BINNENLAND M. Indologen-Vereeniging „ZOMERZORG Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 1 December 1937 Derde Blad No. 23830 „LES CHANTERELLES" KERK- EN SCHOOLNIEUWS Wering van het zevende lustrum Herdenkingsrede van prof. dr. A. J. Wensinck. rr VANAF HEDEN 1 DECEMBER CONCERT-, JASZ-EN ATTRACTIE-ORKEST tl het groot-auditorium der Leidsche diversiteit is hedenmiddag het zevende drum der Indologen Vereeniging op ■chtige wijse geopend. rDe praeses der I. V.. de heer N Th van i Veer sprak een welkomstwoord en ■leveerde in het kort de geschiedenis der inkerende vereeniging, waarna het woord vd gevoerd door den heer G. L. Larive, li-gouvemeur der Molukken en praeses ji het reunisten-comité Vervolgens was het woord aan orof. dr. j. Wensinck, decaan der Vereenigde jcuiteiten der Rechtsgeleerdheid en der jteren en Wijsbegeerte, aan wiens rede it volgende is ontleend: Rede Prof. Dr. A. J. Wensinck. Prof. Wensinck. De beteekenis van de overbrenging van opleiding der aanstaande bestuursamb ten van Delft naar Leiden in 1902, «treft in de eerste plaats de bestuurs- mbtenaren zeiven. Doch in de tweede kaats is zij van groote beteekenis geweest or onze Universiteit en het is mij als kaan een aangename taak daarop terug komen. Spr. stond vervolgens uitvoerig stil bij !e ontwikkeling der Vereenigde Facultei- en der Rechtsgeleerdheid en der Letteren p Wijsbegeerte van 1876 tot heden om, lezen ontwikkelingsgang overziende, te mcludeeren tot een rijke differentiatie en ibei od het gebied van twee faculteiten, en bloei die zeer zeker voor een groot deel ai onze universiteit zou ontgaan zijn in dien de practlsche basis, de opleiding van unstaande bestuurs. en rechterlijke amb tenaren daaraan ontbroken had. Onze universiteit heeft derhalve alle re in om met u in dankbaarheid en met scheiden voldoening het feit van 1902 te idenken Doch. ik zou al te egocentrisch zijn, in tra ik in dit verband alleen sprak van f winst der universiteit, zonder te geden- cn de even rijke winst die de opneming an uwe opleiding in het universitair ver and voor u zeiven beteekend heeft. Im- *ri, de geheele niversiteit kwam thans "r i open te staan; het was u thans ■gelijk gemaakt uwe dorst naar kennis en entuur te lesschen in een centrum, waar tn er naar streeft eenerzijds aan traditie, aderzijd., aan vernieuwing in gelijke mate haar toekomende aandacht te schenken, «wel degenen onder u. wier aanleg op gebied der rechtsstudie, als degenen. ®cr belangstelling op dat der taalstudie. °*r geschiedenis of der volkenkunde lag. .'«Men hier twee volledige faculteiten tot «unne beschikking. De winst van 1902 is zoowel aan u als de Universiteit ten goede gekomen en J"nag u de verzekering geven, dat zij die hanie met u deelt in de overtuiging, dat j® Ziehen, die zij aan uwe vorming stelt, "overeenstemming zijn met de hooge taak, 2«u wacht, in het bijzonder de aanstaande rui«r«ambtenaren onder u. die tegenover .Indonesische bevolking de Regeering tot te vertegenwoordigen en wier quali- bnj Mowel bi® bevolking als het moeder- "M tot zegen strekken. De gedachte om het zevende lustrum .vereen'ieing op te luisteren door het «aniseeren ran een tentoonstelling van tenrti*1 van N&derlanxJers. betrekking heb- n„ 0° het wetenschappelijk onderzoek hinrt ser'andsch-Indië of in wijder ver- "daarmee staande, mag zonder voor- Seï 6611 2eer krukkige genoemd worden. ners gij geeft daardoor uitdrukking studie fei'a dat uwe vereeniging ook termifereenieirltó Is en dat een diepgaande hub van India van de grootste betee- voor den staatsambtenaar, zegge wdevu erm~ en moederland in hunne t'nnk ee verhouding Inderdaad, zulk een s h, e eerste voorwaarde van een .- verhouding tustchen beide R. 'h" e€ll<? aldus op een practiseh doel h L., weten schap den schijn wekken van tcten'cf.v, doen a£m de maxbne van de ah om haarszelfs wil. de gevol- T«ten-v corLsecluerlties van een dienende Wis tS?aP voor de wetenschap om haars- ^nioiKh. ™™ien moeilijk duidelijker ge- WtemlePd worden door deze ten- «te™* van een specifiek nationaal- U^happelUk karakter klnnml mil ver-nind in dit verband te Rlineen aal1 de nractisch-ideëele 'oe- Üteit 0D -rond waarvan onze univer- Hrzte i aesticht. bedoelingen, die in de •üïnvJ5 ,s Kerk en Staat en het licha- weivaren der burgers op het oog hadden: en daarnaast te wijzen op het feit. dat in deze tentoonstelling reeds de XVIe en XVLte eeuw vertegenwoordigd zijn od gebieden van taalstudie door werken als die van Scaliger Salmasius, Raphellngius. Erpenius. Golius. werken die ook op een internationale tentoonstelling de eerste plaatsen zouden innemen. Ook de natuurwetenschappen en reis beschrijvingen grondslag der latere vol kenkunde zijn reeds door werken uit de XVI en XVIIe eeuw op de beste wüze ver tegenwoordigd en zij vinden ln hunne XlXe eeuwsche verwanten de waardigste afstam melingen. Wie verder de tijdsorde van ontstaan van het tentoongestelde in het oog vat, zal spoedig getroffen worden door het ver schijnsel, dat naast de XVI en XVII eeuw vooral de XlXe en XXe sterk vertegeniwoor. digd zijn: de XVTTIe treedt od den achter grond. Ik moge mij veroorloven den nieuwen bloei der Indische wetenschappen in den ruimsten zin in de XlXe en XXe eeuw nader te bespreken. Zij raakt vooral drie nieuwe gebieden, van welke zonder twijfel in de eerste plaats genoemd dient te wor den de opkomst van de vergelijkende taal wetenschap in verband met de ontsluiting van het Sanskrit. Naast de opkomst der vergelijkende taal wetenschap is ter verklaring van den bloei der Indische wetenschappen in de XlXe eeuw te noemen de vergelijkende en in ternationale rechtswetenschap In de derde plaats noem lk de opkomst der vergelijkende godsdienstwetenschap, eveneens een vrucht van de XlXe eeuw. Zoo zal de door uwe vereeniging geor ganiseerde tentoonstelling een diepen in druk geven van hetgeen wetenschappelijke bezieling mede onder den prikkel van zeer reëele belangen in den loop van eeuwen ■heeft vermocht tot stand te brengen. En deze indruk kan niet nalaten bezielend te werken od u. die thans als universitair gevormde staatsambtenaren weldra naar Indië vertrekt Wij verwachten van u. dat gij u zult betoonen waardige epigonen van een groot voorgeslacht; ia. meer dan dat: waarom zouden zich niet ook voor u nieuwe gebieden, nieuwe methoden en nieuwe inzichten openen, waarin gü op uw beurt baanbrekers zult zijn? Spr. besloot met het aanbieden van ge- lukwenschen. Na afloop dezer rede begaf het gezelschap zich naar het Rijksmuseum voor Volken kunde. waar de praeses der Lustrumcom missie. de heer J. D. N. Versluys een korte inleiding hield en onder zlin leiding de lustrumtentoonstelling werd bezichtigd. Het is niet eenvoudig om in een kort bestek aan de hand van boeken en ge schriften een overzicht te geven van iets wat zoo bij uitstek abstract is: de ontwik keling van wetenschapsbeoefening. Het is daarom te begrijpen, dat een over zicht als hier geboden wordt in één der zalen van het Rijksmuseum voor Volken kunde niet naar volledigheid kan streven. In de eerste plaats in de term „Indische wetenschappen" eenigszins vaag. doch deze is met opzet gekozen om ln de gelegen heid te zijn ook de noodige aandacht te wijden aan die vakken van wetenschap die. zonder opgenomen te zijn ln het studie- program der Indologen, toch nauw daarmee samenhangen. Bij het binnenkomen valt allereerst op het borstbeeld van Kern, dat door de vrien delijkheid van den heer R A. Kern hier geplaatst kon worden. Het indrukwekkend oeuvre van dezen grooten taalgeleerde, zijn Verspreide Geschriften, ligt hier ln zlin geheel uitgestald, benevens eenlge door hem geschreven brieven, afkomstig uit het Instituut Kern. Als vanzelf leidt dit de aandacht naar de kleine maar interessante Sanskrit-afdeeling. waar o.a. een 17e eeuwseh boekje (van Baldaeus) ligt, dat de eerste vertaling uit het Sanskrit in het Nederlandsch bevat, de eerste Europeesche taal waarin Sanskrit ooit werd overgezet. Ook ziet men hier een kostbaar handschrift uit het Rijksarchief: een Hindostani-Per- zische grammatica, eveneens van een Nederlander (de Ketelaar, thans uitgegeven door prof Vogel). Uit de 18e eeuw is niets aanwezig. Trouwens od de geheele tentoon stelling blijkt hoe deze eeuw weinig heeft bijgedragen tot den groei dezer weten schappen een feit dat niet zoo gemakkelijk te verklaren is daar dit tijdvak op ander gebied van groote beteekenis is geweest. Belangwekkend is eveneens wat op het gebied van Arabisch en Ohineesch wordt geëxposeerd, talen die hier al zeer vroeg bestudeerd werden. Namen als die van Scaliger die od het einde van de 16e eeuw hoogleeraar werd. van zijn opvolgers. Erpenius. Raphelengius. Salmasius en Go lius, de roem der Leidsche Universiteit, geven ons een inzicht ln de hooge vlucht die de Oostersche wetenschappen in het begin der 17e eeuw hier te lande hebben genomen. Het eerste boek, dat in de vitrine voor Maleisch onze aandacht trekt is de woor denlijst en spraakkunst, door Houtman geschreven toen hli in 1604 in Atjeh ge vangen werd gehouden. Dit is het begin geweest van een vlijtige bestudeering van deze taal. Immers, de Oost-Indische Com pagnie had er het grootste belang bij dat haar dienaren zleh bil de Inlanders ver staanbaar konden maken Maar een andere prikkel, wellicht nog sterker, kwam hierbij: het streven om „de heydenen" te kerste nen Men kan veilig zeeeen. dat dit den stoot heeft gegeven tot een zorgvuldige be studeering der taal. daar men dc Bübel zoo nauwkeurig mogelijk wilde vertalen. De eerste volledige Bijbelvertaling in het Maleisch (van 1734) neemt hier dan ook een eereplaats in. De bestudeerins: van land en volk ge- schiedde in de Compagnies tijd niet syste matisch, maar toch is er uit deze periode een en ander dat van groote beteekenis is. Vooral moeien hier reisbeschrijvingen ge noemd worden, die behalve allerlei „curi- euse" avonturen veelal belangrijke mede- deelingen bevatten od ethnologisch zoowel als op linguïstisch gebied: meerdere malen bevat een reisverhaal een woordenlijst of primitieve grammatica als aanhangsel. Het ls duidelijk dat deze boeken ook aan den historicus de noodige stof verschaffen, zoo als ook od deze tentoonstelling in het licht wordt gesteld. In de vitrine voor geschie denis ligt bovendien een deel van Pieter van Dam's „Beschrijving der Oost-Indische Compagnie" (1704), de belangrijkste bron voor onze kennis over de organisatie der V. O. C. Mooi uitgegeven boeken liggen uitge steld in de afdeeling „Natuuronderzoek". De uitnemende werken van Rumphius leind 17e eeuw) nemen niet ten onrechte een belangrijke plaats in. Kostbare javaansche, Maleische en Ara bische handschriften, evenals de groote meerderheid van alle tentoongestelde boe ken afkomstig uit de Universiteitsbiblio theek. vullen de centrale vitrine. Een Hin- doe-Javaansch heldendicht, het Naga- rakrtagama, op lontarblad geschreven, is hier te bewonderen, een unicum ter wereld Het gaat niet aan een volledig verslag van al het tentoongestelde te geven, maar zeker mag niet onvermeld blijven de naam van Snouck Hurgronje. den grooten Ara- bicus en Islam-geleerde. die eveneens op het terrein van adatrecht en ethnologie schitterend werk heeft geleverd Een uit stekende foto is van hem aanwezig, be nevens natuurlijk zijn belangrijkste wer ken. In een adem met hem noemt men van Vollenhoven, hoewel diens arbeid od ander terrein ligt Doch slechts gedeeltelijk: het adatrecht brengt beide geleerden bijeen Behalve zijn staatsrechtelijke werken zien wij dan ook zijn standaardwerk: „Het adatrecht van Nederlandsch Indië", ge- exposeerd. met de Thorbecke-medaille die hij hiervoor verwierf. Een zeer zeldzame teekening van dezen bescheiden man der wetenschap, die slechts eenmaal toen hij rector-magnificus was zich officieel liet fotografeeren. is door Drof. Holleman voor deze tentoonstelling afgestaan. Een aparte afdeeling bleef gereserveerd voor de geschiedenis der Indologen Vereeni ging zelf en van haar voorgangers: de Indologische Vereeniging en het Indologlsch Studenten Corps te Delft. Aardige herin neringen in den vorm van vaandels, insig nes. reglementen, foto's, bullen etc zullen menigen reünist den tijd voor den geest brengen dat hit nog lid der vereeniging was. Tenslotte zi.i nog vermeld dat. dank zij de vriendelijke bemiddeling van prof. Idema, de Lustrum Commissie erin ge slaagd is mede ten toon te stellen een be langrijke verzameling teekeningen van jonge Baliërs. De tentoonstelling is van 215 December gratis toegankelijk voor het publiek. Na afloop recipieerde het bestuur in het Oostersch Instituut. Rapenburg 61. Morgen wordt het lustrum in intiemen kring gevierd, terwijl de herdenking Vrij dagavond, gelijk gemeld, wordt besloten met de opvoering ran „Johan van Olden barnevelt". treurspel droor Albert Verwey. De brandstoffenbijslag. Termijn verlengd tot 16 April a.s. De minister van Sociale Zaken heeft be sloten den termijn gedurende welken brandstoffenbijslag mag worden verstrekt, te verlengen tot en met 16 April 1938. Gedurende het tijdvak van 28 November t/m. 12 Maart mag in plaats van 1. 1. laan kostwinners) en f. 0.50 (aan kamer bewoners) worden verstrekt resp. f. 1.30 en f. 0.65. Gehandhaafd blijft het voorschrift, dat door de verstrekking van brandstoffen bijslag bij geheele werkloosheid de som van steunbedrag en brandstoffenbijslag en bij gedeeltelijke werkloosheid de som van het loon van den ondersteunde, het steun bedrag en brandstoffenbijslag, ten hoogste mag bedragen 95 pet. van het loon, dat de betrokken arbeider ten tijde van de on dersteuning in het vrije bedrijf zou kun nen verdienen, indien hij niet werkloos was. Ir. M .H. Damme. Doctor honoris causa aan de Techn. Hoogeschool. optreden van het bekende 2184 (Ingez. Med.) PREDIKBEURTEN. VOOR HEDEN. ALPHEN AAN DEN RIJN. Likaal v. Mandersloostraat: Nam. 71/4 uur, de heer Zwoferink van Ederveen. LISSE. Oud Geref. Gem Nam. 7 uur. de heer Vijverberg van Rhenen. VOOR DONDERDAG 2 DECEMBER. ALPHEN AAN DEN RIJN. Chr. Geref. Kerk: Nam. 7.15 uur, ds. v. d. Ven van Den Haag. Evangelisatie Hooftstraat: Nam. half- acht, ds. P. J. Steenbeek van Oudewater. LISSE. Geref. Kerk: Nam. 7 uur, ds. Ligtenberg. Chr. Geref. Kerk: Nam. halfacht, ds. Ponste in. SASSENHEIM. Chr. Geref. Kerk: Nam. halfacht, ds. de Bruyne. ZEVENHOVEN. Chr. Geref. Kerk (Polder): Nam. 6 3/4 uur, ds, D. Driessen van Rotterdam NED. HERV. KERK. Drietal te Utrecht (vac. H. Kwint) B. v. Ginkel te Gouda, J. D. v. Hof te Delfshaven en E. de Looze te den Ham (O.). Beroepen te Deinum K Wy'oenga te Winsum en Baard (Pr.); te Fexta itoez.) W. H. Poot, cand. en hulppred. te Wommels (Evang.). GEREF. KERKEN. Tweetal te Stadskanaal H. Zandbergen te Drachten en D. Vreugdenhil te Appel scha. Beroepen te Papendrecht (als hulppred.) P. de Ruig, cand, te Hilversum. REM. GER. GEMEENTEN. Tweetal te 's-Gravenhage (3e pred. pl.) mej. da. W. S. Wiardi Beekman, hulppred. aldaar en mej. da. J. W. Herfst te Hooge- veen. Ir. M. H. Damme. De Senaat der Technische Hoogeschool heeft gisteren benoemd tot doctor honoris causa in de technische wetenschappen den heer ir. M. H. Damme. directeur-generaal der P.T.T. AMENDEMENTEN OP DE DIENSTPLICHTWET. Voorstellen tot de bepaling van een kleiner contingent en van een korteren oefentijd. De Tweede Kamerleden IJsselmuiden, Steimetz, Ruijter, Stumpel en Groen heb ben eenige amendementen voorgesteld op het wetsontwerp tot wijziging van de dienstplichtwet. Voorgesteld wordt artikel 13 der wet als volgt te lezen: Vrijstelling wegens broederdienst. wordt zoo verleend, dat van een even getal broe ders de helft en van een oneven getal de grootere helft moet dienen, waarbij als regel de broeders om den ander zullen worden vrijgesteld en overigens naar door ons te stellen regelen. Voorts wordt voorgesteld het aantal der genen. die moeten worden ingelijfd vast te stellen in plaats van op 32.000 op 27.500. In de derde plaats wenschen de voor stellers den eersten oefentijd te wijzigen van elf maanden ln zes maanden. De Kamerleden Schilthuis, Oud, Joekes, Mevr BakkerNort en Ebels hebben eveneens een amendement op het wets ontwerp tot wijziging van de dienstplicht wet voorgesteld, strekkende om het con tingent dienstplichtigen op 27.400 te bren gen en den eersten oefentijd op 8 maanden te stellen. DE CRISISREGELING VOOR CONSUMPTIEMELK. Het Tweede Kamerlid dar. Vos heeft aan den minister van ecónomische zaken de volgende vragen gesteld: Wil de minister mededeelen, of het juist is, dat de crisisregeling voor consumptie- melk in het zoogenaamde buitenwettelijk gebied met ingang van 1 December 1937 zal worden opgeheven? Wil de minister mededeelen. ol de be langhebbenden voldoenden tijd en gele genheid hebben gehad om nieuwe particu liere regelingen te ontwerpen? Wil de minister mededeelen, of deze regelingen reeds zijn goedgekeurd? Vreest de minister niet, dat, voor het ge val het antwoord op vorenstaande vraag ontkennend mocht luiden, met ingang van 1 December een niet voldoende geregelde toestand zal ontstaan? Vreest de minister niet, dat onder die omstandigheden de bona fide handel en veehouders nadeelige gevolgen zullen on dervinden? Is de minister niet van meening. dat deze nadeelen alleen kunnen worden voorkomen door het vaststellen van een overgangspe riode, waarin de oude voorschriften nog zullen gelden? Wil de minister bevorderen dat zcr.'a- mge maatregelen worden getroffen, dat moeilijkheden en schadelijke gevolgen voor de bona fide belanghebbenden worden voorkomen? Stiptheid in tijd 6ók in de keuken! Daarom een keukenklok van Junghang, het goede merk- Punctueele klokken, duurzame klokken, volledig bestand tegen keukendamp. Practische uitvoering: fraai porselein, afwaschbaar. Diverse modellen- Eerste kJas! 2139 (Ingez. Med.) MR. A. E. BARON VAN VOORST TOT VOORST GEHULDIGD. Twaalf en een half jaar commissaris der Koningin. In de openingsvergaderins van de winter, zitting van de provinciale staten van Overijssel is mr. A E. baron van Voorst tot Voorst, commissaris der Koningin in Over. ilssel, gisterarvond gehuldigd in verband met het feit. dat hij vandaag twaalf en een half jaar als zoodanig in functie is Namens de statenleden sprak mr. G. J. Sybrandy den commissaris toe. Namens het college van Gedeputeerde Staten, welke college den heer van Voorst tot Voorst 's morgens reeds in intiemen kring gehuldigd had. sloot mr. D. Winkel zich bij deze woorden aan. INVOERHEFFING OP VEEKOEKEN. Te vervangen door laag invoerrecht? In het verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot regeling van den in voer van veekoeken merkten enkele leden op. dat zij aan de nuttigheid van de ver lenging van deze contingenteering twijfel den. Huns inziens ls dit een typisch voor beeld van een contingenteering. die door een invoerrecht zou kunnen worden ver vangen, gelet op den omvang van den in voer en den afzet ln het binnenland. Naar de meening van deze leden staat wel vast, dat een klein invoerrecht voldoende zou zijn om de gewenschte bescherming te verleenen. Andere leden betwijfelden, of met be hulp van een invoerrecht dezelfde be scherming zou kunnen worden bereikt en ook of opheffing van de contingenteering uit een oogpunt van handelspolitiek wel verstandig zou zijn. Gaarne zouden zij echter over de vraag, of vervanging door een invoerrecht mogelijk en wenschelijk is, het oordeel van den minister vernemen. EEN BURGEMEESTERSBENOEMING. Het Tweede Kamerlid, mr. W. C. Wen- delaar heeft aan den minister van bin- nenlandsche zaken de volgende vragen gesteld 1. Is het juist, dat dezer dagen iemand tot burgemeester is benoemd, die twee dagen te voren wegens verandering in de inrichting van het dienstvak, waarbij hij werkzaam was, eervol ontslagen werd als ambtenaar bij een der departementen van algemeen bestuur? 2 Zoo ja, wil de minister dan mededeelen of aan dien ambtenaar een wachtgeld is of zal worden toegekend en of dit wacht geld hooger is dan de aan het ambt van burgemeester in de betrokken gemeente verbonden wedde? 3. Indien dit laatste het geval is, zal dan aan den nieuwbenoemden burgemeester boven zijn wedde van burgemeester een aanvulling tot het bedrag van het wacht geld worden uitbetaald? 4. Indien ook dit het geval is. acht de minister een dergelijk samenstel van maat regelen dan niet in het- algemeen onnoodig en ongewenscht. en zoo Ja. welke motieven hebben hem er dan toe gebracht in casu zoodanig samenstel niettemin te bevorde ren? DE LANDING VAN PRINS WILLEM TE SCHEVENINGEN. Herdenking door manschappen van de cavalerie. Dl den namiddag van den 30sten Novem ber 1813 tegen 4 uur stapte de Prins van Oranje, zoon van Willem V te Schevenin- gen aan wal, verwelkomd door de naar Oranje verlangende menigte. Nederland had zijn onafhankelijkheid herkregen. Op dezelfde plek en hetzelfde tijdstip stonden gistermiddag een kleine honderd manschappen van de cavalerie, n.l. het escadron van ritmeester P. W Pieters, ter sobere herdenking van dit voor onze historie zoo belangrijke gebeuren Ritmeester Pieters schetste in een korte toespraak tot zijn escadron de beteekenis van hetgeen op 30 November 1813 op deze plaats geschiedde, gelijk hij op 17 Novem ber j.l. de herinnering aan de herkrijging van Nederland's onafhankelijkheid bij zijn manschappen had verlevendigd Men zong daarop gezamenlijk het eerste couplet van het Wilhelmus en met een driewerf „Leve Oranje" werd deze een voudige herdenking besloten VERSPREIDE BERICHTEN. Gistermiddag is te Alkmaar na een korte ongesteldheid plotseling overleden de heer N. J. M. Dresch. sinds 1922 archivaris dier gemeente Vóór zijn benoeming te Alkmaar wa= de thans rveriedene in dezelfde func 'r wrk- zaam in de gemeente Sclvedam De heer Dresch die den ouderdom van 54 jaar bereikte, heeft het gemeente archief te Alkmaar geheel herzien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 9