BINNENLANd LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Dinsdag 30 November 193] RHEIIMA1ANA LAKENS De boekentafel onzer kinderen WUTERUS begrijpelijk is het zoodoende, dat de bui tenstaander, het Museum met de Academie vereenzelvigend, deze laatste voor het ver- waarloozen der huisvesting heeft aanspra kelijk gesteld. Maar als dit waar is, dan moet ook als waar gelden, dat de Leidsche Academie, ondanks het geheel of gedeeltelijk verbre ken der administratieve banden, toch van dit Museum voor Volkenkunde kan blijven spreken als van haar geestelijk bezit en zoodoende is het dubbel begrijpelijk, dat voor haar deze dag een dag van vreugde is. Zeker, haar illusies en wenschdroomen hebben zich nog verder uitgestrekt, dan tot hetgeen hier heden is verwezenlijkt, maar zij wil toch gaarne getuigen, dat zij Hr. Ms. Regeering zeer dankbaar is voor hetgeen is geschied, dat zij den directeur met het bereikte resultaat van heeler harte gelukwenscht, en dat zij zich zelve van dien gelukwensch niet uitsluit. Haar verwachting is, dat de bereikte betere huisvesting zal strekken tot belang van de kostbare verzameling, tot belang ook van onderwijs en wetenschap. Het terrein, waarop het belang van on derwijs en wetenschap en de foeileelijk museaal" geheeten belangen gezamenlijk moeten worden behartigd, ligt. vol voet angels en klemmen, het is bekend. Het is ook bekend, dat recht begrip en goede wil beide deze verraderlijke hindernissen on opvallend weten te omgaan en de Leidsche Academie, in het bijzonder haar faculteit der letteren en wijsbegeerte, prijst zich ge lukkig. dat zij harerzijds het volste vertrouwen heeft in den Directeur dr. Ras- sers. wiens benoeming zij van heeler harte toejuicht en van wiens wijs beleid zij voor de toekomst een even aangename als vruchtbare samenwerking verwacht. Tot besluit dezer plechtigheid werd een rondgang door het museum gemaakt, waarbij de staf, bestaande uit den directeur, dr. W. H. Rassers en de con servatoren C. C. Krieger, Ch. C. F. M. ie Roux en dr. G. W. Locher van voorlichting diende. Het is niet wel mogelijk om in een kort bestek een beschrijving te geven van het irfieuwe gebouw en van de vele schatten, die daarin zijn tentoongesteld. Wij verwijzen daarvoor naar het bij deze gelegenheid uitgegeven gedenkschrift, dat ook een tweetal plattegronden bevat, waar. op de indeeling der verschillende af dee- lingen, welke den beganen grond en de eerste verdieping geheel vullen, duidelijk is aangegeven. Op deze plaats willen wij volstaan met een algemeenen indruk en deze is geba seerd op tweeërlei impressiesie de buiten gewoon overzichtelijke indeeling. waardoor elke afdeeling als het wane een afgesloten geheel vormt zonder dat het natuurlijk verband verloren gaat en 2e bewondering voor de zeer smaakvolle opstelling, welke ondanks de hiervoor beschikbare beschei den middelen is verkregen. Walmeer men bedenkt, dat de onder scheiden ethnografische musea, voorheen gevestigd aan de Hoogewoerd, de Bree- straat en het Rapenburg 6769, meer dan ■honderdduizend voorwerpen bevatten en de ruimte, welke hier ter beschikking stond slechts gedoogde, dat van dit materiaal een zevende a een achtste gedeelte kon worden opgesteld, dan kan men eenigszins begrijpen, welk een arbeid het heeft gevor derd om hier een zoodanige selectie toe te passen, dat niettemin elke afdeeling representatief voor zijn gebied kon worden genoemd. De indeeling is geschied volgens algemeen geografische lijnen, waarbij een onderverdeeling is gemaakt in systematische volkenkundige afdeelin- gen. De opstelling heeft in totaal lt/4 jaar geduurd en heeft zooals de directie bij een voorbezoek terecht opmerkte, er toe geleid, dat Leiden thans een algemeen vergelijkend vol kenkundig museum bezit, dat alle cul turen over de geheele wereld omvat en als zoodanig eenig in ons land is. Door de overzichtelijke opstelling, voor een groot deel in keurige vitrines, was het mogelijk veel van groote waarde, dat tot dusverre in kisten en laden voor het men- schelijk oog weggeborgen was, te exposee- ren. De hoop is gerechtvaardigd, dat bezitters van et-hnografica door de aanzienlijk ver beterde outillage van het Leidsche Museum eerder dan voorheen bereid zijn om hun eigendom, hetzij in bruikleen, hetzij als ge schenk aan het museum af te staan. Een tendenz in die richting is in den laatsten tijd reeds waarneembaar. Zoo bracht het jaar 1937 eenlge zeer waarde volle geschenken en bruikleenen. te weten: een fraai houten verguld Japansch beeld van Dainichi Nyorai en een steenen Hin- doejavaansch beeld van (Jiwa Mahadewa, beide uit de collectie van Eduard baron Von der Heydt; voorts vier prachtige zand- steenen koppen, fragmenten van Chi- neesch-Boeddhistische figuren, één uit den tijd der Chi-dynastie en drie uit de Tang periode. een goodwill-geschenk van een Japanner, den heer Kaichiro Netsu; ten slotte een bijzonder fraaie verzameling In donesische pronkwapens van goud en zil ver, nagenoeg alle afkomstig van Atjeh en Zuid-Celebes, uit de collectie van den heer C. G. Vattier Kraarae, benevens als geschenk van denzelfden een aantal zeld zame Bat-aksche ethnographica. Via den hoofdingang bereikt men de hal, welke, met uitzondering van een Javaansch gamelan-orkest, geheel is gewijd aan het eilaind Bali. In de galerij ter rechterzijde met de daarop geographisch en harmo nisch aansluitende vertrekken vindt men de voorwerpen der Hlndoe-Javaansche kunst en die van Java en Sumatra; links die van den overigen Indischen archipel, de Zuidzee-eilanden en Australië. Op de eerste verdieping bevinden zich de afdeeiingen Japan en Azië (vasteland), Afrika en Amerika, terwijl de niet-geëx- poseerde voorwerpen zijn verdeeld over de respectievelijke studieverzamelingen, deels in het sou-tenrain, deels op de eerste etage. De kunstschilder H. Paulides zorgde op zeer artistieke wijze voor de uitvoering van een viertal volkenkundige kaarten van Oceanië, Afrika, Noord- en Midden-Ame- rika, op de wanden der zalen in Kelmsehe verven. Voor hen. die willen weten, welke de „belangrijkste" museumbezittingen zijn, volgt hier een korte, allerminst volledige opsomming: Het Singosairi-beeld; de zg. wajang bèbèr; de martavaan, eertijds toebehoord hebbende aan Toekoe Oemar; de merk waardige verzameling Melsfiaansche voor werpen. bijeengebracht in het Snouck Hur- gron-je-kabïnet; een der oudste stukken van de Maja-cultuur, algemeen bekend onder den naam „The Leiden-plate" (pl.m. 60 jaar n. Chr.), welke laatste een der pièces de resistance" vormt van de prach tige schatkamer, op zichzelf een bezoek overwaard; de collectie von Siebold en die van prof. Nieuwenhuis; de zeer uitgebreide Zag er ernstig ziek uit door rheumatische pijnen. Dankbaar voor een goeden raad. „De directeur van een firma waar ik zaken mee deed, was gedwongen 12 weken in bed te blijven door zijn rheumatische pijnen. Toen hij weer terugkwam, zag hij er uit of hij ernstig ziek was. Op mijn vraag, welke behandeling hij gehad had. antwoordde hij: .Allerlei en U ziet wat er van mij gewor den is". Toen vroeg ik hem of hij Kruschen Salts al had geprobeerd. Hij deed het en binnen zes maanden was hij totaal veran derd en bedankte mij iederen keer als ik ibij hem 'kwam". Mevr. J. L. T. Rheumatische pijnen, jicht, ischias e.d. ontstaan doordat zich in Uw lichaam afval stoffen ophoopen, die Uw bloed ernstig ver ontreinigen. Kruschen- Salts zorgt voor een geregelde afdoende verwijdering van alle schadelijke afvalstoffen, zoodat de oorzaak Uwer pijnen wordt weggenomen. Kruschen Salts Is verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten a f. 0.40, f.0.75 en f. 1.60 per flacon. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels Mij., A'dam, voorkomt. 2069 verzameling weefsels, samengebracht in de Prinses Julianazaal; de in Japanschen stijl ingerichte kamer; de sierlijke Javaansche en Chineesche marionetten en tenslotte.., het vertrek, waar de groep medlteerende Boeddha's staat opgesteld, welke vroeger in den tuin achter het perceel Rapenburg 69 stonden en daar, vooral in den bloeitijd der magmolia-boomen, zulk een uniek- mooie groep vormden. De Boeddha-groep. Zonder de schoonheid van het ver leden te kunnen vergeten, mag toch worden getuigd, dat de directie zéér gelukkig is geweest met de opstelling. Waar de aandacht hier niet wordt afgeleid door den achtergrond en de omgeving, komt de schoonheid der beelden zelve ongetwijfeld beter tot haar recht dan voorheen, terwijl uit den aard der zaak ook de opstelling binnenshuis een voordeel beteekent. Mede door den getemperden lichtval, zoowel van het zon- als van het kunst licht. zullen ongetwijfeld ook in dit milieu velen getroffen worden door de sfeer van serene rust, welke deze groep uitstraalt! Resumeerende: een museum, dat door zijn inrichting en opstelling een belangrijke aanwinst mag heeten voor het Leidsche Universiteitsbestel en dat èn als wetenschappelijke verzameling èn als permanente expositie op het gebied der aigemeene volkenkunde ook voor den leek vele aantrekkelijkheden biedt, Tenslotte nog een lijstje van de aan nemers, die aan dezen bouw hun mede- wecking verleenden: Verbouwing: Fa. B. J. Huurman en Zoon, Leiden; Centr. Verwarming: N.V, Alg. In stallatiebureau te Amsterdam; Meubilee- ring: Meubelfabriek Link te 's Graven- hage; Stoffeering: Fa. H. Pracht en Zoon, De werkloosheid. De directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe middeling deelt mede, dat in de week 8 t/m. 13 November bij gesubsidieerde ver- eenigingen met werkloozenkas waren aan gesloten 469.800 personen (landarbeiders met 73.700 leden zijn hieronder niet begre pen). Van deze 469.800 verzekerden was in ge noemde week de geheele week werkloos 24,1 pCt. (In de vorige verslagweek, 25 t/m. 30 October 1937, was het percentage 23,1). Het werkloosheidspercentage voor hen, die de geheele week werkloos waxen, was in de eerste verslagweek van de maand November In de lSatste Jaren a. v.: 1934 25.8 1935 29,4 1936 29,0 1937 24,1 Bij de organen der openbare arbeidsbe middeling stonden op 13 November in totaal 376.339 werkzoekenden ingeschreven, onder wie 353.781 mannen. Van deze werkzoeken den waren er 357.761 werkloos, onder wie 341.115 mannen. Blijkens een opgave van den directeur- generaal van werkverschaffing en steun- verleening waren einde September 40.616 arbeiders geplaatst bij een werkverschaf fing. Mr. Dr. J. BIERENS DE HAAN f Oud- directeur der Nederlandschc Handelmaatschappij. Eergisteren is in zijn villa „Schapendui- nen" te Bloemendaal op 67-jarigen leeftijd overleden mr. dr. J. Bierens de Haan, oud directeur der Nederlandsche Handelmaat schappij. Jacob Bierens de Haan studeerde rechts wetenschappen aan de rijksuniversiteit te Utrecht, waar hij in 1895 promoveerde op een proefschrift getiteld: „De Nederland sche strafbepalingen tegen bedelarij en landlooperijIn 1900 werd hij, na een reis naar Ned.-Indië en China, benoemd tot se cretaris der Nederlandsche Handelmaat schappij, in welke functie hij een reis on dernam naar Suriname, o.a. ter bestudee- ïing van de Bacoven-cultuur. In 1918 volgde zijn benoeming tot lid der directie der Nederlandsche Handel maatschappij. Verder was de heer Bierens de Haan commissaris van verscheidene vennootschappen. In December 1933 trad hij af als directeur der N. H. M. De overledene was officier in de orde van Oranje-Nassau en ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. te Lelden; Glas en Schilderwerk: M. J. van IJzerloo te Rijswijk (ZH.); Brandvrije vloeren: Fa. Degens en Scheeren te Lei den; Verlichting: Fa. Smit en Van der Lin den te "s Gravenhage. Het museum is geopend a-lle werkdagen vain 103 uur (1 Nov.16 Febr.), van 104 uur (16 Febr.1 April en 1 Oct. 1 Nov.), van 10—5 uur (1 April1 Oct.). Alle Zon- en Feestdagen van 1 uur af. Ge sloten: 3 Oct. en Nieuwjaarsdag. BEHEER VAN P.T.T. Nieuw onderzoek in de afdeeiingen der Tweede Kamer. In verband met het bij de Tweede Kamer ingediende wetsontwerp nopens aanvulling en wijziging van de wet van 29 Dec. 1928 tot aanwijzing van de takken van rijks dienst omvattende de posterijen, de tele- grafie en de telefonie, voor een beheer, als bedoeld in artikel 88 der Comptabiliteit, wet, heeft de commissie van rapporteurs voorgesteld het wetsontwerp opnieuw ln de afdeeiingen te doen onderzoeken. In de toelichting wordt er op gewezen dat. nadat door de leden van de commis sie van rapporteurs, over het betreffende ontwerp een blanco-eindverslag ls uitge bracht, een nota van wijzigingen is Inge- diend, waarvan de inhoud belangrijker schijnt dan die van het oorspronkelijke wetsontwerp. Onder die omstandigheden komt een nieuw sectie-onderzoek wenscht voor. REGELING VAN DEN INVOER VAN DRAADNAGELS, SPIJKERS ENZ. Ingediend ls een wetsordwerp tot regeling warn den Invoer van draadnagels en draad krammen, spijkers, getrokken Ijzer- en staaldraad en van prikkel, en puntdraad Aan de memorie van toelichting, wordt het volgende ontleend: Naar de wenschelijkheid van voortzetting dezer invoerbeperking onder de eewijziede omstandigheden is. zooals gebruikelijk, een onderzoek ingesteld. Daarbij bleek, dat, ondariks het bestaan van een Europeesch exportartikel voor draadproductie, bij op heffing der eontingenteerin-g nog steeds ongewenschte toeneming van den import uit niet aangesloten landen moet worden gevreesd Mede met het oog op de moeilijke grondstof positie der Nederlandsche fabrie ken is derhalve bescherming van dezen industrietak nog steeds noodzakelijk. VERSPREIDE BERICHTEN. De gewone audiëntie van den minister van sociale zaken zal morgen niet plaats hebben. De Rotterdamsche Lloyd rapide in aansluiting op het m.s. „Baloeran" wordt morgen te 7 uur 38 in Den Haag verwacht, }|f DEWELDAADVANEENWARM 3 BED GEVEN... ffc B R I K'A A»J 2058 S A NJ A A.fi.D BORNE (Tngez. MedJ Ron's keerpunt, door Toos van Eysden, uitg. Holkema en Waren- dorf, Amsterdam. Het lijkt wel of onze verzuchting: waar blijven goede meisjesboeken? gehooid is. want er liggen er nu eenige op onze schrijf tafel, die stuk voor stuk zijn van het genre, zooals wij bedoelden: frisch, natuurlijk, zonder sentimentaliteit en die ons brengen te midden van gewone meisjes zonder over dreven eigenschappen, zonder quasie gees tigheid, die doorgaans zoo zeldzaam verve lend is, en geschreven in een stijl, die geen oogenblik het gevoel geeft: nu ls die schrijfster er eens voor gaan zitten om een „lief" meisjesboek in elkaar te peuteren. Ron's keerpunt door Toos van Eysden is een van de beste van het viertal. Ze staat ineens ten volle uit voor ons, de vlotte, gulle, hartelijke Ro. dochtertje uit de „mé salliance" in de deftige bankiersfamilie. Ro zoo in haar element bij haar nichtje Ans, het vrouwtje van den armen kunstschilder, bedisselt met haar het huishoudentje, speelt met enmoedert over de tweeling en is eigenlijk volmaakt gelukkig, ondanks alle armoede. En dan wordt ze plotseling opge- eischt door haar oom, den bankier, die wroeging heeft, dat hij het nichtje zoo lang verwaarloosd heeft. Prachtig is het deftige gezin geteekend. de hooghartige tante, al tijd vreeselijk in de weer met „stand" en „bon ton", die het ontzettend vindt, dat „burgerlijke kind" in huis te krijgen. Tante, die liefst de doodstraf zou zien toepassen op een zonde tegen de etiquette en die met haar vermolmde standbegrippen Ron een allermiserabelst gevoel geeft van „geduld worden". Dan is er verder Eugénie, de dochter, evenbeeld van mama. „een stuk venijn" zooals Jaantje. de gedienstige, haarschil- dcrl. de zoon Ernst, de aardige dandy. d:e op boedmoedige manier den draak steekt niet de ideën van mama en eindelijk papa zelf, de op kantoor strenge baas die echter thuis leelijk onder de plak zit van zijn ega. Papa, die met welgevallen kijkt naar de roode wangen van Jaantje, een opmerking, die o.i. beter achterwege had kunnen blij ven waarom onze meisjes al zoo vroeg op de hoogte te brengen van de afdwalin gen des mans? maar die wél den ouden hr.cr ineens ten voeten uit 1 rekent. En in dat gezin !-?->• ren., fouvlrnrtig, naïef, een levend c-n r--:, met de stame conventionaliteit "an --n.te en derzelver vriendenkring: Ron. d e er genoegelijk te gen een deftig jongmensch uitflapt: „Ik neb schoenen gekocht en zeg, ik had zoo'u gat in mijn groote teen" en dan ais hij ant woordt, dat dat zeer penibel lijkt, zegt „O, nu u het zegt vind ik U er best iemand voor om keurig opgepoetst op straat te wande len met bendes gaatjes in uw sokken". Het doet soms even denken aan Top Naeff's onvolprezen Veulen en het pleit voor Toos van Eysden. dat de vergelijking niet in haar nadeel uitvalt. Een paar kleine opmerkingen op dit overigens voortreffelijke boek: Gaan in onzen tijd dames nog met een waaier naar een verjaarsvisite? En waar is het adres waar we, zooals Ron doet, voor f. 60.ons kunnen aanschaffen: een paar avond toiletjes, een middagjurk, een mantel en twee paar schoentjes? Dit alles, wel te verstaan, in stijl met de chique omgeving der van Steenvoordes? Ietje's vermageringskuur, door Sanne van Havelte. Uitg. Holkema en Warendorf, Amsterdam. Weer zoo'n bijzonder aardig en knap boek. Sanne van Havelte is geen debu tante op het terrein van meisjeslectuur en dit boek getuigt opnieuw van haar helderen kijk op meisjes, het doorgronden van haar karakters en haar talent om wat ze ziet ook goed weer te geven. Ietje, het Friesche meisje uit het groote domineesgezin, is als apothekersassistente werkzaam in Utrecht en belandt in een kring van rijke, veel uitgaande kennissen, waardoor ze al gauw van de eene uitgave in de andere valt, zoodat ze tenslotte diep in de schulden steekt. Hoe ze daar ooit uit zai komen met haar mager salaris] e waar haar pensiongeld nog afgaat, is een pro bleem, waar ze maar niet over piekert. Tot ze Lex leert kennen. Lex, een jonge, sympathieke Ingenieur, die er echter met jongensachtige blague soms enormiteiten uitflapt waar hij niets van meent, zooals een vriend het uitdrukt: „Dan kom jij met een paar groote klompen en trapt de boel kapot". Lex ontmoet Ietje en het wordt een lief de op het eerste gezicht. En dan ls zoo'n ondoordachte uitlating van Lex de oorzaak, dat alles mis loopt en Ietje haar honger - kuur begint. Hij gooit er n.l. op een avond bij vrienden uit, dat air hij een vrouw had die schulden maakte, hij „haar de deur uit zou trappen". Die woorden haken zich vast in Ietje's hersens en bederven alles voor haar. Ze neemt ze in ernst op en vanaf dat oogenblik begint haar strijd en de breuk met haar vroeger leven. Ze neemt een betrekking aan in een andere stad, omdat ze daar f. 10— meer kan verdienen en besluit met echt Friesche koppigheid om haar schulden binnen 3 maanden af te betalen. Het lukt haar ook, maar ten koste van haar gezondheid en eindelooze opof feringen. Ze leeft tenslotte van 12 ct. per I dag en als Lex haar eindelijk komt opzoe ken, vindt hij, in plaats van de frissche, gezonde Ietje, een doodzwak, vermagerd, maar schuldenvrij schepseltje. Bijna aandoenlijk is het weerzien van het tweetal gêteekend, met een gezonde afwis seling van verliefdheid en zelfspot. Zoo heeft Lex b.v. eens hevig zitten dwepen met Ietje's haar „dat blonde, zachte, zon nige haar" en als het na het zwemmen in pieken om haar hoofd hangt, merkt hij nuchter op: „Is dat nu hetzelfde haar waar ik zoo poëtisch over heb zitten dazen? 't Is me nogal wat moois", De uitwerking die deze tijd van groote armoede op Ietje heeft gehad is uitmun tend en logisch weergegeven en prachtig eindigt het boek met den avond vóór het huwelijk, te zuiver en fijn om hier te ci- teeren. Maar als dit het gevolg is van een hongerkuur. zouden we bijna geneigd zijn die elk modern meisje aan te raden. Er.n bijzonder goed boe!:, aardig geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Bcugeljong getrouwd, door Anna Hers. Uitg. Holkema en Waren dorf, Amsterdam. Het Bcugeljong van Anna Hers heeft al zooveel vriendinnen gemaakt, het was zoo'n geweldig fijn boek, dat dit tweede boek over het Beugeljong eigenlijk geen aanbe veling meer behoeft. Hier is een artiste aan het woord, die de gave van schrijven bezit. De hoofdpersoon is de dochter van Beugeljong, Mariort, die, beschut en ge dragen door de Ideale sfeer thuis, onbe roerd gaat door het oppervlakkige gedoe van de vriendinnen op school en zich door haar innige gehechtheid aan „thuis" eigen lijk nergens anders gelukkig kan voeien. Marion is een ietsje ouderwetsch, met haar angst voor studeeren en op eigen beenen staan, die zoo geheel in strijd is met de gangbare opvattingen der moderne jeugd. Grappig is Harrytje. het vijfjarige broertje, met zijn fantastische verhalen over een denkbeeldigen grooten broer Peter, al is het wel wat al te toevallig, dat die Peter zich werkelijk manifesteert en blijkt altijd gedroomd te hebben van zijn meisje ..Marion". Een klein beetje stereotiep zijn cok wel de eeuwige rijmpjes van den dok ter en het „schat van je vader", „schat van ie moeder" wordt wat vervelend op den duur. Zulke uitdrukkingen verliezen immers al hun waarde, wanneer ze gewoonte wor den en uit sleur uitgesproken. Het doktersgezin is goed beschreven en Marion vindt, dat men ln zoo'n huis nooit humeurig kan zijn, al vraagt men zich wel even wat cynisch af. of die dokter nu nooit eens moe en mopperig thuis zou komen na een tocht door sneeuw en wind en of Beu geljong nooit eens pijn aan haar been zou hebben en wat verdrietig zijn over haar hulpbehoevendheid. Maar mogelijk helpt het eenvoudige, zuivere Godsvertrouwen, dat uit het heele boek spreekt zonder ooit opdringerig te worden hen over der gelijke menschenmoeilijkheden heen. De wijze waarop Beugeljong de invalide Noel e-n de zachte Madeion te samen brengt en de manier waarop Madeion afstand doet van veel natuurlijk geluk om het „kruis- diagen" met Noel aan te durven, behooren tot de mooiste gedeelten van het boek, dat ik elk meisje in handen zou wenschen. Trein HJLS.-ers, door Henrlette van der Kop. Uitg. Holkema en Warendorf, Amsterdam. Een gezellig boek in de serie „Opbloei" voor oudere meisjes. Simpele gebeurtenis sen, het dagelijksche leventje van een troepje jongens en meisjes die eiken dag van hun dorp naar de H. B. S. in de stad sporen, maar op zóó'n prettige en genoege- lijke manier verteld, dat de belangstelling in al die jonge menschen met elke blad zijde groeit. Maar ook weet Henrlette van der Kop weer zoo klaar en met weinig woorden te schilderen de problemen, ont staan door den overgang van kind naar volwassene, waardoor veel van de jeugdige lezeressen aan haar eigen moeilijkheden herinnerd zullen worden. Het boek doet ons telkens glimlachen om de humoristische wijze waarop de taal van H B S.-ers weergegeven wordt en ik heb zoo'n idee, dat het verhaal van den jongen die voor St. Nicolaas moet spelen, hoogst onhandig gebaart in de lange tabberd en wanhopig uitroept: „Kan die mijter niet van m'n kop kieperen?" naar het leven geteekend is. Fijn wordt de groeiende liefde van Hans voor Kitty beschreven, zijn kleine attenties, zijn twijfel en hoe hij plotseling tot do ont dekking komt, dat dit niet maar zoo'n ge wone verliefdheid is maar een gevoel, dat het beste in hem wakker roept en het ver langen, om voor haar te werken, haar te beschermen. Henriette van der Kop begrijpt ook klei ne kinderen goed, dat bewijst ze in haar teekening van Bobble, Hans' kleine broer tje en diens zusje Beppie en de ieelijke Frits van Dam wekt evenzeer onze sym pathie op als de geestige jongen, Kist. Een boek voor wat jongere meisjes dan de hier boven besprokene en daarom min der diepgaand, maar uitmuntende lectuur voor bakviechjes. I In het diepst van de wildernis, door Ir. J. P. Valkema Blouw. Uitg. De Tijdstroom, Lochem. Een boek van avontuur noemt de uitge ver dit boek en beter kon het wel niet woo den gekarakteriseerd, want het geeft avon tuur van de beste soort. Het begint al zo? goed. de 18-jarige Erwin, die schoon ge noeg heeft van het saaie dorp ergens in de buurt van Leiden, waar zijn stiefvader kip pen houdt en verder zijn tijd kort met hem standjes te geven. Hij gaat er van door naar Rotterdam, laat zich aanmonsteren op een boot van de z.g. „wilde vaart" en speelt daarop zoo'n beetje voor duvelstoejager I-Iet stugge, gesloten jong heeft het niet makkelijk in dit nieuwe leventje, maar hij leert er veel ook zich schikken cn na twee jaar zwerven belandt hij in Bra zilië waar de bemaning wordt afgemon sterd en hij met een beetje geld alleen ach terblijft. Nu volgt er een geheel andere episode in het boek en leeren we de beide broers Wal ters kennen, rijke Engelschen. waarvan vooral de jongste, Fred, vol zucht tot avon* tuur is. Hij heeft in een oud, vergeeld boei wonderen gelezen over een blanken srin) die ergens in het binnenland van Brazilië moet huizen en trekt er op uit om dien te vinden. Zijn broer George hoort mets meer van hem, wordt ongerust en gaat hem achterna. Daar in Pernambuco wordt dan oen kleine expeditie uitgerust en Sir Geor° scharrelt al een zeer eigenaardig troep) menschen bij elkaar, waaronder Erw Dan trekken ze de wildernis in en begi het pas goed. We zullen niet alle geweldige belevend sen vertellen, dat zou te veel van het 6 noegen van de lectuur wegnemen, maar i is buitengewoon spannend allemaal en tuurlijk ontdekken ze de mysterieuw blanke nederzetting en ook den verdwe broer. Suggestief is de beschrijving negerdansen met de opwindende tam-" en de angst van de expeditieleden die ten. dat het eind van het feest teve.,.,. eind van hun leven beteekenen zal. tuurlijk loopt alles goed af. ze ontv ten op de meest fantastische ."b2? u;]nos ze dan eindelijk toch wéér bijna hope wg verloren zijn, komt de to>nderba»ro redding per vliegmachine, een redciinb ook eigenlijk weer niet zoo eij baarlijk is; maar dat moeten de jws zelf maar lezen. Het boek is doorloop" in een strakken, wat nuchteren stol g den en zouden we één bezwaar mogen ken, dan is het dit, dat bij de j00d avonturen en met den naderenden voor oogen deze menschen zoo ake.ig en overschillig blijven. Maar misschien dit juist een reden te meer dnt_^f enthousiast zullen zijn over dit mooie 2-4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 14