LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Maandag 20 December 1937 Nog geen beslissingen in het Verre Oosten inzake de incidenten Arbeids- en rusttijden koffiehuis en hotel Algemeene vergadering voor Bloembollencultuur De bepalingen treden 1 Januari a.s. in werking h Dr. Verhage over den toestand in het bedrijf SPREEKCEL DICKIE DONS GAAT OP AVONTUUR Het „Panay"-incident. De woordvoerder van het Japansche leger heeft aan de pers verklaard, dat de Japan sche autoriteiten druk bezig zijn met het onderzoek inzake de incidenten op de Jangtse. doch dat zij hierbij op moeilijk heden stuiten doordat de eenheden, die ten tijde van de incidenten aan de Jangtse gelegerd waren, snel naar het Noorden oprukken Waarschijnlijk zal echter van daag te Sjanghai een volledig rapport in zake het gebeurde met de „Panay" worden ingediend. De woordvoerder heeft evenwel thans erkend, dat Japansche soldaten aan boord van sloepen mitrailleurvuur heb ben geopend op de Amerikaansche ka nonneerboot „Panay". Verder erkende de woordvoerder, dat Japansche sol daten zich aan boord van het zinken de schip hadden begeven, doch hij gaf geen reden hiervoor. De woordvoerder betreurde, dat de Ja pansche autoriteiten eerst zoo laat kennis hadden gekregen van de bewegingen van de „Panay". Tenslotte herhaalde hij, dat hex incident grootendeels is te wijten aan slecht zicht. De secretaris van het Witte Huis heeft tegenover vertegenwoordigers van de pers verklaard, dat de Amerikaansche regee ring niet het voornemen heeft een vloot- demonstratie te houden in den Stillen Oceaan. Officieuze kringen zijn van mee ning, dat deze verklaring die, welke Huil drie dagen geleden heeft afgelegd, beves tigt. Evenals deze verklaring, zoo wordt in deze kringen met nadruk gezegd, sluit die van den secretaris van het Witte Huis niet de mogelijkheid uit. dat een derge lijke maatregel later overwogen wordt, wanneer het antwoord van Japan op het Amerikaansche protest niet bevredigend geacht wordt. De ambassadeur van Japan heeft in een tot, de bevolking der Vereenigde Staten ge houden radioredevoering beloofd, dat Ja pan stappen zou doen ter bescherming van buitenlanders en buitenlandsdhe belan gen. Japansche „maatregelen". Een vergadering van de leden van de Japansche regeering met de leiders van leger en vloot in tegenwoordigheid van den keizer, waarin beslist zou worden over een „maatregel van het hoogste belang ten aanzien van China" is uitgesteld. Toch zijn de Japansche autoriteiten den laat- sten tijd tot overeenstemming gekomen in zake deze „maatregelen"-; men achtte het evenwel beter eerst de ontwikkeling van den internationalen toestand af te wach ten, in het bijzonder de houding van En geland, de Vereenigde Staten, de sovjet unie, en Duitschland, alvorens de toestem ming van den keizer te verzoeken. In welingelichte kringen verluidt, dat deze „maatregel" de aanval op Kanton zou zijn. Het is niet twijfelachtig of de aanval op Kanton is een essentieel deel van het Japansche strategische plan. Men is er evenwel van overtuigd, dat op het oogen- biik de reactie niet gunstig zou zijn. De „Asahi Sjimboen" verneemt, dat de regeering besloten heeft tot een politiek van bestraffing der nationale Chineesche regeering door in den volsten zin des woords vol te houden, indien de Chinee sche regeering haar houding niet herziet. Tokio is, aldus het blad, voornemens de militaire resultaten nog te vergrooten zon der de militaire strafactie achterwege te laten. De regeering zal de regeering van Nanking negeeren, doch acht het niet noo- dig haast te maken met de officieele me- dedeeling daarvan. Zij hoopt, dat de voor- loopige regeering in Noord-China geleide lijk in kracht zal groeien. De regeering overweegt algemeene mobilisatie van de nationale financieele hulpbronnen om voor een lange actie bereid te zijn. De regee- ring zal bovendien een voorzichtige hou ding aannemen ten aanzien van de inter nationale betrekkingen, die delicaat zijn geworden met den val van Nanking. In een café te Sjanghai heeft een vrij hevige vechtpartij plaats gevonden tus- schen drie Japansche journalisten en Ame rikaansche matrozen. De orde werd ech ter spoedig hersteld. Generaal Matsoei wil tijd geven. Generaal Matsoei heeft verklaard, dat Japansche strijdkrachten,- die Nanking in genomen hebben, zonder tijd te verliezen Gereorganiseerd worden, teneinde de ope raties voort te zetten. Verscheidene afdee- lingen hebben den opmarsch reeds hervat ln de richting van de provincies Tsjekiang en Anwei, alsmede Noord-Kiangsoe. De groote vermoeienissen, die het gevolg zijn van vier maanden onophoudelijken strijd, maakten het echter noodig. dat sommige afdeelingen eenige rast genieten en ge reorganiseerd worden. Zij verrichten daar om garnizoensdiensten, doch bereiden daarnaast de toekomstige operaties voor, waarvan de omvang zal afhangen van de houding van Tsjang Kai Tsjek en van de Nanking-regeering. „Mijn meening is aldus Matsoei, dat de jongste gevechten een goede les ge weest zijn voor de Chineesche troepen en de bevolking van Kiangsoe, en ik verwacht, dat dit voor de Nankingre- geering aanleiding zal zijn, haar hou ding te herzien. Daar het eiken dag kouder wordt en ook het jaar snel zijn einde nadert, ben ik geneigd, beiden partijen den tijd te laten, zoodat er bij de Chineesche troepen en het Chinee sche volk op kan worden aangedrongen hun houding te herzien, terwijl de kei zerlijke strijdkrachten gereorganiseerd en krachtiger gemaakt worden." Zooals bgkend, denkt Tsjank Kai Sjek echter niet aan opgeven! Nieuwe Chineesche verdedigingslinie. Naar uit Hankau wordt vernomen, zou de nieuwe verdedigingslinie der Chineezen ten Zuiden van het Tai-meer, loopen van Hangtsjau naar Sihsien, in het Z O. van Anwei. De Chineesche troepen aan dit front zouden over uitstekend materiaal be schikken en zich stevig verschanst hebben. Gemeld wordt, dat de Japansche voor hoeden aan den weg Sjanghai—Hangtsjau te Tsjingsjensi met zware verliezen zijn teruggeslagen. Verder is men nog steeds bezig met Oehan in staat van verdediging te brengen. Maarschalk Tsjang Kai Sjek heeft de politieke en militaire leiders bijeengeroe pen. In Chineesche kringen hecht men aan deze bijeenkomst groote beteekenis. Nieuw incident op de Jangtse. Opnieuw wordt bericht, omtrent een in cident. dat zich op de Jangtse heeft voor gedaan. In Britsche vlootkringen wordt medegedeeld, dat na het oppikken van twee Chineesche koelies, waarvan een ge wond was, de kapitein van de „Lady Bird" door de Japanners ervan in kennis gesteld werd, dat „indien niet opgehouden we»d met inmenging van dezen aard, de Japan ners niet voor de gevolgen zouden in staan." Het incident deed zich voor j.l. Donder dag, toen de Britsche kanonneerboot zich drie mijl stroomopwaarts van Nanking be vond. Een Japansche motorboot kwam in aanvaring met een Chineesch scheepje, als gevolg waarvan de beide koelies overboord sloegen. De „Lady Bird" schoot toen on middellijk te hulp. Beschadigingen. Een officieele mededeeling van het Ja pansche hoofdkwartier te Sjanghai meldt, dat Chineesche soldaten en burgers tal rijke huizen vernield hebben zoowel te Nanking als in andere steden en dorpen. Het mausoleum van Soen-Jat-Sen en an dere historische monumenten, welke de Japansche soldaten getracht hebben te sparen, zijn vernield door de Chineesche wachten, die deze monumenten aanvan kelijk beschermden en door de Chineesche troepen, voordat zij den aftocht bliezen. Japansche eigendommen vernield. De toestand te Kiautsjau, de haven van de provincie Sjantoeng, is hoogst ernstig. Den geheelen naoht werden voortdurend ontploffingen gehoord, welke zijn vooraf gegaan aan de verwoesting der Japansche eigendommen ln de stad. Japansche ge bouwen zouden met behulp van petroleum in brand gestoken zijn. Tot de Japansche eigendommen, die te Tsjingtau zijn verwoest, behooren acht textielfabrieken met in het geheel 416.000 getouwen. In deze fabrieken zijn in het geheel 24.000 arbeiders te werk gesteld, die tegen den oorlog zijn. Men vreest, dat de Japanners een aan val op deze stad zullen ondernemen om het incident te wreken. Intusschen zijn twee Amerikaansche oorlogsbodems te Tslngtau aangekomen om zich daar te voegen bij een Britschen kruiser en een Amerikaansche kanonneerboot. Te Kiautsjau zijn groote Japansche ka pitalen bgelegd, o.a. in talrijke spinnerijen. Het schijnt, dat tot dusver tusschen de Japanners en de autoriteiten der provin cie Sjantoeng een afspraak heeft bestaan, volgens welke de Japanners op zich geno men zouden hebben, niet het gedeelte der provincie aan te vallen, dat door den gou verneur, generaal Foetsjoe, wordt verde digd en de Chineezen de Japansche eigen dommen te Tsingtao onaangetast zouden laten. Hierdoor was tot nu toe Tsjlngtao de eenige Chineesche haven, waarvoor de Japansche blokkade niet gold. Men vraagt zich af, of de gebeurtenissen wellicht beteekenen. dat de Japanners de overeenkomst hebben geschonden, dan wel of de Chineesche leger- en vloot-lelders besloten hebben, den loop der gebeurtenis sen te forceeren, teneinde generaal Foetsoe voor een voldongen feit te stellen. De hou ding van generaal Foetsjoe was tot dusver niet volkomen duidelijk. De "boycotbeweging. Vertegenwoordigers van meer dan vijftig pacifistische organisaties in Amerika heb ben een motie aangenomen, waarin de be volking wordt opgeroepen Japansche goe deren te boycotten. Generaal Doihara gesneuveld? Uit Chineesche bron te Tslnan verluidt, dat de Japansche generaal Doihara, de „Lawrence van Mandsjoerije", in een ge vecht aan den spoorweg PeipingHankau gesneuveld is. Het lichaam zou te Tientsin verbrand zijn, waarna de asch naar Japan zou zijn overgebracht. In het Krelagehuis te Haarlem werd hedenmiddag de 185ste algemeene vergade ring gehouden van de Algemeene vereeni- ging van Bloembollencultuur. In zijn openingsrede wijdde de voorzitter, de heer dr. A. J. Verhage, herdenkingswoor den aan de nagedachtenis van jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, Jan Philippo, mevr. de wed. de Vilmorin, T. F. Vlieland, Jan Blokker Nzn.. Willem van Lierop, K. Oudshoorn, C. v. d. Lubbe en den bloemen schilder Luclen Louis Manceau, die allen sinds de vorige vergadering zijn overleden. Spr. herinnerde daarna aan het be sluit van de vorige algemeene vergade ring, die zich tegen het voortbestaan der saneringsmaatregelen uitsprak, welke uitspraak met nadruk onder de aandacht van den minister van econo mische zaken is gebracht. De minister heeft een beslissing in deze kwestie genomen, waarbij wel rekening is ge houden met de uitspraak der vereeni- ging, maar waarbij deze uitspraak toch niet is opgevolgd. Sprekende over de afschaffing der bui- tenlandsche minimumprijzen, zeide spr., dat men naar zijn meening moet oppassen met de gedachte dat na deze afschaffing het prijspeil in het buitenland sterk zal dalen. De tulpenoogst was dit jaar slecht, waar door in het afgeloopen seizoen de overschot ten gering en de prijzen sterk gestegen zijn. De narclssenhandel is zeer vlot, met stij gende prijzen, verloopen en slechts de hyaclnthenhandel heeft, mede door het goede gewas, uiteindelijk weer teleurge steld. Dat wil niet zeggen, dat de bedrijfsuit- komsten beter zijn bij een slechten oogst is dit ondanks hoogere prijzen zelden het geval maar wel, dat men bij de prijs zetting voor het volgend seizoen van een hoogere basis moet uitgaan, dan men ge dacht zou hebben wanneer er een over vloedige raap geweest zou zijn. Dit jaar heeft aangetoond, dat in geval van vrije of vrijere prijsvorming het prijspeil niet lager behoeft te zijn dan bij kunstmatige prijs zetting. Afgewacht moet worden, of het prijspeil onnoodlg naar beneden wordt gedrukt. Ge hoopt moet worden dat de exporteurs vol doende koopmanschap en ruggegraat too- nen te bezitten om dit te voorkomen. Nu er dus maatregelen voor het bloem- bollenbedrijf blijven nJ. teeltbeheer- sching en opkoop van het surplus, met alles wat daaraan verbonden is moet, mede in verband met wat hierover ln de jongste troonrede is aangekondigd, het vraagstuk, of het bloembollenbedrijf zelf, zij het onder sanctie en toezicht van de regeering, de maatregelen moet en kan uitvoeren, aan dachtig worden bezien. Het komt voor, dat het „zelf doen" groote voordeelen biedt en dat de invloed van het op den aard der maatregelen hierdoor ook aanzienlijk ver sterkt kan worden. Willen wij tot een dergelijk „zelf doen" en „zelf beslissen" onder het bovengenoemde voorbehoud komen, dan zal er een samenwerking moeten komen tusschen de organisaties, die het bloembollenvak en de onderscheidene onderdeelen daarvan vertegenwoordi gen. Slechts uit een samenwerking, waarbij het vakbelang voorop staat en waarbij geen vooringenomen stand punten domineeren, kan wat goeds ge boren worden. Spr. hoopte, dat een dergelijke samenwerking tot stand kan komen. Wanneer wij de ontwikkeling in het bloembollenbedrijf gedurende het laatste jaar bezien, mogen wij niet ontevreden zijn. Het blijkt, dat ondanks alle mogelijke han delsbelemmeringen en monetaire moeilijk heden onze uitvoer in kilogrammen onge veer op hetzelfde peil is gebleven. In de eerste 11 maanden van dit jaar werden 41'/« millioen k.g. bloembollen uitgevoerd tegen 42.3 millioen k.g. ln hetzelfde tijdvak ln 1936. Men mag, daar de oogst van tulpen slecht was en dus meer kleine bollen gele verd zijn, dan ook gerust aannemen, dat dit jaar meer bollen zijn uitgevoerd dan vorig jaar, al is het k.g.-cijfer wat lager. En zulks in tegenstelling met de algemeene verwach ting, dat de slechte tulpenoogst oorzaak van een vermindering van den uitvoer, in stuks gerekend zou zijn. Dat de waarde van den uitvoer dit Jaar zou stijgen was te voorzien toen ln Septem ber 1936 ook in Nederland de gouden stan daard werd opgeheven. In de verwachting van gunstige gevolgen van dezen maat regel is men in het bloembollenbedrijf, naar ik meen, allerminst teleurgesteld. De cijfers toonen aan, dat dit gemotiveerd is Want terwijl tot December in 1936 voor f22 mil lioen werd geëxporteerd, is ln 1937 de waar de van onzen uitvoer over hetzelfde tijdvak gestegen tot f. 27 millioen. Ook al zijn ae bedrijfskosten wat gestegen wat niet alleen een gevolg is van de devaluatie van den gulden, is toch een aanmerkelijk voordeel te boeken. Voor het bloembollenbedrijf was deze maatregel te belangrijker omdat de betee kenis van den binnenlandschen afzet die overigens allerminst onder dezen maat regel heeft geleden gering is in verhou ding tot het belang van den export. Wan neer wij doelbewust afzetverruimlng willen nastreven en spr. meende, dat het oogeri- bllk daartoe gekomen is, moeten wij dan ook ons oog op het buitenland richten. Aan het slot van zijn rede herdacht spr. met een enkel woord, dat de afd. Benne- broek-Vogelenzang dezer dagen 50 jaren bestaan heeft. Het is de vijftiende afdeeling der vereenlglng. die dit gedenkwaardige jubileum viert, en het was spr, een beboet te ook in het openbaar dank te brengen aan hen. die voor deze afdeeling, die in ons verecnigingsleven een belangrijke rol heeft gespeeld en nog speelt, hun beste krachten hebben gegeven. Het Zaterdag verschenen „Staatsblad" be vat een besluit van 7 December j.l., tot vast stelling van het tijdstip, waarop met be trekking tot arbeid in koffiehuizen en ho tels verschillende bepalingen der arbeidswet 1919 in werking treden. Jeugdige personen. Een jeugdig persoon mag ln een koffie huis of een hotel niet langer arbeid verrich ten dan negen uren per dag en vier en vijf tig uren per week. Hij mag geen arbeid doen op Zondag en overigens niet tusschen 8 uur 's avonds en 8 uur 's morgens. De arbeidstijd van een Jeugdig persoon, die arbeid verricht in een koffiehuis of een hotel, moet op lederen dag, waarop hij meer dan zes uren arbeid verricht, afgewisseld worden door een onafgebroken rusttijd van ten minste twee uren. Deze rusttijd moet geheel gelegen zijn tusschen 11 uur des voormiddags en 5 uur des namiddags. Bovendien moeten ten aanzien van een in een koffiehuis of een hotel werkzaam jeug dig persoon worden nageleefd de eischen, welke door het districtshoofd zijn gesteld omtrent het verleenen van een of meer rusttijden van ten hoogste een half uur, bulten dien, bedoeld ln het eerste lid, en omtrent de tijdstippen, waartusschen deze rusttijden moeten worden gegeven. Rusttijden van minder dan een kwartier worden geacht tijden te zijn, gedurende welke arbeid wordt verricht. Tegen een eisch, ingevolge het tweede lid door het districtshoofd gesteld, kan het hoofd of de bestuurder der onderneming binnen veertien dagen na de dagteekenlng van den eisch in beroep komen bij den minister. Diens beslissing wordt met rede nen omkleed. Wordt ln beroep de eisch ge wijzigd, dan treedt de gewijzigde eisch ln de plaats van dien, waartegen beroep is inge steld. Voor het hoofd of den bestuurder vloeit geen verplichting voort uit een eisch, zóó lang daartegen beroep kan worden inge steld en zoolang omtrent een Ingesteld be roep niet is beslist. Een jeugdig persoon mag gedurende de bedoelde rusttijden niet verblijven op een besloten plaats, waar alsdan de bedrijfs4 arbeid wordt verricht, behalve tot het nut tigen van een maaltijd. In een koffiehuis of een hotel in de eigen woning van het hoofd of den bestuurder van de onderneming, die zijn bedrijf uit oefent zonder hulp van anderen dan zijn echtgenoote en bloed- of aanverwanten, tot den derden graad ingesloten, die bij hem inwonen, mag een jeugdig persoon, behoo- rende tot die bloed- of aanverwanten, geen arbeid verrichten tusschen 8 uur des namid dags en 8 uur des namiddags. Volwassen personeel. Voor volwassen koffiehuis- en hotelper soneel gelden de volgende bepalingen: Een man of een vrouw, die arbeid ver richt in een koffiehuis of een hotel, moet een dagelljkfichen onafgebroken rusttijd hebben van ten minste tien uren. 1. Indien in een koffiehuis of een hotel een opeenhooping van werk voorkomt o£ zich daar bijzondere omstandigheden voor doen, kan het districtshoofd, of in beroep ingevolge het derde lid onze minister, schriftelijk en voorwaardelijk of onvoor waardelijk vergunnen, dat in die inrichting ten aanzien van aldaar werkzame mannen of vrouwen wordt afgeweken van het be paalde bij artikel 1. 2. Het districtshoofd behoeft een voor ieder geval aan te vragen machtiging van den directeur-generaal van den Arbeid voor het verleenen van een vergunning; a. Indien de vergunning zich over een tijdvak van meer dan veertien dagen uit strekt; b. Alvorens sedert het eindigen van een voorgaande, voor dezelfde personen gelden de, vergunning ten minste zes dagen zijn verloopen, behalve in de gevallen, door den minister bepaald; c. Indien de vergunning geldt voor meer dan drie dagen achtereen of meer dan vier dagen in een week; d. Indien de rusttijd, als bedoeld in arti kel 1, minder dan zeven uren bedraagt;; 3. Tegen de beschikking van het districts, hoofd op een verzoek om een vergunning, als bedoeld in het eerste lid, kan het hoofa of de bestuurder van de onderneming bin nen veertien dagen na de dagteekenlng der beschikking in beroep komen bij den minis ter; 4. Indien ten aanzien van een groep van ondernemingen in alle of bepaalde gemeen ten of gedeelten van gemeenten aanleiding bestaat, om op de gronden, in het eerste lid omschreven een vergunning, als in dat lid bedoeld, voor alle ondernemingen tc ver leenen, kan de minister voorwaardelijk of onvoorwaardelijk zoodanige vergunning ver leenen; 5. Indien ten aanzien van een groep van ondernemingen in alle of bepaalde gemeen ten of gedeelten van gemeenten van een district, als bedoeld in artikel 77, tweede lid, der Arbeidswet 1919, aanleiding bestaat, om op de gronden, in het eerste lid omschreven, een vergunning, als ln dat lid bedoeld, voor alle of een aantal ondernemingen dier groep te verleenen, kan onze minister het dis trictshoofd daartoe machtigen; 6. Een vergunning, bedoeld in het vierde lid, of een machtiging, bedoeld in het vijfde lid, wordt, behoudens onvoorziene spoed- .eischende gevallen, niet verleend, alvorens de bedrijfsraad is gehoord, of, bij het ont breken van een bedrijfsraad, de vak- vereenigingen van werkgevers en arbei ders in het bedrijf in de gelegenheid zijn ge steld daarover hare meening kenbaar te maken. I -. Engeland heeft 100.000.000 L. melk meer gedronken. Dank zij de intensieve reclame-cam pagne voor melk heeft men ln Enge land vorig jaar circa 100.000.000 liter méér mell$ gedronken. Dit be teekent voor de boeren een ver betering in den verkoop van rond 5.000.000 gulden. Ook hier heeft dag bladreclame de kern' van alle goede reclame een groote rol gespeeld bij deze reclame-actie die natuurlijk energiek wordt voortgezet. 3124 HET WEGDEK VAN DEN WITTE SINGEL Zou de Directie van Gemeentewerken haar aandacht eens willen wijden aan den ergerlijken toestand, waarin de bestrating van den Witte Singel, tusschen Witte Ro zenstraat en Noordeindsbrug, verkeert? Sedert Maart 1937, toen de bewoners aan zegging kregen, dat de Singelverbreeding in aantocht was, is er niets meer aan de be strating gedaan, met als gevolg, dat de trottoirs vol kuilen zitten, die na den regen van de laatste dagen veranderd zijn ln plassen! Om nog niet eens te spreken van het wegdek op den rijweg! 21. Nadat Thijs IJs dus Dick bevrijd had van zijn boeien, Het hij er verder ook geen gras meer over groeien; want Theodorus Lap-oor, bang en laf, verdiende nu toch zeker wel een beetje straf 1 Thijs 'begreep uit dat, wat Dickie hem zoo vlug had mede kunnen deelen, dat Lap-oor graag een massa diamanten wilde stelen; maar omdat hij het alléén niet durfde doen, had hij Dickie meegenomen toen! Thijs laat zooiets heusch niet rusten en Theodorus zal er nu van lusten; 't konijnenhol was vlug gevonden dat was een gat, waar zij gemak'lljk door heen gaan konden toen stonden zij in Lap- oor's huls. Het konijn was Juist toevallig thuis het was heel erg verrast en steunde: „Houd me vastl" 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10