Geslaagde recordvlucht - Skiën in de duinen - Felle brand
LEIDSCH DAGWAD
Tweede Blad
jisie Jaargang
FEUILLETON
)e dochter van den
rentmeester
GROOTE SKI-OEFENING IN DE DUINEN TE BILTHOVEN,
georganiseerd door de Nederlandsche Reisvereeniging.
Overzicht tijdens de oefening in het zand.
EEN INWONER VAN
LUBBEN (Duitsch
land) met twee lange
haarvlechten.
EEN ZEEll FELLE UITSLAANDE BRAND heeft gewoed in de graanmalerij en olie-
fabriek van de Coöperatieve Boerenvereeniging „Ons Belang" te Utrecht. De fabriek
werd voor het grootste gedeelte in de asch gelegd.
Naar het EngeLsch.
Ze was er zeer mee begaan, dat.Madame
b Comtesse" zich minder wel voelde.
■Monsieur le Comte" had gezegd, dat zij in
sten geval gestoord mocht worden, maar
weende, dat zij zich beter zou voelen,
'7 Jij wat gebruikte. Het kamenlertje be-
™>t met te zeggen
•■Mocht het mij niet gelukken, u daartoe
,.er te halen, dan zal .Monsieur le Comte"
tomen."
Dit had Ranulf er listiglijk op bedacht en
°e uitwerking was dan ook de gewenschte,
*™t wat zou Ethel al niet doen om een
rjtentreffen met hem te vermijden! Na-
'1® wat gebruikt had, voelde ze zich ook
ttkelijk lichamelijk verkwikt.
Madeleine legde een versch houtblok op
hiur, sloot een van de vensters, om
77 tocht te vermijden, zette een fleschje
kt, 'lugzout en een flacon met Eau-de-
17-ogne op een tafeltje dichtbij de bank
«aflag.
"Oe lang zouden die rust en die vrijheid
°aar nu gegund worden, dacht Ethel. Daar
;a> "Sgen was het ééne noodige
™rhaar; dat zou haar zenuwen ontspan-
schenken
J* staarde naar net smeulende hout en
weer door het venster naar den tuin.
^*Wa keek ze het vertrek zelve eens rond
met dien prachtigen vleugel en al die kost
bare snuisterijtjes, die bij dezen stijl
hoorden.
Eindelijk begon de eenzaamheid haar
toch wel wat te veel te wordenze was niet
gewend aan alleen zijn.
In het vreemde huis, In het haar zoo
onbekende vertrek, werd de stilte ten slotte
zóó drukkend, dat zij het gevoel kreeg, dat
zij de eenige in heel de woning was.
..Stel je voor, dat dit eens in zekere mate
wóar wasDat het deel uitmaakte van het
plan van den graaf, om haar te verne
deren; dat hij haar verliet, haar alleen in
huis achterlatend!
Deze gedachte maakte, dat ze zich niet
op haar gemak voelde; vandaar dat ze
dan ook het haar achterover streek, toen
langzaam opstond en voor den spiegel
trad, die boven den schoorsteenmantel
hing.
Terwijl ze nog bezig was met haar toilet,
hoorde ze ecnig geluid en keek om. Lord
Eynesford had de portière op zijde gescho
ven en stond nu op den drempel van het
vertrek.
„Mag ik binnenkomen?" vroeg hij
nederig.
„Dat hèb je al gedaan!" antwoordde zij
bits, daar zijn verschijnen weer allen haat
hl haar wekte.
Hij liet het gordijn vallen en trad verder
het vertrek in.
„Nu?" vroeg ze langzaam. „Kom je eens
kijken naar de ellende, die je over mij ge
bracht hebt?"
„Neen. ik kwam een onderhoud met je
vragen."
„Er valt verder niets te zeggen Je hebt
gedaan, wat je verlangde; je hebt je voor
nemens uitgevoerd, geheel, zooals je dat
wenschte. Je hebt mij een valschen eed
laten afleggen in de kerk; je hebt je
hartewensch vervuld door mij voor goed te
scheiden van den man, die mij lief had."
„Het is volkomen waar, dat het mijn
hartewensch was om het je onmogelijk te
maken, Hector Fitzwarrene te trouwen,
maar
„Bestaat je eenig genoegen nu daarin om
ellende te brengen over anderen?"
De handen wringend, wierp ze een wan-
hopigen blik om zich heen.
„Wat moet ik beginnen? Ik kan geen be
roep op je mededoogen doen, want dit
bezit je niet. Maar ik hoef hier niet langer
te blijven. Ik heb beloofd je te trouwen en
dat heb ik gedaan. Daarna is onze overeen
komst afgeloopen en heb je niets meer van
mij te eischen."
„Neen, dat is zoo."
„Dan hoeven we elkaar ook niet langer
met ons bijzijn te vervelen."
„Neen."
Ze wierp een wantrouwenden, verwonder
den blik op hem. Wat was zijn bedoeling
met dat gewillig toegeven?
„Ik ben blij, dat je het in dat licht ziet,"
begon ze, maar hield toen weer op.
„Verwachtte je, dat ik meer zou eischen
dan je beloofde? Bedenk wel, dat ik je
nooit om je liefde heb gevraagd."
„Dus ben je van plan over het geheel
ook niets meer van mij te vragen?"
„Ik zal nooit iets van je aannemen, dat
je mij niet vrijwillig geeft, Ethel."
Ze bleef hem roerloos aanstaren, terwijl
zijn blik den hare onvervaard ontmoette.
„Dus al deze ellende heb je over mij ge
bracht enkel maar om aan den een of
anderen persoonlijken wrok te voldoen; om
een man te ontnemen het eenige. wat hem
levenslust 6Chonk, en om een vrouw het
hart te hreken?Edel gehandeld, Lord
Eynesford en het zal u ongetwijfeld veel
geluk schenken!Maar wat geeft het
mij al, of ik zeg, hoe ik er over denk; daar
trekt u zich toch niets van aan! Dus blijft
ons niets anders over dan afscheid van
elkaar te nemen."
„Dat is alles," antwoordde hij.
Hij stak haar de hand toe en na eenig
dralen reikte zij hem ook de hare. Terwijl
hij die nog in de zijne gesloten hield,
sprak hij:
„Er is één ding, dat ik graag zou willen
en dat wel vóór wij scheiden. Met de be
doeling om je te vragen, of ik dit doen
mocht, ben ik hier gekomen. Een tijd ge
leden heb je mij gevraagd naar de beweeg
redenen van mijn gedrag. Toén kon ik ze
je niet meedeelen, maar nu zal ik dit graag
doen, als je zoo goed wilde zijn te luis
teren."
„De beweegredenen van je gedrag? Die
ken ik: haat tegenover Mr. Fitzwarrene en
het verlangen om mij te straffen voor de
aanmatigende wijze, waarop ik tot je ge
sproken heb."
„Dacht je waarijk, dat ik zoo min zou
handelen?"
„Heel je houding is zoo'n mengeling van
grilligheid, dat ik over niets meer verbaasd
zou zijn!"
.Mag ik je eens even eenige toelichting
geven bij hetgeen je misschien mijn „gril
ligheid" leek? Zelfs een misdadiger wordt
de gelegenheid gegeven zich te verdedigen,
niet waar?"
„Spreek!" zei ze en ging op de bank zit
ten met de kin op de handen geleund, ter
wijl hii in een lagen stoe! bij het vuur
laats nam
Zij was getroffen dooi de verander ng
die er in zijn optreden viel waar te nemen.
Tot nog toe was zijn houding jegens haar
koud en hard geweest. Maar het leek nu,
of hij eenige terughoudendheid had afge
schud; zijn manier van spreken was innig,
of hij voelde, dat er veel afhing van ieder
woord, dat hij uitte.
„Mijn toelichting voert mij eenigen tijd
terug; ik hoop, dat je dit niet al te onaan
genaam is!"
„Na al wat ik van je verdragen heb, kan
dit er ook nog wel bij!"
„Mogelijk heb je gehoord, dat ik geen
gelukkig thuis had? Ik geloof, dat het mijn
schuld was; ongetwijfeld zal jij er dit wel
voor houden. In ieder geval is het een feit,
dat nóch mijn vader, nóch mijn broer van
mij hielden. Toen ik niet veel ouder dan
eén-en-twintig was, vatte ik liefde op voor
een meisje.Ik geloofde toen en ik ge
loof nog, dat mijn gevoelen beantwoord
werd; maar toen ik op het punt was, met
mijn aanzoek te voorschijn te komen, ver
scheen mijn broer ten tooneele hij zou
eens graaf zijn en mijn uitverkorene
verloofde zich met hem. Als ik nu naar be-
nooren had gehandeld, dan zou ik het haar
vergeven hebben, maar ik was bitter en
ging ze beiden haten. Toen dit gevoelen
op z'n sterkst was, werd mijn broer gedood
je weet hoe je hebt het opschrift op
den grafsteen te Grange-le-Cross dikwijls
genoeg gelezen. Toen stierf mijn vader en
;k ging reizen, overal heen. Het leek mij
dat dit de eenige manier zou wezen om
mijn rusteloosheid t-e bezweren! Ik ben ge
weest op plaatsen, waar geen Engelsch-
man ooit een voet had gezet. Ik heb tal-
looze avonturen gehad; genoeg om er
een boekdeel mee te vullen; maar ik voelde
mij nooit gelukkig.
(Naaruk verboden). (Wordt vervolgd).