iKerstüeldloop - Internationaal hockey - Kerstuitdeeling Leger des Heils 78sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Het Rad der Fortuin FEUILLETON t I)E JAARLIJKSCHE D.H.C.—KERSTVELDLOOP op het D.H.C.-terrein to Delft. De winnaar J. Zecgers (A.A.C.) neemt de laatste hindernis. Hiermede bereikte hij zijn veertigste overwinning. GENERALE REPETITIE VAN „GIJSBRECHT VAN AMSTEL", hedenavond cp te voeren door de Amsterdamsche Tooneelvereeniging in den Stadsschouwburg te Amsterdam. Albert van Dalsum als Gijsbrecht. OP TWEEDEN KERSTDAG WERD IN HET FEIJENOORD-STADION TE ROTTER DAM de voetbalwedstrijd gespeeld tusschen Rotterdamsch elftal en Budafok. Gevaar lijk moment voor het Hongaarsche doel. INT. HOCKEY-TOURNOOI TE BREDA. De 18 elftallen Fran- s.che, Belgische en Duitsche, ver overen het terrein. DE HERTOG EN DE HERTOGIN VAN WINDSOR bij aankomst aan het station te Cannes. Zij brachten de Kerstdagen door bij hun vrienden, mr. en mrs. Rogers. GROOT KERSTFEEST voor arme ftinderen in het Gebouw voor K. en \V. in den DE KINDEREN VAN DEN HERTOG EN DE HERTOGIN VAN KENT, Haag, georganiseerd door het Leger des Heils. Hot hoogtepunt van het feest was prinses Alexandra en prins Edward in den trein naar Sandringham, waar zij met hun ouders de Kerstdagen natuurlijk het uitreiken van cadeautjes. doorb'rachten bij den Koning en de Koningin. Uit het Engelsch van LOUIS TRACY. Vertaald door MR. M. A. KWITSER. 19) Royson zag, dat von Kerber en Mrs. Hax- ton voor de deur van het Postkantoor op hen wachtten, maar miss Fenshawe's toe speling op zijn persoon, lokte een vraag uit. Wilt u me dan inlichten over het be langwekkende feit van mijn indentiteit? vroeg hij snel. O ja wel. Ik geloof, dat uw brief In Port Said is geopend en gelezen. Mevrouw Haxton is handig in het gevolgtrekkingen Blaken. Ze zei. dat ze uw naam herkend had in Marseille toen het telegram kwam, weet u wel maar als dat zoo is, is het vreemd, dat ze die kennis voor zich hield tot na ons vertrek uit Port Said. Ver giste ze zich? Waarin? In de meening, dat u de neef is van een baronet en zijn erfgenaam? Hij lachte vroolijk. Na jaren van onver schilligheid vervolgde zijn geboorterecht hem nu met bijzonderen ijver. U kon geen beter voorbeeld hebben uitgekozen voor de halve waarheden, waar over u daarnet hebt geklaagd, zei hij. Ik geef toe, dat Sir Henry Royson mijn oom ls, maar hij zwoer, dat ik nooit zijn erfge naam zou worden, toen we elkaar het laatst ontmoetten. Toch was de brief van zijn ad vocaat en hield een vage veronderstelling van mogelijkheden in, die. om het zacht uit te drukken, zouden maken, dat mevrouw Haxton merkwaardig goed kan raden. Op het zelfde oogenblik kwam mr. Fenshawe uit het postkantoor. Hier, riep hij. Stapels brieven en couranten. Pak aan, Irene, en zoek ze uit. De baron en ik moeten gauw naar het huis van den gouverneur. We kunnen straks in het hotel onze correspondentie wel lezen. Von Kerber ging onmiddellijk met den ouden heer mee. Irene opende het dikke, met een touw samengebonden pakket. Ze gaf mrs. Haxton verscheidene brieven en vergrootte Royson's verbazing door hem er ook drie te overhandigen, waarvan twee met zijn waren naam waren geadresseerd en de andere het adres droeg: Richard King Esq. Het ontging hem niet dat mrs. Haxton merkte, dat er brieven voor hem waren. Stump, die op dat oogenblik te voorschijn kwam, vergrootte Dicks verle genheid. toen hij de enveloppen ln zijn hand zag. Hallo! gromde hij, Je bent er ook vlug bij geweest. Brieven, hè! Hoe heb je dat klaar gespeeld? Dat kan ik u niet vertellen, was het openhartige antwoord. Blijkbaar heeft iemand in Londen de route van het jacht ontdekt voordat ik het zelf wist. Dat ls vreemd, zei Stump, met een zweem van twijfel. Het is waarschijnlijk eenvoudig ge noeg. als de zaak wordt opgehelderd, zei Irene nonchalant. De aanleghavens van de Aphrodite kon iedereen te weten komen, die de moeite neemt aan mr. Fenshawe's woning naar u te informeeren. Mr. Royson zal ongetwijfeld ervaren, dat zijn vrienden dien weg gevolgd hebben, toen hij hen niet berichtte, waar het schip naar toe ging. Maar het is te heet om hier in de zon te blijven staan. Laten we naar het hotel gaan en daar op ons gemak onzen voor raad doorzien. Toen de gelegenheid zich voordeed, keek Dick zijn onverwachte post door. De twee brieven voor „Royson" waren van Forbes. Ze waren verschillend gedateerd. De eerste hield de mededeeling in, dat Sir Henry Royson ernstig ziek was en dringend op dracht had gegeven, dat zijn neef aan zijn ziekbed moest komen. „Ik heb reden aan te nemen, schreef de rechtsgeleerde, dat uw oom een schok heeft gekregen, misschien door het plotseling ontvangen van inlich tingen. die hem vroeger onthouden waren en ik zou in mijn plicht te kort schieten. Indien ik er niet bij u op aandrong, om alle andere consideraties ter zijde te stellen en onmiddellijk naar Engeland terug te keeren. De tweede brief was nog uitvoeriger. ,De persoon, van wlen ik uw verblijf plaats heb vernomen", schreef mr. Forbes, „heeft mij vandaag bezocht en de feiten, welke hij mij heeft voorgelegd, eischen ernstig uw aandacht. Hij is er zeker van, dat de schatgravende expeditie, waarbij u zich heeft aangesloten een mengsel is van roofzucht en schurkerij, waarvan mr. Fenshawe de dupe is: hij is misleid door iemand, die onder ernstige verdenking staat van een kapitale misdaad. De Itali- aansche regeering is bezig stappen te ne men om dezen persoon in hechtenis te doen nemen, en of de aanklacht tegen hem ge grond is of niet, het ls een vaststaand feit, dat de bewegingen der Aphrodite bewaakt zullen worden, met het doel om haar met kracht van wapenen te beletten op Ita- liaansch gebied te landen. U zult begrijpen, dat ik sterke gronden heb voor deze bewe ring. anders zou ik haar niet op schrift durven zetten. Indien u denkt, dat het eenig nut heeft, machtig ik u dezen brief aan mr. Fenshawe te toonen, onder voor waarde, dat mijn naam niet genoemd wordt bij eenig onderzoek, dat hij verkiest in te stellen. Het zal u misschien helpen de juiste beslissing te treffen, indien ik u zeg, dat ik u heb opgespoord met behulp van Luitenant Honorable John S. Paton, van de Coldstream Garde, die de advertentie las, welke ik in de „Times" plaatste, en me den datum opgaf van het rijtuigongeval in Buckingham Palace Road, waarbij ge, naar het schijnt, den moed en de energie hebt getoond, welke men aan iemand uit uw familie mag verwachten. Bij onderzoek bleek, dat het rijtuig van den heer Fen shawe was en een van mijn bedienden werd na een bezoek aan mr. Fenshawe's huis aangesproken door een man, die in staat was te bewijzen, dat hij nauwkeurig op de hoogte was van uw bewegingen. Ik heb gehoord, dat hij met deze post volledig aan den heer Fenshawe schrijft, dus reken ik in ieder geval op uw spoedig vertrek uit Massoea, daar ik geloof, dat de heer Fenshawe niet langer zijn naam zal leenen aan een verdachte onderneming". De derde brief, die geadresseerd aan „King", was van een zekeren William Fiel ding „particulier detective", die zich be kend maakte als degene, die mr. Forbes had ingelicht. Hij schreef ongeveer het zelfde als de advocaat en voegde eraan toe: „Ik heb de enveloppe aan u geadres seerd onder den naam, waaronder u zich op de Aphrodite hebt ingescheept, of schoon ik weet, dat een telegram, dat u onder uw eigen naam in Marseille gezon den werd, u bereikte. Indien u zoo goed wilt zijn den heer Fenshawe onder vier oogen te vertellen, hoe een man, genaamd Alfleri. mèt anderen, baron von Kerber in Marseille aanviel en hem beroofde en ver wondde, zonder dat eenig protest van zijn kant volgde, zult u helpen een groot on recht te herstellen." Royson zat op de balkon-veranda op de eerste verdieping van het Grand Hotel de I'Univers, toen zijn verbaasde oogen deze brieven lazen. Wat hem in beide brieven trof, was dat de schrijvers blijkbaar meer wisten dan ze loslieten! Hij keek onwillekeurig naar den stapel brieven, die op een tafeltje naast miss Fenshawe's stoel lag en waarbij ook een verrassend epistel voor den ouden heer moest zijn. Hij keek naar Irene. Ze glimlachte om een grap of een leuk nieuwtje op een dichtbeschreven vel papier, dat ze in de hand hield. Naast haar zat mevrouw Hax ton, nog meer verdiept, De brief, dien ze in haar slanke vingers hield, was even zeker een zakenbrief, als Irene's brief, vol door halingen en aanvullingen het resultaat was van een vrouwelijke pen, die overvloeide van nieuwtjes. Stump leunde over de balustrade en keek vol verachting neer op een half dozijn verkoopers van kleeden, struisvecren, fruit, zoetigheid en Abessini- sche curiositeiten, die zich beneden op straat verzameld hadden en luidruchtige pogingen deden om zijn klandizie te ver werven. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5