STEGEMAN'S
BINNENLAND
Het nieuwe clearingsverdrag
met Duitschland
LEfDSCH DAGBLAD, Woensdag 22 December 1937
Derde Blad
No. 23848
78Je Jaargang
Wat voor
soep?
Wat voor
worst
LUCHTVAART
LAND- EN TUINBOUW
Een toelichting door dr. Hirschfeld
Koningin en Prinses zullen
geen groote openbare
bijeenkomsten bijwonen.
In verband met de omstandigheden
van de Prinses moeten H. M. de Ko
ningin ©n H. K. H. de Prinses op ge
neeskundig advies ter voorkoming van
elk mogelijk infectiegevaar het deel
nemen aan grootere openbare bijeen
komsten voorloopig zooveel mogelijk
vermijden.
Een nieuw rijkswegenplan.
Enkele belangrijke wijzigingen.
Uitgegeven ls het Staatsblad no. 595. be
vattende een K.B. van 12 November j.l. tot
vaststelling van een nieuw rijkswegen
plan. Dit K.B. treedt met ingang van 1
Januari a.s. In werking.
De belangrijkste wijzigingen, welke dit
nieuwe rijkswegenplan bevat zijn:
een nieuwe verbinding tusschen den
weg Rijswijk-Rotterdam en Oegstgeest.
beginnende nabij Ypenburg en verder
Oostelijk van Voorburg en Voorschoten
loopende.
Deze autosnelweg zal dus de spoor
lijn Den HaagLeiden met een via
duct kruisen.
Voorschoten krijgt in de toekomst
een verbinding Oostelijk van Leiden
met Burgerveen, waar de in aanbouw
zijnde autosnelweg Amsterdam-Oegst
geest naar het westen afbuigt.
De autosnelweg Den HaagUtrecht die
ten westen van Utrecht, de nieuwe verbin
ding Amsterdam, Vianen, 's-Hertogen-
bosch kruist, loopt ten zuiden van Utrecht
verder naai' Driebergen en de Klomp en
geeft ten Oosten van Utrecht aansluiting
op een nieuwen weg naar de Hollandsche
Rading. waardoor het Gooi in een recht-
streeksche verbinding met dezen autosnel
weg zal komen.
In aansluiting aan de geprojecteerde
tunnel te Velzen is een nieuw wegvak ont
worpen aan de noordzijde van het Noord
zeekanaal. dat den bestaanden rijksweg
ten noorden van de bebouwde kom van
Beverwijk bereikt.
Van veel belang Ls een nieuwe verbin
ding tusschen Apeldoorn en Twente waar
voor ten noorden van Zutphen een nieuwe
brug op het rijkswegenplan ls gebracht. De
nieuwe autosnelweg van Eindhoven naar
Zuid-Limburg vereischt voorts een nieuwe
brug over de Maas. welke nabij Wessem is
geprojecteerd. In herinnering wordt ge
bracht. dat voor het rijkswegenplan be
halve voor de bruggen in totaal noodig
zijn ruim 255.000.000 gulden.
De sperring in het bakkerij-
bedrijf.
De commissie van advies inzake vesti-
glugseisohen, samengesteld uit de nationale
bakkerspatroons-organisaties, coöperaties,
arbeidersorganisaties en de Nederlandsche
Bakkerij-Stichting, verzoekt ons het vol
gende te publiceeren:
De mlnisterieele beschikking, inzake de
sperring van het bakkersbedrijf, gepubli
ceerd in de Staatscourant van Maandag 20
December No. 245, beteekent, dat voor de
2 bedrijven, nl. het broodbakkersbedrijf en
het. verkoopersbedrljf een vestigingsverbod
is uitgevaardigd en de minister 2 soorten
van vergunningen kan afgeven:
a een vergunning voor de productiën den
verkoop van brood;
b. een vergunning uitsluitend voor den
verkoop van brood.
Hieronder volgt nog een korte uiteenzet
ting van wat de sperring eigenlijk inhoudt:
Tijdens de sperring mogen noch nieuwe
bakkerijen, noch winkels, waarin brood
wordt verkocht, worden gevestigd noch ver
plaatst, noch mag er wijziging in de per
sonen van ondernemers worden gebracht
zonder vergunning van den minister van
Economische Zaken.
De wet verstaat onder het „vestigen" van
een inrichting (bakkerij, winkel, filiaal,
depot enz.) het doen aanvangen van de
uitoefening van een bedrijf ten aanzien
van het publiek (zie art. 1 lid 3 van de
vestigingswet kleinbedrijf), d.w.z dat men
met het verkoopen. of de productie, of het
in voorraad houden voor het verkoopen,
van brood begint.
Daaruit volgt, dat een vergunning ls ver
eischt voor:
l overneming van een bepaalde zaak;
2. overdracht van een zaak van vader op
zoon of weduwe.
Diegenen, die in het verleden een firma
'an hun zaak hebben gemaakt tusschen
vader en zoon, ten einde te voorkomen, dat
de zoon zou vallen onder de vestlgings-
eischen, zullen bedrogen uitkomen.
Immers: bij het uittreden van een van de
'irmanten, b.v. door sterfgeval van den
vader, moet de overgeblevene weder aan de
vestlgingseischen voldoen. Zou de zoon uit
treden, dan moet de vader aan de vesti-
tingseischen voldoen, hetgeen niet noodig
zou zijn geweest, indien er geen firma zou
zijn opgericht.
3 Wijziging in ondernemersvorm (b.v.
omzetting van een firma in een N.V.. om
zetting van een éénpersoenszaak in een
'Irma of omzetting van een éénpersoons
zaak in een N.V.).
4- Wijziging van beheerders van filiaal
bedrijven en/of winkels en/of depots, (dus
ah de hoofd-winkeljuffrouw verplaatst
'ordt van den eenen winkel naar den an
dere is hiervoor vergunning vereischt.
Deze sperring geldt voor 6 maanden en
aan nog hoogstens met een termijn van zes
(baanden worden verlengd. Zoodra echter
da vestigingseischen dcor den m'n'strr
berden afgekondigd vervalt de sperring.
Een aanvraag voor vergunning heeft al-
*en dan kans van slagen, indien wordt
aangetoond, dat b.v. overneming of vesti-
fcne van de zaak dringende noodzaak is.
Erwtensoep of bruine boonen
soep, twee mogelijkheden.
Maar wat de worst betreil is
er maar één mogelijkheid voor
ieder die Stegeman's rookworst
kent: STEGEMAN's ÉCHTE
GELDERSCHEI Bij alle twee
smaakt ze verrukkelijk. De
volgende keer dat U worst
koopt, moet U even letten op
het loodje, oi daar Stegeman
op slaat.
ln winkels
met ons
raambiljet
3237
(Ingez. Med.)
VESTIGING VAN GARNIZOENEN.
Critiek op de wijze van onderhandelen
door leger-autoriteiten.
Het Tweede Kamerlid, de heer Stein-
metz. heeft aan den minister van defensie
de volgende vragen gesteld:
1. Is het juist, dat de minister van defen
sie besloten heeft, het op te richten 2de
regiment luchtdoelartillerie in een der ka
zernes te Amsterdam te legeren?
2. Is het vervolgens Juist, dat van mili
taire zijde als onafwijsbare voorwaarde
voor legering van een garnizoen te Am
sterdam is gesteld, dat het oefeningster
rein voor rekening van de gemeente Am
sterdam wordt geleverd en geschikt ge
maakt?
3. Is het den minister bekend, dat ook
met andere gemeentebesturen overleg
wordt (ls) gepleegd door militaire autori
teiten omtrent eventueels voorwaarden,
waarop garnizoenen gevestigd kunnen wor
den, als de betrokken gemeentebesturen
bereid zijn bepaalde kosten voor hun reke
ning te nemen?
4. Acht de minister in deze wijze van
onderhandelen door legerautoriteiten het
gevaar niet aanwezig, dat militaire belan
gen worden opgeofferd aan de mate waarin
gemeentebesturen eventueel tot financieele
medewerking bereid zijn, ten einde vesti
ging van een garnizoen binnen de kom
hunner gemeente te bevorderen?
5. Acht de minister bovendien dergelijke
overeenkomsten niet in strijd, zoowel met
den geest, als met de letter van art, 188
der grondwet, waar vermeld staat: „al de
kosten voor de legers van het rijk worden
uit 's rijks kas voldaan"?
6. Indien de minister vraag 5 en 6 beves
tigend beantwoord, is hij dan bereid maat
regelen te treffen opdat de vestiging van
garnizoenen e.d. niet afhankelijk woidt
gesteld van de iinancieele welwillendheid
en/of draagkracht eener gemeente, noch
direct noch indirect?
VACANTIE OP DE SCHOLEN.
Na het bekend worden van de blijde
gebeurtenis.
De Minister van Onderwijs. Kunsten en
Wetenschappen heeft aan de directeuren
van de rijks hoogere burgerscholen en de
rijkskweekscholen voor onderwijzers en
onderwijzeressen en de hoofden der rijks
leerscholen en rijks lagere scholen de vol
gende mededeeling gezonden:
Ik heb de eer u te verzoeken om. zoodra
de verwachte gelukkige geboorte van een
Koninklijken Prins of Koninklijke Prinses
bekend zal zijn. de nationale vlag van het
schoolgebouw uit te hangen en die ook
den daarop volgende dag te laten hangen.
Voor zoover de navolgende regeling niet
wegens de Kerstvacantie overbodig is, ge
lieve u het volgende in acht te nemen:
Is de geboorte op een schooldag vóór den
aanvang van den schooltijd bekend en heeft
zü den vorigen dag plaats gehad, dan wordt
dien schooldag (den nationalen feestdag)
vacantie gegeven.
Is de geboorte op een schooldag vóór den
aanvang van den schooltijd bekend en heeft
zii denzelfden dag olaats gehad, dan wordt
dien dag en den volgenden schooldag (den
nationalen feestdag) vacantie gegeven.
Wordt de geboorte op een schooldag
tijdens den schooltijd bekend, dan wordt
voor het verdere van dien dag en ook den
daarna volgenden schooldag (den natio
nalen feestdag) vacantie gegeven.
VERKEERSLICHTEN VOOR MET PALEIS
SOESTDIJK.
Tot nu toe was het de gewoonte, dat een
der oo post staande rijksveldwachters voor
het paleis Soestdijk, het verkeer op den
Rijksweg een oogenblik stop zetten, wan
neer een auto van het paleis naderde. Aan
deze regeling, welke vooral in den zomer
het drukke verkeer slechts matig voldeed,
zal thans spoedig een einde komen.
Teneinde het in- en uitrijden der hof-
auto's te vergemakkelijken, zal n.l. op den
Rijksstraatweg in de nabijheid van een der
lnrijhekken van het paleis binnen korten
lijd een lichtseininstallatie worden geplaatst
Deze lichtseinen zullen niet automatisch
werken, doch zullen worden bediend uit
een der wachthuisjes door den aldaar
dienstdoenden rijksveldwachter
Oorspronkelijk dacht men te kunnen vol
staan met twee kleuren, nl. rood en groen;
terwille van de uniformiteit is hiervan
afgezien en nu is bekende gele kleur er ook
aan toegevoegd.
De gang van zaken zal zoo zijn, dat de
bij het hek dienstdoende agent het licht
op geel schakelt, zoodra een auto vóór de
stoep van het paleis verschijnt Zoodra de
auto in beweging komt en zich in de rich
ting van het hek begeeft, schakelt hij geel
over in rood. Is de auto op den rijweg aan
gekomen en zoo te zeggen in het verkeer
opgenomen, dan gaat het. groene licht aan
en kan het verkeer weer zijn normalen eang
gaan.
Vad.
DE KWESTIE DER ERKENNING VAN
HET ITALIAANSCHE KEIZERRIJK.
Het Zweedsche telegraaf agentschap deelt
mede, dat na den stap der Nederlandsche
regeering, welke ten doel had de diploma
tieke betrekkingen met Italië te vergemak,
keliiken, de Zweedsche regeering tot nu toe
slechts een gedachtenjwisseling met de
Nederlandsche regeering beeft gevoerd
Zij heeft den wensch tot uitdrukking ge-
braoht te dezer zake in contact te blijven
met de andere staten der Oslo-groep, ten
einde op de hoogte te zijn van de houding,
welke deze zullen aannemen.
Uit Oslo wordt bericht dat Koht, de mi
nister van buitenlandsche zaken van Noor.
wegen, in een interview verklaard heeft dat
de Noorsche regeering reeds heeft geant
woord dat zij op het oogenblik niet voor
een demarche in de Westeuropeesche hoofd,
steden is. De Noorsche regeering stelt zich
oo het standpunt dat deze kwestie door de
groote mogendheden dient te worden ge
regeld,
ROOSENDAAL KRIJGT EEN GARNIZOEN.
Het tweede bataljon van het derde
regiment infanterie.
In de gisteren gehouden vergadering van
den gemeenteraad van Roosendaal heeft
burgemeester Prins, nadat de raad een
geheime zitting had gehouden, medegedeeld
dat dc gemeente een garnizoen zal krijgen.
Het tweede bataljon van het derde regi
ment infanterie zai'te Roosendaal worden
gevestigd.
Reeds geruimen tijd zijn hieromtrent door
het gemeentebestuur met de betrokken
autoriteiten onderhandelingen gevoerd
Aan den Rondweg welke in aanleg is, zal
een kazerne worden gebouwd. Daartoe ls
de beschikking gekregen over een terrein
ter grootte van 300 H A.
Het garnizoen zal, naar wit vernemen,
vijfhonderd man sterk zijn,
Msb.
DE POSTVLUCHTEN.
De „Ibis" is gistermiddag om 6 uur op
Schiphol geland.
DIRECTIEWISSELING BIJ DE K.N.I L M.
De heer Nieuwenhuis volgt jhr. Rendorp op.
Naar wii uit Batavia vernemen, aldus de
Tel., zal de heer H Nieuwenhuis, vertegen
woordiger der K N.I L M. in Indië, die thans
met verlof in Europa is. eind Februari naar
Indië terugkeeren. Hii zal dan ziin functie
hoogstens voor den tijd van één jaar blij
ven vervullen, daar hii bestemd is om jhr.
Rendorp. een der tegenwoordige directeuren
kantoorhoudend te Amsterdam, te vervan
gen. De heer Nieuwenhuis zal als vertegen
woordiger in Indië worden opgevolgd door
majoor Versteeeh. thans chef van den
Vliegdienst der K N I.L.M.
AANBESTEDING.
Vanwege den Rijkswaterstaat werd aan
besteed het onder profiel brengen van de
aardebaan en het maken van gefundeerde
kltnkerverhardingen, wegfundeerlngen, be-
tenrabatten en termverhardingen op een
gedeelte van weg No. 3 van het Rijkswegen-
p'.an 1932 (AmsterdamBcdegraven—Rot
terdam)onder de gemeenten Waddinx
veen. Rariwijk en Zwammerdam, met bij
komende werken.
Laagste inschrijvers waren J. Bontebal te
Zevenhulzen en Bregman en L. Groen te
Benthuizen voor f. 232.994,
STEUN PLUIMVEEHOUDERIJ IN 1938.
De Minister van Economische Zaken
heeft, naar wij van bevoegde zijde verne
men, besloten, ook in 1938 aan pluimvee
fokkers en houders van vermeerderingsbe-
drijven steun te verleenen. Behoudens en
kele kleine wijzigingen is deze regeling ge
lijk aan die, welke in 1937 heeft gegolden.
Slechts is het steunbedrag voor kuikens
door fokkers aan houders van vermeerde-
ringsbedrijven afgeleverd, verlaagd van
f. 0.15 tot f. 0.12 per kippenkuiken en van
f. 0.36 tot f. 0.15 per vrouwelijk eenden
kuiken.
Inlichtingen omtrent de steunregeling
kunnen worden ingewonnen bij de Neder
landsche centrale voor eieren en pluimvee
te Beekbergen.
SUPPLETOIRE BEGROOTING
LAND BOUW-CRISISFONDS VOOR 1933.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging en verhooging van de begrooting van
inkomsten en uitgaven van het landbouw
crisisfonds voor het dienstjaar 1936.
In de memorie van toelichting zegt de
minister van Economische Zaken, o.m„ dat
de financieele consequenties van de steun
maatregelen voor 1935 buitengewoon moei
lijk te overzien waren, hetgeen ah gevok
had, dat do uitgetrokken bedragen veel:
slechts een voorloopig karakter droegen.
Vele maatregelen, mede door het loslaten
van den gouden standaard, in den loop van
het dienstjaar gewijzigd, terwijl meerdere
3238
(Ingez. Med.)
Van onzen specialen verslaggever).
Wat is de reden, dat in het nieuwe,
met Duitschland voor 1938 gesloten
clearingverdrag enkele afwijkende be
palingen, in vergelijking met het op 31
December a.s. afloopende verdrag, zijn
opgenomen? Waarom is het percen
tage aan vrije deviezen dat aan
Duitschland wordt toegekend tot 10
verhoogd en waarom zijn enkele posten
die tot dusverre niet onder de clearing
vielen, er thans wel ondergebracht?
In een gistermiddag in het departement
van buitenlandsche zaken gehouden pers
conferentie, op initiatief van den Regee-
ringspersdienst belegd, heeft de directeur-
generaal van Handel en Nijverheid, dr. H.
M. Hirschfeld, een toelichting op het
nieuwe verdrag gegeven.
Dr. Hirschfeld vestigde er allereerst de
aandacht op, dat de thans beëindigde on
derhandelingen noodzakelijk waren, omdat
het clearingverdrag, dat voor het eerst in
September '34 voor den tijd van één jaar
werd gesloten, steeds met 1 jaar verlengd
werd en dus thans opnieuw teneinde liep.
Nu was het bekend, dat Duitschland gaarne
een betalingsovereenkomst met Nederland
wilde sluiten, zooals het o.a. met Frankrijk
heeft loopen, terwijl er voor ons land be
zwaren waren om op een dergelijke over
eenkomst in te gaan. Daarom hebben de
besprekingen vrij lang geduurd. „Waarom
men in ons land aan een verlenging van
het clearingverdrag de voorkeur geeft, ligt,"
aldus dr. Hirschfeld, „voor de hand. Op
deze manier blijft het mcgelijk oude han-
delsverorderingen te liquideeren. Door mid
del van de clearing heeft de betalingsaf
wikkeling tusschen Nederland en Duitsch
land het noodige vertrouwen gekregen en
de Nederlandsche delegatie meende, dat
het vertrouwen niet beter gediend is dan
door verlaging van de clearingovereen-
komst in den vorm, waarin zij tegenwoor
dig bestaat. Een betalingsovereenkomst
(Zahlungsabkommen) zooals de Duitschers
wenschen beteekent een materieele achter,
uitgang van het handelsverkeer tusschen
Nederland en Duitschland. zooals zich dit
onder clearing heeft ontwikkeld.
Op zichzelf is het een gelukkig verschijn-
sel te noemen, dat de Duitsche delegatie,
onder voorzitterschap van den heer Benzier
over de bezwaren tegen verlenging der
clearing is heengestapt, temeer omdat,
tijdens het 3-jarig bestaan van de clearing-
overeenkomst, de gelegenheid geschapen
is. een dieper inzicht over de geheele
materie te verkrijgen. Toen in September
'34 voor de eerste maal een clearingverdrag
werd afgesloten, wist men b.v. nog be
trekkelijk weinig af van de onzichtbare
posten op de handelsbalans, zooais dienst-
prestaties van Nederland in de Rijnscheep
vaart en in het kapitaalverkeer. In de af-
geloopen 3 jaar is men daarmede beter op
de hoogte gekomen.
Men weet het: De Duitsche uitvoer naar
Nederland is grooter dan die van ons land
naar Duitschland, zelfs in de verhouding
ruw geschat 2 1. In ons land wordt hier
uit de conclusie getrokken dat Duitsch
land in een voordeeliger positie is „want
de handelsbalans is actief". Men vergeet
dan echter wat daar tegenover staat, n.l.
dat ons land tal van dienstprestaties aan
Duitschland verricht, waarin het transito-
verkeer een groote rol speelt. Nederland
sche schepen vervoeren wel goederen van
Duitschland naar andere landen of omge
keerd, endaarvoor moet Duitschland
ook betalen.
Voorts roert men graag de kwestie aan,
dat Nederlandsch-Indië erg passief behan
deld wordt door Duitschland. Maar daarbij
verliest men het beginsel der Rijkseenheid
en het feit, dat Nederland de passiviteit
van Duitschland ten opzichte van Neder
landsch-Indië opvangt uit het oog. Beide
deelen van het Nederlandsche Koninkrijk,
en dit geldt voor degenen, die aparte on
derhandelingen voorstaan, bereiken ge
zamenlijk meer, dan elk apart.
i het percentage vrije deviezen, toegekend
aan Duitschland, dat van 6 "/o op 10 «/o ge
bracht is. Er is geen reden om hiervan te
schrikken, zelfs niet als men weet, dat het
percentage ill het oude verdrag menigmaal
bestreden werd. Men redeneerde: „Duitsch
land kan voor deze vrije deviezen koopen
bij wie en wat het wil. In ieder geval be
steedt men ze niet in Nederland". Er was
hierover een zekere, overigens te begrijpen,
ontstemming. Maar die ontstemming
gold alleen omdat er een achterstand in de
betalingen was. Zoodra deze achterstand
geliquideerd was, verviel zij. En ook nu, met
een schoone lei beginnend, was er geen
reden om bezwaren te opperen tegen het
grootere percentage. Een offer mag men
het eigenlijk niet eens noemen, temeer
daar gebleken is. dat Duitschland, naast de
clearing, belangrijke bedragen in vrije de
viezen betaald voor de dienstprestaties
welke ons land verricht. Men moet niet
zeggen: „Duitschland krijgt van Nederland
een zeker percentage vrije deviezen, waar
mede het eigenlijk doen kan wat het wil".
Men verliest dan uit het oog, dat deze
vrije deviezen wel degelijk ook Nederland
ten goede komen als betaling voor scheeps
wachten. Ook blijkt uit de praktijk, dat
Duitschland producten van ons land koopt,
welke in vrije deviezen betaald worden.
Dit is dan ook de reden, dat de Nederland
sche delegatie aan den Duitschen wensch
tegemoet kon komen.
Voorts zijn enkele posten in het clearing
verdrag opgenomen, die in het oude ver
drag ontbreken! Zoo zullen van 1 Januari
a.s. af alle overslagkosten, voorkomende in
het havenverkeer, daaronder vallen, ter
wijl zij er nu slechts gedeeltelijk onder
vallen.
Voor den tusschenhandel'is van belang,
dat bepaalde kosten, die volgens het oude
verdrag slechts over de clearing verrekend
worden, indien zij op het goederenverkeer
tusschen Nederland en Duitschland be
trekking hadden, onder de clearing vallen,
indien zij op het handelsverkeer betrek
king hebben. Deze kosten zijn b.v. salaris
sen, loonen, bureau-onkosten van vertegen
woordigers en filialen, provisie en kosten
van rechtszaken.
Thans zal ook onder de clearing vallen
het verkeer tusschen de Duitsche zeeha
vens, via Nederland, met den Rijn, het
transport door Nederlandsche schepen tus
schen Duitsche zeehavens, en het verkeer
met Duitsche schepen tusschen Nederland
sche zeehavens. Tot dusverre viel dit
slechts gedeeltelijk onder clearing. Overi
gens moet hierbij in het oog gehouden
werden, dat de praktijk alleen vervoer door
Nederlandsche schepen tusschen Duitsche
havens kent.
Tenslotte zullen ook de transportverze
keringskosten, voor zoover deze betrekking
hebben op het Nederlandsch-Duitsche
goederenverkeer aan de clearing ten goede
komen."
Zooals door den Regeeringspersdienst
reeds in een communiqué is gezegd, zijn in
het nieuwe clearingverdrag, vergeleken bij
het bestaande, enkele wijzigingen voorge
komen. In de eerste plaats verhccging van
nieuwe werden ingevoerd, waardoor ook de
werkzaamheden van verschillende diensten
aanmerkelijk zijn toegenomen. In verband
hiermede moeten meerdere artikelen voor
personeelsuitgaven en materieele behoeften
worden verhoogd en wel tot een totaal be
drag van f. 11.551 500, welk bedrag onder
meer gedekt wordt door neer .'ere opbrengs'
--t y-erdeelig slot van den gewonen
dienst 1935, de heffing op de in het buiten
land geproduceerde veekoeken en de mono-
poiiewinst op den uitvoer van eieren en
slachtgevogelte.
Dr. Hirschfeld wijdde vervolgens een be
schouwing aan de betalingscontingenten,
die zich onder het clearingsysteem hebben
ontwikkeld. „In het nieuwe verdrag zijn
deze contingenten onveranderd gehand
haafd. d.w.z. voor het eerste kwartaal 1938
zijn deze, in een vergadering, gehouden na
afloop der clearing-onderhandelingen, een
tikje lager vastgesteld dan zij in het 4e
kwartaal '37 waren. Deze geringe verlaging
is niet een gevolg van het nieuwe verdrag,
maar van het feit. dat de Duitsche uitvoer
naar ons land iets onder de verwachtingen
is gebleven, een symptoom, dat de econo
mische opleving in de laatste maanden
hetzij eenigen stilstand vertoont, hetzij
achteruitgaat. Daarom was deze verlaging
";oodig, al liggen de contingenten nog hoo-
ser dan zij gemiddeld over het geheele af-
gelcopen jaar waren".
Tenslotte belichtte dr. Hirschfeld nog de
verlenging van het Nederlandsch-Duitsche
verdrag vcor het goederenverkeer, dat on
veranderd blijft gelden tot 31 Maart 1938,
in tegenstelling met de gebruikelijke 1-
jarige verlenging. Dat thans slechts tot een
verlenging van 3 maanden besloten is,
moet geweten worden aan den langen duur
van de onderhandelingen over het clea
ringverdrag. Het was daardoor onmogelijk
deze onderhandelingen op een zoodanig
tijdstip aan te vangen, dat men met. een
nieuwe regeling voor den tijd van 1 jaar
gereed kon zijn. De verlenging met 3
maanden wil dus niet zeggen, dat er moei
lijkheden gerezen zouden zijn over het
oude verdrag. Beide partijen hadden ech
ter nu geen gelegenheid de bestaande rege.
ling op rustige wijze te bekijken. „Wij, van
onzen kant," aldus eindigde dr. Hirschfeld,
„vertrouwen, dat binnen 3 maanden een
nieuw handelsverdrag tot stand zal zijn
gekomen. Vrees voor onverwachte moei
lijkheden koesteren wij niet.
En is het nieuwe handelsverdrag, met
N van 1 April 73 tot stand -a'anan,
an s kat langzamer1". 1 al war tij3 era
aandacht te schenken aan de transfer-
overeenkomst met Duitschland, welke 30
Juni '38 afloopt
(Nadruk verboden.