Dr. Kuyper-herdenkingstentoonstelling te Amsterdam - Scheren van riet LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 78s(e Jaaraang FEUILLETON Kameraad Moeder VAN HET STRIJDTOONEEL IN CHINA. Japansche infanteristen, achter een hoogen muur, schietend op Chineesche troepen in nabijheid van Sjanghai. beschermd de HET GROOTE RIETBOSCH IN HET iV DG MEER wordt momenteel geschoren. Het rietgewas is aangekocht door eenige bloembollenkweekers uit Hillegom en Lisse om het bladriet te gebruiken voor dekking der bollenvelden in den winter. DE WEDSTRIJD YOORLOOPIG NED. ELF- TAL tegen de 3e klas Engelsche profclub Bournemouth. Nederland won met 1—0. Hallo slaat een aanval af. SOLDATEN van het be roemde Scots Greys" regi ment,- dat'niet gemotoriseerd zal worden, bij oefeningen. ALS EEN STEP MET EEN MOTOR. Het nieuwste vervoermiddel van studen ten te White Plain New York. De motor is aangebracht onder de zitting. KONING BORIS VAN BULGARIJE bestuurde den eersten trein op de nieuwe lijn van Dup- nitza naar Goriri Dzumaya. Na den rit hield de koning staande voorop de locomotief een toespraak. DE DR. KUYPER-HERDENKINGSTENTOONSTELLING TE AMSTERDAM, Minister Colijn beschouwt aandachtig de caricaturen van den grooten staatsman Roman van CHRISTEL BROEHLDELHAES. Nu zou hij als antwoord op zijn briel zelf Komen. Of hij in dit telegram zijn bezoek aankondigde? Waarschijnlijk wel; ze kon toch bezwaarlijk verwachten, dat hij aan haar vader seinde: Verzoek u omgaand om de hand van uw dochter! Nee, dat ging -och niet. Camilla barstte in een gelukkig, maar zenuwachtig lachen uit. Alles zou zich nu ten goede keeren. Tenslotte was Z'i toch niet de eerste de beste, maar de dochter van Gerold Tiebruck. Halt! Had ze ,an pen andere aantrekkelijkheid dan „de dochter van Tiebruck", van een beroemd man te zijn? Was dat alles? Was er dan zelf'' Wat ^aar lie* dee<* hebben om baar ■ui.61 t€'eSrani brandde in haar handen. f*. t ?'as zoo los gesloten, dat het haar niet de minste moeite zou kosten het te en "der dicht te plakken. Tenslotte tocb in de eerste plaats haar er 'n bat telegram stond in de volgende seconde had ze het zegel o gescheurd. Daar lag het draadbericht r baar. maar ae weinige woorden '€n geen syllabe, welke op haar be- si(.HÏ.lngvhad' Het strookje papier meldde siechts het volgende; „Kinderverlamming in kliniek uitge broken. Verzoek toestemming tot vac cinatie." ALK Camilla las de woorden zóó vaak tot ze in haar hoofd waren vastgehamerd. Na tuurlijk, hij schreef niets over haar, hij kon ook niet komen; hij had nu heel an dere dingen aan zijn hoofd. Hij droeg de vei antwoording voor den goeden gang van zaken in de kliniek en hij was tegen die taak opgewassen. Ze was trotsch op hem, ja. haar liefde vlamde weer op met den ouden, verterenden gloed. Waarom werk te hij den laatsten tijd zoo hard? Deed hij dat niet uitsluitend voor haar? Had hij niet gezegd: „Als ik het serum vind, trou wen we?" Ja, zóó had hij het gezegd! En ze geloofde hem weer. Hij had het serum gevonden. Vader droeg hem alle achting toe. Hij had herhaaldelijk van Alk ge sproken als van een der begaafdsten onder de jdngere medici. Daar lag de weg voor hem open. Een speling van het lot was dit telegram, een wenk van Fortuna. Zonder goed te beseffen wat zij deed, scheurde ze het telegram in honderd snippers, welke ze in haar zak stopte om ze later op straat weg te werpen. Daarna begaf zij zich naar het postkantoor, waar zij het volgende te legram voor Alk opgaf: „Alles probeeren! Tiebruck." Ze had geen gevoel voor hetgeen zij deed Hel drong niet tot haar bewustzijn door, dat zij zich hier liet verleiden tot een daad, waarvan de rampzalige gevolgen niet te overzien waren. Wanneer zij slechts eenig idee had gehad van hetgeen ze haar vader hiermee aandeed, dan zou ze zeker eerder in het water zijn gesprongen dan Alk deze drie woorden te seinen. Ongeveer tien dagen later ontving pro fessor Tiebruck een justitieel schrijven, waarin hem werd gelast onmiddellijk naar zijn woonplaats terug te keeren. Er was een aanklacht tegen hem ingediend, om dat hij zijn assistent en tijdelijk plaatsver vanger te vérgaande volmachten zou heb ben gegeven. Toen Tiebruck deze Jobstijding in klei nen kring voorlas, staarde Camilla haar vader een oogenblik met groote oogen van ontzetting aan. Alle kleur was uit haar ge laat geweken en zonder een woord te kun nen uitbrengen, viel zij bewusteloos van haar stoel. Niemand vermoedde de ware oorzaak van dezen aanval van zwakte. Men nam aan, dat Camilla's toch reeds zoo zwakke zenuwen dezen slag, welke haar vader zoo plotseling trof. niet had den kunnen verdragen en Roman a meende zelfs, dat zij zich ongerust maakte over Alk. Zij zelf was in het geheel niet bevreesd. Ze wist, dat haar man geen volmacht had gegeven, welke hij niet zou kunnen verant woorden. Er waren dus maar twee moge lijkheden: Alk was eigenmachtig opgetre den of er was slechts sprake van een ver gissing. Zorgvuldig en rustig pakte zij de koffers. Den volgenden morgen Camilla was weer in zooverre hersteld, dat zij kon reizen verlieten zij het vacantieoord, waar zij zoovele kostelijke dagen hadden doorgebracht. Het gebeurde veroorzaakte een geweldige sensatie. Eiken dag brachten de bladen op de frontpagina kolommenlange artikelen over de zaak TiebruckAlk, welke binnen kort voor de rechtbank zou worden be handeld. En daarbij werd nog een derde naam genoemd, ni. die van den bekenden, jongen advocaat, dr. Westphal, die als raadsman zou optreden van de ouders der kinderen, die van de door dr. Alk verrichte vaccinatie tegen kinderverlamming het slachtoffer waren geworden. Romana leek het, dat dit geval het moei lijkste was, dat zij in haar huwelijk te ver werken had gekregen. Het was haar des tijds gelukt den kleinen Alf van den dood te redden, ze was er in geslaagd Georg en Günther weer op den rechten weg te bren gen en ten slotte had zij zelfs Camilla's gesloten hart vermogen te openen. Nu ging het om de eer van den man, dien zij lief had. Met een gevoel van afkeer nam zij ken nis van het feit. dat Erwin Westphal de belangen der tegenpartij zou behartigen. Ze begreep het: dat was een kleinzielige wraak van den versmade op den geluk kige. Westphal mocht dan tenslotte een knap jurist zijn. een hoogstaand mensch was hij niet. Dit, zijn optreden in het openbaai-, was niets meer of minder dan een poging zijn wraak te koelen en daar mee maakte hij zich in haar oogen slechts belachelijk. Haat en vijandschap waren de drijfveeren, welke hem tot deze daad aan zetten. Het leed geen twijfel, of hij hun kerde er naar eindelijk zijn doel dezen tot dusver onaantastbaren rivaal van zijn troon te stooten te kunnen bereiken. Romana zag echter nog meer. Het ont ging haar niét. hoe Tiebruck leed. omdat hij in zijn hoopvoile verwachtingen zoo bitter was teleurgesteld. Hij had gemeend in Alk zijn opvolger te hebben gevonden; plotseling was echter ook aan deze illusie een eind gekomen. Tiebruck's verdediger, een uitstekend redenaar en een verstandig mensch, schet ste den professor als een medicus met ver antwoordelijkheidsgevoel en van een zeld zame consciëntie. Hij noemde het ten eenenmale uitgesloten, dat Tiebruck zijn assistent, ook al mocht hij dien dan als zijn rechterhand hebben beschouwd, vol macht tot levensgevaarlijke proefnemingen zou hebben verstrekt, wanneer hij zelf niet ten volle van de noodzakelijkheid overr tuigd was. Alk, voor wien alles op het spel stond, streed om zijn leven. Thans werd het Ro mana volkomen duidelijk, dat haar ver moeden. dat deze man bereid was over lijken te gaan wanneer zijn eigen, belang dat meebracht, wel allerminst misplaatst was geweest. Alk begreep, dat zijn carrière ais medicus voor goed vernietigd zou zijn, wanneer hij nu veroordeeld werd en hij deinsde er derhalve geen moment voor te rug zijn leermeester en chef, den man. die op onbaatzuchtige wijze zooveel voor hem had gedaan, aan den schandpaal te nage len en zichzelf schoon te wasschen. Als Alk een man van formaat was geweest, zou hij thans alle verantwoording voor zijn reke ning hebben genomen, maar in plaats van zijn weldoener te ontlasten, bestreed hij hem als zijn grootsten viiand, daarbij ge steund door Erwin Westphal. i tf druk verboden). tWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5