!aseum voor Volkenkunde - Ernstige vliegtuigbotsing in Engeland he Jaargang LEIDSCH n*W|iD Tweede Blad FEUILLETON dochter van den rentmeester ERASMUS-MONUMENT dat linden tuin van het Vredespaleis ont- |ÏJld is, aangeboden door de Ned. Ke uring aan de Carnegie-stichting* INTERACADEMIALE IIIPPI- WEDSTRIJDEN op het land- góed ,,Okkenrode" te Loosduinen. B. M. Berger op Floris. DE OUDE TABAKSWINKEL ,,DE MORIAAN" ie Gouda, date erend uit de 17e eeuw, zal van Gemeentewege worden in gericht tot museum van pijpen en aardewerk. TWEE VLIEGTUIGEN VAN DE ROIAL AIR FORCE botsten boven Couldon (Surrey) tegen elkaar. Beide vliegtuigen stortten brandend neer en de piloten wer den gedood. De brandende resten van een der beide toestellen. Naar het Engelsch. had er niets geen lust in, maar .'tamers geen enkele geldige reden om ["Manken. Dus nam ze de uitnoodiging een paar minuten later vertrokken I, wat haar een ware verluchting r^'aarom heb ik toch zoo 't land aan s Beaufort?" vroeg zij zich dien avond »en ze alleen in haar boudoir zat. flrom heeft haar bezoek mij zoo som- Itetemd? Vanavond voor het eerst voel wanhopig eenzaam in dit groote, oude Het is mij net, of er iets vreese- J W1 gebeuren; of Ranulf iets over men zap ok zelve, toen ze onwillekeurig zijn hardop had uitgesproken. Zij belde **hie en begaf zich ter ruste. Maar slaap werd verstoord door benauwde en tweemaal in den nacht werd «aker en was het, of ze den graaf hoor ei: 'h was blijven leven, zou ik wel heb- "taakt, dat je mij lief hadt gekregen! Hoofdstuk XVI. Ij?'1 Beaufort zat aan het venster in het in Mousse-les-Bains. Ze was smaakvol gekleed, als altijd, en praatte met iemand, die half achter de gordijnen ver borgen zat. „Wat is het hier nog heerlijk, niet waar?" merkte ze op, „terwijl ze in Londen zeker al bij het vuur zitten, of huiveren, als ze maar het puntje van hun neus buiten de deur steken!" „Het is in Londen onhoudbaar van Juni tot December. Maar daarom kunnen ze niet allen naar het Zuiden gaan". „Neen. dat weet ik ook wel. Maar als je er aan denkt, hoe het daar nu is, en je hadt bijvoorbeeld gisteren die herfsttinten op kasteel St. Etienne gezien „Ja, daar zal het nu prachtig zijn....!" „Ik verlangde toch zoo naar een paar van die laatste rozen uit den tuin en ik keek er al naar met smeekenden blik, maar de gravin hield zich net, of zij er niets van begreep! Zou ze het nogal goed kunnen vinden met haar Fransche bedienden?" „Van Fransche bedienden gesproken: wat is er toch van dien Théophile geworden, dien man, die immers op ieder gebied zoo verbazend handig was?" „O, we hebben hem hier niet noodig. Zijn familie woont, geloof ik, in Parijs; dus heb ik hem een week verlof gegeven om ze te gaan opzoeken." ,JDat is heel attent van u!" „Zeg nu maar niet. dat het mooi is van mij! Ik zou het niet doen, als het mij niet tegelijk makkelijker was". „Waarom stelt u zich nu altijd minder voor dan u bent?" „Om anderen die moeite te besparen. O, kijk, daar hebben we bezoek! Wie zou 't zijn.. Lady Eynesford, zoo waar' De nieuwbakken gravin met haar prachtig tweespan!" „Is dat zoo?" vroeg de stem uit de scha duw. „Ja, om u de waarheid te zeggen, heb ik haar gisteren verzocht om te komen. Ik heb het u expres niet gezegd, omdat ik bang was, dat u zich anders misschien in dan weg achtte bij al die dames!" Cora Beaufort was uiterst bedreven in de kunst om haar eigen bondgenoot niets meer te laten weten van haar plannen dan strikt noodzakelijk was. Juist op dit oogenblik werd Lady Eynes ford aangekondigd. Ethel had er zeer tegen op gezien om te gaan, maar ze meende, dat het Ranulf misschien niet aangenaam zou zijn, als zij bedankt had zonder een geldige reden. „Wat is dat vriendelijk van u om te ko men!" zei Cora opstaande. „Ik kan u niet ontvangen op een oud, romantisch kasteel, maar ik kan u wel voorstellen aan een oud- bekende, Mr. Fitzyarrene". Hector stond op, doodsbleek, en reikte haar de hand. Hij prevelde enkele woorden van „een onverwacht genoegen" en Fthel vroeg beleefd, of hij Sir Hugo en Lady Fitz- warrene in goede gezondheid had achterge laten. Zij ging zitten en moest zich geweld aan doen, om genoegzaam haar aandacht bij 't gesprek te bepalen, dat ze althans geen on zin zei. Ze kon zich eigenlijk geen reken schap geven, wat haar gewaarwordingen waren bij deze ontmoeting. Maar wel had ze duidelijk het gevoel, dat ze in een val ge lokt was en niet door Hector, daarvoor was hijzelf te veel van streek. En Cora?.... Er bestond toch eigendijk geen reden om aan te nemen, dat zij, als ze op de hoogte was van de omstandigheden, tot de geraffineerde wreedheid zou zijn overgegaan, om deze samenkomst te be werkstelligen. Toch kwam steeds deze ge dachte bij Ethel boven: „Miss Beaufort heeft op Ranulf gerekend; dan moet ze mij ook haten!" Mrs. Beaufort was zeer vriendelijk voor de jonge gravin. Zij was in een tevreden stemming, omdat Cora Fitzwarrene aan genaam onderhield en zij in dezen jongen man een goede partij voor haar dochter zag. Ethel wist haast niet, hoe ze den dag doorkwam. Ontegenzeggelijk bracht die haar grooter kwelling .dan haar trouwdag. Wat eischte het niet een pijnlijke inspan ning om steeds den smeekenden blik van Fitzwarrene te vermijden en zooveel mo gelijk het gesprek af te leiden van Grange- le-Gross, waarop Miss Beaufort steeds met de grootste hardnekkigheid terugkeerde. Eindelijk gaf de klok haar een geldig ex cuus om te verzoeken, dat het rijtuig weer zou voorkomen. „Moet u waarlijk gaan?" vroeg Cora en vatte de teere hand in de hare. „Nu, ik hoop toch zeker, dat wij u zullen zien, zoo dra u en de graaf zich kunt losscheuren uit uw eenzaamheid hier en u in Engeland komt?" „Heel vriendelijk van u. Op het oogen blik hebben onze plannen nog in het ge heel geen vasten vorm aangenomen". ,U zult mij wel willen verontschuldigen, dat ik u geen uitgeleide doe; ik kan maar niet van dien hoest afkomen", zei Cora. Mr. Fitzwarrene, u wilt zeker wel zoo goed zijn, om de honneurs voor mij waar te nemen?" Terwijl de beide bezoekers de trap af gingen, hield Cora zich krampachtig aan de balustrade vast en dacht: „Als het mij ooit mogelijk was mij te amuseeren. dan zou ik zeggen, dat ik mfj vandaag geamuseerd had. Wat kan Fitz warrene zich slecht beheerschen! Van het oogenblik af, dat zij binnenkwam, zag ik het al! Als hij nu dezen stillen wenk niet volgt, dan zou het mij toch van hem tegen- vallen! Ik zal Théophile weer schrijven, dat hij zijn Lordschap bezig houdt, tot ik ver kies, dat hij terugkeert." In haar verblinding had Cora in Théo phile slechts een geschikt werktuig voor haar doeleinden gezien Had zij geweten, aan wiens macht zij den man overleverde, dien zij ondanks het onrecht haar aan gedaan zoozeer lief had, dan zou ze iedere kwelling, hoe verschrikkelijk ook. hebben gedragen, om hem te onttrekken aan dit dreigend lot. Ze had eenmaal de lont in het vuur geworpen, zelve niet be seffend, hoe geweldig de uitwerking zou wezen De voordeur stond open, maar er was niemand verder te zien, dan de be diende, die het portier openhield. Fitz warrene schoof hem ter zijde, sloot zelve het portier en reikte haar de hand. „Goeden avond", zei ze kalm. „Is dat al, wat je mij te zeggen hebt?" vroeg hij op een toon van kwalijk-verholen toorn. „Durf je. na al wat er tusschen ons is voorgevallen, mij enkel afschepen met een „Goeden avond?" „Maar, Hector", fluisterde zij, „wat zou je nu anders van mij verlangen?" „Wat ik van je verlangen zou?Wel. de verzekering, dat je nog niet geheel ie hart weggeschonken hebt aan den man die wreed genoeg was, om van je weg te gaan op je trouwdag?" INadruk verboden). (Wordt vervolgd). EEN ZEER MODERN ONTWERP VAN EEN CENTRALE BIBLIOTHEEK TE WEENEN. Het is een ontwerp van den architect Werner Theiss. DE FEI4EN OORD-DIRECTIE NEEM1 GEEN RISICO'S. Om te voorkomen, dat vorst liet terrein Zondag onbespeelbaar zal maken, bij den wedstrijd Nederland- Luxemburg, heeft men rietmatten op het grastapijt van het Feijenoord-stadion te Rotterdam laten leggen. 30 NOVEMBER ZAL MINISTER SLOTEMAKER DE BRUïNE HET MUSEUM VOOR VOLKENKUNDE ALHIER I- dat nu is ondergebracht in het voormalig Academisch Ziekenhuis, officieel openen. Een foto van de Hindoe-tempelzaal. Rechts do heilige stier ,,Nandi". 'i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5