STEGEMAN'S BINNENLAND Het nieuwe clearingsverdrag met Duitschland LEfDSCH DAGBLAD, Woensdag 22 December 1937 Derde Blad No. 23848 78Je Jaargang Wat voor soep? Wat voor worst LUCHTVAART LAND- EN TUINBOUW Een toelichting door dr. Hirschfeld Koningin en Prinses zullen geen groote openbare bijeenkomsten bijwonen. In verband met de omstandigheden van de Prinses moeten H. M. de Ko ningin ©n H. K. H. de Prinses op ge neeskundig advies ter voorkoming van elk mogelijk infectiegevaar het deel nemen aan grootere openbare bijeen komsten voorloopig zooveel mogelijk vermijden. Een nieuw rijkswegenplan. Enkele belangrijke wijzigingen. Uitgegeven ls het Staatsblad no. 595. be vattende een K.B. van 12 November j.l. tot vaststelling van een nieuw rijkswegen plan. Dit K.B. treedt met ingang van 1 Januari a.s. In werking. De belangrijkste wijzigingen, welke dit nieuwe rijkswegenplan bevat zijn: een nieuwe verbinding tusschen den weg Rijswijk-Rotterdam en Oegstgeest. beginnende nabij Ypenburg en verder Oostelijk van Voorburg en Voorschoten loopende. Deze autosnelweg zal dus de spoor lijn Den HaagLeiden met een via duct kruisen. Voorschoten krijgt in de toekomst een verbinding Oostelijk van Leiden met Burgerveen, waar de in aanbouw zijnde autosnelweg Amsterdam-Oegst geest naar het westen afbuigt. De autosnelweg Den HaagUtrecht die ten westen van Utrecht, de nieuwe verbin ding Amsterdam, Vianen, 's-Hertogen- bosch kruist, loopt ten zuiden van Utrecht verder naai' Driebergen en de Klomp en geeft ten Oosten van Utrecht aansluiting op een nieuwen weg naar de Hollandsche Rading. waardoor het Gooi in een recht- streeksche verbinding met dezen autosnel weg zal komen. In aansluiting aan de geprojecteerde tunnel te Velzen is een nieuw wegvak ont worpen aan de noordzijde van het Noord zeekanaal. dat den bestaanden rijksweg ten noorden van de bebouwde kom van Beverwijk bereikt. Van veel belang Ls een nieuwe verbin ding tusschen Apeldoorn en Twente waar voor ten noorden van Zutphen een nieuwe brug op het rijkswegenplan ls gebracht. De nieuwe autosnelweg van Eindhoven naar Zuid-Limburg vereischt voorts een nieuwe brug over de Maas. welke nabij Wessem is geprojecteerd. In herinnering wordt ge bracht. dat voor het rijkswegenplan be halve voor de bruggen in totaal noodig zijn ruim 255.000.000 gulden. De sperring in het bakkerij- bedrijf. De commissie van advies inzake vesti- glugseisohen, samengesteld uit de nationale bakkerspatroons-organisaties, coöperaties, arbeidersorganisaties en de Nederlandsche Bakkerij-Stichting, verzoekt ons het vol gende te publiceeren: De mlnisterieele beschikking, inzake de sperring van het bakkersbedrijf, gepubli ceerd in de Staatscourant van Maandag 20 December No. 245, beteekent, dat voor de 2 bedrijven, nl. het broodbakkersbedrijf en het. verkoopersbedrljf een vestigingsverbod is uitgevaardigd en de minister 2 soorten van vergunningen kan afgeven: a een vergunning voor de productiën den verkoop van brood; b. een vergunning uitsluitend voor den verkoop van brood. Hieronder volgt nog een korte uiteenzet ting van wat de sperring eigenlijk inhoudt: Tijdens de sperring mogen noch nieuwe bakkerijen, noch winkels, waarin brood wordt verkocht, worden gevestigd noch ver plaatst, noch mag er wijziging in de per sonen van ondernemers worden gebracht zonder vergunning van den minister van Economische Zaken. De wet verstaat onder het „vestigen" van een inrichting (bakkerij, winkel, filiaal, depot enz.) het doen aanvangen van de uitoefening van een bedrijf ten aanzien van het publiek (zie art. 1 lid 3 van de vestigingswet kleinbedrijf), d.w.z dat men met het verkoopen. of de productie, of het in voorraad houden voor het verkoopen, van brood begint. Daaruit volgt, dat een vergunning ls ver eischt voor: l overneming van een bepaalde zaak; 2. overdracht van een zaak van vader op zoon of weduwe. Diegenen, die in het verleden een firma 'an hun zaak hebben gemaakt tusschen vader en zoon, ten einde te voorkomen, dat de zoon zou vallen onder de vestlgings- eischen, zullen bedrogen uitkomen. Immers: bij het uittreden van een van de 'irmanten, b.v. door sterfgeval van den vader, moet de overgeblevene weder aan de vestlgingseischen voldoen. Zou de zoon uit treden, dan moet de vader aan de vesti- tingseischen voldoen, hetgeen niet noodig zou zijn geweest, indien er geen firma zou zijn opgericht. 3 Wijziging in ondernemersvorm (b.v. omzetting van een firma in een N.V.. om zetting van een éénpersoenszaak in een 'Irma of omzetting van een éénpersoons zaak in een N.V.). 4- Wijziging van beheerders van filiaal bedrijven en/of winkels en/of depots, (dus ah de hoofd-winkeljuffrouw verplaatst 'ordt van den eenen winkel naar den an dere is hiervoor vergunning vereischt. Deze sperring geldt voor 6 maanden en aan nog hoogstens met een termijn van zes (baanden worden verlengd. Zoodra echter da vestigingseischen dcor den m'n'strr berden afgekondigd vervalt de sperring. Een aanvraag voor vergunning heeft al- *en dan kans van slagen, indien wordt aangetoond, dat b.v. overneming of vesti- fcne van de zaak dringende noodzaak is. Erwtensoep of bruine boonen soep, twee mogelijkheden. Maar wat de worst betreil is er maar één mogelijkheid voor ieder die Stegeman's rookworst kent: STEGEMAN's ÉCHTE GELDERSCHEI Bij alle twee smaakt ze verrukkelijk. De volgende keer dat U worst koopt, moet U even letten op het loodje, oi daar Stegeman op slaat. ln winkels met ons raambiljet 3237 (Ingez. Med.) VESTIGING VAN GARNIZOENEN. Critiek op de wijze van onderhandelen door leger-autoriteiten. Het Tweede Kamerlid, de heer Stein- metz. heeft aan den minister van defensie de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist, dat de minister van defen sie besloten heeft, het op te richten 2de regiment luchtdoelartillerie in een der ka zernes te Amsterdam te legeren? 2. Is het vervolgens Juist, dat van mili taire zijde als onafwijsbare voorwaarde voor legering van een garnizoen te Am sterdam is gesteld, dat het oefeningster rein voor rekening van de gemeente Am sterdam wordt geleverd en geschikt ge maakt? 3. Is het den minister bekend, dat ook met andere gemeentebesturen overleg wordt (ls) gepleegd door militaire autori teiten omtrent eventueels voorwaarden, waarop garnizoenen gevestigd kunnen wor den, als de betrokken gemeentebesturen bereid zijn bepaalde kosten voor hun reke ning te nemen? 4. Acht de minister in deze wijze van onderhandelen door legerautoriteiten het gevaar niet aanwezig, dat militaire belan gen worden opgeofferd aan de mate waarin gemeentebesturen eventueel tot financieele medewerking bereid zijn, ten einde vesti ging van een garnizoen binnen de kom hunner gemeente te bevorderen? 5. Acht de minister bovendien dergelijke overeenkomsten niet in strijd, zoowel met den geest, als met de letter van art, 188 der grondwet, waar vermeld staat: „al de kosten voor de legers van het rijk worden uit 's rijks kas voldaan"? 6. Indien de minister vraag 5 en 6 beves tigend beantwoord, is hij dan bereid maat regelen te treffen opdat de vestiging van garnizoenen e.d. niet afhankelijk woidt gesteld van de iinancieele welwillendheid en/of draagkracht eener gemeente, noch direct noch indirect? VACANTIE OP DE SCHOLEN. Na het bekend worden van de blijde gebeurtenis. De Minister van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen heeft aan de directeuren van de rijks hoogere burgerscholen en de rijkskweekscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen en de hoofden der rijks leerscholen en rijks lagere scholen de vol gende mededeeling gezonden: Ik heb de eer u te verzoeken om. zoodra de verwachte gelukkige geboorte van een Koninklijken Prins of Koninklijke Prinses bekend zal zijn. de nationale vlag van het schoolgebouw uit te hangen en die ook den daarop volgende dag te laten hangen. Voor zoover de navolgende regeling niet wegens de Kerstvacantie overbodig is, ge lieve u het volgende in acht te nemen: Is de geboorte op een schooldag vóór den aanvang van den schooltijd bekend en heeft zü den vorigen dag plaats gehad, dan wordt dien schooldag (den nationalen feestdag) vacantie gegeven. Is de geboorte op een schooldag vóór den aanvang van den schooltijd bekend en heeft zii denzelfden dag olaats gehad, dan wordt dien dag en den volgenden schooldag (den nationalen feestdag) vacantie gegeven. Wordt de geboorte op een schooldag tijdens den schooltijd bekend, dan wordt voor het verdere van dien dag en ook den daarna volgenden schooldag (den natio nalen feestdag) vacantie gegeven. VERKEERSLICHTEN VOOR MET PALEIS SOESTDIJK. Tot nu toe was het de gewoonte, dat een der oo post staande rijksveldwachters voor het paleis Soestdijk, het verkeer op den Rijksweg een oogenblik stop zetten, wan neer een auto van het paleis naderde. Aan deze regeling, welke vooral in den zomer het drukke verkeer slechts matig voldeed, zal thans spoedig een einde komen. Teneinde het in- en uitrijden der hof- auto's te vergemakkelijken, zal n.l. op den Rijksstraatweg in de nabijheid van een der lnrijhekken van het paleis binnen korten lijd een lichtseininstallatie worden geplaatst Deze lichtseinen zullen niet automatisch werken, doch zullen worden bediend uit een der wachthuisjes door den aldaar dienstdoenden rijksveldwachter Oorspronkelijk dacht men te kunnen vol staan met twee kleuren, nl. rood en groen; terwille van de uniformiteit is hiervan afgezien en nu is bekende gele kleur er ook aan toegevoegd. De gang van zaken zal zoo zijn, dat de bij het hek dienstdoende agent het licht op geel schakelt, zoodra een auto vóór de stoep van het paleis verschijnt Zoodra de auto in beweging komt en zich in de rich ting van het hek begeeft, schakelt hij geel over in rood. Is de auto op den rijweg aan gekomen en zoo te zeggen in het verkeer opgenomen, dan gaat het. groene licht aan en kan het verkeer weer zijn normalen eang gaan. Vad. DE KWESTIE DER ERKENNING VAN HET ITALIAANSCHE KEIZERRIJK. Het Zweedsche telegraaf agentschap deelt mede, dat na den stap der Nederlandsche regeering, welke ten doel had de diploma tieke betrekkingen met Italië te vergemak, keliiken, de Zweedsche regeering tot nu toe slechts een gedachtenjwisseling met de Nederlandsche regeering beeft gevoerd Zij heeft den wensch tot uitdrukking ge- braoht te dezer zake in contact te blijven met de andere staten der Oslo-groep, ten einde op de hoogte te zijn van de houding, welke deze zullen aannemen. Uit Oslo wordt bericht dat Koht, de mi nister van buitenlandsche zaken van Noor. wegen, in een interview verklaard heeft dat de Noorsche regeering reeds heeft geant woord dat zij op het oogenblik niet voor een demarche in de Westeuropeesche hoofd, steden is. De Noorsche regeering stelt zich oo het standpunt dat deze kwestie door de groote mogendheden dient te worden ge regeld, ROOSENDAAL KRIJGT EEN GARNIZOEN. Het tweede bataljon van het derde regiment infanterie. In de gisteren gehouden vergadering van den gemeenteraad van Roosendaal heeft burgemeester Prins, nadat de raad een geheime zitting had gehouden, medegedeeld dat dc gemeente een garnizoen zal krijgen. Het tweede bataljon van het derde regi ment infanterie zai'te Roosendaal worden gevestigd. Reeds geruimen tijd zijn hieromtrent door het gemeentebestuur met de betrokken autoriteiten onderhandelingen gevoerd Aan den Rondweg welke in aanleg is, zal een kazerne worden gebouwd. Daartoe ls de beschikking gekregen over een terrein ter grootte van 300 H A. Het garnizoen zal, naar wit vernemen, vijfhonderd man sterk zijn, Msb. DE POSTVLUCHTEN. De „Ibis" is gistermiddag om 6 uur op Schiphol geland. DIRECTIEWISSELING BIJ DE K.N.I L M. De heer Nieuwenhuis volgt jhr. Rendorp op. Naar wii uit Batavia vernemen, aldus de Tel., zal de heer H Nieuwenhuis, vertegen woordiger der K N.I L M. in Indië, die thans met verlof in Europa is. eind Februari naar Indië terugkeeren. Hii zal dan ziin functie hoogstens voor den tijd van één jaar blij ven vervullen, daar hii bestemd is om jhr. Rendorp. een der tegenwoordige directeuren kantoorhoudend te Amsterdam, te vervan gen. De heer Nieuwenhuis zal als vertegen woordiger in Indië worden opgevolgd door majoor Versteeeh. thans chef van den Vliegdienst der K N I.L.M. AANBESTEDING. Vanwege den Rijkswaterstaat werd aan besteed het onder profiel brengen van de aardebaan en het maken van gefundeerde kltnkerverhardingen, wegfundeerlngen, be- tenrabatten en termverhardingen op een gedeelte van weg No. 3 van het Rijkswegen- p'.an 1932 (AmsterdamBcdegraven—Rot terdam)onder de gemeenten Waddinx veen. Rariwijk en Zwammerdam, met bij komende werken. Laagste inschrijvers waren J. Bontebal te Zevenhulzen en Bregman en L. Groen te Benthuizen voor f. 232.994, STEUN PLUIMVEEHOUDERIJ IN 1938. De Minister van Economische Zaken heeft, naar wij van bevoegde zijde verne men, besloten, ook in 1938 aan pluimvee fokkers en houders van vermeerderingsbe- drijven steun te verleenen. Behoudens en kele kleine wijzigingen is deze regeling ge lijk aan die, welke in 1937 heeft gegolden. Slechts is het steunbedrag voor kuikens door fokkers aan houders van vermeerde- ringsbedrijven afgeleverd, verlaagd van f. 0.15 tot f. 0.12 per kippenkuiken en van f. 0.36 tot f. 0.15 per vrouwelijk eenden kuiken. Inlichtingen omtrent de steunregeling kunnen worden ingewonnen bij de Neder landsche centrale voor eieren en pluimvee te Beekbergen. SUPPLETOIRE BEGROOTING LAND BOUW-CRISISFONDS VOOR 1933. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging en verhooging van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het landbouw crisisfonds voor het dienstjaar 1936. In de memorie van toelichting zegt de minister van Economische Zaken, o.m„ dat de financieele consequenties van de steun maatregelen voor 1935 buitengewoon moei lijk te overzien waren, hetgeen ah gevok had, dat do uitgetrokken bedragen veel: slechts een voorloopig karakter droegen. Vele maatregelen, mede door het loslaten van den gouden standaard, in den loop van het dienstjaar gewijzigd, terwijl meerdere 3238 (Ingez. Med.) Van onzen specialen verslaggever). Wat is de reden, dat in het nieuwe, met Duitschland voor 1938 gesloten clearingverdrag enkele afwijkende be palingen, in vergelijking met het op 31 December a.s. afloopende verdrag, zijn opgenomen? Waarom is het percen tage aan vrije deviezen dat aan Duitschland wordt toegekend tot 10 verhoogd en waarom zijn enkele posten die tot dusverre niet onder de clearing vielen, er thans wel ondergebracht? In een gistermiddag in het departement van buitenlandsche zaken gehouden pers conferentie, op initiatief van den Regee- ringspersdienst belegd, heeft de directeur- generaal van Handel en Nijverheid, dr. H. M. Hirschfeld, een toelichting op het nieuwe verdrag gegeven. Dr. Hirschfeld vestigde er allereerst de aandacht op, dat de thans beëindigde on derhandelingen noodzakelijk waren, omdat het clearingverdrag, dat voor het eerst in September '34 voor den tijd van één jaar werd gesloten, steeds met 1 jaar verlengd werd en dus thans opnieuw teneinde liep. Nu was het bekend, dat Duitschland gaarne een betalingsovereenkomst met Nederland wilde sluiten, zooals het o.a. met Frankrijk heeft loopen, terwijl er voor ons land be zwaren waren om op een dergelijke over eenkomst in te gaan. Daarom hebben de besprekingen vrij lang geduurd. „Waarom men in ons land aan een verlenging van het clearingverdrag de voorkeur geeft, ligt," aldus dr. Hirschfeld, „voor de hand. Op deze manier blijft het mcgelijk oude han- delsverorderingen te liquideeren. Door mid del van de clearing heeft de betalingsaf wikkeling tusschen Nederland en Duitsch land het noodige vertrouwen gekregen en de Nederlandsche delegatie meende, dat het vertrouwen niet beter gediend is dan door verlaging van de clearingovereen- komst in den vorm, waarin zij tegenwoor dig bestaat. Een betalingsovereenkomst (Zahlungsabkommen) zooals de Duitschers wenschen beteekent een materieele achter, uitgang van het handelsverkeer tusschen Nederland en Duitschland. zooals zich dit onder clearing heeft ontwikkeld. Op zichzelf is het een gelukkig verschijn- sel te noemen, dat de Duitsche delegatie, onder voorzitterschap van den heer Benzier over de bezwaren tegen verlenging der clearing is heengestapt, temeer omdat, tijdens het 3-jarig bestaan van de clearing- overeenkomst, de gelegenheid geschapen is. een dieper inzicht over de geheele materie te verkrijgen. Toen in September '34 voor de eerste maal een clearingverdrag werd afgesloten, wist men b.v. nog be trekkelijk weinig af van de onzichtbare posten op de handelsbalans, zooais dienst- prestaties van Nederland in de Rijnscheep vaart en in het kapitaalverkeer. In de af- geloopen 3 jaar is men daarmede beter op de hoogte gekomen. Men weet het: De Duitsche uitvoer naar Nederland is grooter dan die van ons land naar Duitschland, zelfs in de verhouding ruw geschat 2 1. In ons land wordt hier uit de conclusie getrokken dat Duitsch land in een voordeeliger positie is „want de handelsbalans is actief". Men vergeet dan echter wat daar tegenover staat, n.l. dat ons land tal van dienstprestaties aan Duitschland verricht, waarin het transito- verkeer een groote rol speelt. Nederland sche schepen vervoeren wel goederen van Duitschland naar andere landen of omge keerd, endaarvoor moet Duitschland ook betalen. Voorts roert men graag de kwestie aan, dat Nederlandsch-Indië erg passief behan deld wordt door Duitschland. Maar daarbij verliest men het beginsel der Rijkseenheid en het feit, dat Nederland de passiviteit van Duitschland ten opzichte van Neder landsch-Indië opvangt uit het oog. Beide deelen van het Nederlandsche Koninkrijk, en dit geldt voor degenen, die aparte on derhandelingen voorstaan, bereiken ge zamenlijk meer, dan elk apart. i het percentage vrije deviezen, toegekend aan Duitschland, dat van 6 "/o op 10 «/o ge bracht is. Er is geen reden om hiervan te schrikken, zelfs niet als men weet, dat het percentage ill het oude verdrag menigmaal bestreden werd. Men redeneerde: „Duitsch land kan voor deze vrije deviezen koopen bij wie en wat het wil. In ieder geval be steedt men ze niet in Nederland". Er was hierover een zekere, overigens te begrijpen, ontstemming. Maar die ontstemming gold alleen omdat er een achterstand in de betalingen was. Zoodra deze achterstand geliquideerd was, verviel zij. En ook nu, met een schoone lei beginnend, was er geen reden om bezwaren te opperen tegen het grootere percentage. Een offer mag men het eigenlijk niet eens noemen, temeer daar gebleken is. dat Duitschland, naast de clearing, belangrijke bedragen in vrije de viezen betaald voor de dienstprestaties welke ons land verricht. Men moet niet zeggen: „Duitschland krijgt van Nederland een zeker percentage vrije deviezen, waar mede het eigenlijk doen kan wat het wil". Men verliest dan uit het oog, dat deze vrije deviezen wel degelijk ook Nederland ten goede komen als betaling voor scheeps wachten. Ook blijkt uit de praktijk, dat Duitschland producten van ons land koopt, welke in vrije deviezen betaald worden. Dit is dan ook de reden, dat de Nederland sche delegatie aan den Duitschen wensch tegemoet kon komen. Voorts zijn enkele posten in het clearing verdrag opgenomen, die in het oude ver drag ontbreken! Zoo zullen van 1 Januari a.s. af alle overslagkosten, voorkomende in het havenverkeer, daaronder vallen, ter wijl zij er nu slechts gedeeltelijk onder vallen. Voor den tusschenhandel'is van belang, dat bepaalde kosten, die volgens het oude verdrag slechts over de clearing verrekend worden, indien zij op het goederenverkeer tusschen Nederland en Duitschland be trekking hadden, onder de clearing vallen, indien zij op het handelsverkeer betrek king hebben. Deze kosten zijn b.v. salaris sen, loonen, bureau-onkosten van vertegen woordigers en filialen, provisie en kosten van rechtszaken. Thans zal ook onder de clearing vallen het verkeer tusschen de Duitsche zeeha vens, via Nederland, met den Rijn, het transport door Nederlandsche schepen tus schen Duitsche zeehavens, en het verkeer met Duitsche schepen tusschen Nederland sche zeehavens. Tot dusverre viel dit slechts gedeeltelijk onder clearing. Overi gens moet hierbij in het oog gehouden werden, dat de praktijk alleen vervoer door Nederlandsche schepen tusschen Duitsche havens kent. Tenslotte zullen ook de transportverze keringskosten, voor zoover deze betrekking hebben op het Nederlandsch-Duitsche goederenverkeer aan de clearing ten goede komen." Zooals door den Regeeringspersdienst reeds in een communiqué is gezegd, zijn in het nieuwe clearingverdrag, vergeleken bij het bestaande, enkele wijzigingen voorge komen. In de eerste plaats verhccging van nieuwe werden ingevoerd, waardoor ook de werkzaamheden van verschillende diensten aanmerkelijk zijn toegenomen. In verband hiermede moeten meerdere artikelen voor personeelsuitgaven en materieele behoeften worden verhoogd en wel tot een totaal be drag van f. 11.551 500, welk bedrag onder meer gedekt wordt door neer .'ere opbrengs' --t y-erdeelig slot van den gewonen dienst 1935, de heffing op de in het buiten land geproduceerde veekoeken en de mono- poiiewinst op den uitvoer van eieren en slachtgevogelte. Dr. Hirschfeld wijdde vervolgens een be schouwing aan de betalingscontingenten, die zich onder het clearingsysteem hebben ontwikkeld. „In het nieuwe verdrag zijn deze contingenten onveranderd gehand haafd. d.w.z. voor het eerste kwartaal 1938 zijn deze, in een vergadering, gehouden na afloop der clearing-onderhandelingen, een tikje lager vastgesteld dan zij in het 4e kwartaal '37 waren. Deze geringe verlaging is niet een gevolg van het nieuwe verdrag, maar van het feit. dat de Duitsche uitvoer naar ons land iets onder de verwachtingen is gebleven, een symptoom, dat de econo mische opleving in de laatste maanden hetzij eenigen stilstand vertoont, hetzij achteruitgaat. Daarom was deze verlaging ";oodig, al liggen de contingenten nog hoo- ser dan zij gemiddeld over het geheele af- gelcopen jaar waren". Tenslotte belichtte dr. Hirschfeld nog de verlenging van het Nederlandsch-Duitsche verdrag vcor het goederenverkeer, dat on veranderd blijft gelden tot 31 Maart 1938, in tegenstelling met de gebruikelijke 1- jarige verlenging. Dat thans slechts tot een verlenging van 3 maanden besloten is, moet geweten worden aan den langen duur van de onderhandelingen over het clea ringverdrag. Het was daardoor onmogelijk deze onderhandelingen op een zoodanig tijdstip aan te vangen, dat men met. een nieuwe regeling voor den tijd van 1 jaar gereed kon zijn. De verlenging met 3 maanden wil dus niet zeggen, dat er moei lijkheden gerezen zouden zijn over het oude verdrag. Beide partijen hadden ech ter nu geen gelegenheid de bestaande rege. ling op rustige wijze te bekijken. „Wij, van onzen kant," aldus eindigde dr. Hirschfeld, „vertrouwen, dat binnen 3 maanden een nieuw handelsverdrag tot stand zal zijn gekomen. Vrees voor onverwachte moei lijkheden koesteren wij niet. En is het nieuwe handelsverdrag, met N van 1 April 73 tot stand -a'anan, an s kat langzamer1". 1 al war tij3 era aandacht te schenken aan de transfer- overeenkomst met Duitschland, welke 30 Juni '38 afloopt (Nadruk verboden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 9