 79 trawlers, n.l. 45 Noordbooten en 34 kust- en tusschenbooten. Het scheelt dus niet veel. en de winst van dit jaar zit voor een groot deel in de kortere reizen. Nieuwe visscherij. We mogen niet nalaten, dit bescheiden jaaroverzicht naar de rotatiepers te zen den, zonder gewag te maken van de nieu we visscherij, die in IJmuiden haar intrede heeft gedaan: de Barentszee-visscherij, die thans met drie trawlers, de „Erin", de „Norma Maria" en de „Alkmaar" wordt uitgeoefend. De „Erin" is inmiddels van haar tweede reis aan de markt.niet in IJmuiden, maar in Grimsby, zoodat voor alsnog van een geslaagden opzet niet mag worden gesproken, want deze opzet was het herstellen van onzen uitvoer. Maar de zaak staat nog in haar kinderschoenen en daarom is het nog te vroeg, een oordeel te vellen. Hoog zijn de verwachtingen niet gespan nen De trawlloggers. Aangaande de trawlloggers kan worden opgemerkt, dat deze minder druk gevischt hebben dan verleden jaar. Maar de totale opbrengst was niét lager, waaruit kan worden afgeleid, dat de gemiddelde reis besomming hooger was. Deze was in 1937 f. 550 en in 1936 f. 505. En als nu de puf op hetzelfde peil gebleven is, kunnen we constateeren, dat de resultaten, in de besommingen uitgedrukt, beter waren. Maar ook voor deze visscherij zijn de ex ploitatiekosten gestegen. Voor de grootere loggers zit er wel per spectief in. Deze schepen maken in den regel reizen, die voor die der kustbooten niet onder doen. Maar bij dit soort sche pen wordt gebroken met de gewoonte: Maandag varen. Zaterdag binnen, Zondag thuis, welke gewoonte met zich meebrengt, dat slechts vier van de zeven dagen ge vischt kan worden. En zoolang men zich hieraan houdt, kan deze visscherij nooit behoorlijk loonend gemaakt worden. Het zijn in hoofdzaak de schippers-eigenaars, die deze manier van werken er op na houden. Het spreekt vanzelf, dat wij daarop geen aanmerkingen wenschen te maken, doch slechts het feit willen constateeren. Wij zullen het hier voorloopig bij laten. Als het jaar ten einde loopt, wanneer het laatste uur van den Oudejaarsavond bijna voorbij is en mét een nieuwen dag een nieuw jaar staat geboren te worden, komt over velen een gevoel van berusting en tevens van verwachting. Voor een en kele maal in ons snel opgestuwd dage- lijksch gedoe geven we ons rekenschap van het voortschrijden, het niet tegen te houden voortschrijden, van den tijd en wij voelen er het onvermijdelijke, het over- heerschende van: hij gaat zijn niet te stui ten gang en wij berusten er in: hij is machtiger dan wij. Doch bij de zekerheid, dat zoo aanstonds een nieuw Jaar zich zal openen, bouwen we verwachtingen op, be- scheidene of groote; het zal een nieuw tijdperk zijn; wat het zal aanbrengen is onzeker; welnu, we zouden geen men- schen moeten zijn om niet te verlangen, te hopen, misschien zelfs te gelooven, dat de naaste toekomst ons goede dingen zal geven, betere dan het verleden wellicht, in ieder geval goede en blijde. En zoo wordt de ernstige Oudejaarsavond een avond van dankbaar zich overgeven en af wachten. Iets van zijn indrukken stemt overeen met die van den eersten werke- lijken lentedag, wanneer de natuur ons streelt en blijde maakt, ons zou doen zin gen als over een groote weldaad, die ons gedaan, een groote gave die ons geschon ken is; die lentedag verzekert ons den om keer en den opbloei van alles. De Oude jaarsavond nu verzekert ons „het nieuwe", dat komt en voor den mensch, die immer verbetering hoopt, beter zal zijn. Hoe gelijken onze feesten op elkaar! Kerstfeest een belofte. Jaarswisseling een belofte, Paschen een belofte: Zie, ik maak alle dingen nieuw. Het ls begrijpelijk, dat eertijds Kerstfeest en Jaarswisseling als feestviering soms inéénvloeiden en dat het Christuskind, hetwelk het licht bracht in de duisternis, ook, zooals ln sommige stre ken van Zwitserland, het „Neujahrskindli" genoemd werd, en dat een nieuwjaarsbede van het jaar 1682 aldus aanvangt: Jesu, Anfang aller Dinge Hilff, das disz Jahr uns gelinge. Want de zon is herboren, onverwonnen aanvaardt zij den zegetocht van het licht, wanneer het feest wordt gevierd van het Kind in de Kribbe. Ons oude feest der Jaarswisseling is van heidenschen oorsprong. Lang voor de ver schijning van het Christendom ln Midden- en West-Europa begon daar voor de hei- dcnsche bewoners de nieuwe dag des avonds, zoodra de zon was ondergegaan. Naar de nachten werd geteld; niet naar de dagen. Voor hen was de nacht de moe der van den morgen; uit de duisternis werd het licht geboren. Met behulp van volle en nieuwe maan werden de tijden bepaald; bij volle maan werden de bij eenkomsten der verstrooid wonende fami lies gehouden (de „Twaalf Nachten"). Uit een practisch oogpunt kwamen zij er toe aan den nacht een zeer hooge waarde toe te kennen. Avondfeesten waren veelvuldig; het feest van den Oudejaarsavond was in groot aanzien. Geen wonder! Na de zomerzonnewende nemen de dagen af; de zon beschrijft da gelijks een kleineren boog aan den hemel, totdat zij omstreeks de winterzonnewende nóch voorwaarts, nóch terug schijnt te gaan, doch zich voor het oog geheel niet meer schijnt te bewegen. De Noorlander zag, hoe zij zich niet hooger verhief, maar schijnbaar als een rad of wiel zich voort bewoog op de vlakte van haar horizon. Hij noemde deze periode den tijd van Joel, van het Zonnerad; vandaar dat nu nog in noordelijke streken de Kersttijd Joeltijd wordt genoemd. Doch hij wist, dat het licht reeds weer aan sterkte winnende was, dat langzaam de zon zich hooger verhief en dan vierde hij het feest van de Onver- wonnen Zon, van de terugkeerende licht sterkte, van de lengende dagen, van de warmte, die de lente en den zomer zou brengen. Van Kerstmis tot Driekoningen duurde Wanneer over een week of daaromtrent de jaarcijfers te onzer beschikking zijn, zul len wij aan de hand daarvan de zaak nog eens opnieuw bekijken. het feest van het heldensche nieuwjaar. Bij het keerpunt van de Zon, waarbij de hoop op vernieuwing zekerheid werd, kwamen de menschen ln grooten getale bijeen om eikaars vreugde te deelen en uit te wisselen. Gastmalen werden gehou den, offers gebracht. Er werd veel gegeten en gedronken en men verheugde zich in het nieuwe licht, in het nieuwe Jaar. Maar Rome drong het Westen en het Noorden binnen. De Romeinsche kalender werd met het gezag der legioenen In gevoerd. De Romeinsche kalender, door paus Gregorius verbeterd, was afkomstig uit de Egyptische tempels, welker pries ters het jaar hadden ingedeeld naar hun sterrekundige waarnemingen. Wat aan den Nijl gegolden had en te Rome werd gewij zigd, werd nu vastgesteld voor het Noor den met zijn lange winters en zijn na tuurverschijnselen. die zich in wezen sterk van die in het Zuiden onderscheidden. De Nieuwjaarsdag werd vastgesteld, doch aan gezien het Kerstfeest nagenoeg met het oude feest der Zonnewende samenviel, lieten de Noordelijken het feest van Christus' geboorte ineensmelten met hun Joelfeest en brachten de hoofdviering over naar den Kerstavond. De viering van de twaalf nachten werd door de geestelijk heid verboden. Doch het Nieuwjaarsfeest, dat naar heldensche gewoonte op den Oudejaarsavond gehouden werd. moest zij toelaten; het was te zeer geworteld in de gewoonten der bevolking. Het bleef tot heden het feest der herdenking en der verwachting. Het gelukte der geestelijk heid niet, de sympathie voor de viering van dat natuurfeest te doen verdwijnen. Kerstavond en Oudejaarsavond wijzen beide terug naar het groote Noord-Ger- maansche Joelfeest, vandaar de overeen komst in de feestelijke viering dier twee. De op Kerstavond gedoofde lichten van den denneboom werden op den Oudejaars avond weder ontstoken. De tijd tussehen de twee werd als heilig beschouwd. Oud tijds moest dan alle huisarbeid gestaakt worden; slechts het allernoodzakelijkste werk werd verricht. Het waren feestdagen, met name offerfeestdagen. De oude Ger manen schonken den onvrije gedurende de voornaamste feestdagen volle vrijheid; de gevangene werd tijdelijk uit de hechtenis ontslagen. Men ziet, dat de gedachte, die daaraan ten grondslag was gelegd, over een kwam met de liefde- en vrede-gedach- te der Christenen en zoo ls het te verkla ren, dat het Joelfeest langzamerhand ver vormd werd tot een Christelijk feest. Het offerfeest der heidenen is geen onwaardige bodem voor het Kerstfeest der liefde, even min als de Oudejahrsavondviering der Christenen, gesteld op den dag der uit luiding van het Joelfeest en de sluiting van het kalenderjaar na het winterfeest der zonne-wende, zich behoeft te schamen over wat haar vooraf ging. Waftr geofferd wordt is ootmoed aanwezig, zij het bij hei denen of bij Christenen. Want offeren sluit üi zichgebed en gave, bede en dank zegging. Nu vieren wij Oudejaarsavond, in stilte meestal, bescheiden en in een sterk ge voel van afhankelijkheid. Wij zijn ver, in onze viering, van de luide cedemonieën der oude Germanen. Voor ons is Oudejaars avond de avond der herinnering, van de inkeering tot ons zelf, van het hopen op een lichtende toekomst. Wat ons land be treft, zal er dankbaarheid kunnen zijn bij de herinnering en blijdschap bij de ver wachting. De avond kan een offerfeest zijn voor weldaden in het verleden, voor spranken van licht en gerechtvaardigde hoop op verbetering voor de naaste toe komst. Wèl zijn de onrust en de dreiging ln de wereld om ons groot, doch ook dat moeten we met open oog en ernst aan schouwen in de wetenschap, dat de groote machten, die dreigen, niet steeds geble ken zijn de sterkste te zijn. In een „Eeuwlgdurenden kalender las ik eens de woorden: „Zoo wij ons bij al het gewirwar van den tijd slechts houden aan de eeuwigdurende goederen, zullen wij wat komt gemakke lijker dragen." Dat is een mooie Oudejaarsavond-ge dachte. Boven het tijdelijke en zijn be droevend gewirwar staat de Eeuwige, Die bij jaar noch eeuwen telt. Aan Hem kun nen wij ons veilig toevertrouwen. A. J. B. B. BETOOVEKING OM „LA BOHÈME". von Bolvary, onder wiens leiding de twee beroemde zangsterren prachtig zingen en spelen. Oscar Sima, Paul Kemp, Theo Lin- gen en Lizzy Holzschuh zijn eenige andere bekende namen van hen. die men in deze opmerkelijk goedgeslaagde film begroet. Hiernaast Marta Eggerth als de zan geres Denise. die aan het einde van haar klachten is wanneer zij voor het laatst de Mimipartij in Puccini's La Bohème heeft gezongen, na de terugkomst van den zan ger Lambetain (Jan Kiepura) EEN MAN MAAKT CARRIÈRE Het beroemde echtpaar Marta Eggerth Jan Kiepura te zamen te zien optreden is steeds een groote vreugde. Zij zijn deze week hier samen te hooren in de film „Be- toovering om La Bohème" die gebaseerd i.» op de motieven van den bekenden ro man van Murger. De regie is van Geza Gaan geluk en voorspoed altoos samen? Veler leven wordt beïnvloed door gestaag jachten naar succes, het hopen en wach ten op en het gelooven in den roem, die later komen zal. ja er zijn zelfs zeer velen onder ons, die zoo hun leven lang blijven uitzien naar wat later zal moeten komen, waardoor zij vergeten, dat hun gansche be staan met wachten en verlangen voorbij gaat. Alle jonge menschen droomen van de heerlijke toekomst, die stellig zal moe ten aanbreken, maar pas in later jaren leeren zij begrijpen, dat al die heerlijkheid niet in vervulling gaat, dat het alleen héél enkelen onder ons zijn, met wie hef. Lot iet?, werkelijk bijzonders voor heeft. Tot die „gelukskinderen" behoort Tyrone Power, een der jeunes premiers der 20th Century-Foxfilm Corp. Hij heeft een bitter armen tijd gekend, hij heeft geleefd van de hand in de tand en hij heeft dit ver dragen met al de veerkracht van zijn jeugd en in het vaste vertrouwen, dat er wel een wonder zou gebeuren, waardoor hij eens klaps alles zou krijgen, wat zijn hart be geerde. In dat opzicht was hij precies een der als vrijwel alle andere jonge menschen, die arm en vol vertrouwen zijn over al de goede dingen, die nog stellig zullen komen. En op een dag geschiedde inderdaad het wonder. Hij kreeg een contract bii de 20th Century-Foxfilm en een hoofdrol in het groote filmwerk „Lloyds of London". Men moet niet onderschatten, welk een omme keer dat in het leven van een doodarmen jongen man is! Het beduidde: eigen auto's, eigen rijpaarden, eigen villa, eigen bunga low, eigen bedienden, en zoo maar voort en verder. Het beteekende: de vleierij van ontelbaren, die aan hem wilden zien te verdienen de bewondering van het Inter nationale filmpubliek, dat brieven schrijft aan sterren, vragend om portret en hand- teekening. Het beduidde een ommekeer, waarover men in romans zoo dikwijls leest en die men zich toch nimmer precies kan voorstellen. Het verbijsterde hem en maakte hem bijna duizelig. Maar hij bleek tegen de .veelde bestand.... Hij bleef hard werken en de eene film volgde op de andere. Was Tyrone Power nu gelukkig? In zekeren zin ja. Maar hij wende niet aan zijn huis op Beverly Hills, maar dwaalde door de kaj rners, als een museumbezoeker, die zich af vraagt, of hij op dien stoel daaTginds wel even zou gaan mogen zitten. Tyrone Power, de geluksvogel, ontmoette Sonja Henie. Deze twee werden echt goede vrienden en naar alle zeven hoeken van de aarde werd geseind, dat zij zich hadden terloofd. Wij willen het beamen noch te genspreken. In elk geval werd het leven voor deze twee jonge menschen mmder eenzaam, temidden van de eindelooze me nigte, die aan hen geld wilde verdienen. En nu komt Tyrone er rond voor uit: zijn cn jeugd stijgt de film naar de grandioze hart is blijven hangen aan de kleine kroeg jes, waar hij in zijn arme dagen voor twin tig centen een warmen schotel at. Aan de griezelige, groezelige kleine hotelletjes, waar hij overnachtte, zonder te weten, wat de volgende dag hem brengen zou. aan de derde klasse in den trein, aan al de bijzonderheden van het schilderachtige» leven van een gesjochten jongen tooneel- j speler, wat zulk een tegenstelling is met een rijken en gevierden filmacteur Sonja bekende, dat ook zij een heime lijke voorliefde heeft voor dien eenvoud, die eigenlijk uit hun beider leven verdwe nen is en waarvan zij nu pas zijn gaan houden. „Dat. wat je niet hebt...." zoo gaat het nu altijd in het leven Zij, die ln dezen eenvoud leven, kijken eindeloos uit naar béter. En zij. die er aan zijn ontste gen, wenschen er naar terug. Het aardige is nu. dat deze twee men- schenkinderen, die dit zoo typische punt van overeenkomst vertoonen in hun le vensloop en hun reactie daarop. dat deze twee zeer goede vrienden ook samen de twee hoofdrollen vervullen in een film, n.l. „Op glad IJs". Geluk en voorspoed gaan heusch niet altijd samen. En Tyrone kan met de hand op zijn hart verzekeren, dat zijn carrière eerder op zijn zenuwen heeft gewerkt, dan dat zij hem gelukkig heeft gemaakt. Tot dat Sonjamaar ssst! Zóó ver zijn we nog niet. „MAYTIME". show-momenten aan het hof van den der den Napoleon, naar de weidsche tafereelen der Europeesche opera-theaters van 1870 - 18S0. Men is tenslotte niet verwonderd, in het- décor van de Metropolitan Opera een Met Jeanette MacDonald en Nelson Eddv. Een beroemd zangerspaar is deze week te hooren: Jeanette Macdonald en Nelson r.ddy in de operettefilm „Maytime", na dat men hen reeds kon bewonderen in „De ondeugende Mariette" en „Rose Marie". Om hen beiden heen heeft Sigmund Rom berg dit keer een oorspronkelijke operette geschreven. Na een lichten inzet van lente volledige, speciaal voor dit doel door Her- bert Stothart op motieven van Tsjaikows- ki's Vljfdfe gecomponeerde opera voorgezet te krijgen: een hoogtepunt van melodie en omantisch drama, van show en dramatiek Het is ook hier. dat de derde figuur in dit werk, John Barrymore als Russische graaf, hoogtepunten vindt in karakterspel. 2—S

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 18