Een bijzondere Kerstmis Nieuws uit de Filmwereld Paul Muni ONDRAGELIJKE BRANDWONDEN LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 24 December 1937 Zesde Blad No. 23850 KLOOSTERBALSEM 78ste Jaargang door J. P. Baljé AKKER S ORIGINEEL TER INZAOC mn INtETTEfEJt Een meesterlijke karakter-actewr MET halftoegeknepen oogen keek Olga van Maren naar de slanke, elegante figuur van Eddy Lumei, die, een sigaret in de hand waar van een licht rookpluimpje opsteeg, beleefd naar de gastvrouw, haar moeder, luisterde. Er met een gemengd gevoel van spijt en welbehagen realiseerde zij zich, dat ze toch wel heel erg van hem gecharmeerd was! Olga was een volleerde flirt, die er haar liefhebberij van maakte, de mannen om haar slanke vingertjes te winden. Het was een soort sport van haar geworden, die ze met nietsontzienden ijver beoefende. Haar succes was even groot als haar ijver, wat geen wonder was, want niet alleen was Olga van goede familie en zeer gefortuneerd, maar ze had ook een natuurlijke charme, en haar lief, knap gezichtje had al tallooze jongelui het hoofd op hol gebracht. Toen dan ook plotseling Eddy Lumei, die jaren lang in het buitenland had gezworven, en van wiens jachtavonturen een groote roep uitging, in haar wereldje zijn intrede deed, werd hij als een welkom nieuw slachtoffer door haar ontvangen. Hijzelf had er bitter weinig van gemerkt, dat hij haar welkom was. Want Olga had een bepaald systeem van verovering, dat tot nu toe nog nooit gefaald had. Ze was uiterst lief in den aanvang, maar scheen dan langzamerhand te bevriezen. Angstvallig waakte ze er echter voor, dat het slachtoffer haar nooit geheel ontsnapte, ze wist op on navolgbare wijze haar doelwit duidelijk te maken, dat ze zeer begeerenswaardig, en vooral zéér mooi was. Altijd weer waren ze er in gevlogen, altijd waren de jongelui bin nen eenige weken onder haar bekoring ge komen. Maar ditmaal scheen het systeem te falen. Eddy Lumei was beleefd en vriende lijk geweest, zoolang zij dat óók was, maar toen de „bevriezingsperiode" was aangebro ken, scheen hij eerst verwonderd, en daar na werd hij uiterst koel. Een lichte „dosis" liefheid, die ze toen vlug poogde toe te die nen, hielp niet meer. Het fatale was in dit geval, dat z ij n koelheid bewerkstelligde, wat de teedere verliefdheid en de smachten de blikken van anderen nooit hadden ver- moogd: Olga was zelf tot over haar kleine oortjes „smoor" op hem geworden! Tot die slotsom was ze na ampele overwegingen en heetvergoten tranen moeten komen. En Eddy Lumei scheen een onbereikbaar ideaal voor haar te zijn geworden, naar welks ver overing ze thans bereid was, met elk moge lijk middel te strijden. In haar romantisch hartje was nu het parool: „Hèm bezitten, ofsterven!" Welk laatste vreeselijk schrikbeeld ze met een zuchtje voorloopig maar naar een verre, niet gewenschte toe komst bande! Lang had ze gezonnen op het onfeilbare middel, waarmee ze haar doel zou bereiken En dat meende ze nu gevonden te hebben. Toen ze zag. dat haar moeder den gast even alleen liet, stond ze op en met bestu deerde gratie liep ze op hem toe. Ze liet zich in de fauteuil vallen, die haar moeder juist verlaten had. Dan wierp ze hem één van haar mysterieuze blikken toe, en toen ze sprak toonde ze haar parelwitte tandjes, die tusschen de bloedkoralen lipjes schitter den. „Ik hoor. dat je uitgenoodigd bent om Kerstmis te vieren bij tante Bets. Ga je erheen?" Hij maakte een nonchalante handbewe ging. „Kerstmis op je eentje is niet prettig," zei hij. „Ik heb de vriendelijke invitatie daarom graag aangenomen. Het is lang ge leden, dat ik een intiem Kerstfeest mee maakte." „Ik ben ook van de partij. De oudelui blij ven liever thuis, dus ga ik alleen in den wagen. Als je misschien lust hebt, met me mee te rijden?" Ze sloeg de oogen neer, om niet de span ning te verraden, waarmee ze zijn antwoord afwachtte. Hij scheen even na te denken en keek haar van terzij aan. In zijn oogen lag een gloed, die ze niet opmerkte. „Och," kwam hij voorzichtig, „het is altijd prettiger, dan in die propvolle treinen. Als het je dus niet te lastig is Ze stond op, bang, toch nog de vreugde te verraden, die zijn besluit haar gaf. „All right!" besliste ze kortaf. „Kom dan morgen na de lunch om een uur of drie. 't Zal zoo wat vier uur rijden zijn, we kunnen dus tijdig arriveeren. Adieu, Eddy." Dat was de voorbereiding Snel gleed de prachtige wagen over de modderige, glibberige wegen. Zij zat achter het stuur, de blik strak op den weg gericht. Hij zat naast haar, zonder te spreken, de eeuwige cigaret in zijn mond. Het stortre gende, en al heel vroeg werd het donker. Het land was in een troosteloos, naargeestig waas gehuld. Een uur lang reden ze al zoo „Wil je de auto even laten stilhouden?" Het waren zijn eerste woorden, sinds ze waren weggereden. Verwonderd minderde ze vaart en onwillekeurig keek ze hem aan. Maar iets in zijn blik dwong haar, aan z'n verzoek te voldoen. „Wat wil je?" vroeg ze norsch. „Vrouwen aan het stuur is aardig op zon nige, zomersche dagen, als ze in lichte ja ponnetjes op de boulevard kunnen para deeren." vond hij. „In het donker, en met d i t weer is het mannenwerk. Daarom zal i k sturen." Hij zei het kalm en scheen niet tc verwachten, te worden tegengesproken. Ze beet zich op de lippen van ergernis. „Nonsens!" weerde ze af. „Belachelijk. Ik denk er niet aan!" Maar hij was al opgestaan en met zach- ten dwang schoof hij haar opzij. „Wat heb je ertegen?" vroeg hij kort. Ze zag, dat hij vastbesloten was en met wanhoop in het hart nam ze zijn plaats in. Ze móést wel, want als ze bleef weigeren zou hij later alles begrepen hebbenEn nunu zou alles mislukken Met het hoofd tegen den zijwand geleund trachtte ze naar buiten te kijken, om hem de tranen, die in haar oogen verschenen, niet te laten zien. Razendsnel vloog de auto weer voort, en ze merkte, dat hij een prima chauffeur was. Na een half uur sloeg hij een zijweg in. Vlug greep ze zijn arm. „Je rijdt verkeerd!" riep ze. We moeten rechtdoor." Maar hij schudde het hoofd. „Dit is een kortere weg," antwoordde hij kortaf. De wanhoop in haar hart nam toe. Hij negeerde haar, nóóit nóóit zou het haar luk ken. Wat had ze zich hiervan voorgesteld en wat was het nu geworden? Een fiasco, even als al haar andere pogingen.... Ze snikte zacht, zoodat hij onrustig naar haar keek. „Is er iets?" hoorde ze zijn stem. Ze wilde hem een bits antwoord geven, maar toen gebeurde het kleine ongeval, waarover hij zich bittere verwijten maakte naderhand. Misschien kwam het. doordat zij zijn aandacht had afgeleid, misschien reed hij te snel en slipte de auto een weinig, maar in ieder geval reed de wagen in een greppel langs den weg. Zijn forsch remmen en het omgooien van het stuur hadden al leen tengevolge, dat het incident nog be trekkelijk goed afliep, maar konden niet voorkomen, dat de wagen met de kop in de modder zat. Snel gooide hij het portier open, hij sprong lenig op den weg en hielp haar uit den wagen. Met opeengeklemde lippen nam hij de situatie op. Hij smoorde een verwen- sching. „Ik vrees, dat het een droeve Kerstnacht wordt," zei hij somber, „dat ding krijgen we niet meer op de weg zonder hulp. En die is hier ver te zoeken."Even scheen hij uit het veld geslagen, toen hij zag dat de tranen haar over de wangen liepen. In stroomen viel de regen op hen neer. „We moeten zien ergens te schuilen," stelde hij voor. Ze liepen den weg af en telkens trapten ze in groote modderplassen. Met de minuut werd ze wanhopiger. ,,'k Zie daar een huis." zei hij zonder veel enthousiasme, toen ze tien minuten hadden geloopen. „Maar alles is donker. Ik kan het in ieder geval eens probeeren." „Het is een zomerhuisje" zei ze schamper, „daar is natuurlijk niemand in." De deur was gesloten. Ze liepen om het huisje, nergens was licht te bespeuren. Aan den achterkant stond hij stil. „We hebben geen keus," mompelde hij. „Nergens in de buurt zijn hier huizen. Het is een verlaten weg." Resoluut stapte hij op de achterdeur toe en sloeg een ruitje in. Hij stak zijn arm door het gat en kon de deur toen openen. „We moeten hier even schuilen," zei hij. „Als het noodweer ophoudt, kunnen we ver der Den eigenaar zal ik mijn excuses wel maken, en als ik de situatie vertel zal hij die zonder twijfel accepteeren." Ze aarzelde, maar trad toch binnen. Toen ze den regen niet meer voelde, scheen ze op te leven. Om haar mond was zelfs een lachje gekomen dat hij in den donkeren gang na tuurlijk niet kon zien. Eddy trad een kamer binnen en knipte het licht op. Ze zetten zich in een paar ge makkelijke stoelen. Het was blijkbaar een knus salonnetje. Vijf minuten zaten ze zwij gend en hij vermeed het haar aan te zien. Toen hij eindelijk opkeek, merkte hij. dat ze huiverde. Direct stond hij op. „Ik zal eens even zien, of er ergens hout is," zei hij. „Het is wel een zomerhuisje,maar je kan nooit weten, en dan kunnen we hier allicht een vuurtje maken. Er is een haard, zeker voor koude nazomerdagen." Hij wachtte haar antwoord niet af. maar verdween. Even later verscheen hij weer, de armen vol hout. Handig legde hij het vuur aan. dat vroolijk opvlamde. Na tien minu ten was er een behaaglijke warmte in het vertrek. „Je schoenen en kousen zijn doorweekt," merkte hij op. „Trek ze zoolang uit." Hij schoof een stoel bij de haard. Zonder tegen spreken nam ze er in plaats en ontdeed zich van haar schoenen en kousen. Een weldadig gevoel doorstroomde haar, nu ze de warmte aan haar beenen voelde. Hij was intusschen naar de ramen geloopen en keek naar bui ten. De storm nam nog in hevigheid toe, regen, vermengd met hagel, kletterde tegen de ruiten, en met een norschen trek op het gezicht liep hij terug. Zonder iets te zeg gen verdween hij weer, en ze hoorde hem nu in de keuken bezig. Ze hoorde het geluid van pannen, en een minuut of tien later kwam er een braadlucht in haar neus. „Ik heb eens rondgeneusd," zei hij, toen hij met een paar borden, waarop gebakken eieren en ham, terugkeerde, „en ik vond dit. Je zal wel honger hebben, en later ver goed ik het wel aan den eigenaar. Het is een geval van force majeur." Ze knikte, niet in staat, zich tegen zijn wil te verzetten. Bovendien had ze een ver- schrikkelijken trek en alles rook zoo lekker. „Je kunt uitstekend eten klaar maken!" prees ze. Voor het eerst dien avond zag ze hem lachen. „In de wildernis leer je zooiets wel," deed hij verlegen. Nooit had ze gedacht, dat hij zou kunnen blozen. Toen alles opgegeten was, bracht hij de boel weer weg. Ondanks de scheeve situatie en ondanks haar wanhoop van het begin van den avond, voelde ze zich nu als een koningin. Ze zaten weer bij elkaar en rookten een sigaret. Plots sloeg hij zich voor het voor hoofd. „Dat ik daar niet eerder aan dacht." verweet hij zich. Snel keek hij rond. In de hoek van de kamer stond een telefoon. Hij liep erheen en ze volgde zijn bewegingen in spanning. Hij nam de hoorn op en luisterde: Na eenige oogenblikken wierp hij het ding moe deloos neer. „Blijkbaar stuk," zuchtte hij. „ik had willen telefoneeren om hulp. Jammer!" De wind rukte aan de ramen en het nood weer bleef voortduren. Het was twaalf uur gewegden. Verlegen nam hij haar op. „We kunnen hier niet weg," was zijn con clusie. „Het beste lijkt mij. dat jij het je hier op den divan wat makkelijk maakt. Je kunt mijn jas over je leggen. Ik heb een paar makkelijke stoelen gezien in een andere kamer. Daar breng ik den nacht dan wel in door." Weer knikte ze. Wat kon ze anders doen? „Het is een prettige Kerstnacht." zei hij schamper, „en alles door mijn schuld. Ellendig!" Bij de deur draaide hij zich om. „Welte rusten, Olga!" DE VELLEN HINGEN ERBIJ Dank zij KLOOSTERBAISEM komt zijn hand weer goed in orde ,,'t Gebeurde dopr kokend lieete olie en mijn rechter hand was geheel en al wond. Ik was ten einde raad en huilde van de ondragelijke pijnen. Mijn man heeft mijn hand dadelijk verbonden met Kloosterbalsem, welke we altijd voor ons kleintje in huis hebhpn. U kunt er zich geen voorstelling van maken, hoe dat ineens heerlijk verzachtte. Ik geef U de heilige verzekering, dat ik zelf verstomd sta over het wonder. Binnen 14 dagen was mijn hand weer gewoon." Mevr H Fr ie <5.(7. „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bij brand- en snij wonden Ook ongeëvenaard als wrijfmlddel bij Rheumatlek, spit en pijnlijke spieren Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/2 ct. en f 1.04 3397 (Ingez. Med.) „Welterusten, Eddy!" Toen ging de deur dicht en gaf ze zich over aan haar droomen. Den volgenden morgén al heel vroeg werd ze wakker. De zon scheen in de kamer, en ze hoorde Eddy al weer bezig. Toen ze ook in de keuken kwam, wenschte hij haar met een tikje humor in zijn stem een „Prettig Kerstfeest." Maar na het eten verdween die humor. „Beste kindje," zei hij, „ik heb je in een uiterst onaangenamen toestand gebracht. Ik zie maar één middel: we moeten ons ver loven en over een paar maanden trouwe». Je goede naam. Ze viel hem in de reden. „Jawel, ik ken dat. De publieke opinie veroordeelt zulke situaties, ook al weten ze geen omstandig heden. Maaris het alleen om mijn goe den naam?" vroeg ze, en bevend wachtte ze op zijn antwoord. Hij kreeg een kleur. „Alleen daarom zou ik met je willen trouwen." zei hij vast, „maar hierHij wachtte even en keek haar aan. „Ik hou ook van je," zei hij eenvoudig, „en misschien wil je het met me probeeren?" Ze snikte zacht van geluk. Dus tóch Zijn handen beroerden haar lokken. „Olga," zei hij. haar kussend. Maar na het eerste geluk won zijn practi- sche geest het. „Ik ga direct naar den wagen kijken," zei hij. „maak jij je intusschen gereed, Olga. Tot straks." Met een juichend hart maakte ze haar verdere toilet in orde. In-gelukkig keek ze de kamer rond, die haar het geluk gebracht had. Toen viel haar oog op een klein stukje papier, dat in een hoekje van den schoor steenmantel lag, en dat ze den vorigen avond niet hadden opgemerkt.... Het was een briefje. Ze las het. en een vreemde uit drukking kwam in haar oogen. Ronkend reed even later de auto voor. „Het viel erg mee. Gisteravond in het don ker en bij dat noodweer leek alles erger, dan het was," riep zijn vroolijke stem. „Kom vlug, baby!" Ze liep naar buiten, maar stapte niet in. Zwijgend reikte ze hem het briefje. „Geachte meneer Eddy, „Alles heb ik in orde gebracht, zooals U mij hebt bevolen. Hout is in de keu- „ken, brood en ham en eieren staan „in de kast. De telefoonverbinding is „verbroken. Ik hoop, dat U tevreden zal „wezen. Van der Werf." Hij beet zich op de lippen en vermeed het, haar aan te zien. „Het was dus een voorafberaamd plan?" vroeg ze koud. Hij knikte onbeholpen. Dan stapte ze in. „Rijdt me naar tante Bets," zei ze koel. Het scheen, dat hij nog wat zeggen wilde, maar toen hij haar donkere oogen zag, startte hij met een moedeloos gebaar. Even zwijgend als den vorigen avond reden zij, en ditmaal was er wanhoop in zijn hart. En nog andere dingen van den vorigen avond schenen zich te zullen herhalen. Want nu legde zij plotseling haar hand op zijn arm, en verzocht hem stil te houden. „Wou jij rijden?" vroeg hij kleintjes. „Nee," ontkende ze. Toen wees ze op een klein landhuisje, vlak bij den weg. „Zie je dat huisje?" vroeg ze. Verwondercfckeek hij haar aan. „En vroegen zijn oogen. In de hare tintelden lichtjes. „Dat Is mij'n landhuisje. En daarin zouden we den nacht hebben doorgebracht, als mijn plan ge lukt was." Een minuut zat hij beduusd. Di&rna pas scheen hij te begrijpen. „Dusjij had hetzelfde plan bracht hij stotterend uit. „Ja!" lachte ze. „ik dacht, dat je niet van me hield. En ik hield zoo van jou. En daar om wilde ik jou ook dwingen." „En ik dacht hetzelfde van jou." Toen keek hij haar aan. „Maar waarom was je clan zooeven zoo koud, toen je ontdekte, dxt ik met dien goeien van der Werf had afge sproken Ze liet hem niet uitspreken. „Had je dan niet een klein beetje straf verdiend?" kwam ze coquet. „Zoowel voor je hartelooze houding van de laatste maan den. als voor dien streek van gisteravond?" Hij grinnikte. „Jij had hetzelfde plan, dus dan heb jij ook straf verdiend," zei hij, en hij nam haar tegenstribbelende gestalte in zijn armen en strafte haar op zijn manier. De wagen bleef tien minuten langs den weg staan Nadruk verboden). (Auteursrecht voorbehouden). NIEUWE UITGAVEN. Verschenen is het eerste nummer van „Rubber" uitgave van de Rubberstichting te Amsterdam. Verschenen is het Kerstnummer 1»37 van „Het Kind". Wij ontvingen het Jubileum-nummer van het Dagblad „De Grondwet" te Roo sendaal. Door den organist van de Dorpskerk, dr. H. L. Oussoren zal Dinsdag a.s. een kerkconcert worden gegeven. Als medewer kenden zullen optreden de heer en mevr. Stotijn, resp. hoboïst en sopraan-zangeres. De opbrengst zal dienen tot restauratie van het kerkorgel. Onkosten verlagen door méér reclame. „Wanneer wij onze onkosten willen verlagen, gaan wij ons reclame budget verhoogen", zei onlangs een chef uit het heerehkleeding-bedrijf. „Grooter omzetten stellen ons in staat het publiek meer waarde voor zijn geld te geven en wel omdat wij dan voor lageren prijs kunnen leve ren en tegelijk meer kwaliteit kun nen bieden". Inderdaad: doelmatige reclame voor een goed product is niets anders dan een zuinige wijze van verkoopen, wgardoor de kostprijs van de artike len kan worden verlaagd. 3399 „EEN STER WORDT GEBOREN". Wie de namen Fredric March en Janet Gaynor, hierboven vereenigd leest, weet onmiddellijk, dat zij optreden in een be langrijke film Zoo is het ook in „A star is Gom" (Een ster wordt geboren). De ge- heimannige bekoring van de filmstad „Hollywood", het privéleven der aangebe den en benijde „stars", dat dikwijls zulk een diepe tragiek bevat, wordt hier uitvoe rig geschetst. Aan Janet Gaynor is volko men toevertrouwd de rol van het onbe kende, ongeoefende maar ambitieuze meis- !e, dat zich weet op te werken tot een be roemde „star" en Frederic March kon stel- Hg den filmster uitbeelden, wiens roem St«eds meer achteruitgaat. Wanneer ge 'ets weten wilt, van Hollywood's werkelijke 'even en achtergrond, ga dan deze tref fende, soms humoristische, dan weer ern stige weergave daarvan, waarin ook Adel- Pbe Menjou optreedt, zien! Van gangster tot groot industrieel, van vluchteling tot dagblad-reporter, van Me- xicaansch jongeling tot mijnwerker, van Fransch natuurkundige tot Chineeschen boer.... het is een maximum van trans formatiekunst. Het is het glorieuze pad, dat Paul Muni volgde, sinds hij naar Hollywood ging, dat geieid heeft naar zijn grootste karakter- weergavede uitbeelding van den groo- ten Franschen schrijver Emile Zola, wiens invloed op de letterkundige beweging na 1350, ook in ons land, zich in sterke mate deed gelden. Deze acteur werd in 1897 als Paul Wei- senfreund te Dantzig geboren en iinmi- greerde met zijn ouders op jeugdigen leef tijd naar Londen, daarna naar Amerika. Ofschoon Muni de scholen te New York en Cleveland bezocht, leerde hij het meest van zijn ouders, met wie hij het land af reisde; zij waren tooneelspelers van beroep Reeds vroeg openbaarde zich Muni's talent voor acteeren, met het gevolg, dat hij als elfjarige een belangrijke rol kreeg, een rol, waarin hij een ouden man moest voor stellen. Muni slaagde daarin zóó uitstekend dat de kunst van grimeeren zijn „hobby" werd. Toen Paul zestien jaren was, stierf zijn vader en moest hij van dat moment af, zelf in zijn onderhoud voorzien. Hij pro beerde het in de vaudeville en sloot zich bij een gezelschap aan. waarmede hij Bos ton en New-York bezocht. Zijn prestaties trokken de aandacht van Sam Harris, die Paul Muni als Emile Zola met zijn Inspiratie „Nana". hem een contract aanbood. Op Broadway werd Muni een sensatie. Hij trad met veel succes op in „We Americans" en in „Four Walls". Naar aanleiding van zijn spel in laatstgenoemd stuk. werd hij in 1929 naar Holivwood geroepen en maakte hij zijn de buut bij de film „The Valiant". Daarna speelde hij nog hoofdrollen in „Seven Fa- ces" en „Searface" en toen keerde de acteur naar het tooneel te New York terug. Na dat hij in „Cousellor at Law" met succes was opgetreden, plaatsten Warner Bros. hem onder langdurig contract. Met zijn eerste film Voor Warner Bros. „Ik ben een vluchteling" oogstte hij een geweldig succes. Toen volgde een serie ster ke karakterollen. Een industrie-magnaat in „De wereld verandert", een dagblad-repor ter in „Hi-Nellie", een Mexicaansche half bloed in „Tusschen twee werelden", een gespierde Poolsche mijnwerker in „Öe zwarte hel" (Black Fury), de titelrol in „Het leven van Louis Pasteur", waarvoor hij in Maart van dit jaar de hoogste on derscheiding ontving van de National Aca demy of Motion Pictures. Arts and Scien ces, en een Chineeschen boer in „De goede aarde". Uren en dagen lang lezen, onderzoeken en experimenteeren zijn noodig ten einde zich de wijze van loopen. praten, ja zelfs van het denken van het karakter, dat hij uitbeeldt, vólkomen eigen te maken. Voor de rol Van Zola, las Muni diens klassiek geworden werken; bestudfeerde hij portret ten en teekeningen van den schrijver en bracht hij uren in zijn werkkamer door, terwijl hij verscheidene soorten make-up beproefde. Hij leerde de gebaren en de ka rakteristieke eigenschappen, die zijn uit beelding zoo realistisch en overtuigend maken. Zola's loopen met opgetrokken schouders, zijn wijze van lachen: de ma nier, waarop hij zijn servet achter zijn boord vastmaakt, het houden van zijn handen vlak voor zijn lichaam. Ten einde de intonatie van elk gezegde en redevoering te vervolmaken, repeteerde Muni deze voor een dictaphone en bestu deerde hij aandachtig de nuances. Vaak besteedde hij uren aan een enkele regel, terwijl hij experimenteerde met de into natie. Luistert eens naar het voorlezen van Zola's vlammend „Ik beschuldig", luistert naar de variaties van toon en stem en de zich een groot effect sorteerende pauzes van de speech in de rechtszaal, als Zola- Munl wordt verhoord wegens lastering. Dit is niet meer een voorlezen van Zola's uit de ziel gegrepen klacht. Het is Zola zélf. Zola herleefd, dank zij de uitmun tende karakterspeler Muni. „PRINS EN BEDELEN AAP", Een boeiende film, uit de historie van Engeland in het Jaar 1547, vervaardigd naar het bekende boek „Prins en Bedel- knaap", waarin een bedelknaap bijna op den troon van Engeland geplaatst wordt en de zoon van een koning welhaast on dergaat in een wereld van misdaad, brengt ons in kennis met de twee Amerikaansche „wonderkinderen" Billy en Bobby Mauch, in de rolen van Tom Canty en Prins Ed ward. Deze door WilUam Keighley schit terend geregisseerde film, met muziek van i Erich Wolfgang Korngold, heeft overal groote belangstelling getrokken, niet al- .cen door de weelderige montage, maai ook door het sterke spel der hoofdvertolkers, waarvan wij willen noemen de voortreffe lijke acteurs Errol Flynn en Claude Rains, als Miles Hendon en de graaf van Hers ford. Hierboven een scène uit deze door Engeland's beroemden en geestigen auteur Mark Twain met groote oorspronkelijkheid geschreven geschiedenis, die deze week ze ker ook hier veel aandacht zal trekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 17