IfDSCH DAGBLAD - Zesde Blad
Zalerdag 27 Hovember 1937
Eu we is vrijwel kansloos
Moeilijkheden in het
schaakspel
Schaakbond voor Leiden
en Omstreken.
Voor Schakers
In vijl van de negen
partijen speelt Aljechin
met wit
Hoe kan materieel voordeel tot zijn recht komen
jg
Öi
f®
M
Hf
Wm
i
fü
181
W:
S
fü
m
2
m
H
1
fk
WA
BILJARTEN.
«DEKLAAGWEDSTRIJDEN OUDE POST
(SASSENHEEM).
De uitslag van den nederlaagwedstrijd
Ojde Post II T.O.G. (Leiden) is:
T. (T.O.G.)
($r. Homan (O.
I Lammens
j' schreuder
H. N.
q y. Diest
C. Pauw
Kj. v. d. Wiel
T.O.G. won met 71 caxb.
122
40
18
3.05
125
40
15
3.11
150
22
25
6.81
125
22
26
5.68
125
32
19
3.90
76
32
11
2.37
150
40
17
3.06
150
49
24
3.06
LEIDSCHE BILJARTBOND.
Voor de le klasse van de competitie
LB.B. werden onderstaande wedstrijden
D.O&. Ia—D.O.S. Ic.
Winkel D.OjS. c 96 95
Horree DOS. a 146 134
jintsbergen
;s. Vermeer
v. Rijn
,K.
90 82
135 135
85 85
125 111
28
28
47
47
35
35
12
14
18
9
11
18
3.39
4.78
1.74
2.87
2,42
3.17
DOB. Xc 2 gew. part.; D.O.S. lal gew.
'41.
T.O.P. IDes amic I.
TOiP. I 1 gew. part.; Des aimae I 1 gew.
t„ l part.
t. Velsen D. a.
.Bonnet TOP.
v. Amsterdam
,H.
Uljee
Hendriks
Poedelaars IT.O.G. Ia.
70
70
32
9
2.18
90
73
32
9
2.28
60
60
50
4
1,20
75
75
50
8
1.50
55
46
38
5
1.18
70
70
38
10
1.84
B. T.O.G. a 100 100
Ouwerkerk P. 135 104
H.
y. Leeuwen
de Koning
v. d. V.
95
90
95
75
95
84
75
33
33
41
41
32
32
14
19
9
10
8
lil
3.03
3.15
2.31
2.09
2.62
2.34
TOO. Ia 2 gew. part., Poed. I 1 gew. part.
DAMMEN.
WEDSTRIJD NIET DOORGEGAAN.
De aangekondigde wedstrijd tusschen de
"ïesclubs Boskoop I en Gouda n is niet
"eorgegaan.
WEDSTRIJDEN IN ZOMERLUST.
In Zomerlust had de ontmoeting plaats
-hen het 2e tiental van L.D.V. tegen
.CL. II en L.D.V. IV tegen K.D.C. m.
sowel het 2e als het 4e tiental van de
iidsche Damvereeniging behaalde een
ooie en groote overwinning. De uitslag
ns ais volgt:
M. J. v. Houten (L.D.V. II)F. Zijlstra
.CL. n) 2—0; J. Huisman Jr. (res.)-J. v.
ezel 2—0; J. ZaalbergJ. Dreef (res.)
-1; W. Hulsman—A. Pronk 2—0; J. Hes
Buurman 20; A. J. v. HeeringenI.
iterveer 11; B. de Kier (res.)M.
'der 1—1; J. Huisman Sr.N. Wasse-
zar 2—0; W. Kleljn—J. de Vink 0—2;
v. d. Wiel—P. J. Lemair 2—0. Totaal
-5.
G. P. Dille (L.D.V. TV)—M. v. d. Gugten
D.c. IH) l—l; E. v. Tongeren—C. P.
'noneveld 2—0; F. LardeeJ. Langeveld
W. HarlandH. Koelewijn 11; N.
VavierJ. Houwer 2—0; P. v. Leeuwen
Peet 2—0: W. Heemskerk—K. Veene-
i 2—0; H. LambooyP. Schipper 20;
la RooyA. v. Beelen (res.) 02; M.
t Zelfde (res.)—D. Kloos (res.) 2—0.
'aal 16—4.
BORDENCOMPETITIE L. D. V.
9e uitslagen van de bordenwedstrijden
LD.v. waren als volgt:
Wassenaar—P. Marck 11; C. Klin-
aberg—S. v. Duijn 0—2; H. de Water
de Haan 2—0; A. BlauwW. de Roode
I; J. DreefJ. Schipaanboord 20; I.
(leng—C. Teunissen 1—1; S. v. d. Wljn-
ad-A. Sladek 0—2.
«gebroken en uitgestelde partijen:
J. KleerP. Wassenaar 20; H. de Wa-
'-M. Optendxees 0—2.
SCHAKEN.
De stand der competitie.
De stand der competitie.
'n totaal zijn thans 48 wedstrijden ge-
dat is ongeveer 1/3 van het geheel.
'W°op was tot dusver vrij vlot. Slechts
™stnjden weiden uitgesteld, n.l. de
R.K. Schel. 2 Kon. I—L.S.G. H
10 Januari wegens verhindering van
■G. en de wedstrijd Noordwij k n
,™®erdain I tot 30 Nov. a.s., uitge-
het slechte weer (mist). Het
JJOwn van wedstrijdklokkeai, speciaal
niL'?0<>g<L're F1,06!*611. 2af aanleiding tot
Wdlg rekken van enkele partijen en
6ev°lge enkele incidenten. Het be-
Tk Van Bond is dan ook voorne-
j°P Ge a.s. alg. vergadering een voor-
te dienen, het spelen met klokken
hoogste groepen verplichtend te
stand
is thans de volgende:
k* klasse
-
'S?yen I 2
Wfdorp i 3
I 2
- Sïn'etI' i 2
«•fcV K' 1 2
gesp.gew.gel.vrl. v.-t. tot.
lOVs-lO1/»
- ll'/i-8'/«
1 15V.-14'/:
- 11-9
1 8-12
2 8-12
6V.-131/»
2de klasse A:
Alphen I
Hazerswoude I
Boskoop I
Caïssa I
Oegstgeest I
Roelofarendsv. I
Voorschoten I
2de klasse B:
L. Arb.Sch.cl. I
Noordwijk I
Taveno I
Philidor n
Katwijk a Zee n
Leiderdorp n
Lisse I
3de klasse A:
Caïssa n
L. Art). Schel. II
Gymnasium I
Woerden I
Zwammerdam I
Noordwijk n
Taveno n
Bodegraven n
3de klasse B:
Alphen H 2
V. T. L. I (L.dorp) 2
Lelthen I 2
Politiesch.cl. I 2
Schaakgenoegen I 2
Studentenled. I 3
L. Arb. Schel, m 2
Gymnasium n 3
4de klasse A:
R.K. Schel. 2 K. H 2
Lisse n 1
Philidor III 2
Taveno m 2
Katwijk a. Zee m 2
Woerden II 2
Alphen m 1
Taveno IV 2
- 18V.-111/,
- 17-13
- 11-9
1 15'/i-14'/j
2 12-18
2 8»/t-ll'/i
2 7Vi-12r/ï
2 1
2 -
1 1
1 1
- 1
- 18'/>-ll>/.
- 13-7
- ll'/.-8'/j
- ll"/i-8'/t
8V.-11V.
2 6-14
3 11-19
- 19'/I-1CH/J
- 14-6
- ll'/.-8
1 11'/J-8'/«
4-6
1 2'/:-7'/j
2 7-13
3 10-20
- 16-4
- 14V.-5'/.
- 13'/!-6'/i
1 IOVÏ-91/!
1 9-11
2 16-14
2 4-16
3 6'/i-23'/f
13-7
9-1
12V«-7'/i
10'/!-9>/i
91/t-101/«
6-14
4-6
5'/«-14Vi
LEIDERDORPSCHE SCHAAK VER.
De winterwedstrijden.
De spelers, die aan deze wedstrijden
deelnemen, zijn In drie groepen verdeeld.
Het best staan:
In groep I: B. G. Corts met l'/i punt uit
2 partijen. E. v. d. Valk 1 u-it 1.
In groep II: A. van Winkel 3 uit 3. H.
Corts 2 uit 3. J. Nachtegaal l'/i uit 2.
In groep Hf: C. Zwanenburg 4 uit 5.
K. Vonk 4 uit 5. G. Verhoogt 3 uit 4.
Au!!!., kunt u me niet eerst een
plaatselijke verdooving geven, vader??!
Oplossingen en mededeelingen deze ru
briek betreffende voor Maandag 6 Decem
ber te richten aan den schaakredacteur van
het .Leidïch Dagblad".
Probleem no. 18.
S. Gold
..Oheckmate" 1903.
b c d e 1 g h
Wit: Kc8. Df4. Ra7. Pc2, pi e6 (vijf
stukken).
Zwart: Kc6. Ddl. Tbl, Rgl. Pf2. pi b5. d5,
f6. f5 (negen stukken).
Wit geeft in twee zetten mat.
Oplossing no. 17.
Cherosh.
Wit: Kfl, Dg7, Tc6. Ra8. Pe5, Pf5, pi f4
Zwart: Kd5, Db7. Rh8. Rh7. pi b5. b4. e4.
1. Pd3l. dreigt 2. Pb4: mat.
1ed3: 2. Dg2 mat.
1Kc6: 2. Db7: mat.
1Dc6: 2. Df7 mat.
1De7 2. Pe7: mat.
In dit aardig schaakpoëem treedt geen
bepaald thema naar voren. De auteur is
uitgegaan van de bekoorlijke matbeelden
na 1Dc6: (gepend mat) en 1
ed3: en heeft hieraan een kunstzlnnigen
vorm weten te geven, waarvan de sleutel-
zet vluchtveldverleening en stukoffer
een zeer harmonisch element uitmaakt.
Een aanwijzing tot de oplossing is Rh7xf5
hetgeen het veld d4 or>en/t. Ook Db7xc6 is
een vingerwijzing.
Goede oplossingen ontvangen van: H.
Baron, J. v. d Blom, J. Boot. P. Brouwer,
H. Brusse. M. Flippo, C. J. Hakemulder. A
Koevoet, D. Lancel, G. Ligtvoet, H. H.
Mugge, M Nieuwenhuijsen. W. Oudshoom,
P. Ravensbergen, P. C. Segaar. C Springer.
M. Starrenburg. D. Tegelaar. B. Wanslnk,
A. H. Waterland., P. v. Went, J. Zwart,
allen te Leiden: W Aangeenbrug te Sns-
senheim.
Correspondentie: H. B. te L Inderdaad
is de sleutelzet. niettegenstaande de .Jdik-
s paantjes" nog zeer verrassend. De
„duals" zijn. waar het een dreigprobleem
betreft, van geen belang.
W. A. te S. Neen, nog niet eerder
geplaatst.
H. K. te L U rtet over het hoofd, dat
na 1. Dh6 volgt Rg8 en wit is even ver!
Door S. Landau.
De teleurstelling over de 21ste partij is
zeer groot geweest. Euwe speelde ver bene
den zijn kracht, dat is wel de algemeene
opinie. Zijn daar oorzaken voor te vinden?
Laat ik allereerst een beschouwing geven
over de 20 daaraan voorafgaande partijen,
dus toen 2/3 van de matoh achter den rug
was. Rekenen wij de eerste match van 1935
mee, dan zijn de beide meesters precies 50
maal tegen elkaar uitgekomen. Wanneer
men nu het resultaat daarvan beziet, blijkt,
dat men van superioriteit niet spreken
kan. Ieder heeft uit deze 50 partijen 25
punten gescoord, indien wij althans de
30ste partij van de eerste match, die door
Euwe in glad gewonnen stelling remise
■werd gegeven, ais een winstpunt beschou
wen.
Maar thans staat Euwe enkele punten
ten achter. Men hoort de laatste dagen
dikwijls spreken over .Ruwe zag de wlnst-
voortzettlng over het hoofd", of .Ruwe
slaagde er niet in, een behaald voordeel in
winst om tc zetten". Dat is maar al te
waar. Dat Euwe de opening uitnemend
speelt en bijna altijd voordeel weet te be
halen. is geen nieuws meer. Maar wat geeft
dat als hij deze voordeelen niet in winst
weet om te zetten? De 19e partij is wel fel
becritiseerd .Driemaal liet Euwe zich de
zekere winst ontgaan. De schaakjournalis
ten zijn reeds voorzichtig geworden met
hun analyses ln een crltieke stelling. Hoe
vaak is het al niet voorgekomen, dat zij in
een bepaalden stand schreven: „Euwe
staat "ewonnen" en eenlge zetten later was
eiiecMn een nion voor. Men zou bijna den
ken, dat schaakmeesters een verkeerden
kijk on de stelling hebben en deze slecht
beoordeelen.
Heeft Euwe soms te weinig routine om
technisch goed af te wikkelen? Het ant
woord hierop moge zijn: de stellingen lij
ken zoo eenvoudig, maar in werkelijkheid
worden zij beheerscht door de groote com
plicaties, die de uitdager weet te scheppen
en waardoor zijn tegenstander voor een
groote keuze van goede voortzettingen ge
steld wordt. Het spel van Aljechin is nu
eenmaal fantastisch en vol gevaren, maar
waar is Euwe's heldere blik. waar z!in
nuchterheid, waar zijn rust? schrijft dr.
Bernstein in „De Schaakwereld".
Ook Euwe heeft verklaard, dat vermoeid
heid in de laatste partijen te vreezen is. Bij
Aljechin kon men dit reeds constateeren.
Hij vertoonde een verslapping, zijn elasti
sche geest verzaakte hier en daar. Wat hij
nog bereikte was te danken aan zijn groote
routine.
Maai' Euwe heeft van deze verslapping
niet voldoende gebruik gemaakt. Euwe is
zijn rust kwijt, hetgeen natuurlijk wel te
verklaren is. Hij moet toezien, hoe Aljechin
zijn voorsprong met inspanning van al zijn
krachten probeert vast te houden, terwijl
het einde steeds meer nadert.
De hoofdzaak van zijn falen is nog
steeds te zoeken in het feit, dat hij zijn
tijd niet goed indeelt. Dikwijls verbruikt
hij met voor de hand liggende zet/en veel
bedenktijd. Verder is het ons opgevallen,
dat hij vaak zetten a tempo doet in stel
lingen, die ln een beslissend stadium zijn
gekomen. Dat alles uit vrees voor tijd
nood.
Ook ln de 20ste partij wist Euwe zijn
tegenstander, die de Nimzowitpch-verdedi-
ging op origineelc wijze behandelde, te
overspelen. Door fraai spel behaalde Euwe
positioneel voordeel en kon door de dames
te ruilen een pion winnen. Zeer waar
schijnlijk was de partij toch remise ge
worden. maar ln plaats van deze eenvou
dige voortzetting koos hij een variant,
omdat hij zich niet opnieuw met remise
tevreden stolde. Gelukkig kon Aljechin
zijn materieel overzicht van vier pionnen
tegen één looper niet ln winst omzetten.
In alle partijen van de laatste twee
weken heeft Euwe beter gestaan, maar
dit kon niet in puntenwinst worden
omgezet. En thans heeft het verloop
van de 21ste partij ons alle illusies
ontnomen. Euwe maakte wel geen
blunders, maar speelde ver beneden
zijn kraeht.
Zijn spel maakte den indruk, dat hij
zoo vlug mogelijk er van af zou komen.
Een ongewone onrust beving hem,
zoodat hij zijn objectiviteit verloor.
Inplaats van op remise te spelen, toen
er geen voordeel meer ln zat, deed hij
een wanhopige winstpoging en ver
loor.
De kansen van Euwe zijn thans zoo
gedaald, dat men moeilijk meer van
kansen kan spreken. Niet alleen heeft
Aljechin drie punten meer, maar van
de negen nog te spelen partijen heeft
Aljechin vijfmaal wil. Men weet wat
dit beteekent.
De groote aantrekkingskracht van het
schaakspel vindt voornamelijk zijn oor
zaak ln de vele uitzonderingen op het mee-
doogenlooze materialisme, dat den strijd in
het algemeen beheerscht. Op het schaak
bord is de zege van het sterkste bataljon
geenszins verzekerd, want niet het aantal
stukken, maar hun krachtsontplooiing is
de beslissende factor.
Daarop berusten in de eerste plaats de
verschillende offercombinaties, dat zijn
dus juist die wendingen ln den schaak-
strijd, waarop ieder waar liefhebber zoo
gaarne aanstuurt. In deze gevallen is het
materieele evenwicht verbroken, maar de
achterstand van de eene partij wordt ge
compenseerd door positloneele voordeelen
van de andere partij.
Intusschen zijn er ook gevallen, waarin
het positloneele evenwicht gehandhaafd is,
maar het verschil in de materieele ver
houding toch nog geen beslissende rol
speelt. Dat wil dus zeggen, dat men soms
een pion of zelfs een stuk zonder compen
satie mag verliezen en desondanks remise
kan bereiken. Dergelijke stellingen komen
vaak genoeg in het eindspel voor, zoodra
alle of althans vele pionnen geruild zijn.
Om het mat te kunnen forceeren heeft men
Lcnslotte minstens het overwicht van een
toren noodfig en zoodanig overwicht is
meestal slechts door promotie van een of
meer pionnen te bereiken. Vandaar dat
materieel voordeel gewoonlijk zijn betee-
kenis verliest, wanneer van weerskanten
reeds te veel pionnen verdwenen zijn. In
het feit, dat een materieel voordeel slechts
voorwaardelijk tot zijn recht kan komen,
zien sommige crcitici een zwakken kant van
het schaakspel, maar de opvatting, dat
juist dit „gebrek" de grootste fijnheid van
het schaakspel beteekent, heeft en mis
schien niet ten onrechte veel meer
aanhangers. De verschillende voorstellen
om de regels van het schaakspel zoodanig
te wijzigen, dat de materieele zijde sterker
naar voren komt. beoogen dan ook onwil
lekeurig een achteruitgang in artistiek op
zicht. In de practische partij spelen aller
lei afwikkelingen, waarbij het materieele
verschil zijn beteekenis verliest, een groote
rol. Vaak genoeg moet de verdedigende
partij op ruil aansturen, zelfs ten koste
van materieel verlies, terwijl de partij,
welke zich in het voordeel bevindt, haar
kansen in een strijd met veel stukken moet
zoeken en niet in een bedriegelijk mate
rieel voordeel bij te zeer vereenvoudigde
stelling.
In den huidigen strijd om het wereld
kampioenschap werden de hierboven be
sproken problemen herhaaldelijk opgewor
pen. Hieronder enkele stellingen van deze
soort uit vier verschillende partijen.
Stelling na 47Ke5—f6
Zwart: Dr. A. Aljechin.
abcdefgh
Wit: Dr. M. Euwe.
Wit heeft een gezonden pluspion, maar
dit voordeel kan hij niet in winst omzet
ten omdat er reeds te weinig pionnen aan
wezig zijn. Alle winstpogingen falen, om
dat wit pion h6 niet veroveren kan. Als hij
echter zijn c-pion weggeeft in ruil voor
den zwarten h-pion. krijgt zwart altijd de
gelegenheid om zijn looper voor den laat-
sten witten pion te offeren. Tenslotte kan
wit evenmin iets bereiken, als hij probeert
den opmarsch van zijn e-pion met den
koning te steunen, want in dat geval gaat
de zwarte koning op e7 staan en kan van
dit veld niet meer verdreven worden.
Stelling na 33Da8 x a6.
Zwart: Dr. A. Aljechin.
«bede f e h
Wit: Dr. M. Euwe.
Deze stelling demonstreert den regel, dat
men met vier tegen drie pionnen op één
vleugel niet kan winnen. Slechts in geval
van hooge uitzondering, d.w.z. wanneer de
sterkste partij behalve materieel voordeel
door
ook een belangrijk positioneel overwicht
heeft (b.v. doordat de pionnenstelling van
de verdedigende partij ernstig verzwakt is)
kan het gebeuren, dat het materieele even
wicht tot tot zijn recht komt. In de partij
volgde: 34. Tblb8t, Kg8—h7; 35. h2h3,
Ta5—alt: 36. Kgl—h2, Da6—f6: 37. Dc7—
c2f, %7g6; 33. Tb8—b3. Df6—f4f; 39. g2—
g3, Df4a4; 40. Dc2—d3, Tal—a2; 41. Kh2
g2, Da4a7; 42. Dd3e3, Da7c7.
In dergelijke, door de pionnenfonnatie
van 4 tegen 3 gekenmerkte situaties, is de
remise het gemakkelijkst te bereiken, wan
neer men tot op één na alle stukken kan
ruilen. (Het laatste stuk mag natuurlijk
niet geruild worden, omdat daarna het
materieele overwicht zonder meer zou be
slissen: het zuivere pionneneindspel vier
tegen drie is wel degelijk gewonnen!)
43. De3—f3, Kh7—g7; 44. Df3—d5, Ta2—
a5; 45. Tb3—b5, Ta5xb5.
Zwart kan ruil van dame of toren niet
vermijden.
46. Dd5xb5, Dc7c3; 47. Db5e8 en na
nog eenige vergeefsche winstpogingen van
zwart, werd de partij op den 62sten zet
remise gegeven.
Stelling na 20e6e5.
Zwart.: Dr. A. Aljechin.
<^ÈÊf
i
A
lip
%nt
abcde f g h
Wit: Dr. M. Euwe.
Dit voorbeeld dient als aanvulling van
wat bij het vorige diagram uiteengezet
werd. Aljechin's laatste zet, e6e5 werd
door vele critici afgekeurd en toch Is deze
goed beredeneerd. Zwart staat ongunstig en
doet een laatste poging om aan beslissend
nadeel te ontkomen. Hij hoopt, dat het
hem zal gelukken alle pionnen van den
damevleugel te doen verdwijnen, waarna
op den koningsvleugel de beruchte vier
tegen ontstaat.
Had zwart ln plaats van 20e5
met 20Ta4: voortgezet, dan was
21. Db5 gevolgd en zwart had geen gele
genheid meer gekregen om op den konings
vleugel tot de gewenschte pionnenformatie
te komen, want bij 5 tegen 4 pionnen be
slist het materieele evenwicht wel.
Echter bereikt zwart ook na den tekst
zet zijn doel niet, want na 21. Tbl x b4,
e5xd4, 22. Tb4xd4, Dd8—b8, 23. Dd3—bó
bleek wit definitief in staat te beletten, dat
de twee laatste pionnen op den damevleu
gel geruild werden. Hierdoor kreeg wit's
materieele voordeel beslissende beteekenis.
Stelling na 40Kf8—g7.
Zwart: Dr. A. Aljechin.
abcdefgh
Wit: Dr. M. Euwe.
Met 3 tegen 2, tegen 1 of 1 tegen 0 pion
nen bereikt de verdedigende partij nog
gemakkelijker remise dan met vier tegen
drie. Zoo bekeken is ln bovenstaan dia
gram het plan van wit duidelijk voorge
schreven: hij moet trachten de twee laat-
pionnen op den damevleugel te ruilen. In
de partij volgde: 41. Kf2f3, g6g5' 42.
b2b4. Kg7g643. b4—b5. f7—f5; 44. b5—
bC. Ta2a3y; 45. Kf3—f2, a7—aC: 46. Tb7
—08, Ta3b347. b6—b7. KgS—g7: 48. Tb3
a8, Tb3xb7; 49. Ta8xa6. Remise.
(Nadruk verboden).
3—6