B LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Zaterdag 27 November 19]] PARLEMENTAIR OVERZICHT y[en kan winkelen op Namlea SPIERPIJNEN in zijn arm genezen KLOOSTERBALSEN Vacantie-genoegens in de wildernis Brieven uit de Molukken LUCHTVAART DANKZIJ KLOOSTERBALSEN AKKERS ORIGINEEL TER INZAOE DICKIE DONS GAAT OP AVONTUUR Tweede Kamer. BEGROOTING VAN SOCIALE ZAKEN. (Van onzen parlementairen medewerker). Den geheelen middag gisteren is weder om de Begrooting van Sociale Zaken be handeld en we zijn er nog lang niet. De afdeeling ..Arbeidersverzekering" heeft verscheidene afgevaardigden naar het wapen der welsprekendheid doen grij pen. om te trachten ruim baan te maken voor hun speciale opvattingen en verlan gens. In het bijzonder werd daarbij aan gedrongen op mear en beter zorg voor ouden van dagen; in den nacht te voren had de heer Kupers een motie ingediend ten gunste van een regelmatige ultkeering voor die 65-jarlgen, die thans geen enkele ultkeering gemeten, omdat ze buiten de wetten vallen. Onder de sprekers deed als steeds, ook de staatkundig-gereformeerde groep haar stem hooren; bij monde van ds Zandt gaf zij opnieuw te kennen, om prlncipieele redenen tegen eiken vorm van verzekeringsdwang te zijn. Ook mr. Oud heeft dit onderwerp behandeld; hij ver klaarde te erkennen, dat invoering van een volledig staatspensioen thans om fi nancieele redenen onmogelijk is (al weet ook niemand precies hoeveel dit zou kos ten), maar hij zou willen, dat de Regee ring voorbereidend werk deed om straks het einddoel, een uitkeering aan alle 65- jarigen die buiten de verzekering vallen, te bereiken; door een speciaal onderzoek, desnoods door een tijdelijke voorziening, moet de oplossing worden voorbereid. Zoo golfde het debat voort, redevoering na redevoering, zonder dat er eigenlijk een nieuw gezichtspunt werd geopend Overtuigend bleek, dat de noodzakelijk heid van een regeling voor de ouden van dagen, die thans buiten- de verzekerings wetten vallen, vrijwel op alle banken van de Kamer werd gevoeld, hetzij dan langs den weg van het staatspensioen, hetzij door uitbreiding van de verzekering. Maar: het geld! De heer Smeenk had berekend, dat een eenvoudige regeling voor de thans 65-jarigen al 13 a 14 millioen gulden per jaar zou kosten. Minister Romme heeft allereerst mede gedeeld. dat hij zal voortgaan met de uni ficatie der sociale verzekering, de aaneen sluiting der verschillende vormen van ver zekering De vraag, of bij werkloosheid voor den werkloozen verzekerde zegels zullen worden doorgeplakt krachtens de Invaliditeitswet, wordt nader onderzocht. Ook ten aanzien van enkele andere pun ten zegde de Minister onderzoek of over weging toe. De hoofdzaak van hetgeen hij zeide lag echter, uitteraard. in de zaken der verzekering zelve, ook in verband met den wensch tot invoering van staatspen sioen. Hij bleef bij de financiering der verzekering de voorkeur geven aan fonds vorming en hij betoogde dat, als weer die kosten gingen drukken op de jaarlijksche budgets, dit zou beteekenen de af braak der sociale verzekering in de toe komst. omdat dit zeker niet te betalen zou zijn. De Minister heeft beschouwingen gehouden over het karakter van sociale verzekering en van staatspensioen. De vraag, welke verbeteringen in de verzeke ring moeten worden aangebracht, dient te worden bezien in het licht der financieele mogelijkheden. De Minister verklaarde gaarne te zullen trachten aan de Kamer de gegevens te verschaffen omtrent de kosten der verschillende methoden van zorg voor de ouden van dagen. Hij was persoonlijk van oordeel, dat er voor deze ouden iets te bereiken is, zoowel langs den weg der verzekering als langs dien van het staatspensioen. De vraag wordt dan maar. waaraan de voorkeur moet worden gegeven. De Minister koos het eerste, doch voelde er niet voor, om alsnog in de ver zekering op te nemen hen, die niet vol doen aan de thans bestaande wettelijke eischen voor die verzekering. Deed men dit. dan zou men meende hij den weg van het staatspensioen opgaan. De Minister las voor, dat mr. Oud zelf dit vroeger uit verzekerings-oogpunt „uiterst- funest" heeft genoemd. Iets anders echter zou zijn het weder-openstellen van de so ciale verzekering voor hen. die tengevolge van de crisis niet zijn kunnen toetreden. De Minister beloofde een ernstig onder zoek naar de mogelijkheden voor de ouden van dagen, waarbij financieele overwegin gen natuurlijk meespreken, te meer, waar wij bij de verzekering nog op een grooten schuldenlast zitten. De motie-Kupers heeft de Minister, juist om de financieele ge volgen er van, ontraden „in den meest ernstigen zin". Na deze verklaring heeft de heer Ku pers de ntotie ingetrokken, zich voorbe houdend er later weer op terug te komen. Ds. Vos heeft bij de afdeeling „Volksge zondheid" geconstateerd, dat de gezond heidstoestand in ons land „buitengewoon voortreffelijk" is; hij en mevr. De Vries Bruins, de beide medici in de Kamer, ga ven den Minister wenken ten aanzien van verschillende geneeskundige onderwerpen. Vooral het achteruitloopen van de kinder sterfte beschouwde dr. Vos als een zeer gunstig symptoom. Niettemin wees hij er op, dat bij de keuring voor den dienst plicht bijna 50°/o van de jongelieden niet geheel valide is. Verscheidene andere oude bekende onderwerpen kwamen bij deze af deeling even ter sprake; vanzelfsprekend ontbraken daarbij het vaccinatie-vraagstuk en de kwestie der tandtechnici, waaraan nooit een eind schijnt te komen, niet. De heer Van dèr Put bepleitte de oprichting van een algemeenen Raad voor de Volks gezondheid, waarbij ook het ziekenhuis wezen kan worden ingeschakeld. Minister Romme, die uitteraard op het terrein der volksgezondheid nog geen des kundige is, heeft beloofd verschillende kwesties te zullen bestudeeren, om daarna zijn standpunt te bepalen. Daaronder is ook het probleem der tandtechnici, ook dit zal nader worden onderzocht en dan zal de Regeering zien welk initiatief ze kan nemen. Dat de Minister niets zeide over de vaccinatie-vraag ligt voor de hand. nu dit onderwerp aan een commissie is voor gelegd, die er rapport over zal uitbrengen. Wel deelde hij mede, dat een nieuw wets ontwerp in voorbereiding is betreffende den verkoop van geneesmiddelen, en dat nagegaan zal worden of wijziging van de Warenwet, met de uitvoering waarvan moeilijkheden worden ondervonden, nood zakelijk is. Zoo sprak de Minister nog een Maar tusschen alle artikelen zitten kakkerlakken. door Beb Vuyk. VII. ET zal u interesseeren hoe wij win kelen op Namlea. Er zijn daar meer toko's dan gewone huizen, maar aan gezien de toko's allemaal hetzelfde ver- koopen, kom Je met hun aantal niet zoo erg ver. De meeste toko's zijn heel klein en hun waar is niet. veel bijzonders. Ze zijn eigen lijk alleen ingericht op de behoefte van de ketelkerels Iedereen, die een of twee ke rels bezit, houdt er een toko op na en be taalt de gestookte olie met waren. In de maanden, toen de olie vrijwel haar laag- sten prijs bereikt had. werd er geen cent op de olie verdiend, wel op de waren, die stokers verplicht waren te koopen. Behalve die vele kleine winkeltjes zijn er vijf of zes grootere zaken en die zijn eigenlijk ook allemaal w-.er eender. Het stinkt er naar kakkerlak ken, Chineesche ge neesmiddelen, en kajapoetiholie; de nieuw aangekochte waren liggen er hoog opgestapeld; voor ons zijn deze echter van geen belang; ze bestaan uit de gewone Japansche rommel, katoentjes van 8 cent per el. die doorloopen, tennis schoenen. prachtige gestreepte shirts, broe ken, blauwe en roode emailleschalen en borden met groene en gele bloemen. Maar ui» Qe onderste laden en de duisterste hoe ken komen de meest ongerijmde voorwer pen te voorschijn Voor de malaise alles veranderde werd hier grof geld verdiend. In 1928 stond de kajoepoetiholie f. 150.— de picol en was de nacht niet lang ge noeg om het overdag verdiende geld kwijt te raken. In die dagen werden de prach tige lakschoenen ingevoerd, de horloges en wekkers en de dure cognac en portsoorten. Toen kwam de daling en de hande laren bleven met al hun moois zitten,, maar aangezien zij een uitverkoop on- 1 economisch achtten, werd alles opge borgen tot betere tijden. Die bleven echter uit en in plaats daarvan kwam de invasie van goedkoope Japansche artikelen en de dure waar verhuisde naar de achterste plaats om te ver jaren. Wie op puntige schoenen met glimmende lakneuzen gesteld is, kan ze hier voor een prikje krijgen, even als gebombeerde blikjes, in schoen smeer veranderde boter en doorgeroes te wekkers. Maar soms vind je artike len, die tegen de jaren bestand zijn, een kist sunlightzeep, een weinig uit geslagen en de kartonnen hulzen ver kleurd (maar tegen de helft van den prijs), een flesch uitstekende port, aan welke deze afzondering bijzonder ten goede is gekomen. Het rondsnuffelen is een spannend cn afwisselend bedrijf, je tuimelt van de eene verwondering in de andere; alleen moet je bestand zijn tegen de losbrekende kakkerlakken en een neus zonder pretenties hebben. achtige kisten is hun koopwaar opgebor gen en gedurende de reis wordt alles rond om opgestapeld. Honderden blokken ka toentjes met kleine patroontjes voor de lange kabaja's der Amboneesche vrou wen, met helle, kleurige patronen voor de Mohammedaansche dames, helgroene en roze geruite sarongs zooals de Blnoekoes en Foelaneezen die dragen, duizenden fluwee- len topi's, Japansche hemden, schoenen, messen, borden, dekens, matrassen en ver- valschte Boldoot Eau de Cologne. Zoo tegen Kerstmis als er inkoopen moe ten gedaan worden voor de Amboneesche bedienden, die hier hun presentje met Kerstmis krijgen zooals op Java onze Mo hammedaansche bedienden met Lebaran, den feestdag aan het eind van de vasten wat ontvangen, ga ik hier inkoopen doen. Goed boven de tien cent per el loopt niet uoor in de wasch. maar verschiet in de zon. voor 15 cent kun je wel wat aardigs krijgen in een soort namaak tobralco. Handdoeken zijn ook bijzonder geschikt als cadeautje en leeren sandalen en voor de mannen breedgerande hoeden Er is een roman te schrijven over de wijze, waarop de Ambonees zijn hoed draagt. Maar be halve al deze Japansche artikelen, die wij ommel noemen en die toch voor de bevol king hier, waar het geld zoo schaarsch is, een uitkomst zijn, kun je ook nog artike len krijgen, afkomstig van toko-venduties; althans uit den prijs leidde ik hun her komst af. Blikken havermout, doozen lux, potten jam, melk en ham, de meest uit- èenloopende soorten en merken. Je weet alleen niet vooruit wat er wezen zal. De eene maand loop ik naar jam te zoeken en kom met zeep thuis en de volgende maand, afgaande op havermout, is er al leen een geweldige voorraad lactogeen of een uitgezochte collectie toiletspiegels. Iedere maand ziin er weer andere verras singen en is het weer een vreeselijk ge drang, want alle handelaren slaan hier hun voorraad in, en als over veertien da- een de boot terug komt van haar tocht rond Halmaheira, betalen zij hun schulden af in kajoepoetiholie. Die wordt naar boord gebracht in steenen tampayans, oude snia- kruiken, waarin ze van de ketels komt en de reizende handelaren nemen ze mee al„ overvracht naar Macassar. Dit alles geldt alleen nog maar den inge- voerden producten maar hier liggen ook de voortbrengselen van het land, het donker- gevlamde salamoulihout, zware ebbenbal- ken en gedroogde pythonhuiden van drie tot tien meter lengte. In groote maitava- ïen geurt de kajoepoetiholie. overal ruikt het naar kajoepoetih. De belangrijkste dag van de maand Eens in de vier weken komt de groote winkel, de K. P. M. uit Macassar. Het is dt grootste, belangrijkste dag van de maand Meestal ligt de boot er van zonsopgang tot zonsondergang. We gaan er eten, we krij gen bezoek, één dag lang behooren we ook tot de wereld. Nauwelijks hebben we de ankerketting hooren rammelen of we vlie gen naar de badkamer om met de eerste motorboot aan boord te gaan. Het eerste- klasse-dek is helder geschrobd en het bier en de orangecrush is er heerlijk koud, maar daar wil ik nu niet van vertellen. Beneden in het tusschendek zijn de Chi neesche handelaren geïnstalleerd, die van Macassar uit den grooten Oost bereizen, heelemaal Ternate voorbij langs de kus ten van Halmaheira en Papoea. In reus- Een paar dagen uit. Als het droge tijd is, gaan we dikwijls met de kinderen een paar dagen naar ór.s concessieterrein. We hebben er een een voudige pondok, een goedang voor levens middelen en kajoepoetiholie. een open ga lerij en twee slaapkamers. Het huis staat op palen, de vloer is van gevlochten bam boe en slingert een beetje als een hang brug. het dak is van atap en de wanden zijn van nipa gevlochten. Toen het neg nieuw was had het een lichtgroene kleur; als je 's middags wakker werd en je oogen opsloeg in dit teedere groene ilcht, leek het of je betooverd in de holte van een rietstengel ontwaakte. We varen er heen in de groote prauw, steken de baai over en roeien de kali op tusschen de mangroves met hun helgroene vezelige bladeren en de slordige nlpapal- men, waarvan de droge bladstelen naar beneden knakken langs den stam. Van den steiger naar het huis is het dan nog ruim een half uur loopen door de gloeiend heete alang alang vlakte tusschen steile heuvels met kajoepoetihopslas. Het benedengedeelte van de vlakte is afgebrand, tusschen de rookende restanten van boomstammen worden de platetokken voor de klaooers uit gezet. Langs den weg worden de gaten voor kapok gegraven. De weg loopt langs een kajoepoelihketel, beklimt een kleine tjot en daalt weer in de vlakte. Achter het wddhoutboschje, waar roode en groene pa pegaaien krijschend opfladderen, begint de tuin. de papaja- en pisang aanplant. De groentebedden liggen kaal en de grond is dor; in deze hitte kan geen enkele groente groeien. Als de eerste regens vallen wor den ze omgespit en bezaaid, nu eten we dagelijks kankoeng, dat half in de kali groeit en katjang toemboeh, ontkiemde groene erwtjes. kort woord over enkele andere zaken, maar veel positiefs zei hij niet, omdat hij gelijk gezegd tal van vraagstukken nog moet bestudeeren. Op het eind van den middag werd de afdeeling „Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling" nog afgedaan, waar bij verschillende afgevaardigden hun in stemming te kennen gaven met het feit. dat een wettelijke werkloosheidsverzeke ring thans in voorbereiding is. De Minister verklaarde zich van mededeelingen over den inhoud daarvan te moeten onthou den. en wat de subsidies aan werkloos- heidskassen betreft (de heer Kuiper had geklaagd over te lage subsidies) zeide hij het advies der rijkscommissie te moeten afwachten. De Kamer is met deze begrooting gena derd tot de afdeeling betreffende de werk loosheid en de werkverschaffing. Dat wordt nog wat! Maar eerst zal ze Dinsdag de begrooting van Buitenlandsche Zaken behandelen, 's Middags en 's avonds. Ons huis op de concessie. Rechts de keuken Apart naast het huis is een keuken en »en badkamer. We eten heel primitief rijst met dendeng (gedroogd vleesch), tjolo- tjolo, een sausje van uien. azijn, water en waarin stukjes aubergines zijn. Tweemaal in de week sturen we iemand naar Namlea om visch en brood te halen, die de meid thuis gebakken heeft. Het leven is hier te ruggekeerd tot den allerprimitiefsten vorm De kinderen loopen den geheelen dag in gebreide zwembroekjes en met linnen hoe den op, maar ondanks hun hoofddeksels zijn hun haren wit verschoten en zien zij met hun gebrande ruggen er uit als grijze negers. Dikwijls gaan we er 's morgens voor zes sen al op uit. De jongste op den rug van een jongen, de oudste het eerste stuk loo pend. en daarna gedeeltelijk gedragen. We trekken de vlakte in, twee uur verder naar den grensketel Toebahoni of naar de ke tels aan den anderen kant van de kali aan het strand, waar een paar klapperboomen staan en we klapperwater drinken en het zachte vruchtvleesch afschrapen met een uit de bolster gesneden lepeltje. Terug gaan we langs de boschketels en als we op Po- hon Samana komen, zit de anachoda ge hurkt bij het vuur. Twee kerels herstellen den wateraanvoer. Van bamboe maken ze een drinkbeker en we drinken het koeie bronwater, dat naar aarde en mos en krui den smaakt. Terug gaan we door de kleine zijkall, springend van steen tot steen, krommingen afstekend door het bosch en afdalend in het droge kallbed, een breeden weg. ritselend van dorre bladeren. De dui ven in de bloeiende waringlns koeren, er zijn hertesporen op het pad, een bloem bloeit met stijve roode blaren, van een boom hangt een slingerplant naar beneden met volle trossen als brem, maar oneindig over vloediger en welriekender. Daar is het open plekje met de stijve bladeren van de koen jit, de zon valt recht op ons neer, dan dalen we weer af in de kalibedding waar de rotswand steil omhoog stijgt, groen en bewegelijk van chevelures. Thuis drinken we kwast. De jongen zet lijst op. weekt de dengdeng en kookt de kankoeng (soort spinazie) voor de kinde ren. Maar wij loopen het pad af naar de kali, 100 meter naar beneden. Op Namlea Is het water brak en troebel, maar op Ba- toebool stroomt een kleine rivier met hel der water snel over donkere steenen. Vlak achter ons huls, tusschen de bamboe- boschjes is een prachtige badplaats. Om geen enkel risico te loopen heeft mijn man owars door de kali hier een bamboehek laten bouwen, zoodat de krokodillen, die aan de monding van de kali op de uit stekende mangrovewortels liggen te zon nen, ons niet kunnen overvallen. Na den zwaren warmen tocht van dien morgen komen we hier weer op tempera tuur De kind"ren zoeken steentjes cn wij liggen soms bijna een uur in de aange name groene schemering in het snelle wa ter af te koeien. Biggen gevangen. En daarna het middagslaapje. Misschien krijgen we pisang goreng bij de thee en anders is er een overvloed van sweet pota toes. die heel fijn in schijfjes gesneden, knappend gebakken als een soort kripik (koekjes) gegeten worden. Nu valt de scha duw van de hooge heuvels aangenaam in de vlakte. We loopen door den aanplant, zoeken de plaats voor de nieuwe kweekbed den. tellen de ananassen en verzamelen ïijne papaja's en dan gaan we achter het uuis van de Alfoersche tuinjongens de big gen kijken. Het zijn er zeven stuks. Op een morgen waren de drie Alfoe- ren op weg naar de klapperontginning, toen ze opeens bezijden den weg ln een sagoboschje een hevig geknor hoor den, de Jongens hieven eendrachtig een vreeselijk krijgsgeschreeuw aan en stormden er op los. De belde moeders gingen aan den haal maar de biggen zaten bevend en als betooverd, verlam?) weggedoken in de alang alang. Obed- nego bukte zich en raapte ze op alsof hij schelpen raapte aan het strand. Ne gen stuks stopt® hij tusschen zijn hemdje, twee wisten er later nog te ontsnappen. Nu zitten ze in een hokje van bamboes gemaakt en eten sago en mals en snuffelen aan onze vingers als jonge honden. Ze zijn nu reeds een maand in gevangenschap en gisteren zijn hun ooren gecoupeerd, waarmede ze bevorderd zijn tot tamme varkens. De avond begint met een roode en gou den verkleuring in het westen en een koelen wind, die door de breede vallei waait en de hitte van den dag verdrijft. Als de kin deren in bed liggen, zetten we de stoelen buiten onder den wilden mangaboom. De maan begint op te komen, bij de rivlc-ren schreeuwen twee uilen. Onze mandoer loopt langzaam den weg af om in het sago boschje te posteeren. De jongen bakt eieren bij de nasi goreng en brengt de kof fie. Het is nu bijna koud. We praten over het werk van dezen dag en het werk van de toekomstige dagen. De kajoepoetihprijzen loopen omhoog, de klap per stijgt. Het wordt kouder en helder als DUITSCH VERKEERSVLIEGTUIG VERONGELUKT. Drie dooden. Een verkeersvliegtuig van de Deut®),. Lu ft Hansa, dienst doende op de lijn j^,,. den-Keulen-Hannover-Berlljn, is gjst€r. avond kort na het vertrek op Croydon tegen een loods gevlogen en verongelukt Het vliegtuig is daarbij in brand geraakt De bemanning, bestaande uit den gezag, voerder Bayer, den boordwerktuigkundige Kelbel en den marconist Petersen, is het leven gekomen. Het vliegtuig, dat voor postvervoer werd gebruikt, had geen passagiers aan boord. DE POSTVLUCHTEN. De „Emoe" is gisteren in Bandoeng aan. gekomen. 'n Pijn om razend ie worden bij 'I bewegen van den era „De pijn begon in mijn bovenarm en zette zich zoo voort tot in mijn nek, soms zóó hevig, dat het huilen mij nader stond dan het lachen. Gewone spierpijn, zeide men mij, maar ik kon niets vinden om die gewone pijn te genezen Ten einde raad ben ik mei Klooslerbalsem begonnen. De uitwer king is enorm qeweest. Na de eerste behandeling verminderde de pijn el en na voortgezet gebruik zijn al mijn pijnen verdwenen, dank zij Klooster- balsem, den grooten pijndooder." Et v. C. te A. „Geen goud zoo goed" Onovertroffen by brand- en snij wonden Ook ongeëvenaard als wrljfmiddel bij Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/a ct. en 1.04 1900 (Ingez. Med.) in een vriesnacht, de heuvels blinken in het maanlicht. Tegen de hellingen groeit kajoepoetih en van de mangrovebosschen aan het strand tot den grensketel Toeba honi strekt zich de vlakte uit, 200 bouws alang alang. waarvan 10 bouws gereed zijn gemaakt om na de eerste regens met klap-1 pers beplant te worden. Er staan duizend stuks kapok op de kweekbedden, er is een kleine proefaanplant van rijst en kedele (sojaboonen). Er is grond in overvloed, er is werk in overvloed, wasdom en een oploopende markt, maar geen menschen, die een pat- jol kunnen vasthouden, noch hakkers om het bosch te kappen, noch handen om het onkruid te wieden. Door de wereld gaat een kreet om wers. Maar in de Molukken eet het volk sago en hoeft niet te werken. V/ie verlost dit land van dezen ouden vloek? m (De vorige brieven werden geplaatst i 14, 19. 20, 21 October, 4 en 11 Nov.) (Nadruk verbodenl 2. Diokie Dons ging dus, des middags om twee uur, maar zóó eens uit op avontuur; hij dacht: „Thijs IJs loopt altijd tegen avonturen aan, dus waarom zou het bij mij niet gaan? Ik zal een ècht-geheime misdaad op gaan zoeken, zooals er soms beschreven staan in boeken dan word lk nog beroemd in het heele land, en mijn portret komt in de krant!" Maar het landschap zag er vredig uit, er klonk geen kreet of een ander naar geluld, en Dickie vond niet één geheim of avontuur het ging hem vervelen op den duur. „Maar wacht", dacht hij, „in het bosch zijn heksen, toovenaars en draken; daar zal ik nu eens even korte metten mee gaan maken zij zullen allen thans voor mij bezwijken! Ik zal maar eens gaan kijken". Hij voegde dadelijk de daad bij het woord, en liep dan speurend langs het bosohpad voort. 2—*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 14