De stranding bij Egmondaan Zee - Beeld van Pilsoedski te Rome onthuld 78sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad r Het Rad der Fortuin FEUILLETON TENGEVOLGE I VN DEN" DICHTEN MIST i- gistermorgen 1 k.in. benoorden Egmond aan Zee do Engclsche kolenboot Gateshead" gestrand op weg- van New Gastje naar Amsterdam. Do reddingboot vaart uit. Het schip is door sleepbonten vlotgetrokken. GISTEREN HEBBEN EENIGE AUTORITEITEN een bezoek gebracht aan het nieuwo Lorcntz-baken op 't vliegveld Schiphol, een toestel voor het landen in do mist. Exterieur van het nieuwe baken. DE AMSTERDAMSCHE IJSHOCKEY-CLUB vertrok gisteravond van het Centraal Station te Amsterdam naar Zwitserland. Het team arriveert aan den trein. DE 53 METER HOOGE SCHOORSTEEN van een meubelfabriek: te Hilversum opgeblazen. De reus komt ten val. NIET BANG. Een van de setisatienummers van Bertram Mills' Christ* rnas Circus te Londen. Een leeuwentemmer drukt zijn gezicht tegen den kop van een leeuw. EEN MARMEREN BUSTE VAN MAARSCHALK PILSOEDSKI, IN DE ZAANSTREEK EN BENOORDEN HET IJ wordt met Kerstmis als geschenk van de Poolsche regeering naar Rome gebracht, is door den gouverneur van Rome in de naar Pilsoedski zeer veel het Midwintergebak „Duivekater" gegeten, zoodat de bakkers genoemde straat onthuld. het extra druk hebben. Uit het EngeLsch van LOUIS TRACY. Vertaald door MR. M. A. KWITSER. 18) HOOFDSTUK VU. Mrs. Haxton krijgt een schok. Mr. Fenshawe, die zijn kennis van het Arabisch opfrischte en von Kerber, die met mevrouw Haxton apart liep om te ver nemen, hoe en wanneer ze bericht had gekregen van Abdullah, hadden voor niets anders oog of oor. Irene en Dick kregen zoo eenige oogenblikken, waarin ze niet beluis terd werden en het meisje greep de gele genheid vlug aan. Weet u, waarom we hier gekomen zijn? vroeg ze zachtjes, terwijl ze stilstond om te kijken naar den gordel van kleine eilandjes, die het grootere eiland Massoea van de open zee afsluiten. Baron van Kerber vertelde het ons in Marseille, zei Dick. Onsr vroeg ze bijna scherp. Ik bedoelde kapitein Stump, mr. Tagg en mijzelf. Wat heeft hij u verteld? De merkwaardige geschiedenis van een Romeinsche expeditie tegen de Sa- baeërs; een storm, een schipbreuk, het be graven van een grooten schat, en hoe deze eindelijk ontdekt werd door middel van een Grieksch papyrus, dat ln een graf tombe werd gevonden. Dat is het juist, wat me dwars zit. ze! ze plotseling geërgerd. Zijn gedrag is on berispelijk, en toch ben ik er zeker van, dat hij niet eerlijk handelt. Ik heb het ge waagd, dat tegen mijn grootvader te zeg gen, maar ik kan niet het geringste bewijs aanvoeren. Baron von Kerber is de op rechtheid zelf, wat de echtheid van de papyrus betreft. Probeerde hij ook mevrouw Haxton's aanwezigheid, of de mijne, te ver klaren? Toen kapitein Slump protesteerde voor hij u gezien had, let wel tegen het meenemen van dames, zei de baron, dat de expeditie zonder u niet kon doorgaan. Precies. Mrs. Haxton ls altijd een on misbaar deel van het plan geweest. Ik ben hier alleen, omdat ik vond, dat groot vader niet alleen behoorde te gaan, omdat deze menschen vreemden voor hem zijn, terwijl hij vele duizenden te hunnen be hoeve heeft gegeven. Onder andere om standigheden zou ik het heerlijk vinden aan zoo'n avontuur deel te nemen. Grootpa beloofde me twee jaar geleden, dat we dezen winter in Boven-Egypte zou den doorbrengen. Ongelukkigerwijze stel de mevrouw Haxton von Kerber aan hem voor op een kasteel in de Hooglanden, waar we voor de jacht waren uitgenoodigd. Zoodra hij hoorde van de overlevering op dat ongelukkige vod papier, herleefde al zijn oude geestdrift voor onderzoekingsrei- 'zen en sinds dien tijd heeft hij blindelings hun plannen gesteund, Ik hoop, dat u me zult vergeven, als ik het tegendeel beweer, miss Fenshawe, zei Royson. Uw grootvader aarzelde vandaag bijvoorbeeld niet om aan de wenschen van den baron geen gehoor te geven. O, dat heeft niets te beteekenen. Na tuurlijk neemt hij, met zijn kennis van Egypte, in zulke dingen de leiding. Maar de zaak zit zóó: Haxton, niet von Kerber, vond die papyrus, of zij kwam op een of andere manier in haar bezit. Zij is de ont werpster van het plan. Ze probeerde ge ïnviteerd te worden door onze vriendin in Glengarloch met het vooropgezette doel om grootvader te leeren kennen. Ze ontmoette von Kerber niet toevallig, maar liet hem op het juiste oogenblik opduiken. Hij is niet een oppervlakkige kennis, dien zij in Cairo ontmoet heeft, zooals ze voorgeeft, maar iemand, dien ze al jaren kent. Ze zijn alle bei doodsbenauwd dat er iets gebeurt dat hun verhindert den rijkdom te krijgen, waarop ze hopen. Ze zijn doodarm, mr. Royson, Ze hebben hun crediet tot het uiterste gebruikt om den schijn op te hou den. en ze hebben alles op deze kaart ge zet, ofschoon hgfteenige bewijs van het be staan van den buit van het Romeinsche legioen een vodje met nauwelijks te ont cijferen schrift is, misschien niets anders dan de droom van een krankzinnige. Hebt u dit ook aan mr. Fenshawe ge zegd? vroeg Dick. Ja, alles, maar hij lacht alleen en zegt, dat ik moet bedenken dat ik nog geen twintig ben. Hij beweert, dat er vreemder dingen bedolven liggen onder het zand van Egypte, dan alle geleerde genootschappen geslaagd zijn tc ontdekken. Hij vindt het niet erg, dat de tocht van de Aphrodite vergeefsch zou zijn indien daardoor blijken zou, dat de inhoud van de papyrus valsoh is. Voor een echte oudheidkundige is het zoeken ten slotte een even groot genoegen als het vinden. De kosten van deze expedi tie spelen voor mijn grootvader geen rol en onder andere omstandigheden zou ik het als een aangenaam en ongemeen uitstapje beschouwen. Maar deze twee menschen hebben me zenuwachtig gemaakt en daar om was ik vast besloten, dat ze u in Suez niet weg mochten sturen, want ik voelde, dat ik u mijn twijfel en vrees kon toever trouwen en zoo noodig van u hulp ver wachten. Anders zouden mr. Fenshawe en ik aan hun genade zijn overgeleverd. U kunt tot het einde toe op mij reke nen, zei Royson ernstig, maar u moet ook niet vergeten, dat de officieren en beman ning allen Engelschen zijn en zich nooit zouden leenen tot een onderneming, die veraad jegens hun patroon inhoudt. Dat is prachtig zoover als het gaat, was het uitdagende antwoord, maar ik weet ook, dal onze ondernemende baron u allen heel handig tot geheimhouding heeft verplicht, en een belofte van trouw aan zijn belangen van u heeft geëischt. Daar om hebt u zelfs, mijnheer Royson, mij niets verteld van den aanval, die in Mar seille op hem werd gepleegd. Deze tegenwerping kwam onverwachts en Royson zag haar eenigszins verlegen aan. Hij beweerde, dat als het voorval u ter oore kwam. het u noodeloos ongerust zou maken en dat klonk heel aannemelijk. Juist. U begint de moeilijkheden te waardeeren. die ik ontmoette, toen ik trachtte mijn grootvader te overtuigen, dat hij niet alles, wat zij vertelden, moest ge- looven. Baron von Kerber vertelt nooit een bepaalde leugen. Hij zegt zelfs de absolute waarheid, maarslechts een deel er van! Gelukkig hoorde mijn kamenier van uw moed bij het verjagen van de bandieten die den baron aanvielen. U werd onmiddel lijk een held onder de matrozen, wat, tus- schen twee haakjes, niet meer dan billijk is, wanneer u bestemd bent om de rol te vervullen, die uw beroemde voorvader ge speeld heeft. Een zacht glimlachje verdreef de scha duwen van haar gezicht en Dick bloosde bij de herinnering aan de wilde woorden, op dien wonderbaren nacht op het kanaal. Vertel mij alstublieft, wat u gehoord hebt miss Fenshawe. Niets behalve hét feit. dat onze Oos- tenrijksche vriend overvallen werd door een paar straatroovers, toen hij 's avonds laat van het station naar het schip reed en dat u en meneer Tagg toevallig in de buurt waren, met noodlottige gevolgen voor de Marseillanen. Maai' wat ik graag weten wilde is dit: beroofden ze hem? Mijn b#lofte bindt mij om de bijzon derheden niet te vertellen, was het ant woord. Hij brandde van verlangen om haar van zijn toewijding te overtuigen, maar voelde zich gedwongen tot een zwijgend verbond met wat vermoedelijk een samenzwe ring was. Zij begreep en waardeerde het, dat hij zijn woord aan von Kerber niet wilde breken. In ieder geval begrijpt u nu mijn rede nen om zoo ronduit met u te spreken. Mr. Royson, ging ze voort. U mag zich gebon den achten door uw afspraak met den ba ron, en dat kan ik u niet kwalijk nemen, maar ik ben er zeker van, sinds ik weet, wie u bent, dat u zich niet zult leenen voor een of ander gemeen plan van het merk waardige paar, dat op het oogenblik naar ons kijkt, en zich ongetwijfeld afvraagt, waar we het zoo druk over hebben. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5