BINNENLAND
M.
Indologen-Vereeniging
„ZOMERZORG
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 1 December 1937
Derde Blad
No. 23830
„LES CHANTERELLES"
KERK- EN SCHOOLNIEUWS
Wering van het zevende
lustrum
Herdenkingsrede van
prof. dr. A. J. Wensinck.
rr
VANAF HEDEN 1 DECEMBER
CONCERT-, JASZ-EN
ATTRACTIE-ORKEST
tl het groot-auditorium der Leidsche
diversiteit is hedenmiddag het zevende
drum der Indologen Vereeniging op
■chtige wijse geopend.
rDe praeses der I. V.. de heer N Th van
i Veer sprak een welkomstwoord en
■leveerde in het kort de geschiedenis der
inkerende vereeniging, waarna het woord
vd gevoerd door den heer G. L. Larive,
li-gouvemeur der Molukken en praeses
ji het reunisten-comité
Vervolgens was het woord aan orof. dr.
j. Wensinck, decaan der Vereenigde
jcuiteiten der Rechtsgeleerdheid en der
jteren en Wijsbegeerte, aan wiens rede
it volgende is ontleend:
Rede Prof. Dr. A. J. Wensinck.
Prof. Wensinck.
De beteekenis van de overbrenging van
opleiding der aanstaande bestuursamb
ten van Delft naar Leiden in 1902,
«treft in de eerste plaats de bestuurs-
mbtenaren zeiven. Doch in de tweede
kaats is zij van groote beteekenis geweest
or onze Universiteit en het is mij als
kaan een aangename taak daarop terug
komen.
Spr. stond vervolgens uitvoerig stil bij
!e ontwikkeling der Vereenigde Facultei-
en der Rechtsgeleerdheid en der Letteren
p Wijsbegeerte van 1876 tot heden om,
lezen ontwikkelingsgang overziende, te
mcludeeren tot een rijke differentiatie en
ibei od het gebied van twee faculteiten,
en bloei die zeer zeker voor een groot deel
ai onze universiteit zou ontgaan zijn in
dien de practlsche basis, de opleiding van
unstaande bestuurs. en rechterlijke amb
tenaren daaraan ontbroken had.
Onze universiteit heeft derhalve alle re
in om met u in dankbaarheid en met
scheiden voldoening het feit van 1902 te
idenken
Doch. ik zou al te egocentrisch zijn, in
tra ik in dit verband alleen sprak van
f winst der universiteit, zonder te geden-
cn de even rijke winst die de opneming
an uwe opleiding in het universitair ver
and voor u zeiven beteekend heeft. Im-
*ri, de geheele niversiteit kwam thans
"r i open te staan; het was u thans
■gelijk gemaakt uwe dorst naar kennis en
entuur te lesschen in een centrum, waar
tn er naar streeft eenerzijds aan traditie,
aderzijd., aan vernieuwing in gelijke mate
haar toekomende aandacht te schenken,
«wel degenen onder u. wier aanleg op
gebied der rechtsstudie, als degenen.
®cr belangstelling op dat der taalstudie.
°*r geschiedenis of der volkenkunde lag.
.'«Men hier twee volledige faculteiten tot
«unne beschikking.
De winst van 1902 is zoowel aan u als
de Universiteit ten goede gekomen en
J"nag u de verzekering geven, dat zij die
hanie met u deelt in de overtuiging, dat
j® Ziehen, die zij aan uwe vorming stelt,
"overeenstemming zijn met de hooge taak,
2«u wacht, in het bijzonder de aanstaande
rui«r«ambtenaren onder u. die tegenover
.Indonesische bevolking de Regeering
tot te vertegenwoordigen en wier quali-
bnj Mowel bi® bevolking als het moeder-
"M tot zegen strekken.
De gedachte om het zevende lustrum
.vereen'ieing op te luisteren door het
«aniseeren ran een tentoonstelling van
tenrti*1 van N&derlanxJers. betrekking heb-
n„ 0° het wetenschappelijk onderzoek
hinrt ser'andsch-Indië of in wijder ver-
"daarmee staande, mag zonder voor-
Seï 6611 2eer krukkige genoemd worden.
ners gij geeft daardoor uitdrukking
studie fei'a dat uwe vereeniging ook
termifereenieirltó Is en dat een diepgaande
hub van India van de grootste betee-
voor den staatsambtenaar, zegge
wdevu erm~ en moederland in hunne
t'nnk ee verhouding Inderdaad, zulk een
s h, e eerste voorwaarde van een
.- verhouding tustchen beide
R. 'h" e€ll<? aldus op een practiseh doel
h L., weten schap den schijn wekken van
tcten'cf.v, doen a£m de maxbne van de
ah om haarszelfs wil. de gevol-
T«ten-v corLsecluerlties van een dienende
Wis tS?aP voor de wetenschap om haars-
^nioiKh. ™™ien moeilijk duidelijker ge-
WtemlePd worden door deze ten-
«te™* van een specifiek nationaal-
U^happelUk karakter
klnnml mil ver-nind in dit verband te
Rlineen aal1 de nractisch-ideëele 'oe-
Üteit 0D -rond waarvan onze univer-
Hrzte i aesticht. bedoelingen, die in de
•üïnvJ5 ,s Kerk en Staat en het licha-
weivaren der burgers op het oog
hadden: en daarnaast te wijzen op het
feit. dat in deze tentoonstelling reeds de
XVIe en XVLte eeuw vertegenwoordigd zijn
od gebieden van taalstudie door werken als
die van Scaliger Salmasius, Raphellngius.
Erpenius. Golius. werken die ook op een
internationale tentoonstelling de eerste
plaatsen zouden innemen.
Ook de natuurwetenschappen en reis
beschrijvingen grondslag der latere vol
kenkunde zijn reeds door werken uit de
XVI en XVIIe eeuw op de beste wüze ver
tegenwoordigd en zij vinden ln hunne XlXe
eeuwsche verwanten de waardigste afstam
melingen.
Wie verder de tijdsorde van ontstaan van
het tentoongestelde in het oog vat, zal
spoedig getroffen worden door het ver
schijnsel, dat naast de XVI en XVII eeuw
vooral de XlXe en XXe sterk vertegeniwoor.
digd zijn: de XVTTIe treedt od den achter
grond.
Ik moge mij veroorloven den nieuwen
bloei der Indische wetenschappen in den
ruimsten zin in de XlXe en XXe eeuw
nader te bespreken. Zij raakt vooral drie
nieuwe gebieden, van welke zonder twijfel
in de eerste plaats genoemd dient te wor
den de opkomst van de vergelijkende taal
wetenschap in verband met de ontsluiting
van het Sanskrit.
Naast de opkomst der vergelijkende taal
wetenschap is ter verklaring van den bloei
der Indische wetenschappen in de XlXe
eeuw te noemen de vergelijkende en in
ternationale rechtswetenschap
In de derde plaats noem lk de opkomst
der vergelijkende godsdienstwetenschap,
eveneens een vrucht van de XlXe eeuw.
Zoo zal de door uwe vereeniging geor
ganiseerde tentoonstelling een diepen in
druk geven van hetgeen wetenschappelijke
bezieling mede onder den prikkel van zeer
reëele belangen in den loop van eeuwen
■heeft vermocht tot stand te brengen. En
deze indruk kan niet nalaten bezielend te
werken od u. die thans als universitair
gevormde staatsambtenaren weldra naar
Indië vertrekt Wij verwachten van u. dat
gij u zult betoonen waardige epigonen van
een groot voorgeslacht; ia. meer dan dat:
waarom zouden zich niet ook voor u nieuwe
gebieden, nieuwe methoden en nieuwe
inzichten openen, waarin gü op uw beurt
baanbrekers zult zijn?
Spr. besloot met het aanbieden van ge-
lukwenschen.
Na afloop dezer rede begaf het gezelschap
zich naar het Rijksmuseum voor Volken
kunde. waar de praeses der Lustrumcom
missie. de heer J. D. N. Versluys een korte
inleiding hield en onder zlin leiding
de lustrumtentoonstelling
werd bezichtigd.
Het is niet eenvoudig om in een kort
bestek aan de hand van boeken en ge
schriften een overzicht te geven van iets
wat zoo bij uitstek abstract is: de ontwik
keling van wetenschapsbeoefening.
Het is daarom te begrijpen, dat een over
zicht als hier geboden wordt in één der
zalen van het Rijksmuseum voor Volken
kunde niet naar volledigheid kan streven.
In de eerste plaats in de term „Indische
wetenschappen" eenigszins vaag. doch deze
is met opzet gekozen om ln de gelegen
heid te zijn ook de noodige aandacht te
wijden aan die vakken van wetenschap die.
zonder opgenomen te zijn ln het studie-
program der Indologen, toch nauw daarmee
samenhangen.
Bij het binnenkomen valt allereerst op
het borstbeeld van Kern, dat door de vrien
delijkheid van den heer R A. Kern hier
geplaatst kon worden. Het indrukwekkend
oeuvre van dezen grooten taalgeleerde, zijn
Verspreide Geschriften, ligt hier ln zlin
geheel uitgestald, benevens eenlge door
hem geschreven brieven, afkomstig uit het
Instituut Kern. Als vanzelf leidt dit de
aandacht naar de kleine maar interessante
Sanskrit-afdeeling. waar o.a. een 17e
eeuwseh boekje (van Baldaeus) ligt, dat de
eerste vertaling uit het Sanskrit in het
Nederlandsch bevat, de eerste Europeesche
taal waarin Sanskrit ooit werd overgezet.
Ook ziet men hier een kostbaar handschrift
uit het Rijksarchief: een Hindostani-Per-
zische grammatica, eveneens van een
Nederlander (de Ketelaar, thans uitgegeven
door prof Vogel). Uit de 18e eeuw is niets
aanwezig. Trouwens od de geheele tentoon
stelling blijkt hoe deze eeuw weinig heeft
bijgedragen tot den groei dezer weten
schappen een feit dat niet zoo gemakkelijk
te verklaren is daar dit tijdvak op ander
gebied van groote beteekenis is geweest.
Belangwekkend is eveneens wat op het
gebied van Arabisch en Ohineesch wordt
geëxposeerd, talen die hier al zeer vroeg
bestudeerd werden. Namen als die van
Scaliger die od het einde van de 16e eeuw
hoogleeraar werd. van zijn opvolgers.
Erpenius. Raphelengius. Salmasius en Go
lius, de roem der Leidsche Universiteit,
geven ons een inzicht ln de hooge vlucht
die de Oostersche wetenschappen in het
begin der 17e eeuw hier te lande hebben
genomen.
Het eerste boek, dat in de vitrine voor
Maleisch onze aandacht trekt is de woor
denlijst en spraakkunst, door Houtman
geschreven toen hli in 1604 in Atjeh ge
vangen werd gehouden. Dit is het begin
geweest van een vlijtige bestudeering van
deze taal. Immers, de Oost-Indische Com
pagnie had er het grootste belang bij dat
haar dienaren zleh bil de Inlanders ver
staanbaar konden maken Maar een andere
prikkel, wellicht nog sterker, kwam hierbij:
het streven om „de heydenen" te kerste
nen Men kan veilig zeeeen. dat dit den
stoot heeft gegeven tot een zorgvuldige be
studeering der taal. daar men dc Bübel
zoo nauwkeurig mogelijk wilde vertalen. De
eerste volledige Bijbelvertaling in het
Maleisch (van 1734) neemt hier dan ook
een eereplaats in.
De bestudeerins: van land en volk ge-
schiedde in de Compagnies tijd niet syste
matisch, maar toch is er uit deze periode
een en ander dat van groote beteekenis is.
Vooral moeien hier reisbeschrijvingen ge
noemd worden, die behalve allerlei „curi-
euse" avonturen veelal belangrijke mede-
deelingen bevatten od ethnologisch zoowel
als op linguïstisch gebied: meerdere malen
bevat een reisverhaal een woordenlijst of
primitieve grammatica als aanhangsel. Het
ls duidelijk dat deze boeken ook aan den
historicus de noodige stof verschaffen, zoo
als ook od deze tentoonstelling in het licht
wordt gesteld. In de vitrine voor geschie
denis ligt bovendien een deel van Pieter
van Dam's „Beschrijving der Oost-Indische
Compagnie" (1704), de belangrijkste bron
voor onze kennis over de organisatie der
V. O. C.
Mooi uitgegeven boeken liggen uitge
steld in de afdeeling „Natuuronderzoek".
De uitnemende werken van Rumphius
leind 17e eeuw) nemen niet ten onrechte
een belangrijke plaats in.
Kostbare javaansche, Maleische en Ara
bische handschriften, evenals de groote
meerderheid van alle tentoongestelde boe
ken afkomstig uit de Universiteitsbiblio
theek. vullen de centrale vitrine. Een Hin-
doe-Javaansch heldendicht, het Naga-
rakrtagama, op lontarblad geschreven, is
hier te bewonderen, een unicum ter wereld
Het gaat niet aan een volledig verslag
van al het tentoongestelde te geven, maar
zeker mag niet onvermeld blijven de naam
van Snouck Hurgronje. den grooten Ara-
bicus en Islam-geleerde. die eveneens op
het terrein van adatrecht en ethnologie
schitterend werk heeft geleverd Een uit
stekende foto is van hem aanwezig, be
nevens natuurlijk zijn belangrijkste wer
ken. In een adem met hem noemt men van
Vollenhoven, hoewel diens arbeid od ander
terrein ligt Doch slechts gedeeltelijk: het
adatrecht brengt beide geleerden bijeen
Behalve zijn staatsrechtelijke werken zien
wij dan ook zijn standaardwerk: „Het
adatrecht van Nederlandsch Indië", ge-
exposeerd. met de Thorbecke-medaille die
hij hiervoor verwierf. Een zeer zeldzame
teekening van dezen bescheiden man der
wetenschap, die slechts eenmaal toen
hij rector-magnificus was zich officieel
liet fotografeeren. is door Drof. Holleman
voor deze tentoonstelling afgestaan.
Een aparte afdeeling bleef gereserveerd
voor de geschiedenis der Indologen Vereeni
ging zelf en van haar voorgangers: de
Indologische Vereeniging en het Indologlsch
Studenten Corps te Delft. Aardige herin
neringen in den vorm van vaandels, insig
nes. reglementen, foto's, bullen etc zullen
menigen reünist den tijd voor den geest
brengen dat hit nog lid der vereeniging was.
Tenslotte zi.i nog vermeld dat. dank zij
de vriendelijke bemiddeling van prof.
Idema, de Lustrum Commissie erin ge
slaagd is mede ten toon te stellen een be
langrijke verzameling teekeningen van
jonge Baliërs.
De tentoonstelling is van 215 December
gratis toegankelijk voor het publiek.
Na afloop recipieerde het bestuur in het
Oostersch Instituut. Rapenburg 61.
Morgen wordt het lustrum in intiemen
kring gevierd, terwijl de herdenking Vrij
dagavond, gelijk gemeld, wordt besloten
met de opvoering ran „Johan van Olden
barnevelt". treurspel droor Albert Verwey.
De brandstoffenbijslag.
Termijn verlengd tot 16 April a.s.
De minister van Sociale Zaken heeft be
sloten den termijn gedurende welken
brandstoffenbijslag mag worden verstrekt,
te verlengen tot en met 16 April 1938.
Gedurende het tijdvak van 28 November
t/m. 12 Maart mag in plaats van 1. 1.
laan kostwinners) en f. 0.50 (aan kamer
bewoners) worden verstrekt resp. f. 1.30 en
f. 0.65.
Gehandhaafd blijft het voorschrift, dat
door de verstrekking van brandstoffen
bijslag bij geheele werkloosheid de som
van steunbedrag en brandstoffenbijslag en
bij gedeeltelijke werkloosheid de som van
het loon van den ondersteunde, het steun
bedrag en brandstoffenbijslag, ten hoogste
mag bedragen 95 pet. van het loon, dat de
betrokken arbeider ten tijde van de on
dersteuning in het vrije bedrijf zou kun
nen verdienen, indien hij niet werkloos was.
Ir. M .H. Damme.
Doctor honoris causa aan de
Techn. Hoogeschool.
optreden van het bekende
2184
(Ingez. Med.)
PREDIKBEURTEN.
VOOR HEDEN.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Likaal v. Mandersloostraat: Nam. 71/4
uur, de heer Zwoferink van Ederveen.
LISSE.
Oud Geref. Gem Nam. 7 uur. de heer
Vijverberg van Rhenen.
VOOR DONDERDAG 2 DECEMBER.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Chr. Geref. Kerk: Nam. 7.15 uur, ds. v. d.
Ven van Den Haag.
Evangelisatie Hooftstraat: Nam. half-
acht, ds. P. J. Steenbeek van Oudewater.
LISSE.
Geref. Kerk: Nam. 7 uur, ds. Ligtenberg.
Chr. Geref. Kerk: Nam. halfacht, ds.
Ponste in.
SASSENHEIM.
Chr. Geref. Kerk: Nam. halfacht, ds. de
Bruyne.
ZEVENHOVEN.
Chr. Geref. Kerk (Polder): Nam. 6 3/4
uur, ds, D. Driessen van Rotterdam
NED. HERV. KERK.
Drietal te Utrecht (vac. H. Kwint) B. v.
Ginkel te Gouda, J. D. v. Hof te Delfshaven
en E. de Looze te den Ham (O.).
Beroepen te Deinum K Wy'oenga te
Winsum en Baard (Pr.); te Fexta itoez.)
W. H. Poot, cand. en hulppred. te Wommels
(Evang.).
GEREF. KERKEN.
Tweetal te Stadskanaal H. Zandbergen
te Drachten en D. Vreugdenhil te Appel
scha.
Beroepen te Papendrecht (als hulppred.)
P. de Ruig, cand, te Hilversum.
REM. GER. GEMEENTEN.
Tweetal te 's-Gravenhage (3e pred. pl.)
mej. da. W. S. Wiardi Beekman, hulppred.
aldaar en mej. da. J. W. Herfst te Hooge-
veen.
Ir. M. H. Damme.
De Senaat der Technische Hoogeschool
heeft gisteren benoemd tot doctor honoris
causa in de technische wetenschappen den
heer ir. M. H. Damme. directeur-generaal
der P.T.T.
AMENDEMENTEN OP DE
DIENSTPLICHTWET.
Voorstellen tot de bepaling van een kleiner
contingent en van een korteren oefentijd.
De Tweede Kamerleden IJsselmuiden,
Steimetz, Ruijter, Stumpel en Groen heb
ben eenige amendementen voorgesteld op
het wetsontwerp tot wijziging van de
dienstplichtwet.
Voorgesteld wordt artikel 13 der wet als
volgt te lezen:
Vrijstelling wegens broederdienst. wordt
zoo verleend, dat van een even getal broe
ders de helft en van een oneven getal de
grootere helft moet dienen, waarbij als
regel de broeders om den ander zullen
worden vrijgesteld en overigens naar door
ons te stellen regelen.
Voorts wordt voorgesteld het aantal der
genen. die moeten worden ingelijfd vast
te stellen in plaats van op 32.000 op 27.500.
In de derde plaats wenschen de voor
stellers den eersten oefentijd te wijzigen
van elf maanden ln zes maanden.
De Kamerleden Schilthuis, Oud, Joekes,
Mevr BakkerNort en Ebels hebben
eveneens een amendement op het wets
ontwerp tot wijziging van de dienstplicht
wet voorgesteld, strekkende om het con
tingent dienstplichtigen op 27.400 te bren
gen en den eersten oefentijd op 8 maanden
te stellen.
DE CRISISREGELING VOOR
CONSUMPTIEMELK.
Het Tweede Kamerlid dar. Vos heeft aan
den minister van ecónomische zaken de
volgende vragen gesteld:
Wil de minister mededeelen, of het juist
is, dat de crisisregeling voor consumptie-
melk in het zoogenaamde buitenwettelijk
gebied met ingang van 1 December 1937
zal worden opgeheven?
Wil de minister mededeelen. ol de be
langhebbenden voldoenden tijd en gele
genheid hebben gehad om nieuwe particu
liere regelingen te ontwerpen?
Wil de minister mededeelen, of deze
regelingen reeds zijn goedgekeurd?
Vreest de minister niet, dat, voor het ge
val het antwoord op vorenstaande vraag
ontkennend mocht luiden, met ingang van
1 December een niet voldoende geregelde
toestand zal ontstaan?
Vreest de minister niet, dat onder die
omstandigheden de bona fide handel en
veehouders nadeelige gevolgen zullen on
dervinden?
Is de minister niet van meening. dat deze
nadeelen alleen kunnen worden voorkomen
door het vaststellen van een overgangspe
riode, waarin de oude voorschriften nog
zullen gelden?
Wil de minister bevorderen dat zcr.'a-
mge maatregelen worden getroffen, dat
moeilijkheden en schadelijke gevolgen voor
de bona fide belanghebbenden worden
voorkomen?
Stiptheid in tijd
6ók in de keuken!
Daarom een keukenklok van Junghang,
het goede merk- Punctueele klokken,
duurzame klokken, volledig bestand tegen
keukendamp. Practische uitvoering: fraai
porselein, afwaschbaar. Diverse modellen-
Eerste kJas!
2139
(Ingez. Med.)
MR. A. E. BARON VAN VOORST TOT
VOORST GEHULDIGD.
Twaalf en een half jaar commissaris
der Koningin.
In de openingsvergaderins van de winter,
zitting van de provinciale staten van
Overijssel is mr. A E. baron van Voorst tot
Voorst, commissaris der Koningin in Over.
ilssel, gisterarvond gehuldigd in verband
met het feit. dat hij vandaag twaalf en een
half jaar als zoodanig in functie is
Namens de statenleden sprak mr. G. J.
Sybrandy den commissaris toe.
Namens het college van Gedeputeerde
Staten, welke college den heer van Voorst
tot Voorst 's morgens reeds in intiemen
kring gehuldigd had. sloot mr. D. Winkel
zich bij deze woorden aan.
INVOERHEFFING OP VEEKOEKEN.
Te vervangen door laag invoerrecht?
In het verslag der Tweede Kamer over
het wetsontwerp tot regeling van den in
voer van veekoeken merkten enkele leden
op. dat zij aan de nuttigheid van de ver
lenging van deze contingenteering twijfel
den. Huns inziens ls dit een typisch voor
beeld van een contingenteering. die door
een invoerrecht zou kunnen worden ver
vangen, gelet op den omvang van den in
voer en den afzet ln het binnenland. Naar
de meening van deze leden staat wel vast,
dat een klein invoerrecht voldoende zou
zijn om de gewenschte bescherming te
verleenen.
Andere leden betwijfelden, of met be
hulp van een invoerrecht dezelfde be
scherming zou kunnen worden bereikt en
ook of opheffing van de contingenteering
uit een oogpunt van handelspolitiek wel
verstandig zou zijn. Gaarne zouden zij
echter over de vraag, of vervanging door
een invoerrecht mogelijk en wenschelijk is,
het oordeel van den minister vernemen.
EEN BURGEMEESTERSBENOEMING.
Het Tweede Kamerlid, mr. W. C. Wen-
delaar heeft aan den minister van bin-
nenlandsche zaken de volgende vragen
gesteld
1. Is het juist, dat dezer dagen iemand
tot burgemeester is benoemd, die twee
dagen te voren wegens verandering in de
inrichting van het dienstvak, waarbij hij
werkzaam was, eervol ontslagen werd als
ambtenaar bij een der departementen van
algemeen bestuur?
2 Zoo ja, wil de minister dan mededeelen
of aan dien ambtenaar een wachtgeld is
of zal worden toegekend en of dit wacht
geld hooger is dan de aan het ambt van
burgemeester in de betrokken gemeente
verbonden wedde?
3. Indien dit laatste het geval is, zal dan
aan den nieuwbenoemden burgemeester
boven zijn wedde van burgemeester een
aanvulling tot het bedrag van het wacht
geld worden uitbetaald?
4. Indien ook dit het geval is. acht de
minister een dergelijk samenstel van maat
regelen dan niet in het- algemeen onnoodig
en ongewenscht. en zoo Ja. welke motieven
hebben hem er dan toe gebracht in casu
zoodanig samenstel niettemin te bevorde
ren?
DE LANDING VAN PRINS WILLEM
TE SCHEVENINGEN.
Herdenking door manschappen van de
cavalerie.
Dl den namiddag van den 30sten Novem
ber 1813 tegen 4 uur stapte de Prins van
Oranje, zoon van Willem V te Schevenin-
gen aan wal, verwelkomd door de naar
Oranje verlangende menigte. Nederland
had zijn onafhankelijkheid herkregen.
Op dezelfde plek en hetzelfde tijdstip
stonden gistermiddag een kleine honderd
manschappen van de cavalerie, n.l. het
escadron van ritmeester P. W Pieters, ter
sobere herdenking van dit voor onze
historie zoo belangrijke gebeuren
Ritmeester Pieters schetste in een korte
toespraak tot zijn escadron de beteekenis
van hetgeen op 30 November 1813 op deze
plaats geschiedde, gelijk hij op 17 Novem
ber j.l. de herinnering aan de herkrijging
van Nederland's onafhankelijkheid bij zijn
manschappen had verlevendigd
Men zong daarop gezamenlijk het eerste
couplet van het Wilhelmus en met een
driewerf „Leve Oranje" werd deze een
voudige herdenking besloten
VERSPREIDE BERICHTEN.
Gistermiddag is te Alkmaar na een
korte ongesteldheid plotseling overleden de
heer N. J. M. Dresch. sinds 1922 archivaris
dier gemeente
Vóór zijn benoeming te Alkmaar wa= de
thans rveriedene in dezelfde func 'r wrk-
zaam in de gemeente Sclvedam
De heer Dresch die den ouderdom van
54 jaar bereikte, heeft het gemeente
archief te Alkmaar geheel herzien.