LOEB,
Men werkt met lust
24.50
Breéstraat 161
Buitenland
IEIDSCH DAGBLAD Eerste Blad
Vrijdag 29 October ttll
COÓPVAERT
De Man kabinetsformateui,
De Barmat-zaak.
Inschakeline in het universitaire instituut.
De rede van den rector-magnificus heeft
klaar uiteengezet, welk een belangrijke
stap gedaan werd, toen men besloot, dit
onderzoek te incorporeeren in de academie.
Wat de rector-magnifleus zelde over het
St. Caeellla-gasthuis als oudste Academisch
gasthuis ter wereld, verdient volgens den
minister om dezelfde reden als hij zooeven
noemde, alle aandacht. Daargelaten of het
gebouw een monument is en bijzondere
architectonische waarde heeft, het moet in
elk geval worden gewaardeerd a's een cul
tuurhistorisch element en omdat wij rijker
worden, doordat wij het verleden voort
durend tot ons laten spreken, acht ook de
minister de gedachte zeer der overweging
waard, dat het gehouw zou bewaard blij
ven: hetgeen uiteraard niet tegehik betee-
kent het in uitzicht stellen van een rijks
subsidie Trouwens het moet mogelijk zijn
voor de maatschappelijke krachten, om het
ideaal van den rector-magnificus te ver
wezenlijken zonder financleelen overheids
steun en aldus vol piëteit een mijlpaal te
bewaren langs den weg. dien wetenschap
en kunnen hebben afge'egd.
Vervolgens sprak de president-curator
der Leldsche Universiteit, mr. A van de
Sande Bakhuyzen.
Aan zijn rede ontleenen wij het volgende:
„Drie llohamen houden zich heden ten
dage in het bijzonder bezig met de behar
tiging der belangen eener Rijks-Universi
teit. De in faculteiten verdeelde Senaat,
de Regeering en het College van Cura
toren.
De president-curator spreekt.
Mr. A. van de Sande Bakhuyzen.
Spr. mag zich dus met eenig recht scha
ren bij de beide voorgaande sprekers en
ook uit naam van het College van Cura
toren der Leidsche Universiteit zijn stem
doen klinken bij de herdenking van de or
ganisatie in universitair verband der kli
nische methode bij het onderwijs in de
Geneeskunde en haar gevolgen voor de
studie in dit vak.
Deze herdenking vindt haar rechtvaar
diging niet in het wijzen op de glorie, die
daardoor onze Universiteit ten deel werd;
zij heeft en hebbe de strekking onze aan-
daoht te vestigen op en ons inzicht te ver
diepen in niet zoozeer de wetenschap,
waarom het hier gaat, als wel in de me
thode harer bevordering, opdat wij, uit de
geschiedenis puttende, de toekomst van
haar ontwikkelingsgang verzekeren en ver
beteren.
De eerste voorganger op dezen middag
heeft zich dan ook bepaald tot het aan
duiden van de groote wetenschappelijke
beteekenis van een maatregel, voorgesteld
door een hoogleeraar, gesteund door diens
faculteit en uitgevoerd door de „Curateurs
ende Burgemeesteren" dezer stad. Noodig
was het ook niet, dat hij daarop dieper
Inging, want voor ieder is het duidelijk,
dat de doorgronding der geneeskundige
problemen en de verbetering der bestrij
ding der ziekten, die telkens weer op
schijnbaar- nieuwe wijzen, ons leven en ons
geluk belagen, gebaat, ja eerst recht goed
mogelijk gemaakt werden door de inscha
keling van een zij het. ook nog zoo sobere
kliniek met een twaalftal bedden met snij
kamer in het toenmalige medisch onder
wijs.
Het groote feit. dat wij zooeven met die
pen eerbied en groote dankbaarheid voor
onze voorgangers in een zoo helder dag
licht zagen gesteld door de voortreffelijke
redevoering van den gelukkige samen
loop der cnmstandighedendaartoe wel
bij uitstek bevoegden Rector-Magnificus en
waarbij wij hedenmiddag onze gedachten
laten stilstaan, is in wezen een gelukkig
voorbeeld hoe wetenschappelijk inzicht
eener faculteit en een juist besef daarvan
door het beheerende College, samengaan
de, groote dingen tot stand kwamen.
Het is een geval dat zich in het leven
der Universiteit zeer veelvuldig voordoet,
dat meer of minder ingrijpende voorstellen
worden te berde gebracht en dat daarvoor
de medewerking der beheerende machten
noodig is; telkens weer hangt het dan af
van een wederzijdsch juist inzicht en een
wederzijdsche bereidheid of er iets tot
stand komt.
Zoo was het met de gedachte van Otto
Heurnius, die om zoo vruchtdragend te
worden als gebleken is, den materleelen
en moreelen steun der tot beheeren be
voegden niet kon ontberen.
Dit gelukkige voorbeeld, dat ons vandaag
ter herdenking wordt aangeboden, moge
ons dus voor oogen blijven staan en ons
den weg naar de toekomst wijzen en ver
lichten
In Heurnius' tijd waren de beheerders
der Hoogeschool uitsluitend de Curatoren
en Burgemeesteren der Stad Leiden; zeer
gelukkig is sinds jaren een derde tot den
bond van Curatoren en Senaat toegetre
den in den vorm der Landsregeering, niet
langer nu uitsluitend als subsidieerend
lichaam, maar als medebeheerende en dat
nog wel met overwegende stem.
Ook zij moge zich bedenken wat haar
medewerking beteekenen kan en hoe groot
dus haar verantwoordelijkheid is voor het
verzorgen van het apparaat dat haar ten
dienste staat om de wetenschappelijke be
teekenis van ons volk te handhaven en
vooruit te brengen. Spr. zegt dit geenszins,
omdat hij zou twijfelen aan die medewer
king, want dagelijks ontvangt hU de be
wijzen daarvan. Het zou ook van grove on
dankbaarheid getuigen tegenover den te-
genwoordigen verantwoordelijken raadsman
der Kroon voor dezen tak van staatszorg,
waar wij weten, dat hij, ook zelfs in de
nog steeds zoo zorgelijke omstandigheden,
met warme belangstelling en toewijding
tracht de middelen te vinden om aan de
meest dringende behoeften tegemoet te
komen.
Spr. zegt het, omdat ook zij vandaag,
evenals wij, moge bedenken, dat wij drieën
het zijn, die slechts tezamen de verwezen
lijking van het doel der Universiteit kun
nen verzekeren.
Er is nog een gedachte, die hem reeds
eenige jaren niet met rust laat en die door
de eenvoudige, door den Reetor-Magnificus
verhaalde geschiedenis met aandrang bij
hem opwelt.
In Heurnius' dagen gingen onderwijs en
wetenschapsbeoefening als vanzelf teza
men; de verzorging der onderwijstaak
brengt vanzelf wetenschappelijk onderzoek
mede, maar in die dagen en gelukkig nog
lang daarna was er evenwicht in die twee
eenheid. die een geleerde heeft, te verple
gen. Sinds de laatste anderhalve dekas
echter is dat evenwicht naar het hem
schijni in ernstige mate verstoord gewor
den. Wanneer spr. nagaat, hoe vele hoog
leeraren belast zijn met de buiten alle
vroegere verhoudingen uitgegroeide zorgen
voor het onderwijs door den daaraan ge-
koppelden en al te tijdroovenden examen
vloed. waarbij dan nog voor velen hunner
komen de behcersbemoeienissen van de
uitgebreide instituten, dan vraagt hij zich
af hoe het moet gaan met de bevruchting
die het onderwijs in zoo sterke mate
placht te geven en ook moet geven aan
de ontwikkeling en de ontplooiing van
zelfstandig wetenschappelijk onderzoek,
waartoe de Universiteit toch zeker niet in
de tweede plaats oproept en dat vóór alles
ongestoorde en onafgeleide toewijding als
voorwaarde stelt.
Van harte hoopt hij, dat uit deze
herdenking in dit opzicht voor ons
allen, die verantwoordelijk zijn voor
den bloei der Universiteit, een nieuwe
prikkel moge geboren worden om er
voor te waken, dat de voorwaarden,
die zuivere wetenschapsbeoefening
stelt, vervuld blijven.
Het is verblijdend te mogen vaststellen,
dat de te Leiden in 1637 ingevoerde me
thode door tal van andere Universiteiten
werd overgenomen, maar dan rust op ons
de dure plicht dat wij, die den invloed
onzer toen nog zeer jeugdige hoogeschool
reeds tot ver over 's lands grenzen zagen
groeien, trachten dezen onverzwakt te
doen voortduren en daarop, hoe groot de
moeilijkheden ook zijn, die daartoe moe
ten worden overwonnen, gestadig hot oog
gevestigd houden.
Geiukwenschen van andere
Universiteiten.
Hierna bracht prof. dr. E. P. Piek uit
Weenen de hartelijke geiukwenschen over
namens de Universiteit van Weenen en
namens de Weensche medische faculteit.
Als Leiden en tevens geheel Nederland den
naam van Herman Boerhaave nog heden
met diepe vereering noemen en de herin
nering aan hem. dien zijn tijdgenooten be
titelden met „Europae Communis medico-
rum praeceptor" levendig houden, heeft
Weenen aan hem zijn leerlingen Van Swle-
ten en De Haen te danken, deze beide
groote hervormers van de medische- en
natuurwetenschap.
Door de groote Keizerin Maria Theresia
naar Weenen geroepen, hebben de Leidsche
medici Gerhard van Swietën en Anton de
Haen de leer van Boerhaave naar Weenen
overgeplant, waarmede de eerste bloei
periode aanving, waaruit later de wereld
reputatie van de Weensche medische
school geboren is. Zij hebben bovendien de
wetenschappelijke geneeskunde van den
geest der middeleeuwsche scholastiek be
vrijd en deze in een onverbrekelijk ver
band gebracht met de natuurwetenschap
pen. Het is de onuitsprekelijke ver
dienste van Boerhaave en van zijn leerlin
gen geweest de kerngedachte naar voren te
hebben gebracht, dat de medische weten
schap zich slechts kan ontplooien bij den
vooruitgang van de natuurwetenschap. Dit
A.V.R.O.'S BONTE DINSDAG-
AVONDTREIN.
De A.V.R O verzoekt ons mede te deelen,
dat er in de komende weken geen 3, doch
2 treinen van Lelden naar Hilversum zul
len rijden. Getracht zal worden om de
luistervinken, die volgnummers in hun be
zit hebben voor een derden trein, in trein
No. 2 onder te brengen, desnoods met be
perking van het aantal plaatsbewijzen per
luiste rvinkdiploma.
•--ERGEANT-MAJOOR A. G. GODEE
GEHULDIGD.
Wegens 24-jarigen trouwen dienst.
grondprincipe heeft reeds eeuwen lang
rijpe vruchten gedragen en het dient ons
ook voor de geheele verdere toekomst tot
richtsnoer te zijn.
Het kan geen toeval zijn, dat uit deze
groote Leidsche traditie, de medische we
tenschap in nauwe samenwerking met de
natuurwetenschappelijke onderzoekingen,
juist in deze stad de grootste successen
behaald heeft, om slechts één voorbeeld
te noemen: de baanbrekende ontdekking
van den snaargalvanometer door Willem
Einthoven.
Na nog gewezen te hebben op de betee
kenis van den Leidschen botanicus Nlco-
laas Joseph Jacquln voor Weenen, besloot
spr. met als vertegenwoordiger van de
Weensche medische faculteit, de goedleer-
sche doohter, den diepgevoelden dank en
de beste wenschen voor de toekomst uit te
brengen aan de zoo rijkelijk gevende, we
reldberoemde moeder: aan de Rijksuniver
siteit te Leiden.
Tenslotte werd nog gesproken door den
vertegenwoordiger der Universiteit te Edin
burgh, prof. dr. Logan Turner.
Toen in 1926 de Universiteit van Edin
burgh het tweehonderd-jarig bestaan van
d» Medische faculteit herdacht, aldus spr.,
heette zij den vertegenwoordiger van de
Leidsche Universiteit prof. J. van der Hoeve
welkom. Op dit oogenbllk verheugt Edin
burgh zich erover één van haar medische
docenten af te vaardigen, ara deel te ne
men aan uw feestviering.
De Universiteit en de faculteit van Edin
burgh maken van deze gelegenheid gaarne
gebruik om u geluk te wenschen met de
herdenking van „300 jaar Klinisch onder
wijs". De faculteit herdenkt met oprechte
blijdschap en mot een diep gevoel van
dankbaarheid, hetgeen zij verschuldigd is
aan uw medisch onderwijs. In het centrum
van Europeesche vermaardheid in de da
gen van haai' grooten docent en physlcus
Herman Boerhaave. oefende zij zoo'n veel-
omvattenden invloed uit op den gedach-
tengang van de jonge Schotten. Alexander
Monro en John Rutherford, die aan zijn
voeten zaten, dat zij bij hun thuiskomst
de Medische Faculteit van Edinburgh
stichtten, haar opbouwend naar het Leid
sche voorbeeld. Daarom wenscht de doch
ter-faculteit bij deze bijzondere gelegen
heid haar hartelijke geiukwenschen te
zenden aan haar moeder, daarbij de hoop
uitsprekend, dat zij in de komende jaren
moge groeien en bloeien.
„Floreat Res Medica".
Na afloop van de plechtigheid in het
Boerhaave-kwartier werd een bezoek ge
bracht aan het Sint Caecllia-gasthuis,
waar Otho Heurnius in 1637 zijn eerste
klinisch onderwijs gaf, terwijl tenslotte het
gemeentebestuur in de Lakenhal een thee
aanbood.
aan een stijlvol Bureau uit hout of hout met staal.
Onze Etalage geeft U een beeld van onze voor
raden in practische Kantoor-meube
len Degelijke Bureaux-Ministre
vanaf
Sergt.-maj. Godee.
Om half elf hedenmorgen vond op de
binnenplaats van de Wittepoorts-kazerne
aan het Noordeinde een plechtigheid plaats
Daar werd n.l. In tegenwoordigheid van
een detachement van de Leidsche en Haag-
sche politletroepen. deputaties van 4 R.I.,
6 R.V.A. en de garntzoenswerkpiaatsen,_ de
zilveren medaille voor 24-Jarlgen trouwen
dienst uitgereikt aan sergeant-majoor-in-
structeur A. G. Godee, groepscommandant
der politletroepen alhier. Onder degenen,
die van hun belangstelling blijk gaven
merkten we o.a, op, kapitein jhr. van
Suchtelen, afdeellngscommandant der po
litletroepen, kapitein Iwens van het 60
R.V.A., den heer Meyer, commissaris van
politie en den eersten luitenant der In
tendance-troepen Everts. Nadat het be
treffende K. B. was voorgelezen, speldde
de eerste luitenant der politletroepen On
derstal, den Jubilaris het eeremetaal op de
borst en wenschte hem geluk met deze on
derscheiding. Spr. herinnerde aan den 24-
jarlgen diensttijd van majodr Godee en
memoreerde hoe hij in de moblllsatlejaren
belast Is geweest met „de veredeling van
den zang In het Nederlandsche Leger".
Hierna werden de officieren, onderoffi
cieren en korporaals in de gelegenheid ge
steld den Jubilaris persoonlijk geluk te
venschen.
Voor het verdere Stadsnieuws verwijzen
wij naar het 5de Blad.
De Daily Herald schrijft: „Mussolln! blo
vrede aan. een Mussollnleaanschen p*
zelfs den Abessljnen heeft hij evenveel
geboden".
Pertlnax zegt in de Echo de Parli: j,
Mussolini den prijs geïnd heeft van de i*,
dc Fransche en Britsche rijken geannexeg.
de Duitsche koloniën, sommeert Mus»
ons ze terug te geven. Een eigenaaaij.
procédé. Wat ons betreft, wanneer 1
Dultschland zijn hulpbronnen voor grond,
stoffen laten vergrooten, zonder het b,.
wijzen en zekere waarborgen te vragen voi.
zijn wil tot vrede, zouden wij dan lehg.
ders doen. dan de reeds tegen ons gerithj
militaire kracht vergrooten? In de moei
lijke periode, die wij beleven, wordt devrei
misschien gered door de economlache c
financieels beklemdheid van de twee tot;'
litaire staten. Kunnen wij deze belde»
heid welbewust verminderen?"
l'Epoque schrijft: „Wanneer Musso^
Dultschland er thans toe drijft zijn bllkkü
te richten op Afrika, dan geschiedt dltt»
het van den Donau af te wenden, tr'
mvenden echter, dat de Duce onmiddelï
na de verovering van Abessynië verklas
had, dat zijn land zich schaarde tussch
de voldane mogendheden, d. w. z dat
niet meer de revanchewenschen van
overwonnen mogendheden zou steunen, v
is veel water door de Tiber én de Spree f
vloeid. Na onvoorzichtig de financieel;
militaire clausules van het verdrag q
Versailles te hebben laten afschaffen, b
men wij thans tot de territoriale clausula
Zij zijn het moeilijkst te regelen op vreei
1 zame wijze".
De Populaire schrijft: „Wij bekennen, j
1 wanneer eenige duizenden vierkante k
meters in Afrika van Dultschland
vreedzame natie zouden maken, wij onit
de vurigste aanhangers zouden behoore
van een terugkeer der koloniën naar ht
Derde Rijk. Wij zijn echter van het tegec
deel overtuigd.
Mussolini, die ook uit naam van Hitle
sprak, heeft in den vorm van „vredeivos-
waarden" een ultimatum tot Europa g
richt."
ALGEMEENE TOESTAND
DE NON-INTERVENTIE.
(ingez. Mea.)
140
Mussolini's politiek.
De zitting, welke het non-interventie-
comlté houdt, zal om drie uur beginnen
Aangezien men verwacht, dat de onder
handelingen thans weer normaal zullen
verloopen, zal niet Eden. doch lord Ply
mouth de vergadering presldeeren.
De Itallaansche ambassadeur, Grandi,
heeft een langdurig onderhoud gehad met
lord Plymouth. In politieke kringen hecht
men groote beteekenis aan deze bespreking.
Naar vernomen wordt, heeft de Rus
sische regeering de commissie voor de
nlet-inmenging een nota doen toeko
men, waarin zij verklaart, niet langer
in het fonds der commissi een in de
kosten van het toezicht te willen bij
dragen, doch wel lid te zullen blijven.
In welingelichte kringen Is men van
meening, dat Rusland er geen bezwaar
tegen zal maken, opnieuw een deel In ,de
onkosten te betalen, indien het toezicht-
stelsel in zijn gehee* hersteld zou worden.
In een commentaar op de rede van Mus
solini onderstreept de „Giorraale d'Italia"
nog eens de richtlijnen der Italiaansche
politiek, t.w.:
1. Onverbiddelijke strijd tegen het com
munisme.
2. Erkenning van de rechten en elemen
taire behoeften der naties, en moedige
herziening, voor het te Iaat is, van de be
palingen der vredesverdragen, welke er
mede in strijd zijn.
3. Inwilliging van de Duitsche koloniale
elschen.
4. Eerbiediging van het fascistische Italië
en de Integriteit van zijn koloniale rijk.
Het is zeker, aldus voegt het blad hier
aan toe, dat deze elschen tot polemieken
aanleiding zullen geven, doch deze zullen
den loop der gebeurtenissen niet kunnen
stutten.
Inderdaad komt deze polemiek reeds los
De Dally Telegraph and Morning Post
schrijft:
„De twee dictatoren zijn overeengekomen
elkander wederzijdschen steun te verlee-
nen. Dultschland moet moreel de Itallaan
sche „anti-bolsjewistische" campagne in
Spanje steunen en Italië moet Dultschland
steun verleenen in zijn koloniale elschen.
Bovendien moet Mussolini er van afzien te
deelen In de uitbreiding van de Duitsche
„invloedszone" in den Balkan en in het
Donaubekken. Te Berlijn heeft men hem
te kennen gegeven, dat hij naar den ande
ren kant van de Middellandsche Zee moet
uitkijken wanneer hij de zone van zijn eigen
belangen wil uitbreiden. Te Londen beeft
men het zeer duidelijke gevoelen, dat het
werkelijke doel, dat zich de nationaal-socia-
llstlsche partij voor oogen stelt is, belang
rijke strategische posities te verwerven op
de Afrlkaansche kust".
BELGIË
Gistermiddag heeft de koning deniocii.
listen-leider Vandervelde verzocht tti
kabinet te vormen, doch deze bedankte
Daarop werd de socialistische tl»
president van het demissionaire lublw
Van Zeeland, de Man, tot foraule#
aangewesen
Vandervelde heeft verklaard, de opdrut
tot het vonmen eener regeerlnc te het*:
geweigerd, omdat hij van meenlng is, fc
ziln persoon de oplossing der crisis nlr,
zou vergemakkelijken met het oog op ft
standpunt betreffende de lntemationii
politiek en omdat hit zich vrijheid ra
handelen wilde voorbehouden.
De Man heeft aan dc pers medegedeeï
dat hit heden met zijn besprekingen
beginnen. Gisteravond heeft hit echtere
reeds eenige persoonlijkheden ontmoetl
de eerste p'oats den afgetreden mini»
president van Zeeland,
Als eerste getuige in de zaak-Bana
werd gisteren de gouverneur van dc Nat»
nale Barak. Franck gehoord, die een uiteet
zetting gaf van het mechanisme van de to
de bank verrichte disconto-operaties,
verklaarde, dat alle operaties met de bssl
Goldzleher en de Noorderbank tot staf
gebracht zijn door den inmiddels overlete
directeur Ttlmont. doch dat hi! dezen
heel dekte. Franck verklaarde verder,
hll Barmat nooit persoonlijk had ontat*
en dat hij geweigerd had hem te ontvani»
Voorts werd de Nederlander, dr, HuF
mans. gehoord Deze getuige is voonlW
van den raad van beheer van de Loeier
stein Cotton Maatschappij geweest en lef?
een verklaring af over de rol. welke Banal
in deze zaak heeft gespeeld.
De voornaamste getuige, welke glstero
werd gehoord, was oud-mlnlster Petitjeü
die advocaat van de Goldzleher banï
geweest. Petltjean deelde bil zonderhek
mede over de betrekkingen met Barmi'.
wlen hti te Den Haag een lunch heeft a®
geboden. De prooureur des konlngs «r
zocht den getuige zijn verklaring te ofr
derteekenen
Morgen voortzetting.
DUITSCHLAND
De Kerkstrijd.
Een brief van Kerll aan de
Belijdende kerk.
De rijksminister voor kerkelijke zal«
heeft landsblsschöp dr. Wurm te Stuttgaf
een brief geschreven van den volgen»
1 inhoud
1 De Evangelische kerkeraad te Stuttpf
heeft d.d. 7 September 1937 een omzei»
brief doen uitgaan betreffende deelnemM
I aan gemeenschappelijke vergadering-
waarin de volgende passage voorkomt:
„De bekende door de pers verspreide I!r
klaring, die bisschop Meile als vertes®'
woordiger van de Duitsche methodisten J
Oxford over den toestand van de kerk B
Dultschland heeft gegeven, moet door
geheele Belijdende Kerk als een betreurt'
waardige miskenning van den werkeUW
toestand worden opgevat. Zoolang IJ®
afdoende correctie volgt, is het om der wj
van de waarheid en van de eer noodzakhf
dat predikanten en de kringen van
de Br-
elljt'
ril