BINNENLANd
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Dinsdag 30 November 193]
RHEIIMA1ANA LAKENS
De boekentafel onzer kinderen
WUTERUS
begrijpelijk is het zoodoende, dat de bui
tenstaander, het Museum met de Academie
vereenzelvigend, deze laatste voor het ver-
waarloozen der huisvesting heeft aanspra
kelijk gesteld.
Maar als dit waar is, dan moet ook als
waar gelden, dat de Leidsche Academie,
ondanks het geheel of gedeeltelijk verbre
ken der administratieve banden, toch van
dit Museum voor Volkenkunde kan blijven
spreken als van haar geestelijk bezit en
zoodoende is het dubbel begrijpelijk, dat
voor haar deze dag een dag van vreugde is.
Zeker, haar illusies en wenschdroomen
hebben zich nog verder uitgestrekt, dan
tot hetgeen hier heden is verwezenlijkt,
maar zij wil toch gaarne getuigen, dat zij
Hr. Ms. Regeering zeer dankbaar is voor
hetgeen is geschied, dat zij den directeur
met het bereikte resultaat van heeler harte
gelukwenscht, en dat zij zich zelve van
dien gelukwensch niet uitsluit.
Haar verwachting is, dat de bereikte
betere huisvesting zal strekken tot belang
van de kostbare verzameling, tot belang
ook van onderwijs en wetenschap.
Het terrein, waarop het belang van on
derwijs en wetenschap en de foeileelijk
museaal" geheeten belangen gezamenlijk
moeten worden behartigd, ligt. vol voet
angels en klemmen, het is bekend. Het is
ook bekend, dat recht begrip en goede wil
beide deze verraderlijke hindernissen on
opvallend weten te omgaan en de Leidsche
Academie, in het bijzonder haar faculteit
der letteren en wijsbegeerte, prijst zich ge
lukkig. dat zij harerzijds het volste
vertrouwen heeft in den Directeur dr. Ras-
sers. wiens benoeming zij van heeler harte
toejuicht en van wiens wijs beleid zij voor
de toekomst een even aangename als
vruchtbare samenwerking verwacht.
Tot besluit dezer plechtigheid werd een
rondgang door het museum
gemaakt, waarbij de staf, bestaande uit
den directeur, dr. W. H. Rassers en de con
servatoren C. C. Krieger, Ch. C. F. M. ie
Roux en dr. G. W. Locher van voorlichting
diende.
Het is niet wel mogelijk om in een kort
bestek een beschrijving te geven van het
irfieuwe gebouw en van de vele schatten,
die daarin zijn tentoongesteld.
Wij verwijzen daarvoor naar het bij deze
gelegenheid uitgegeven gedenkschrift, dat
ook een tweetal plattegronden bevat, waar.
op de indeeling der verschillende af dee-
lingen, welke den beganen grond en de
eerste verdieping geheel vullen, duidelijk
is aangegeven.
Op deze plaats willen wij volstaan met
een algemeenen indruk en deze is geba
seerd op tweeërlei impressiesie de buiten
gewoon overzichtelijke indeeling. waardoor
elke afdeeling als het wane een afgesloten
geheel vormt zonder dat het natuurlijk
verband verloren gaat en 2e bewondering
voor de zeer smaakvolle opstelling, welke
ondanks de hiervoor beschikbare beschei
den middelen is verkregen.
Walmeer men bedenkt, dat de onder
scheiden ethnografische musea, voorheen
gevestigd aan de Hoogewoerd, de Bree-
straat en het Rapenburg 6769, meer dan
■honderdduizend voorwerpen bevatten en
de ruimte, welke hier ter beschikking stond
slechts gedoogde, dat van dit materiaal
een zevende a een achtste gedeelte kon
worden opgesteld, dan kan men eenigszins
begrijpen, welk een arbeid het heeft gevor
derd om hier een zoodanige selectie toe
te passen, dat niettemin elke afdeeling
representatief voor zijn gebied kon worden
genoemd.
De indeeling is geschied volgens
algemeen geografische lijnen, waarbij
een onderverdeeling is gemaakt in
systematische volkenkundige afdeelin-
gen. De opstelling heeft in totaal
lt/4 jaar geduurd en heeft zooals de
directie bij een voorbezoek terecht
opmerkte, er toe geleid, dat Leiden
thans een algemeen vergelijkend vol
kenkundig museum bezit, dat alle cul
turen over de geheele wereld omvat en
als zoodanig eenig in ons land is.
Door de overzichtelijke opstelling, voor
een groot deel in keurige vitrines, was het
mogelijk veel van groote waarde, dat tot
dusverre in kisten en laden voor het men-
schelijk oog weggeborgen was, te exposee-
ren.
De hoop is gerechtvaardigd, dat bezitters
van et-hnografica door de aanzienlijk ver
beterde outillage van het Leidsche Museum
eerder dan voorheen bereid zijn om hun
eigendom, hetzij in bruikleen, hetzij als ge
schenk aan het museum af te staan.
Een tendenz in die richting is in den
laatsten tijd reeds waarneembaar. Zoo
bracht het jaar 1937 eenlge zeer waarde
volle geschenken en bruikleenen. te weten:
een fraai houten verguld Japansch beeld
van Dainichi Nyorai en een steenen Hin-
doejavaansch beeld van (Jiwa Mahadewa,
beide uit de collectie van Eduard baron
Von der Heydt; voorts vier prachtige zand-
steenen koppen, fragmenten van Chi-
neesch-Boeddhistische figuren, één uit den
tijd der Chi-dynastie en drie uit de Tang
periode. een goodwill-geschenk van een
Japanner, den heer Kaichiro Netsu; ten
slotte een bijzonder fraaie verzameling In
donesische pronkwapens van goud en zil
ver, nagenoeg alle afkomstig van Atjeh
en Zuid-Celebes, uit de collectie van den
heer C. G. Vattier Kraarae, benevens als
geschenk van denzelfden een aantal zeld
zame Bat-aksche ethnographica.
Via den hoofdingang bereikt men de hal,
welke, met uitzondering van een Javaansch
gamelan-orkest, geheel is gewijd aan het
eilaind Bali. In de galerij ter rechterzijde
met de daarop geographisch en harmo
nisch aansluitende vertrekken vindt men
de voorwerpen der Hlndoe-Javaansche
kunst en die van Java en Sumatra; links
die van den overigen Indischen archipel,
de Zuidzee-eilanden en Australië.
Op de eerste verdieping bevinden zich de
afdeeiingen Japan en Azië (vasteland),
Afrika en Amerika, terwijl de niet-geëx-
poseerde voorwerpen zijn verdeeld over de
respectievelijke studieverzamelingen, deels
in het sou-tenrain, deels op de eerste etage.
De kunstschilder H. Paulides zorgde op
zeer artistieke wijze voor de uitvoering van
een viertal volkenkundige kaarten van
Oceanië, Afrika, Noord- en Midden-Ame-
rika, op de wanden der zalen in Kelmsehe
verven.
Voor hen. die willen weten, welke de
„belangrijkste" museumbezittingen zijn,
volgt hier een korte, allerminst volledige
opsomming:
Het Singosairi-beeld; de zg. wajang
bèbèr; de martavaan, eertijds toebehoord
hebbende aan Toekoe Oemar; de merk
waardige verzameling Melsfiaansche voor
werpen. bijeengebracht in het Snouck Hur-
gron-je-kabïnet; een der oudste stukken
van de Maja-cultuur, algemeen bekend
onder den naam „The Leiden-plate" (pl.m.
60 jaar n. Chr.), welke laatste een der
pièces de resistance" vormt van de prach
tige schatkamer, op zichzelf een bezoek
overwaard; de collectie von Siebold en die
van prof. Nieuwenhuis; de zeer uitgebreide
Zag er ernstig ziek uit door
rheumatische pijnen.
Dankbaar voor een goeden raad.
„De directeur van een firma waar ik zaken
mee deed, was gedwongen 12 weken in bed
te blijven door zijn rheumatische pijnen.
Toen hij weer terugkwam, zag hij er uit of
hij ernstig ziek was. Op mijn vraag, welke
behandeling hij gehad had. antwoordde hij:
.Allerlei en U ziet wat er van mij gewor
den is". Toen vroeg ik hem of hij Kruschen
Salts al had geprobeerd. Hij deed het en
binnen zes maanden was hij totaal veran
derd en bedankte mij iederen keer als ik
ibij hem 'kwam". Mevr. J. L. T.
Rheumatische pijnen, jicht, ischias e.d.
ontstaan doordat zich in Uw lichaam afval
stoffen ophoopen, die Uw bloed ernstig ver
ontreinigen. Kruschen- Salts zorgt voor een
geregelde afdoende verwijdering van alle
schadelijke afvalstoffen, zoodat de oorzaak
Uwer pijnen wordt weggenomen. Kruschen
Salts Is verkrijgbaar bij alle apothekers en
erkende drogisten a f. 0.40, f.0.75 en f. 1.60
per flacon. Let op, dat op het etiket op de
flesch, zoowel als op de buitenverpakking
de naam Rowntree Handels Mij., A'dam,
voorkomt. 2069
verzameling weefsels, samengebracht in de
Prinses Julianazaal; de in Japanschen stijl
ingerichte kamer; de sierlijke Javaansche
en Chineesche marionetten en tenslotte..,
het vertrek, waar de groep medlteerende
Boeddha's staat opgesteld, welke vroeger
in den tuin achter het perceel Rapenburg
69 stonden en daar, vooral in den bloeitijd
der magmolia-boomen, zulk een uniek-
mooie groep vormden.
De Boeddha-groep.
Zonder de schoonheid van het ver
leden te kunnen vergeten, mag toch
worden getuigd, dat de directie zéér
gelukkig is geweest met de opstelling.
Waar de aandacht hier niet wordt
afgeleid door den achtergrond en de
omgeving, komt de schoonheid der
beelden zelve ongetwijfeld beter tot
haar recht dan voorheen, terwijl uit
den aard der zaak ook de opstelling
binnenshuis een voordeel beteekent.
Mede door den getemperden lichtval,
zoowel van het zon- als van het kunst
licht. zullen ongetwijfeld ook in dit
milieu velen getroffen worden door de
sfeer van serene rust, welke deze groep
uitstraalt!
Resumeerende: een museum, dat
door zijn inrichting en opstelling een
belangrijke aanwinst mag heeten voor
het Leidsche Universiteitsbestel en dat
èn als wetenschappelijke verzameling
èn als permanente expositie op het
gebied der aigemeene volkenkunde ook
voor den leek vele aantrekkelijkheden
biedt,
Tenslotte nog een lijstje van de aan
nemers, die aan dezen bouw hun mede-
wecking verleenden:
Verbouwing: Fa. B. J. Huurman en Zoon,
Leiden; Centr. Verwarming: N.V, Alg. In
stallatiebureau te Amsterdam; Meubilee-
ring: Meubelfabriek Link te 's Graven-
hage; Stoffeering: Fa. H. Pracht en Zoon,
De werkloosheid.
De directeur van den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe
middeling deelt mede, dat in de week 8
t/m. 13 November bij gesubsidieerde ver-
eenigingen met werkloozenkas waren aan
gesloten 469.800 personen (landarbeiders
met 73.700 leden zijn hieronder niet begre
pen).
Van deze 469.800 verzekerden was in ge
noemde week de geheele week werkloos 24,1
pCt. (In de vorige verslagweek, 25 t/m. 30
October 1937, was het percentage 23,1).
Het werkloosheidspercentage voor hen,
die de geheele week werkloos waxen, was
in de eerste verslagweek van de maand
November In de lSatste Jaren a. v.:
1934 25.8
1935 29,4
1936 29,0
1937 24,1
Bij de organen der openbare arbeidsbe
middeling stonden op 13 November in totaal
376.339 werkzoekenden ingeschreven, onder
wie 353.781 mannen. Van deze werkzoeken
den waren er 357.761 werkloos, onder wie
341.115 mannen.
Blijkens een opgave van den directeur-
generaal van werkverschaffing en steun-
verleening waren einde September 40.616
arbeiders geplaatst bij een werkverschaf
fing.
Mr. Dr. J. BIERENS DE HAAN f
Oud- directeur der Nederlandschc
Handelmaatschappij.
Eergisteren is in zijn villa „Schapendui-
nen" te Bloemendaal op 67-jarigen leeftijd
overleden mr. dr. J. Bierens de Haan, oud
directeur der Nederlandsche Handelmaat
schappij.
Jacob Bierens de Haan studeerde rechts
wetenschappen aan de rijksuniversiteit te
Utrecht, waar hij in 1895 promoveerde op
een proefschrift getiteld: „De Nederland
sche strafbepalingen tegen bedelarij en
landlooperijIn 1900 werd hij, na een reis
naar Ned.-Indië en China, benoemd tot se
cretaris der Nederlandsche Handelmaat
schappij, in welke functie hij een reis on
dernam naar Suriname, o.a. ter bestudee-
ïing van de Bacoven-cultuur.
In 1918 volgde zijn benoeming tot lid
der directie der Nederlandsche Handel
maatschappij. Verder was de heer Bierens
de Haan commissaris van verscheidene
vennootschappen. In December 1933 trad
hij af als directeur der N. H. M.
De overledene was officier in de orde
van Oranje-Nassau en ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw.
te Lelden; Glas en Schilderwerk: M. J. van
IJzerloo te Rijswijk (ZH.); Brandvrije
vloeren: Fa. Degens en Scheeren te Lei
den; Verlichting: Fa. Smit en Van der Lin
den te "s Gravenhage.
Het museum is geopend a-lle werkdagen
vain 103 uur (1 Nov.16 Febr.), van
104 uur (16 Febr.1 April en 1 Oct.
1 Nov.), van 10—5 uur (1 April1 Oct.).
Alle Zon- en Feestdagen van 1 uur af. Ge
sloten: 3 Oct. en Nieuwjaarsdag.
BEHEER VAN P.T.T.
Nieuw onderzoek in de afdeeiingen der
Tweede Kamer.
In verband met het bij de Tweede Kamer
ingediende wetsontwerp nopens aanvulling
en wijziging van de wet van 29 Dec. 1928
tot aanwijzing van de takken van rijks
dienst omvattende de posterijen, de tele-
grafie en de telefonie, voor een beheer, als
bedoeld in artikel 88 der Comptabiliteit,
wet, heeft de commissie van rapporteurs
voorgesteld het wetsontwerp opnieuw ln de
afdeeiingen te doen onderzoeken.
In de toelichting wordt er op gewezen
dat. nadat door de leden van de commis
sie van rapporteurs, over het betreffende
ontwerp een blanco-eindverslag ls uitge
bracht, een nota van wijzigingen is Inge-
diend, waarvan de inhoud belangrijker
schijnt dan die van het oorspronkelijke
wetsontwerp. Onder die omstandigheden
komt een nieuw sectie-onderzoek
wenscht voor.
REGELING VAN DEN INVOER VAN
DRAADNAGELS, SPIJKERS ENZ.
Ingediend ls een wetsordwerp tot regeling
warn den Invoer van draadnagels en draad
krammen, spijkers, getrokken Ijzer- en
staaldraad en van prikkel, en puntdraad
Aan de memorie van toelichting, wordt
het volgende ontleend:
Naar de wenschelijkheid van voortzetting
dezer invoerbeperking onder de eewijziede
omstandigheden is. zooals gebruikelijk, een
onderzoek ingesteld. Daarbij bleek, dat,
ondariks het bestaan van een Europeesch
exportartikel voor draadproductie, bij op
heffing der eontingenteerin-g nog steeds
ongewenschte toeneming van den import
uit niet aangesloten landen moet worden
gevreesd Mede met het oog op de moeilijke
grondstof positie der Nederlandsche fabrie
ken is derhalve bescherming van dezen
industrietak nog steeds noodzakelijk.
VERSPREIDE BERICHTEN.
De gewone audiëntie van den minister
van sociale zaken zal morgen niet plaats
hebben.
De Rotterdamsche Lloyd rapide in
aansluiting op het m.s. „Baloeran" wordt
morgen te 7 uur 38 in Den Haag verwacht,
}|f DEWELDAADVANEENWARM
3 BED GEVEN...
ffc B R I K'A A»J
2058
S A NJ A A.fi.D BORNE
(Tngez. MedJ
Ron's keerpunt, door Toos van
Eysden, uitg. Holkema en Waren-
dorf, Amsterdam.
Het lijkt wel of onze verzuchting: waar
blijven goede meisjesboeken? gehooid is.
want er liggen er nu eenige op onze schrijf
tafel, die stuk voor stuk zijn van het genre,
zooals wij bedoelden: frisch, natuurlijk,
zonder sentimentaliteit en die ons brengen
te midden van gewone meisjes zonder over
dreven eigenschappen, zonder quasie gees
tigheid, die doorgaans zoo zeldzaam verve
lend is, en geschreven in een stijl, die geen
oogenblik het gevoel geeft: nu ls die
schrijfster er eens voor gaan zitten om een
„lief" meisjesboek in elkaar te peuteren.
Ron's keerpunt door Toos van Eysden is
een van de beste van het viertal. Ze staat
ineens ten volle uit voor ons, de vlotte,
gulle, hartelijke Ro. dochtertje uit de „mé
salliance" in de deftige bankiersfamilie. Ro
zoo in haar element bij haar nichtje Ans,
het vrouwtje van den armen kunstschilder,
bedisselt met haar het huishoudentje,
speelt met enmoedert over de tweeling en is
eigenlijk volmaakt gelukkig, ondanks alle
armoede. En dan wordt ze plotseling opge-
eischt door haar oom, den bankier, die
wroeging heeft, dat hij het nichtje zoo lang
verwaarloosd heeft. Prachtig is het deftige
gezin geteekend. de hooghartige tante, al
tijd vreeselijk in de weer met „stand" en
„bon ton", die het ontzettend vindt, dat
„burgerlijke kind" in huis te krijgen. Tante,
die liefst de doodstraf zou zien toepassen
op een zonde tegen de etiquette en die met
haar vermolmde standbegrippen Ron een
allermiserabelst gevoel geeft van „geduld
worden".
Dan is er verder Eugénie, de dochter,
evenbeeld van mama. „een stuk venijn"
zooals Jaantje. de gedienstige, haarschil-
dcrl. de zoon Ernst, de aardige dandy. d:e
op boedmoedige manier den draak steekt
niet de ideën van mama en eindelijk papa
zelf, de op kantoor strenge baas die echter
thuis leelijk onder de plak zit van zijn ega.
Papa, die met welgevallen kijkt naar de
roode wangen van Jaantje, een opmerking,
die o.i. beter achterwege had kunnen blij
ven waarom onze meisjes al zoo vroeg
op de hoogte te brengen van de afdwalin
gen des mans? maar die wél den ouden
hr.cr ineens ten voeten uit 1 rekent.
En in dat gezin !-?->• ren., fouvlrnrtig,
naïef, een levend c-n r--:, met de stame
conventionaliteit "an --n.te en derzelver
vriendenkring: Ron. d e er genoegelijk te
gen een deftig jongmensch uitflapt: „Ik
neb schoenen gekocht en zeg, ik had zoo'u
gat in mijn groote teen" en dan ais hij ant
woordt, dat dat zeer penibel lijkt, zegt „O,
nu u het zegt vind ik U er best iemand voor
om keurig opgepoetst op straat te wande
len met bendes gaatjes in uw sokken".
Het doet soms even denken aan Top
Naeff's onvolprezen Veulen en het pleit
voor Toos van Eysden. dat de vergelijking
niet in haar nadeel uitvalt.
Een paar kleine opmerkingen op dit
overigens voortreffelijke boek: Gaan in
onzen tijd dames nog met een waaier naar
een verjaarsvisite? En waar is het adres
waar we, zooals Ron doet, voor f. 60.ons
kunnen aanschaffen: een paar avond
toiletjes, een middagjurk, een mantel en
twee paar schoentjes? Dit alles, wel te
verstaan, in stijl met de chique omgeving
der van Steenvoordes?
Ietje's vermageringskuur, door
Sanne van Havelte. Uitg. Holkema
en Warendorf, Amsterdam.
Weer zoo'n bijzonder aardig en knap
boek. Sanne van Havelte is geen debu
tante op het terrein van meisjeslectuur en
dit boek getuigt opnieuw van haar helderen
kijk op meisjes, het doorgronden van haar
karakters en haar talent om wat ze ziet
ook goed weer te geven.
Ietje, het Friesche meisje uit het groote
domineesgezin, is als apothekersassistente
werkzaam in Utrecht en belandt in een
kring van rijke, veel uitgaande kennissen,
waardoor ze al gauw van de eene uitgave
in de andere valt, zoodat ze tenslotte diep
in de schulden steekt. Hoe ze daar ooit uit
zai komen met haar mager salaris] e waar
haar pensiongeld nog afgaat, is een pro
bleem, waar ze maar niet over piekert. Tot
ze Lex leert kennen.
Lex, een jonge, sympathieke Ingenieur,
die er echter met jongensachtige blague
soms enormiteiten uitflapt waar hij niets
van meent, zooals een vriend het uitdrukt:
„Dan kom jij met een paar groote klompen
en trapt de boel kapot".
Lex ontmoet Ietje en het wordt een lief
de op het eerste gezicht. En dan ls zoo'n
ondoordachte uitlating van Lex de oorzaak,
dat alles mis loopt en Ietje haar honger -
kuur begint. Hij gooit er n.l. op een avond
bij vrienden uit, dat air hij een vrouw had
die schulden maakte, hij „haar de deur uit
zou trappen". Die woorden haken zich vast
in Ietje's hersens en bederven alles voor
haar. Ze neemt ze in ernst op en vanaf
dat oogenblik begint haar strijd en de
breuk met haar vroeger leven. Ze neemt
een betrekking aan in een andere stad,
omdat ze daar f. 10— meer kan verdienen
en besluit met echt Friesche koppigheid om
haar schulden binnen 3 maanden af te
betalen. Het lukt haar ook, maar ten koste
van haar gezondheid en eindelooze opof
feringen. Ze leeft tenslotte van 12 ct. per
I dag en als Lex haar eindelijk komt opzoe
ken, vindt hij, in plaats van de frissche,
gezonde Ietje, een doodzwak, vermagerd,
maar schuldenvrij schepseltje.
Bijna aandoenlijk is het weerzien van het
tweetal gêteekend, met een gezonde afwis
seling van verliefdheid en zelfspot. Zoo
heeft Lex b.v. eens hevig zitten dwepen
met Ietje's haar „dat blonde, zachte, zon
nige haar" en als het na het zwemmen in
pieken om haar hoofd hangt, merkt hij
nuchter op: „Is dat nu hetzelfde haar waar
ik zoo poëtisch over heb zitten dazen? 't Is
me nogal wat moois",
De uitwerking die deze tijd van groote
armoede op Ietje heeft gehad is uitmun
tend en logisch weergegeven en prachtig
eindigt het boek met den avond vóór het
huwelijk, te zuiver en fijn om hier te ci-
teeren. Maar als dit het gevolg is van een
hongerkuur. zouden we bijna geneigd zijn
die elk modern meisje aan te raden. Er.n
bijzonder goed boe!:, aardig geïllustreerd
door Rie Reinderhoff.
Bcugeljong getrouwd, door Anna
Hers. Uitg. Holkema en Waren
dorf, Amsterdam.
Het Bcugeljong van Anna Hers heeft al
zooveel vriendinnen gemaakt, het was zoo'n
geweldig fijn boek, dat dit tweede boek
over het Beugeljong eigenlijk geen aanbe
veling meer behoeft. Hier is een artiste
aan het woord, die de gave van schrijven
bezit. De hoofdpersoon is de dochter van
Beugeljong, Mariort, die, beschut en ge
dragen door de Ideale sfeer thuis, onbe
roerd gaat door het oppervlakkige gedoe
van de vriendinnen op school en zich door
haar innige gehechtheid aan „thuis" eigen
lijk nergens anders gelukkig kan voeien.
Marion is een ietsje ouderwetsch, met
haar angst voor studeeren en op eigen
beenen staan, die zoo geheel in strijd is
met de gangbare opvattingen der moderne
jeugd. Grappig is Harrytje. het vijfjarige
broertje, met zijn fantastische verhalen
over een denkbeeldigen grooten broer Peter,
al is het wel wat al te toevallig, dat die
Peter zich werkelijk manifesteert en blijkt
altijd gedroomd te hebben van zijn meisje
..Marion". Een klein beetje stereotiep zijn
cok wel de eeuwige rijmpjes van den dok
ter en het „schat van je vader", „schat van
ie moeder" wordt wat vervelend op den
duur. Zulke uitdrukkingen verliezen immers
al hun waarde, wanneer ze gewoonte wor
den en uit sleur uitgesproken.
Het doktersgezin is goed beschreven en
Marion vindt, dat men ln zoo'n huis nooit
humeurig kan zijn, al vraagt men zich wel
even wat cynisch af. of die dokter nu nooit
eens moe en mopperig thuis zou komen na
een tocht door sneeuw en wind en of Beu
geljong nooit eens pijn aan haar been zou
hebben en wat verdrietig zijn over haar
hulpbehoevendheid. Maar mogelijk helpt
het eenvoudige, zuivere Godsvertrouwen,
dat uit het heele boek spreekt zonder
ooit opdringerig te worden hen over der
gelijke menschenmoeilijkheden heen.
De wijze waarop Beugeljong de invalide
Noel e-n de zachte Madeion te samen brengt
en de manier waarop Madeion afstand doet
van veel natuurlijk geluk om het „kruis-
diagen" met Noel aan te durven, behooren
tot de mooiste gedeelten van het boek, dat
ik elk meisje in handen zou wenschen.
Trein HJLS.-ers, door Henrlette
van der Kop. Uitg. Holkema en
Warendorf, Amsterdam.
Een gezellig boek in de serie „Opbloei"
voor oudere meisjes. Simpele gebeurtenis
sen, het dagelijksche leventje van een
troepje jongens en meisjes die eiken dag
van hun dorp naar de H. B. S. in de stad
sporen, maar op zóó'n prettige en genoege-
lijke manier verteld, dat de belangstelling
in al die jonge menschen met elke blad
zijde groeit. Maar ook weet Henrlette van
der Kop weer zoo klaar en met weinig
woorden te schilderen de problemen, ont
staan door den overgang van kind naar
volwassene, waardoor veel van de jeugdige
lezeressen aan haar eigen moeilijkheden
herinnerd zullen worden.
Het boek doet ons telkens glimlachen
om de humoristische wijze waarop de taal
van H B S.-ers weergegeven wordt en ik heb
zoo'n idee, dat het verhaal van den jongen
die voor St. Nicolaas moet spelen, hoogst
onhandig gebaart in de lange tabberd en
wanhopig uitroept: „Kan die mijter niet
van m'n kop kieperen?" naar het leven
geteekend is.
Fijn wordt de groeiende liefde van Hans
voor Kitty beschreven, zijn kleine attenties,
zijn twijfel en hoe hij plotseling tot do ont
dekking komt, dat dit niet maar zoo'n ge
wone verliefdheid is maar een gevoel, dat
het beste in hem wakker roept en het ver
langen, om voor haar te werken, haar te
beschermen.
Henriette van der Kop begrijpt ook klei
ne kinderen goed, dat bewijst ze in haar
teekening van Bobble, Hans' kleine broer
tje en diens zusje Beppie en de ieelijke
Frits van Dam wekt evenzeer onze sym
pathie op als de geestige jongen, Kist.
Een boek voor wat jongere meisjes dan
de hier boven besprokene en daarom min
der diepgaand, maar uitmuntende lectuur
voor bakviechjes.
I
In het diepst van de wildernis,
door Ir. J. P. Valkema Blouw.
Uitg. De Tijdstroom, Lochem.
Een boek van avontuur noemt de uitge
ver dit boek en beter kon het wel niet woo
den gekarakteriseerd, want het geeft avon
tuur van de beste soort. Het begint al zo?
goed. de 18-jarige Erwin, die schoon ge
noeg heeft van het saaie dorp ergens in de
buurt van Leiden, waar zijn stiefvader kip
pen houdt en verder zijn tijd kort met hem
standjes te geven. Hij gaat er van door
naar Rotterdam, laat zich aanmonsteren op
een boot van de z.g. „wilde vaart" en speelt
daarop zoo'n beetje voor duvelstoejager
I-Iet stugge, gesloten jong heeft het niet
makkelijk in dit nieuwe leventje, maar hij
leert er veel ook zich schikken cn
na twee jaar zwerven belandt hij in Bra
zilië waar de bemaning wordt afgemon
sterd en hij met een beetje geld alleen ach
terblijft.
Nu volgt er een geheel andere episode in
het boek en leeren we de beide broers Wal
ters kennen, rijke Engelschen. waarvan
vooral de jongste, Fred, vol zucht tot avon*
tuur is. Hij heeft in een oud, vergeeld boei
wonderen gelezen over een blanken srin)
die ergens in het binnenland van Brazilië
moet huizen en trekt er op uit om dien te
vinden. Zijn broer George hoort mets meer
van hem, wordt ongerust en gaat hem
achterna. Daar in Pernambuco wordt dan
oen kleine expeditie uitgerust en Sir Geor°
scharrelt al een zeer eigenaardig troep)
menschen bij elkaar, waaronder Erw
Dan trekken ze de wildernis in en begi
het pas goed.
We zullen niet alle geweldige belevend
sen vertellen, dat zou te veel van het 6
noegen van de lectuur wegnemen, maar i
is buitengewoon spannend allemaal en
tuurlijk ontdekken ze de mysterieuw
blanke nederzetting en ook den verdwe
broer. Suggestief is de beschrijving
negerdansen met de opwindende tam-"
en de angst van de expeditieleden die
ten. dat het eind van het feest teve.,.,.
eind van hun leven beteekenen zal.
tuurlijk loopt alles goed af. ze ontv
ten op de meest fantastische ."b2? u;]nos
ze dan eindelijk toch wéér bijna hope wg
verloren zijn, komt de to>nderba»ro
redding per vliegmachine, een redciinb
ook eigenlijk weer niet zoo eij
baarlijk is; maar dat moeten de jws
zelf maar lezen. Het boek is doorloop"
in een strakken, wat nuchteren stol g
den en zouden we één bezwaar mogen
ken, dan is het dit, dat bij de j00d
avonturen en met den naderenden
voor oogen deze menschen zoo ake.ig
en overschillig blijven. Maar
misschien
dit juist een reden te meer dnt_^f
enthousiast zullen zijn over dit mooie
2-4