e Leidsche Gemeentebegrooting
voor 1938
et moeite sluitend gemaakt
tiie Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 19 November 1937 Zesde Blad No. 23820
f. 170.000 moet, na verhooging van
electriciteitstarieven worden gevonden
n
f
3f
)f
)f
n
M
f|
n
n
>f
n
n
m
rt
n
|f
n
ft
n
(f
en W. hebben thans den Raad de ont-
■begrooting voor 1938 aangeboden,
den geleide-brlel zeggen B. en W.:
moeilijkheden, die moesten worden
onnen om een sluitende begrooting te
Ugen. waren wederom zoo groot, dat
tot ons leedwezen ook thans niet moge-
was, den wettelljken termijn van lndie-
jn acht te nemen.
Ie mocht hebben verwacht, dat de be
ting voor het komende Jaar e--n aar.-
k gunstiger beeld zou vertoonen dan
tan vorige Jaren, zal na kennlsnemmg
de cijfers wel tot de erkenning zijn ge
en, dat voor dergelijke verwachtingen
werkelijkheid nog geen goede grond be-
Wel valt, over het geheelc land geno
men, gelukkig een niet onbelangrijke
Terbetering in den algemeenen toestand
waar te nemen, doch in Leiden zelf is
deze verbetering nog maar van beschei
den omvang, althans met betTckking
tot de gemeentefinanciën valt daarvan
nog maar weinig te merken.
;t wordt heel duidelijk geïllustreerd door
verloop van de werkloosheid in het land
ln onze gemeente; terwijl toch in het
het aantal werkloozen reeds is gedaald
'en het peil van 1935, werd in onze
nte het cijfer van 1935 nog niet be-
weliswaar valt tegenover 1936 een
"g te constateeren, doch de wekelijk-
ultgaven vertoonen niet een daarmede
'ken tred houdende verlaging, hetgeen
een gevolg is van de wijzigingen in
steunregeling in voor belanghebbenden
gen zin. Rekening houdende met de
aven over 1936 en die over het loo-
'e Jaar, moest de post „steunverleening"
weer op een hooger bedrag worden
*md dan voor 1937.
"t de uitgaven voor armenzorg is het
ongunstiger gesteld, hetgeen op zich
niet ls te verwonderen, daar de ver
in den algemeenen economischen
nd op de uitgaven voor armenzorg
trager doorwerkt dan bij de werkloos-
ook deze post moest derhalve worden
oogd.
amaast heeft de prijsstijging, welke als
"lg van de monetaire maatregelen is ln-
'en, haar Invloed op de ramingen niet
t. Met nog verschillende andere na-
e factoren is een en ander oorzaak,
ondanks de reeds doorgevoerde bezuini-
i en de vermindering van den rente-
en ondanks ook de meest scherpe
"g van de inkomsten en uitgaven, het
erp der begrooting ten slotte toch nog
tekort aanwees, waarin alleen door
"ndere maatregelen kon worden' voor-
nde de begrooting 1937 met een ba-
aldo van den dienst 1935 ad f. 133.439,
jaar 1938 moet een dergelijke ontvangst
en, vermits de dienst 1936 ls geëindigd
een nadeellg exploitatiesaldo van
<08.67. Het mag nog een gelukkige om-
'gheid worden geacht, dat dit bedrag
de Algemeene Reserve kon worden af-
even, aangezien anders genoemd be-
van ruim f. 75.000 ten laste van den
dienst 1938 had moeten worden gebracht.
De subsidie aan de Gemeentelijke Com
missie voor Maatschappelijk Hulpbetoon
i armenzorg) is thans op f. 800.000 uitge
trokken, tegen f. 739.000 voor 1937 of f. 61.000
hooger, terwijl de uitgaaf over 1936
f. 776.231.58 bedroeg. Reeds staat vast, dat
het voor 1937 uitgetrokken bedrag van
f. 739.000 niet toereikend zal zijn; naar het
zich thans laat aanzien moet de post met
een aanzienlijk bedrag worden verhoogd,
hetgeen uiteraard in niet geringe mate op
het resultaat van het dienstjaar 1937 van
invloed zal zijn. In aanmerking nemende,
dat ten tijde van de samenstelling van de
begrooting van dezen dienst een lichte da
ling ln de wekelijksche uitgaaf voor onder
steuningen viel waar te nemen en op een
doorzetting van deze daling wel mocht wor
de gehoopt, werd de nieuwe raming geba
seerd op de uitgaaf over 1936, met dien
verstande, dat rekening moest worden ge
houden met den gewijzlgden aftrek der
gezinsinkomsten; aan den anderen kant
werd als gevolg van de indienstneming van
een controleerenden arts gerekend op een
daling van de kosten van verpleging in zie
kenhuizen en gestichten. Wegens stijging
van het aantal kranzinnigen moest voor
hunne verpleging netto ruim f. 12.000 meer
dan voor 1937 worden uitgetrokken, terwijl
de subsidie aan de vereenigingen voorzie-
kenhuisverpleging „de Onderlinge" en de
„Vooruit", die tot nog toe op de oorspron
kelijke begrooting slechts als een memorie-
post voorkwam, thans tot een bedrag van
f. 12.000 op de begrooting werd gebracht.
Ter zake van ondersteuning aan werkloo
zen (inbegrepen werkverschaffing) werd in
1936 uitgegeven f. 1.401.910.55; voor 1937 be
draagt de raming f. 1.245.000, en voor 1938
f. 1.300.000. Na aftrek van de bijdrage uit
het werkioosheidssubsidiefonds blijft netto
ten laste van de gemeente over 1936
f. 288.500, over 1937 f. 241.530 en over 1938
f. 237.900; de netto bedragen over 1937 en
1938 loopen derhalve weinig uiteen, hetgeen
een gevolg is van de door de Regeering aan
gegeven wijze van berekening van de sub
sidie.
Door op de z.g. fabricage-begrootlng in
verschillend opzicht te besnoeien zonder
echter het belang van de werkgelegenheid
uit het oog te verliezen kon de over
schrijding van het eindcijfer van het jaar
1937 tot f. 5.000 worden beperkt. (De post
„Onderhoud van parken en plantsoenen"
zal echter nader met f. 3000 worden ver
hoogd.)
Tengevolge van de plaats gehad heb
bende verschillende conversies van geld-
leeningen is de rentelast zeer belangrijk ge
daald in totaal met plm. f. 100.000
doch bij een vergelijking van de begroo-
tingsjaren onderling is er rekening mede
te houden, dat ook vorige jaren reeds in
stijgende mate van de conversie hebben
geprofiteerd. Zoo werd op den algemeenen
bezuinigingspost 1937, buiten de reeds op
den rentepost zelf verwerkte besparing, nog
een bedrag van f. 36.725 uitgetrokken.
Doordat sindsdien nog nieuwe conversies
konden worden afgesloten, valt op de be
grooting van 1938 nog wel een besparing te
boeken boven die over 1937, doch daar
tegenover staat weer, dat ter zake van
nieuwe leeningen ongeacht de rente
het bedrag der aflossingen met f. 27.000
«teeg.
De uitkeering uit het Gemeentefonds
moest ook thans weder lager worden uit
getrokken. Gelijk bekend Ls, daalt het z.g.
garantie-bedrag eik jaar met 1/10 van
f. 489.538.40 f. 49.000. Doordat echter
op de begrooting van het Gemeentefonds
voor het jaar 1938/39 een hoogere belas
tingopbrengst werd uitgetrokken, dan
waarnaar de uitkeeringen over vorige ja
ren werden berekend, en deze meerdere
opbrengst aan de gemeenten ten goede
komt, bleef het nadeelig verschil met de
geraamde uitkeering op de gemeente
begrooting 1937 tot rond f. 9.000 beperkt.
Wat betreft de belastingen, die ten bate
van de gemeente zelve worden geheven,
bleef de raming, in haar geheel genomen,
ongeveer op het niveau van 1937; hier viel
eenig verlies, daar weer eenig accres te
boeken.
De opbrengst van 55 Opcenten op de ge
meentefondsbelasting werd-voor het belas
tingjaar 1937/38 bij het «pmaken van de
begrooting 1937 op f.,285.000 gesteld; dit
bedrag kan nader tot f. 290.000 worden ver
hoogd. terwijl voor het belastingjaar 1938
1939 van een opbrengst van f. 300.000 kan
worden uitgegaan; een lichte stijging al-
zoo, maar het voorgeschreven boekings
systeem heeft tengevolge, dat aan de be-
giooting 1938 f. 13.333 minder ten goede
komt dan aan haar voorgangster.
De personeele belasting geeft eenige da
ling te zien; werd de opbrengst van 100
opcenten voor 1937 geraamd op een bedrag
van f. 240.000, voor 1938 mag deze slechts
op f. 230.000 worden gesteld.
Daarentegen vertoonen de opcenten op
de vermogensbelasting, alsmede de grond
belasting en de straatbelasting een accres.
Bij de beoordeeling van de resultaten der
gemeentebedrijven is o.m. in acht te ne
men, dal de verlaging van den rentelast
aan de bedrijven is ten goede gekomen,
voorzoover de geldleeningen te hunnen be
hoeve werden aangegaan, zoodat tegen
over een verlaging van de uitgaaf op de
bedrijfsbegrooting een gelijke verminde
ring van de (terug) ontvangst op de ge
meentebegrooting staat. De bedrijfsuit-
komsten voor 1938 zouden dus voor een be
drag, gelijk aan de rente-besparing, hooger
dan over 1937 moeten zijn. om in werke
lijkheid dezelfde resultaten te bereiken.
Het leeuwenaandeel van de renteverlaging
der aan de bedrijven verstrekte leeningen
ls van zelfsprekend aan de Lichtfabrieken
ten goede gekomfo.
Voorts moet, wat deze Fabrieken betreft,
er rekening mede worden gehouden, dat in
de gemeentebegrooting 1937 onder den al
gemeenen bezuinigingspost ter zake van de
reorganisatie een bedrag van f. 39.572 was
geraamd, terwijl die bezuiniging voor 1938
uiteraard in de bedrijfsbegrooting zelf is
verwerkt. Dit geldt ook ten aanzien van
het op de gemeentebegrooting 1937 op dien
bezuinigingspost uitgetrokken bedrag van
f. 12.000 betreffende de toen nog aanhan
gige salarisverlaging, waarvan het aandeel
der Lichtbedrijven f. 6.000 bedroeg.
Ten aanzien van de gasfabriek kunnen
wij nog niet een veel gunstiger geluid dan
het vorig jaar laten hooren; in de eene
maand is een lichte stijging waar te ne
men, die in de andere maand weer voor
een geringen teruggang moet plaats maken.
In het algemeen gesproken kan worden
gezegd, dat de grootste achteruitgang tot
staan is gekomen; hoewel in verband daar
mede vrijheid werd gevonden een even
groote gasafgifte te ramen, als de afleve
ring over 1936 bedroeg, moesten de in
komsten ter zake nochtans f. 48.000 lager
worden uitgetrokken dan zij over 1936 be
llepen, aangezien de sedert Mei 1936 ge
wijzigde gastarieven thans hun Invloed
ten volle laten gelden. Tegenover de be
drijfsbegrooting 1937 beteekent dit een
stijging van de gasafgifte met 4»/n.
Het debiet van de electriciteitsfabriek
kan gunstiger dan dat der gasfabriek wor
den beoordeeld; ofschoon voor een te groot
optimisme uitdrukkelijk moet worden ge
waarschuwd, is het wel verantwoord om
voor 1938 een ongeveer 10hoogeren
stroomverkoop dan over 1936 (ruim 6%
hooger dan 1937) tot maatstaf te nemen.
De exploitatie-lasten van beide fabrie
ken worden intusschen zeer ongunstig be-
invloed door de sterke stijging van de
prijzen van de kolen en van andere grond
stoffen. waartegen de vermindering van
de personeelskosten, met inbegrip van de
a.s. afvloeiing van de tweede groep over
bodige werklieden en ambtenaren lang niet
opweegt.
Door de financieele omstandigheden ge
dwongen. hebben wij de storting in het
vernieuwingsfonds wederom op 'b. pCt. van
de som der door de gemeente oorspronke
lijk verstrekte en nog niet afgeloste kapi
talen moeten stellen.
Om nu ook overigens met 1937 vergelijk
bare winstcijfers te verkrijgen moeten, ge
lijk bleek, nog verschillende correcties
worden aangebracht, en wanneer dit is
geschied, komt men, niettegenstaande een
4 °/o hoogere gasafgifte, en een 6 °/o hoo
gere stroomverkoop dan over 1937 werd ge
raamd, voor de gasfabriek, de electrici
teitsfabriek en het radio-distributie-bedrijf
te zamen tot een resultaat, dat nauwelijks
hooger is dan de werkelijk geraamde winst
over 1937 in totaal. En het verschil met de
uitkomsten der rekening 1936 is nog be
langrijk ongunstiger.
Waar nu dit alles voornamelijk een
gevolg is van de stijging van de kolen-
prijzen, en de gemeentebegrooting zon
der extra-maatregelen niet sluitend is
te maken, acht ons College het onder
de gegeven omstandigheden wel ge
wettigd, om tegenover deze prijsstij
ging in de begrooting een verhooging
van het enkel-tarief der electriciteits
fabriek met 2 cent per K.W.U. (ge
paard gaande met een verhooging van
het vast recht van het woonhuistarief
van 16 op 17 cent per maand), op te
nemen, waarmede het enkel tarief op
20 cent zal zijn gebracht; de opbrengst
kan op f. 60.000 worden gesteld.
De tariefswijziging vindt derhalve haar
grond in de sterke toeneming van de ko-
leiiprijzen, waardoor de kostprijs van het
product over de geheele linie is gestegen.
Zij geeft intusschen niet een volledige
compensatie tegenover de meerdere kolen-
kosten; doordat de tarieven voor de in
dustrie en den winkelstand ongewijzigd
blijven, wordt nog slechts een gedeelte van
de hoogere kosten terugontvangen.
Tegen de tariefswijziging kan in de ge
geven omstandigheden voorts te minder
bezwaar bestaan, omdat het tarief ook dan
nog tot de laagste in den lande zal be-
hooren en door haar beperkte werking een
toeneming van het stroomverbruik niet in
den weg behoeft te staan.
Wij zullen mitsdien in een afzonderlijke
voordracht de noodige voorstellen tot deze
tariefsverhooging doen.
In aansluiting aan het bovenstaande
brengen wij in herinnering, dat de bespa
ring op de personeelsuitgaven ln de be-
grootmg 1937 was uitgetrokken op de basis
van een gemiddelde besparing over 4 jaren.
Ged. Staten hadden er echter bezwaar
tegen, dat een grooter bedrag in de be
grooting werd opgenomen, dan de bezui
niging over het jaar 1937 zelf. Hoewel ook
ons College het onjuist zou hebben geacht
om te beschikken over middelen, welke
eerst in een volgend jaar kunnen worden
verkregen, meenden wij, dat in de gegeven
omstandigheden, nu de reorganisatie zeker
en niet twijfelachtig was, het toelaatbaar
was het gemiddelde van de besparing uit
te trekken. De practijk heeft ons trou
wens in het gelijk gesteld; zelfs werd dt
reorganisatie in 2 jaren voltrokken. Ged.
Staten handhaafden echter hun meening
en gaven er de voorkeur aan, dat het over
1937 ontbrekende bedrag uit direct voor
handen middelen werd gevonden. Teneinde
deze aangelegenheid tot oplossing te bren
gen, verklaarden wij ons tegenover Ged.
Staten bereid te gelegenertijd voor te stel
len het meerdere boven de bezuiniging
over 1937 zelf, zijnde een bedrag van
f, 19.000 uit een bij de Lichtfabrieken aan
wezige reserve (bestrijding vliegaschplaag
en verbouwing Toonkamer) te putten,
waarna het College aan de begrooting 1937
zijn goedkeuring hechtte. Binnenkort zul
len wij alsnu de desbetreffende begroo-
tingsregeling 1937 ter vaststelling aan
bieden.
Ten slotte nog een opmerking ten aan
zien van de Lichtfabrieken. Wij mogen als
bekend veronderstellen, dat ons College het
zeer gewenscht acht. het vraagstuk van de
afschrijvingen en de storting in het ver
nieuwingsfonds tot oplossing te brengen.
Wij hadden ons deze oplossing in het alge
meen aldus gedacht, dat eenerzijds het af
schrijvingspercentage zoodanig werd ge
steld, dat de afschrijvingen op zich zelf,
met inachtneming van den levensduur van
de objecten, voldoende zijn en daarvoor
derhalve niet elders aanvulling behoeft te
worden gezocht, terwijl anderzijds zou
moeten worden bepaald in hoeverre voor
bijzondere, niet gedekte risico's een ver
nieuwingsfonds instand dient te worden
gehouden. Ten aanzien van dat fonds zou
dus moeten worden nagegaan, welke per
centages daarin moeten worden gestort en
of een maximum-bedrag voor het fonds
ware te stellen; voorts zou duidelijk moe
ten worden omschreven voor welke doel
einden het vernieuwingsfonds mag worden
aangewend en tevens diende daarbij de
wijze van belegging van de gelden van het
fonds definitief onder oogen te worden
gezien.
Ons College ontving ter zake reeds een
rapport van de Directie, hetwelk o.l. een
goede basis voor de te nemen beslissing
vormde; doorvoering van de daarbij gedane
voorstellen zou echter voor 1938 een hoo
gere last van ongeveer f. 65.000 hebben be-
teekend. Hoezeer wij ook het groote belang
van een voldoende afschrijving en reserve
vorming juist en vooral met het oog op
de toekomst moeten erkennen de
financieele positie der gemeente heeft ons
voor het oogenblik. zeer tot ons leedwezen,
belet om voorstellen in deze richting te
doen. Wij zullen ons omtrent deze aan
gelegenheid nader beraden, en haar bezien
in het verband van de thans voorgestelde
tariefsverhooging. Uit een en ander Ls toch
voloende gebleken, dat de Lichtfabrieken
ook zelve behoefte hebben aan een verster
king van inkomsten, zoodat t. z. t. onder
oogen kan worden gezien, of en in hoeverre
de meerdere inkomsten een factor voor de
definitieve regeling van de afschrijvingen
c.a. kunnen vormen.
Van de andere bedrijven behoeft hier
slechts het Openbaar Slachthuis met de
Ijsfabriek te worden vermeld. De finan
cieele uitkomsten van het Slachthuis be
wegen zich in een dalende lijn; eenerzijds
nemen, wegens de uitbreiding van de in
richting. de lasten toe; anderzijds loopen
de inkomsten achteruit, terwijl er weinig
perspectief voor verbetering valt aan te
wijzen. De inkomsten worden voornamelijk
beheerscht door de slachthuisrechten,
welke weder afhankelijk zijn van het aan
tal ter slachting aangevoerde dieren; en
dit aantal regelt zich naar den omvang
van het vleeschverbrulk.
De Ijsfabriek leidt door de bekende om
standigheden een kwijnend bestaan, doch
in onderzoek is op welke wijze hierin ver
betering zou zijn te verkrijgen, of welke
maatregelen anders zouden moeten worden
genomen.
Wat de Leidsche Duinwater Maatschappij
betreft, is bekend, dat tot een herziening
van de tarieven is besloten. Aangezien de
gevolgen daarvan voor het begrootingsj aar
1938 thans nog niet geheel kunnen worden
vastgesteld, is, evenals voor 1937, voors
hands een bedrag van f. 310.000 als ont
vangsten uit de L. D. M. op de begrooting
gebracht; indien de uitkeering beneden dit
bedrag mocht blijven, zal daarvoor ruim-
ZICHT VAN DE BATIGE EN NADEELIGE SLOTEN VAN DE ONDERSCHEIDENE HOOFDSTUKKEN VAN DEN GEWONEN DIENST OVER DE JAREN 1934 t.m. 1938.
BATIGE SLOTEN.
NADEELIGE SLOTEN.
REKENING
REKENING
REKENING
BEGROOTING
BEGROOTING
REKENING
REKENING
REKENING
BEGROOTING
BEGROOTTNG
1934.
1935
1936.
1937
1938.
1934.
1935
1936
1937
1938.
275.539,13
120.329,64
58.546,71
133.439,—
752.065,56
699.133,41
655.085,78
601.043,—
596.458,—
600.307,69
611.101,57
595.782,22
598.389,—
601.700,—
138.270.'
"'2.717,
173.756,—
I
csi
c-
86.325,35
74.536,47
91.599,86
67.524,—
30.455,—
362.128,16
287.629,79
345.516,63
252.563,—
305.724.—
8.251,81
3.050,—
-
1.485,54
4.534,12
14.889,—
143.972,99
127.561,06
120.142,59
114,287,—
110.867,—
3.407,63
3.139,22
3.241,89
3.019,
M
3.714,—
13.279,86
12.257,
13.271,43
ii
13.260,
10.421,—
Am
9.708,25
10.032,46
9.232,98
8.477,—
m
7.599,—
JL
39.055,13
36.645,58
34.701,48
34.109,
tt
36.632,—
358.513,98
282.676,86
291.588,92
261.056,
238.465—
9.615,46
41,34
13.122,09
6.000,
5.290,—
44.995,95
43.034.16
31.191,90
22.316,
tt
29.989,—
3.161,97
2.943,97
3.609,85
3.169,
3.219,—
57.448,53
64.057,63
72.612,24
62.250,—
rt
61.900,—
54.120,70
63.826,93
65.408,83
64.032,—
tt
68.555,—
137.445,36
130.841,—
125.555,83
127.622,—
M
108.930,—
ak
48.852,93
39.923,83
43.320,88
41.262,—
42.454,—
70.948,59
65.288,12
56.662,65
n
65.995,—
ft
72.238,—
55.306,29
51.306,41
43.434,76
i»
43.087,—
f
43.685,—
768.571,83
873.655,58
955.952,14
929.356,—
1,1
.008.999.—
830.027,43
277.733,78
309.277,14
257.473,—
tt
247.767,—
3.426,74
8.688,30
5.669,94
3.251,—
3.206,—
152.136,34
139.608,48
135.160,42
135.674,—
147.246,—
1.481.218,48
1.079.483,30
1.002.764,07
1.031.361,—
1.024.903,—
318.117,80
275.689,71
192.717,—
242.819,—
1.075.558,67
1.187.497,02
1.193.537,—
1.339.733,—
51.723,79
34.232,58
18.791,22
12.588,—
12.103
54.368,95
27.764.46
28.372,36
18.104,—
17.530,—
14.665,91
19.892,—
73.279.70
27.663,82
22.027,—
217.785,44
222.147,75
219.811.97
225.860,—
225.776,—
5.988,43
7.016,18
1.701,63
5.019,—
4.435,61
-
5.375,36
4.532.19
4.988,—
134,47
174,—
89,—
5,36
115,82
16.372,98
34.269,25
20.020,69
20.950
10.498,—
i.
-
33.756,66
31.675,45
32.959,05
154.500,—
45.000,—
205.889,97
173.818,30
123.167,—
107.860,—
5.240,87
-
-
24.228,—
30.000.—
4.147.535,82.
3.733.049,77
3.553.437,41
3.523.778,—
ƒ3.531.735,—
4.119.969,53
3.547.625,34
3.657.259,45
3.523.778,—
ƒ3.531.735,—
OOFD-
ÏTDK.
BENAMING.
Ei
x!
a
Cd i
I
1
I
(I
I
i
S
5
i
5
5
i
i
10
11
i 12
5 13
14
i 15
16
1
I 7
i 8
9
Vroegere diensten
Algemeen beheer
Openbare veiligheid
Volksgezondheid
Volkshuisvesting
Openbare werken
Eigendommen, niet v. d. openb. dienst bestemd
Lager huisonderwijs
Openbaar gewoon lager onderwijs
Openbaar vervolgonderwijs
Openbaar uitgebreid lager onderwijs
Openbaar buitengewoon lager onderwijs
Openbaar voorbereidend lager onderwijs
Bijzonder gewoon lager onderwijs
Bijzonder vervolgonderwijs
Bijzonder uitgebreid lager onderwijs
Bijzonder buitengewoon lager onderwijs
Bijzonder voorbereidend lager onderwijs
Lager onderwijs niet vallende onder 1 t/m 11
Middelbaar onderwijs
Hooger onderwijs
Nijverheidsonderwijs
Onderwijs, K. en W., niet vallende ond. §5 1 t/m 15
Ondersteuning aan behoeftigen
Ondersteuning aan werkloozen
Landbouw
Handel en Nijverheid
Belastingen
Gasfabriek
Electriciteitsfabriek
Gestichten Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest
Openbaar Slachthhls
Grondbedrijf
Reinigings- en Ontsmettingsdlenst
(Keuringsdienst v. waren voor het district Leiden)
Gemeentelijke Hulpbank
Gemeentelijk Waschbureau
Gemeentelijk Radio-Dlstrtbutle-Bedrljf
Kasvoorzieningen
Overige Inkomsten en uitgaven
Onvoorziene uitgaven
Totaal