LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Maandag 20 December 1937
Nog geen beslissingen in het
Verre Oosten inzake de
incidenten
Arbeids- en rusttijden koffiehuis
en hotel
Algemeene vergadering voor
Bloembollencultuur
De bepalingen treden 1 Januari a.s. in werking
h
Dr. Verhage over den toestand in het bedrijf
SPREEKCEL
DICKIE DONS GAAT OP AVONTUUR
Het „Panay"-incident.
De woordvoerder van het Japansche leger
heeft aan de pers verklaard, dat de Japan
sche autoriteiten druk bezig zijn met het
onderzoek inzake de incidenten op de
Jangtse. doch dat zij hierbij op moeilijk
heden stuiten doordat de eenheden, die
ten tijde van de incidenten aan de Jangtse
gelegerd waren, snel naar het Noorden
oprukken Waarschijnlijk zal echter van
daag te Sjanghai een volledig rapport in
zake het gebeurde met de „Panay" worden
ingediend.
De woordvoerder heeft evenwel thans
erkend, dat Japansche soldaten aan
boord van sloepen mitrailleurvuur heb
ben geopend op de Amerikaansche ka
nonneerboot „Panay". Verder erkende
de woordvoerder, dat Japansche sol
daten zich aan boord van het zinken
de schip hadden begeven, doch hij gaf
geen reden hiervoor.
De woordvoerder betreurde, dat de Ja
pansche autoriteiten eerst zoo laat kennis
hadden gekregen van de bewegingen van
de „Panay". Tenslotte herhaalde hij, dat
hex incident grootendeels is te wijten aan
slecht zicht.
De secretaris van het Witte Huis heeft
tegenover vertegenwoordigers van de pers
verklaard, dat de Amerikaansche regee
ring niet het voornemen heeft een vloot-
demonstratie te houden in den Stillen
Oceaan. Officieuze kringen zijn van mee
ning, dat deze verklaring die, welke Huil
drie dagen geleden heeft afgelegd, beves
tigt. Evenals deze verklaring, zoo wordt
in deze kringen met nadruk gezegd, sluit
die van den secretaris van het Witte Huis
niet de mogelijkheid uit. dat een derge
lijke maatregel later overwogen wordt,
wanneer het antwoord van Japan op het
Amerikaansche protest niet bevredigend
geacht wordt.
De ambassadeur van Japan heeft in een
tot, de bevolking der Vereenigde Staten ge
houden radioredevoering beloofd, dat Ja
pan stappen zou doen ter bescherming van
buitenlanders en buitenlandsdhe belan
gen.
Japansche „maatregelen".
Een vergadering van de leden van de
Japansche regeering met de leiders van
leger en vloot in tegenwoordigheid van
den keizer, waarin beslist zou worden over
een „maatregel van het hoogste belang
ten aanzien van China" is uitgesteld. Toch
zijn de Japansche autoriteiten den laat-
sten tijd tot overeenstemming gekomen in
zake deze „maatregelen"-; men achtte het
evenwel beter eerst de ontwikkeling van
den internationalen toestand af te wach
ten, in het bijzonder de houding van En
geland, de Vereenigde Staten, de sovjet
unie, en Duitschland, alvorens de toestem
ming van den keizer te verzoeken.
In welingelichte kringen verluidt, dat
deze „maatregel" de aanval op Kanton zou
zijn. Het is niet twijfelachtig of de aanval
op Kanton is een essentieel deel van het
Japansche strategische plan. Men is er
evenwel van overtuigd, dat op het oogen-
biik de reactie niet gunstig zou zijn.
De „Asahi Sjimboen" verneemt, dat de
regeering besloten heeft tot een politiek
van bestraffing der nationale Chineesche
regeering door in den volsten zin des
woords vol te houden, indien de Chinee
sche regeering haar houding niet herziet.
Tokio is, aldus het blad, voornemens de
militaire resultaten nog te vergrooten zon
der de militaire strafactie achterwege te
laten. De regeering zal de regeering van
Nanking negeeren, doch acht het niet noo-
dig haast te maken met de officieele me-
dedeeling daarvan. Zij hoopt, dat de voor-
loopige regeering in Noord-China geleide
lijk in kracht zal groeien. De regeering
overweegt algemeene mobilisatie van de
nationale financieele hulpbronnen om voor
een lange actie bereid te zijn. De regee-
ring zal bovendien een voorzichtige hou
ding aannemen ten aanzien van de inter
nationale betrekkingen, die delicaat zijn
geworden met den val van Nanking.
In een café te Sjanghai heeft een vrij
hevige vechtpartij plaats gevonden tus-
schen drie Japansche journalisten en Ame
rikaansche matrozen. De orde werd ech
ter spoedig hersteld.
Generaal Matsoei wil tijd geven.
Generaal Matsoei heeft verklaard, dat
Japansche strijdkrachten,- die Nanking in
genomen hebben, zonder tijd te verliezen
Gereorganiseerd worden, teneinde de ope
raties voort te zetten. Verscheidene afdee-
lingen hebben den opmarsch reeds hervat
ln de richting van de provincies Tsjekiang
en Anwei, alsmede Noord-Kiangsoe. De
groote vermoeienissen, die het gevolg zijn
van vier maanden onophoudelijken strijd,
maakten het echter noodig. dat sommige
afdeelingen eenige rast genieten en ge
reorganiseerd worden. Zij verrichten daar
om garnizoensdiensten, doch bereiden
daarnaast de toekomstige operaties voor,
waarvan de omvang zal afhangen van de
houding van Tsjang Kai Tsjek en van de
Nanking-regeering.
„Mijn meening is aldus Matsoei, dat
de jongste gevechten een goede les ge
weest zijn voor de Chineesche troepen
en de bevolking van Kiangsoe, en ik
verwacht, dat dit voor de Nankingre-
geering aanleiding zal zijn, haar hou
ding te herzien. Daar het eiken dag
kouder wordt en ook het jaar snel zijn
einde nadert, ben ik geneigd, beiden
partijen den tijd te laten, zoodat er bij
de Chineesche troepen en het Chinee
sche volk op kan worden aangedrongen
hun houding te herzien, terwijl de kei
zerlijke strijdkrachten gereorganiseerd
en krachtiger gemaakt worden."
Zooals bgkend, denkt Tsjank Kai Sjek
echter niet aan opgeven!
Nieuwe Chineesche verdedigingslinie.
Naar uit Hankau wordt vernomen, zou
de nieuwe verdedigingslinie der Chineezen
ten Zuiden van het Tai-meer, loopen van
Hangtsjau naar Sihsien, in het Z O. van
Anwei. De Chineesche troepen aan dit
front zouden over uitstekend materiaal be
schikken en zich stevig verschanst hebben.
Gemeld wordt, dat de Japansche voor
hoeden aan den weg Sjanghai—Hangtsjau
te Tsjingsjensi met zware verliezen zijn
teruggeslagen. Verder is men nog steeds
bezig met Oehan in staat van verdediging
te brengen.
Maarschalk Tsjang Kai Sjek heeft de
politieke en militaire leiders bijeengeroe
pen. In Chineesche kringen hecht men
aan deze bijeenkomst groote beteekenis.
Nieuw incident op de Jangtse.
Opnieuw wordt bericht, omtrent een in
cident. dat zich op de Jangtse heeft voor
gedaan. In Britsche vlootkringen wordt
medegedeeld, dat na het oppikken van
twee Chineesche koelies, waarvan een ge
wond was, de kapitein van de „Lady Bird"
door de Japanners ervan in kennis gesteld
werd, dat „indien niet opgehouden we»d
met inmenging van dezen aard, de Japan
ners niet voor de gevolgen zouden in
staan."
Het incident deed zich voor j.l. Donder
dag, toen de Britsche kanonneerboot zich
drie mijl stroomopwaarts van Nanking be
vond. Een Japansche motorboot kwam in
aanvaring met een Chineesch scheepje, als
gevolg waarvan de beide koelies overboord
sloegen. De „Lady Bird" schoot toen on
middellijk te hulp.
Beschadigingen.
Een officieele mededeeling van het Ja
pansche hoofdkwartier te Sjanghai meldt,
dat Chineesche soldaten en burgers tal
rijke huizen vernield hebben zoowel te
Nanking als in andere steden en dorpen.
Het mausoleum van Soen-Jat-Sen en an
dere historische monumenten, welke de
Japansche soldaten getracht hebben te
sparen, zijn vernield door de Chineesche
wachten, die deze monumenten aanvan
kelijk beschermden en door de Chineesche
troepen, voordat zij den aftocht bliezen.
Japansche eigendommen vernield.
De toestand te Kiautsjau, de haven van
de provincie Sjantoeng, is hoogst ernstig.
Den geheelen naoht werden voortdurend
ontploffingen gehoord, welke zijn vooraf
gegaan aan de verwoesting der Japansche
eigendommen ln de stad. Japansche ge
bouwen zouden met behulp van petroleum
in brand gestoken zijn.
Tot de Japansche eigendommen, die
te Tsjingtau zijn verwoest, behooren
acht textielfabrieken met in het geheel
416.000 getouwen. In deze fabrieken
zijn in het geheel 24.000 arbeiders te
werk gesteld, die tegen den oorlog zijn.
Men vreest, dat de Japanners een aan
val op deze stad zullen ondernemen om
het incident te wreken. Intusschen zijn
twee Amerikaansche oorlogsbodems te
Tslngtau aangekomen om zich daar te
voegen bij een Britschen kruiser en een
Amerikaansche kanonneerboot.
Te Kiautsjau zijn groote Japansche ka
pitalen bgelegd, o.a. in talrijke spinnerijen.
Het schijnt, dat tot dusver tusschen de
Japanners en de autoriteiten der provin
cie Sjantoeng een afspraak heeft bestaan,
volgens welke de Japanners op zich geno
men zouden hebben, niet het gedeelte der
provincie aan te vallen, dat door den gou
verneur, generaal Foetsjoe, wordt verde
digd en de Chineezen de Japansche eigen
dommen te Tsingtao onaangetast zouden
laten. Hierdoor was tot nu toe Tsjlngtao
de eenige Chineesche haven, waarvoor de
Japansche blokkade niet gold.
Men vraagt zich af, of de gebeurtenissen
wellicht beteekenen. dat de Japanners de
overeenkomst hebben geschonden, dan wel
of de Chineesche leger- en vloot-lelders
besloten hebben, den loop der gebeurtenis
sen te forceeren, teneinde generaal Foetsoe
voor een voldongen feit te stellen. De hou
ding van generaal Foetsjoe was tot dusver
niet volkomen duidelijk.
De "boycotbeweging.
Vertegenwoordigers van meer dan vijftig
pacifistische organisaties in Amerika heb
ben een motie aangenomen, waarin de be
volking wordt opgeroepen Japansche goe
deren te boycotten.
Generaal Doihara gesneuveld?
Uit Chineesche bron te Tslnan verluidt,
dat de Japansche generaal Doihara, de
„Lawrence van Mandsjoerije", in een ge
vecht aan den spoorweg PeipingHankau
gesneuveld is. Het lichaam zou te Tientsin
verbrand zijn, waarna de asch naar Japan
zou zijn overgebracht.
In het Krelagehuis te Haarlem werd
hedenmiddag de 185ste algemeene vergade
ring gehouden van de Algemeene vereeni-
ging van Bloembollencultuur.
In zijn openingsrede wijdde de voorzitter,
de heer dr. A. J. Verhage, herdenkingswoor
den aan de nagedachtenis van jhr. mr. J.
W. G. Boreel van Hogelanden, Jan Philippo,
mevr. de wed. de Vilmorin, T. F. Vlieland,
Jan Blokker Nzn.. Willem van Lierop, K.
Oudshoorn, C. v. d. Lubbe en den bloemen
schilder Luclen Louis Manceau, die allen
sinds de vorige vergadering zijn overleden.
Spr. herinnerde daarna aan het be
sluit van de vorige algemeene vergade
ring, die zich tegen het voortbestaan
der saneringsmaatregelen uitsprak,
welke uitspraak met nadruk onder de
aandacht van den minister van econo
mische zaken is gebracht. De minister
heeft een beslissing in deze kwestie
genomen, waarbij wel rekening is ge
houden met de uitspraak der vereeni-
ging, maar waarbij deze uitspraak toch
niet is opgevolgd.
Sprekende over de afschaffing der bui-
tenlandsche minimumprijzen, zeide spr., dat
men naar zijn meening moet oppassen met
de gedachte dat na deze afschaffing het
prijspeil in het buitenland sterk zal dalen.
De tulpenoogst was dit jaar slecht, waar
door in het afgeloopen seizoen de overschot
ten gering en de prijzen sterk gestegen zijn.
De narclssenhandel is zeer vlot, met stij
gende prijzen, verloopen en slechts de
hyaclnthenhandel heeft, mede door het
goede gewas, uiteindelijk weer teleurge
steld.
Dat wil niet zeggen, dat de bedrijfsuit-
komsten beter zijn bij een slechten oogst
is dit ondanks hoogere prijzen zelden het
geval maar wel, dat men bij de prijs
zetting voor het volgend seizoen van een
hoogere basis moet uitgaan, dan men ge
dacht zou hebben wanneer er een over
vloedige raap geweest zou zijn. Dit jaar
heeft aangetoond, dat in geval van vrije of
vrijere prijsvorming het prijspeil niet lager
behoeft te zijn dan bij kunstmatige prijs
zetting.
Afgewacht moet worden, of het prijspeil
onnoodlg naar beneden wordt gedrukt. Ge
hoopt moet worden dat de exporteurs vol
doende koopmanschap en ruggegraat too-
nen te bezitten om dit te voorkomen.
Nu er dus maatregelen voor het bloem-
bollenbedrijf blijven nJ. teeltbeheer-
sching en opkoop van het surplus, met alles
wat daaraan verbonden is moet, mede
in verband met wat hierover ln de jongste
troonrede is aangekondigd, het vraagstuk,
of het bloembollenbedrijf zelf, zij het onder
sanctie en toezicht van de regeering, de
maatregelen moet en kan uitvoeren, aan
dachtig worden bezien. Het komt voor, dat
het „zelf doen" groote voordeelen biedt en
dat de invloed van het op den aard der
maatregelen hierdoor ook aanzienlijk ver
sterkt kan worden.
Willen wij tot een dergelijk „zelf
doen" en „zelf beslissen" onder het
bovengenoemde voorbehoud komen,
dan zal er een samenwerking moeten
komen tusschen de organisaties, die het
bloembollenvak en de onderscheidene
onderdeelen daarvan vertegenwoordi
gen. Slechts uit een samenwerking,
waarbij het vakbelang voorop staat en
waarbij geen vooringenomen stand
punten domineeren, kan wat goeds ge
boren worden. Spr. hoopte, dat een
dergelijke samenwerking tot stand kan
komen.
Wanneer wij de ontwikkeling in het
bloembollenbedrijf gedurende het laatste
jaar bezien, mogen wij niet ontevreden zijn.
Het blijkt, dat ondanks alle mogelijke han
delsbelemmeringen en monetaire moeilijk
heden onze uitvoer in kilogrammen onge
veer op hetzelfde peil is gebleven. In de
eerste 11 maanden van dit jaar werden 41'/«
millioen k.g. bloembollen uitgevoerd tegen
42.3 millioen k.g. ln hetzelfde tijdvak ln
1936. Men mag, daar de oogst van tulpen
slecht was en dus meer kleine bollen gele
verd zijn, dan ook gerust aannemen, dat dit
jaar meer bollen zijn uitgevoerd dan vorig
jaar, al is het k.g.-cijfer wat lager. En zulks
in tegenstelling met de algemeene verwach
ting, dat de slechte tulpenoogst oorzaak van
een vermindering van den uitvoer, in stuks
gerekend zou zijn.
Dat de waarde van den uitvoer dit Jaar
zou stijgen was te voorzien toen ln Septem
ber 1936 ook in Nederland de gouden stan
daard werd opgeheven. In de verwachting
van gunstige gevolgen van dezen maat
regel is men in het bloembollenbedrijf, naar
ik meen, allerminst teleurgesteld. De cijfers
toonen aan, dat dit gemotiveerd is Want
terwijl tot December in 1936 voor f22 mil
lioen werd geëxporteerd, is ln 1937 de waar
de van onzen uitvoer over hetzelfde tijdvak
gestegen tot f. 27 millioen. Ook al zijn ae
bedrijfskosten wat gestegen wat niet
alleen een gevolg is van de devaluatie van
den gulden, is toch een aanmerkelijk
voordeel te boeken.
Voor het bloembollenbedrijf was deze
maatregel te belangrijker omdat de betee
kenis van den binnenlandschen afzet die
overigens allerminst onder dezen maat
regel heeft geleden gering is in verhou
ding tot het belang van den export. Wan
neer wij doelbewust afzetverruimlng willen
nastreven en spr. meende, dat het oogeri-
bllk daartoe gekomen is, moeten wij dan
ook ons oog op het buitenland richten.
Aan het slot van zijn rede herdacht spr.
met een enkel woord, dat de afd. Benne-
broek-Vogelenzang dezer dagen 50 jaren
bestaan heeft. Het is de vijftiende afdeeling
der vereenlglng. die dit gedenkwaardige
jubileum viert, en het was spr, een beboet
te ook in het openbaar dank te brengen
aan hen. die voor deze afdeeling, die in ons
verecnigingsleven een belangrijke rol heeft
gespeeld en nog speelt, hun beste krachten
hebben gegeven.
Het Zaterdag verschenen „Staatsblad" be
vat een besluit van 7 December j.l., tot vast
stelling van het tijdstip, waarop met be
trekking tot arbeid in koffiehuizen en ho
tels verschillende bepalingen der arbeidswet
1919 in werking treden.
Jeugdige personen.
Een jeugdig persoon mag ln een koffie
huis of een hotel niet langer arbeid verrich
ten dan negen uren per dag en vier en vijf
tig uren per week.
Hij mag geen arbeid doen op Zondag en
overigens niet tusschen 8 uur 's avonds en
8 uur 's morgens.
De arbeidstijd van een Jeugdig persoon,
die arbeid verricht in een koffiehuis of een
hotel, moet op lederen dag, waarop hij meer
dan zes uren arbeid verricht, afgewisseld
worden door een onafgebroken rusttijd van
ten minste twee uren. Deze rusttijd moet
geheel gelegen zijn tusschen 11 uur des
voormiddags en 5 uur des namiddags.
Bovendien moeten ten aanzien van een in
een koffiehuis of een hotel werkzaam jeug
dig persoon worden nageleefd de eischen,
welke door het districtshoofd zijn gesteld
omtrent het verleenen van een of meer
rusttijden van ten hoogste een half uur,
bulten dien, bedoeld ln het eerste lid, en
omtrent de tijdstippen, waartusschen deze
rusttijden moeten worden gegeven.
Rusttijden van minder dan een kwartier
worden geacht tijden te zijn, gedurende
welke arbeid wordt verricht.
Tegen een eisch, ingevolge het tweede lid
door het districtshoofd gesteld, kan het
hoofd of de bestuurder der onderneming
binnen veertien dagen na de dagteekenlng
van den eisch in beroep komen bij den
minister. Diens beslissing wordt met rede
nen omkleed. Wordt ln beroep de eisch ge
wijzigd, dan treedt de gewijzigde eisch ln de
plaats van dien, waartegen beroep is inge
steld.
Voor het hoofd of den bestuurder vloeit
geen verplichting voort uit een eisch, zóó
lang daartegen beroep kan worden inge
steld en zoolang omtrent een Ingesteld be
roep niet is beslist.
Een jeugdig persoon mag gedurende de
bedoelde rusttijden niet verblijven op een
besloten plaats, waar alsdan de bedrijfs4
arbeid wordt verricht, behalve tot het nut
tigen van een maaltijd.
In een koffiehuis of een hotel in de eigen
woning van het hoofd of den bestuurder
van de onderneming, die zijn bedrijf uit
oefent zonder hulp van anderen dan zijn
echtgenoote en bloed- of aanverwanten, tot
den derden graad ingesloten, die bij hem
inwonen, mag een jeugdig persoon, behoo-
rende tot die bloed- of aanverwanten, geen
arbeid verrichten tusschen 8 uur des namid
dags en 8 uur des namiddags.
Volwassen personeel.
Voor volwassen koffiehuis- en hotelper
soneel gelden de volgende bepalingen:
Een man of een vrouw, die arbeid ver
richt in een koffiehuis of een hotel, moet
een dagelljkfichen onafgebroken rusttijd
hebben van ten minste tien uren.
1. Indien in een koffiehuis of een hotel
een opeenhooping van werk voorkomt o£
zich daar bijzondere omstandigheden voor
doen, kan het districtshoofd, of in beroep
ingevolge het derde lid onze minister,
schriftelijk en voorwaardelijk of onvoor
waardelijk vergunnen, dat in die inrichting
ten aanzien van aldaar werkzame mannen
of vrouwen wordt afgeweken van het be
paalde bij artikel 1.
2. Het districtshoofd behoeft een voor
ieder geval aan te vragen machtiging van
den directeur-generaal van den Arbeid voor
het verleenen van een vergunning;
a. Indien de vergunning zich over een
tijdvak van meer dan veertien dagen uit
strekt;
b. Alvorens sedert het eindigen van een
voorgaande, voor dezelfde personen gelden
de, vergunning ten minste zes dagen zijn
verloopen, behalve in de gevallen, door den
minister bepaald;
c. Indien de vergunning geldt voor meer
dan drie dagen achtereen of meer dan vier
dagen in een week;
d. Indien de rusttijd, als bedoeld in arti
kel 1, minder dan zeven uren bedraagt;;
3. Tegen de beschikking van het districts,
hoofd op een verzoek om een vergunning,
als bedoeld in het eerste lid, kan het hoofa
of de bestuurder van de onderneming bin
nen veertien dagen na de dagteekenlng der
beschikking in beroep komen bij den minis
ter;
4. Indien ten aanzien van een groep van
ondernemingen in alle of bepaalde gemeen
ten of gedeelten van gemeenten aanleiding
bestaat, om op de gronden, in het eerste lid
omschreven een vergunning, als in dat lid
bedoeld, voor alle ondernemingen tc ver
leenen, kan de minister voorwaardelijk of
onvoorwaardelijk zoodanige vergunning ver
leenen;
5. Indien ten aanzien van een groep van
ondernemingen in alle of bepaalde gemeen
ten of gedeelten van gemeenten van een
district, als bedoeld in artikel 77, tweede lid,
der Arbeidswet 1919, aanleiding bestaat, om
op de gronden, in het eerste lid omschreven,
een vergunning, als ln dat lid bedoeld, voor
alle of een aantal ondernemingen dier groep
te verleenen, kan onze minister het dis
trictshoofd daartoe machtigen;
6. Een vergunning, bedoeld in het vierde
lid, of een machtiging, bedoeld in het vijfde
lid, wordt, behoudens onvoorziene spoed-
.eischende gevallen, niet verleend, alvorens
de bedrijfsraad is gehoord, of, bij het ont
breken van een bedrijfsraad, de vak-
vereenigingen van werkgevers en arbei
ders in het bedrijf in de gelegenheid zijn ge
steld daarover hare meening kenbaar te
maken.
I -.
Engeland heeft
100.000.000 L. melk
meer gedronken.
Dank zij de intensieve reclame-cam
pagne voor melk heeft men ln Enge
land vorig jaar circa 100.000.000 liter
méér mell$ gedronken.
Dit be teekent voor de boeren een ver
betering in den verkoop van rond
5.000.000 gulden. Ook hier heeft dag
bladreclame de kern' van alle goede
reclame een groote rol gespeeld bij
deze reclame-actie die natuurlijk
energiek wordt voortgezet. 3124
HET WEGDEK VAN DEN WITTE SINGEL
Zou de Directie van Gemeentewerken
haar aandacht eens willen wijden aan den
ergerlijken toestand, waarin de bestrating
van den Witte Singel, tusschen Witte Ro
zenstraat en Noordeindsbrug, verkeert?
Sedert Maart 1937, toen de bewoners aan
zegging kregen, dat de Singelverbreeding in
aantocht was, is er niets meer aan de be
strating gedaan, met als gevolg, dat de
trottoirs vol kuilen zitten, die na den regen
van de laatste dagen veranderd zijn ln
plassen! Om nog niet eens te spreken van
het wegdek op den rijweg!
21. Nadat Thijs IJs dus Dick bevrijd had van zijn boeien, Het hij
er verder ook geen gras meer over groeien; want Theodorus Lap-oor,
bang en laf, verdiende nu toch zeker wel een beetje straf 1 Thijs
'begreep uit dat, wat Dickie hem zoo vlug had mede kunnen deelen,
dat Lap-oor graag een massa diamanten wilde stelen; maar omdat
hij het alléén niet durfde doen, had hij Dickie meegenomen toen!
Thijs laat zooiets heusch niet rusten en Theodorus zal er nu van
lusten; 't konijnenhol was vlug gevonden dat was een gat, waar
zij gemak'lljk door heen gaan konden toen stonden zij in Lap-
oor's huls.
Het konijn was Juist toevallig thuis het was heel erg verrast
en steunde: „Houd me vastl"
2-3