lachtbeschermings-oefeningen in Indië - De Berlijnsche Kerstmarkt 18iie JaargangLEIDSCH DAGBLADTweeJe Blad fief Rad der Fortuin FEUILLETON LEDEN VAN EEN ENGELSCUE AMATEUR-RUGBY-CLUD tijdens de training bij avond, In stevige houten stellages beproeven zij hun krachten. HEI' VAN KLAVEREN oefent zich voor het belangrijke gevecht, dat hi] morgen te Amsterdam zal leveren tegen den Zwitserschen kampioen UlriCh. DE BERLIJNSCHE KERSTMARKT GEOPEND. Gezicht op de Kerstmarkt in den Lustgarten, met op den achtergrond den Dom. Werkelijk? vroeg Dick, die in twee strijd was, of hij den man al dan niet een pak slaag zou geven. Ja. Dit is geen gewone zaak Von Ker- ber is Oostenrijker en mijn cliënt Italiaan. U weet wel, hoe die twee volken elkaar haten en deze twee hebben bovendien een persoonlijke veete. Wat wenscht uw opdrachtgever te weten? vroeg Dick. Wel, om te beginnen wil hij weten, waarom von Kerber een bemanning werft voor een jacht, dat de Aphrodite heet. Dus dan heeft hij al iets ontdekt? O, dat was gemakkelijk genoeg. Ieder een kan een half dronken matroos uit- hooren. De particuliere detective sprak vertrou welijk. Hij verbeeldde zich, dat hij de soort handlanger, die hij noodig had, te pakken had, een spion,'die hoogere intelligentie bezat. Veronderstel, dat ik u dit nieuws be zorg, wat krijg ik dan? Zeg vijf shilling!" Maar ik ben bijna bereid hetzelfde bedrag te betalen voor het genoegen uw neus plat te slaan! zei Dick en hij ver volgde: Ik zou maar een beetje oppas sen als ik u was! Dick had een stap voorwaarts gedaan, maar de detective deinsde tweemaal zoo ver achteruit. Ik zal heel voorzichtig zijn, ging Dick op sarrenden toon voort, alleen een kleine stomp, laten we zeggen voor een souverein. Kom, dat is goedkoop genoeg! De man holde weg zoo hard hij kon. Roy- son had hem in een paar passen ingehaald kunnen hebben, maar hij bewoog zich niet. Het was niet zijn bedoeling te slaan, enkel om schrik aan te jagen. Toch vond hij het verbluffend en hoe meer hij erover na dacht, hoe minder hij ingenomen was met zijn eigen gebrek aan slimheid, daar hij iets had kunnen vernemen, zonder zelf iets te hoeven vertellen. Maar tenslotte kwam hij tot de conclusie dat zijn eerste opwelling om zich niet met den spion in te laten, de juiste weg was ge weest. Maar hij wilde niet als een dief na gegaan worden. Hij zette er den pas in, ver liet het park door Stanhope Gate, sprong op een voorbijkomende omnibus, stapte in een andere over midden in Oxford Street, en liep de Regent Street af met een ge grond vertrouwen, dat hij voor het mo ment de spionnen had verslagen. Daarna gedroeg hij zich precies als vele honderd duizend jonge mannen dien avond in Lon den deden. Hij dineerde, kocht een paar sigaren, een zeldzame weelde. ging naar een music hall, werd den onzin daar spoedig moe en ging al vroeg met den trein naar Brixton, waar hij goedkoope ka mers had. Den volgenden ochtend ging hij naar den opgegeven kleermaker in de City. Royson ontdekte dat hij, behalve van een volledige stuurmansuitrusting, voorzien zou worden van een rijbroek en rijlaarzen, terwijl ook een tropenhelm op het programma stond. Hij stelde geen vragen en vernam, dat den volgenden dag om vier uur alles klaar zou zijn. Even later stond hij weer op straat. Het was nog vroeg en hij had niets te doen. Met het genoeglijk gevoel van iemand die over eeld en vrijen tijd allerbei beschikt, wandelde hij naar Hyde Park. Dicht bij albert Gate stond een dame, die haar kastanje-bruin paard had ingehouden en stond te praten met een ouden heer, die bij de omheining stond. Als Royson haar goed had aangekeken, zou hij zich onge twijfeld de oogen en de fijne gelaatstrek ken hebben herinnerd. Maar in de figuur in rijcostuum herkende hij niet zoo spoedig de dame-in-sabelhout van gisteren. Hij liep voorbij, onbewust van de belang stelling die hij had opgewekt. Opeens hoor de hij de dame zeggen: Kijk, grootvader, daar is hij! Goeden morgen, mr. King. Mr. Fenshawe en ik had den het juist over u. Haar stem zou Royson overal herkend hebben, die zeldzaam volle en gedistingeer de stem. De onverwachte ontmoeting deed Dick kleuren. Het was niet de verwarring van gisteren, maar de natuurlijke schuchter heid van een welopgevoeden jongen man, die verrukt is door de hernieuwde kennis making met een buitengewoon aantrekke lijk meisje Bovendien was hij niet bedekt met modder en was hij niet zoo terneer gedrukt als gisteren. Hij nam zijn hoed af. Ik ben blij te zien dat u geen ernstige gevolgen van den schok van gisteren hebt ondervonden, miss Fenshawe. zei hij. Absoluut niet. Het is wonderbaarlijk goed afgeloopen Zelfs de victoria verlaat vanmiddag het hospitaal, heb ik gehoord. Mr. Fenshawe, wiens zilverwit haar en gerimpelde huid een leeftijd verrieden, die zijn kaarsrechte gestalte niet zou hebben doen vermoeden, klopte Royson op den schouder U heht u flink gedragen, mr King, heel flink Ik hen u zeer verplicht. En het deed me genoegen gisteravond van Baron von Kerber te vernemen, dat u zich bij onze expeditie hebt aangesloten. Fenshawe's oogen waren schrander en scherp, met den naar binnen gerichten blik van een geleerde. Hij leek in het algemeen meer op een professor, dan op een mil- lionnair. Ik geloof, dat het genoegen geheel aan mijn kant is, zei Dick, die geen middel wist om van den naam, dien von Kerber hem had gegeven, af te komen. Neen. zoo zullen we het niet zeggen, antwoordde Mr. Fenshawe. Laten we zeg gen, dat de belooning evenredig zal zijn aan de daad. Wij, Fehshawes. vergeten niet, wel, Irene? Goeden dag, mijnheer King. Ik hoop nader met u kennis te maken. We zullen elkander binnenkort dikwijls zien. Dick kreeg een heel vriendelijken glim lach van juffrouw Fenshawe en verliet het tweetal met een vreemd gevoel, dat er ten minste één vrouw op de wereld was, die de macht bezat om zijn bloed sneller door de aderen te doen stroomen. Terwijl hij wegwandelde onder de boo- men, volgden hem de oogen van groot vader en kleindochter. Dat is een geschikt man. voor werk in de woestijn, zei de heer Fenshawe. Ja, hij ziet er precies uit als een Kruis vaarder, peinsde het meisje hardop. De oude man lachte geluidloos. Ik ontdek, dat je maar half overtuigd bent van den vreedzamen aard van onze onderneming, Irene, zei hij. En ik denk, dat het nog moeilijker is u te overtuigen, dat baron Kerber tegen werking vreest, grootpapa. Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). LUGHTBESCHERMINGSOEFENING EN TE MADIOEN. Na het .bombardement" worden de plautfen waar de gasbommen zijn neergekomen, met chloorkalk bespoten. Uit het Engelsch van LOUIS TRACY. Vertaald door MR. M. A. KWITSER. - Mag ik om vergissing te voorkomen, "naam vragen? Zeker! Ik heet Royson, Richard Royson -En uw adres? Een klank van voldoening in de stem Dn den vreemde hield een waarschuwing in. Af was zich direct bewust, dat hij uit fit nieuwe rol was gevallen. Dit ergerde fst en hij keek zijn ondervrager vlak in gezicht. - Voor ik u eenige verdere inlichting W, wil ik weten, wie u bent, zei hij. "It optreden scheen indruk te maken. - Wel, mijnheer Royson, lk heb er niet f legen u te vertellen, dat ik een parti- A-r detective ben, was het onheilspellen- J antwoord. Ik sta in dienst van een heer, f' een zeer ernstige aanklacht tegen von fjter zal indienen, en omdat ik reden 'f> om te gelooven. dat u op het oogen ic nog maar weinig in deze zaak betrok- f? bent. heb ik de opdracht u een hooge 'Wning aan te bieden voor mogelijke '■ödevolle inlichtingen, die u mijn cliënt fat geven of hem in de toekomst zou 'aten verschaffen. DE GROOTE KERK IN hREDA - waar op aanwijzing vam de wichel roedeloopster mevr. Klein-Sprokkelhorst, onder het grafmonument van graaf Engelbert II van Nassau een groote grafkelder gevonden is. EEN INDISCHE „GEMASKERDE" gereed voor de verdediging, bij de luchtbescher mingsoefeningen te Madioen. „OCTOBER" EN „OLIVER" de beide twee maanden oude welpen in den Londenschen Zoo, bij hun eerste poseeren voor de fotografen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5