De vioolbouwer Antonio Stradivarius de herders gebracht en die waren allemaal even vriendelijk en gezellig. En het was zulk heerlijk weer en de zon straalde zoo lijn over de ruggen van de schapen, dat Betuël een deuntje moest irfngen. of hij wilde of niet! Het was avond geworden en de herders aan boer Nasri hadden het doel ivan hun tocht bereikt. De zon was onder en statig verhief zich de maan aan den helderen hemel, blinkend als een gouden schijf. Dui zenden sterretjes pinkelden In de koude lucht, want het was winter en "s nachts kon het geducht vriezen. Daarom hadden de herders een vuurtje gemaakt om hun handen te -warmen en booze wolven, die de kudde zouden kunnen aanvallen, op een afstand te houden. Ze waren met z'n ze venen en drie der herders hadden zich al in hun dekens gerold en sliepen vast, ter wijl de -drie anderen en ook het jongste herdertje Betuël. de wacht moesten houden. De jongen lag op zijn rug en keek om hoog naar de heerlijke sterrenlucht O. hoe stil en vredig was alles om hem heen. Het leek wel of het heerlijke, blijde gevoel, dat dien heelen dag in zijn hart had geleefd, nu in dezen plechtigen avond, stond, nog veel wilder werd. Hii haalde diep adem en keek naar één groote ster, die schitterde als diamant, vlak boven de huisjes van Bethlehem in de verte. Groot was die ster.zoo groot: het leek haast wel. of ze steeds grooter werd en stroomen van zilveren licht uitstraalde, regelrecht in ziin hart. 't Was Betuël, of het geluk zóó groot werd. dat het bijna niet te dragen was voor hem. zoo'n armen her dersjongen! Hij keek en keeken toen 'gebeurde het wonder. Een engel stond op eens naast hem omhuld in vurig, stralend licht. En de herders schreeuwden van angst en wierpen zich bevend op den grond Maar toen begon in dien wonderlijk heiligen naoht. de engel te spreken met een stem. die louter licht scheen te zi.in: ..Vreest niet! want ziet ik verkondig u ;groote blijdschap, die al den voike wezen zal; namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere. in de stad Davids" En ook zeide de engel, dat zij moesten optrekken naar Bethlehem, waar zij het Kir.deke zouden vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe. En nauwelijks was de engel uitgesproken, of nog vuriger lichtbundels straalden op aan den hemel: het was één gloed van goudig, sprankelend licht, waarin een heele rij engelen vereoheen, die zong: .JEere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in de menschen een welbehagen". Zoo'n lieflijk gezang had Betuël nog nooit gehoord. En hii staarde en staarde, net zoolang, tot de zilveren stemmen ver klonken waren en de hemel langzamerhand donker werd. En toen pakte hij Jobi. den oudsten her der bij de hand en zei fluisterend „Kom". Met z'n zevenen liepen ze naar Bethlehem zwijgend, als in een droom. En den heden weg langs lichtte de groote ster hen voor. tot die stilstond boven een herberg. En daar, in de stal. vonden zij het kindeke Jezus, dat geboren was om de blijde bood- schao van God's liefde te brengen aan de wereld. Eerbiedig bleven ze staan aan den dorpel, beschroomd traden zi.i nader en knielden neer voor het kindeke en zijn zijn moeder Maria. En toen keek Betuël het kleine kindje, dat zoo zoet bij zijn moeder op schoot zat. recht in de oogen en hij dacht: ,,'t Is net, of hii mij kent en alles weet. wat ik denk". De oogen van het kindeke waren zonnig en diep Ze zeiden tot Betuël ia. hii hoorde het duidelijk ofschoon er in den stal toch geen geluidje gehoord werd! ..Betuël, wees altijd zoo lief voor je moe der. Help haar. zooveel je kunt. Wees trouw Betuël. geef een voorbeeld aan je broer Ruben". Betuël meende, dat hii zijn mond open deed en zei: „Maardat is erg moeilijk". En toch kwam er geen geluid. Maar de oogen van het kindeke zeiden: „Ik zal je helpen, Betuël en je nooit verlaten". Toen de jongen thuiskwam, liep zijn moeder hem tegemoet en ze zei: „O, Betuël er is een wonder gebeurd!" „Ik weet het: het kindeke Jezus is ge boren en ik heb het gezien". Maar de moeder bedoelde iets anders: ze nam hem bij de hand en bracht hem in het huisje, waar zijn broer Ruben voor over op het bed lag en snikte van berouw. Van dien dag al werd het anders in het huisje van moeder Esther. De belde jongens trokken voortaan iederen morgen naar het veld om de schapen van den boer te weiden en ze zorgden trouw voor hun arme moeder, zoolang zij leefde. Dat had het heilige Kindeke gedaan, Wien-s geboorte wij op het Kerstfeest herdenken en Die ons allen leeren wil. hoe wij elkander moeten liefhebben. R DE RUYTERv d. FEER. Hoe zijn zoekgeraakte wonderviool in de Kerstvacantie te voorschijn kwam. Het is de 24ste December, de avond voor Kerstfeest. Wij zitten knus bijeen in de .warme huiskamer en luisteren naar de radio. Het zijn de oeroude Kerstliederen, eenvoudig van melodie en harmonie en toch de menschelijke ziel diep roerend, die de rijkszender Keulen heden op het pro gramma heeft, want het is immers de ■„heilige avond", het grootste feest, voor de Duitsche kinderen, die nu stil verrukt om den met brandende kaarsen versierden sparreboom staan en hun harten uitstorten door het zingen van deze aangrijpende wijsjes „Stille nacht, heilige nacht", klinkt het, door heldere kinderstemmetjes gezongen, maar boven de menschelijke stemmen uit zingt een viool, nu eens juichend in de hooge octaven, dan weer als orgeltonen in de lage toonschaal. „Dat is een Stradivarius!" Met dezen uitroep verbreekt Emiel, onze zestienjarige zoon. de plechtige stemming van den kring. Hii kan liet weten, want hij is zelf een virtuoos in den dop. heeft groote belang stelling voor het bouwen van strijkinstru menten. scharrelt bii alle handelaren in oude violen en zou het liefst instrument maker worden. .Stradivarius? was dat niet een viool bouwer. die in de middeleeuwen leefde?" vraag ik, want ik ben een leek op dit ge bied „De beroemdste van de geheele wereld!" roept Emiel enthousiast; en blij dat hij ziin kennis ten toon spreiden kan, vertelt hii ongeveer het volgende. Het Is nu juist twee honderd jaren ge leden, dat deze kunstenaar stierf, n.l. op 19 December 1737; andere zeggen op 13 Dec. Hij WB6 93 jaren oud, want hij werd in 1644 te Oremona geboren. Ofschoon zijn vader een rijk man was. had de jonge Antonio ivoor niets anders interesse dan voor violen en oello's en zijn vader wa<s verstandig ge noeg. hem zijn eigen levensweg te laten kiezen. Zoo kwam de jongen reeds vroeg in de leer bij den beroemdsten violenbouwer van dien tijd, Nicolo Amati. Op 23-jarigen leeftiid trad Antonio in het huwelijk en werkte voortaan zelfstandig en voor eigen rekening Toen reeds evenaarden de in strumenten. die hij bouwde, die van zijn leermeester; maar eerst thans teekemde hij de voortbrengselen van zijn hand ook rnet zijn eigen merk U moet weten, dat alle betere instrumenten binnen op den bodem het merk of fcenteeken van de bouwer dra gen. duidelyk zichtbaar door de f-vormige openingen van het dekblad. Stradivarius had twee zonen, Francesco (geb. 16711 en Omobono (geb. 1679). die ■beiden met hun vader samenwerkten. De instrumenten, die zij bouwden zijn de beste die in de wereld te vinden zijn en worden thans met enorme sommen betaald. Zij dienden tot voorbeeld van den violenbouw van den lateren tijd; maar tot op den dag van heden werd nog nimmer een viiool ge bouwd, die de meestermerken van Stradi varius evenaarde. Het geheim van deze instrumenten is met hun s-chepper ten grave gedragen. Natuurlijk waren niet alle door Stradiva rius gebouwde violen van gelijke kwaliteit. Het zijn vooral zes instrumenten, die boven alle andere uitmuntten en die men won- derviolen" noemde. Van deze instrumenten zijn er thans nog viif aanwezig. De zesde is waarschijnlijk gedurende de Fransche revolutie in 1794 verbrand. Het is niet zeker maar de legende vertelt, dat zli in het bezit was van een Fransch edelman, die naar Engeland gevlucht was, om aan de guillotine te ontsnappen. In een vlaag van verstandsverbijstering heeft hij het kost bare instrument verbrijzeld en de splin ters verbrand, omdat hij telkens verschrik kelijke visioenen zag, wanneer hij het be speelde. Tot aan het einde van de vorige eeuw waren slechts vier van de „wonderviolen" van Stradivarius bekend. Eén was zooals we hierboven verteld hebben verbrand, maar de zesde was zoek. Eindelijk werd ze in een kiein dorpje bii Goelar iDuitsc-Mand) teruggevonden. De geschiedenis van deze ontdekking of vondst is leuk en juist nu actueel, omdat de gebeurtenis in di dogen plaats had. Een arme muzie in Halte wilde gedurende de Kerst- zijn hart eens ophalen aan de win in het Harzgebergte. In een van d< hotels kon hij niet logeeren, dat beurs niet toe: dus zocht en vond goedkoop pension bii een boer in K bii Goslar. Hier had hij gelegenhe hartelust op een bobslee de met bedekte hellingen af te glijden. En 7 zat hij dan met het -boerengezin warme kachel, luisterde naar de f van den ouden boer en speelde nu een wijsje op zijn viool. Op den aivo Kerstmis nam de boer het instrum eens In zijn eeltige handen, bekeek zei toen: „Zoo'n ding hebben we huis, waar is het moeder?" „De kinderen spelen er sleetje mi woordde de boerin. En de tienjarige krullebol kwam mer binnen. Aan een touwtje trok romp van een vioól. waarvan het ontbrak, achter zich aan. De muziei die zulk een behandeling van een ment als een heiligschennis besc De muziekleeraar greep het wrak, het nauwkeurigen schrok greep het wrak. bekeek het mauwkeui buiten en van -binnenen schrol op den bodem, half uitgewiseht, ma duidelijk leesbaar, zag hii het merk Anti. .s Std-vas Or..n s lacib..t.. anno 172 Antonius Stradivarius Oremonens cietoat anno 172 Was dit de verloren wonderviool' moeite behearschte hij zijn opwind vroeg den boer: „Hebt ge soms o dekblad?" „Wel zeker! Het ligt on derde tree van de zoldertrap. Vooruit Ha?.; de plank op". Het hart van den musicus klopte -baar. want juist het dekblad is hel baarste deel van een viool. Een stei hem dan ook van -het hart toen de met het „plankje" aan kwam dragei baasd zag de -boei', hoe gretig zijn naar greep en sprak: „Hoor eens rr als je v-oór mijn jongen een nieuwe koopt, mag je dat prul houden". De jonge man -had wel eenig gev bezwaar bii deze transactie, maar zijn -beurs licht was en hij bovendiei zekerheid omtrent de werkelijke van ziin vondst had aanvaardde voorstel. Reeds den dag na het Kei vertrók hii naai' Berlijn, waar hij zijn eens aan een deskundige liet zien. Het w a s d-e wonderviool. die zoolan geweest was. Niemand weet hoe en neer ze op de armzalige boerenhofs de Klaiustha.1 verzeild geraakt was. De ratie van het instrument was kosth duurde lang, maar in December V8 volgende jaar was alles gereed. De ra onderwijzer kreeg er vierduizend <i (plm. f 7000) voor uitbetaald, een ri voor hem, die nog nooit honderd da bezeten had Dat was een vroolijk feest voor hem; maar hij dacht oo den boer in Klaustha! en stuu-rde W den heiligen avond duizend daalders. De kostbare wonderviool werd voo fantastisohen prijs verkocht aan een rij ken Amerikaan. Een van de meesterviolen van Stadi bevindt zich in ons land. Het is een -baar instrument, welks waarde op 1 geschat wordt. De gelukkige eigenaar heer A. Liefferink te Bussuim,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 20