Het sociaal-economisch congres van het N.V.V. De niet-inmengingscommissie bijeen LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Maandag 18 October 1937 Wellner-Wello Openingsrede van den heer Kupers RECHTZAKEN Op spoed aangedrongen Het tweedaagsehe sociaal-economi sche congres van het N.V.V. is heden te Den Haag geopend door den voor zitter, den heer E. Kupers die zeide dat de bedoeling van dit congres is zoowel het Nederlandsche volk als de regeering te overtuigen van de nood zakelijkheid, dat de maatregelen, welke in het sociaal-economisch program van het N.V.V. zijn genoemd, zoo spoe achteruilstelling van de leden dezer vakbeweging binnenkort een einde zal worden gemaakt. Spr. deed een dringend beroep op de regeering, om zoodanige maatregelen te treffen, dat ook in de overzeesche gewesten aan de bevolking dezelfde vrijheden op het gebied van vereenigtog. vergadering, druk pers en vakactie worden toegekend als in ons land bestaan. Voorts wijdde spr. eenige beschouwingen dig mogelijk tot stand worden gebracht. aan den internationalen toestand en wees er tenslotte op dat het ledental van het N V.V in ruim een jaar met bijna 8000 is gestegen. Na September 1936 is er zonder ecnige twijfel een aanzienlijke verbe tering ingetreden in het Nederlandsche bedrijfsleven. De uitvoer, die in de eerste 8 maanden van 1936 hl totaal 441.4 bedroeg, steeg in de periode van 1937 tot 739.0 millioen. Deze verbetering is niet alleen een gevolg van de prijsstijging der geëxporteerde artikelen, maar ook van den toegenomen omvang van den uitvoer. Ook de invoer in sterk gestegen. In de eerste 8 maanden tan 1936 Importeerde Nederland voor een bedrag van 627.7 millioen gulden. In dezelfde periode van 1937 was dat 1031.1 millioen gulden. Ook bij den invoer speelt natuurlijk de prijs stijging, die een gevolg was van de deva luatie, een rol - Maar het verheugende is, dat de invoer van grondstoffen voor onze industrie o.a sterk toenam, waaruit dus tot een stijgende industrielele bedrijvigheid mag worden geconcludeerd. Voor een aantal bedrijfstakken heeft de productie reeds het peil van 1929 eenigszins overschreden. Deze toenemende bedrijvigheid komt ook tot uitdrukking in de opbrengst van de rijksmiddelen (zonder de directe belas tingen). Over de eerste 9 maanden van 1936 be droegen deze 267.5 millioen gulden. Over dezelfde periode van 1937 waren deze rijks inkomsten gestegen tot 326.7 millioen gul den, een vermeerdering derhalve met 59.2 millioen gulden. In Nederlandsch-Indië, dat in nog veel sterkere mate dan ons land op export is aangewezen, waren deze cijfers nog veel gunstiger. Over de eerste 8 maanden van 1936 was de opbrengst der landsmiddelen 255.7 mil lioen gulden, over dezelfde periode van 1937 331.4 millioen gulden. Een meer-opbrengst dus van 75.7 millioen gulden Ook op het gebied van de werkloosheid is in ons land een niet onbelangrijke ver betering ingetreden Op 12 September 1936 bedroeg het aantal ingeschreven werkloozen bii de arbeids beurzen rond 386.000. Op 11 September van dit jaar was het gedaald tot 319.000. In tusschen heeft, zelfs als men uitgaat van deze officieele cijfers, het werkloosheids probleem nog niet veel van zijn benau wende afschuwelijkheid verloren. Dit cijfer van 319.000 is nog veel te op timistisch. De heer A. B. Velthuysen. refe rendaris bij den rijksdienst der werkloos heidsverzekering en arbeidsbemiddeling, berekende onlangs, dat er boven het offi- cieele aantal zeker nog een 150.000 niet- ingeschreven werkloozen zijn. Is dit Juist en er bestaat geen reden daaraan te twijfelen dan telt dus thans, na een jaar opleving. Nederland nog altijd meer dan 450.000 werkloozen. Vele industrieën, vooral die van ver- bruiksgoederen, zijn de gevolgen van de crisisjaren nog lang niet te boven Wil de opleving in Nederland zich in volle kracht bunnen doorzetten, dar. zullen maatregelen getroffen moeten worden om ce koopkracht van de groote massa te ver- grooten, waardoor eindelijk ook de voor het binnenland werkende bedrijven (een zeer belangrijk deel van ons economisch leven) van de betere conjunctuur kunnen mee- profiteeren. Wi.i willen eerlijk bekennen, zoo ging spr. voort, dat onze verwachtingen ten opzichte van de huidige regeerine verre van hoog gespannen zijn. Sterker dan ooit zullen wii aandringen op krachtige bestrijding der werkloosheid, ook onder de jeugd, op den grondslag van het plan van den arbeid. Daarnaast klemt sterker nog dan voor heen de noodzakelijkheid van een verbe terde werkloozenzorg. Het toekennen van een duurtetoeslag aan alle ondersteunde werkloozen om daardoor de gevo'gen van de stijging der kotten van het levensonder, houd eenigszins te compenseeren. is als een absolute noodzakelijkheid te be schouwen. Terwijl elke sociale verbetering botweg wordt afgewezen in verband met den fi- mancieelen toestand, worden de militaire uitgaven ontzaglijk vergroot. Wanneer de plannen van de regeering ongewijzigd w-orden aangenomen, dan be- teekent dit. dat de stijging van de jaarlijk. sche defensie-uitgaven in enkele jaren niet minder dan ongeveer 64 millioen gulden zal bedragen Bij verwezenlijking beteekent dit. dat er voor allerlei zeer urgente sociale maatregelen in afzienbaren tijd niet voldoende geld beschikbaar zal zijn. Intusschen wees spr.. hoewel erkennende dat de internationale verhoudingen ont zaglijk zijn verscherpt, op den noodzaak van een betere zorg voor de ouden van dagen, enkele noodzakelijke verbeteringen in het onderwijs, de verlaging van de leerlingen- schaal. uitbreiding van den leerplicht, een betere bezoldiging van de kweekelingen, verhooging van den steun aan werkloozen, een wettelijke vacantiere.geling. Daarnaast is een verbetering in de in- validiteits- en ouderdomswetten urgent. Wij vragen verder in ons sociaal- economisch program opheffing van de organisatie-verboden bij defensie ten aanzien van de moderne arbeiders beweging. Spr. zeide intusschen redenen te hebben om aan te nemen, dat aan deze Rede W. Brouwer Jr. De eerste inleider, de heer W. Brouwer Jr.. millioen gulden voorzitter van den Algemeenen Nederland- ove reer.konistige j schen bond van handels, en kantoorbedien- den, behandelde hierna het onderwerp ..De noodzakelijkheid van verbetering van het levenspeil der Nederlandsche werknemers". Hij motiveerde drie elschen van het N.V.V de totstandkoming van collectieve arbeidsovereenkomsten, door middel eener wettelijke regeling; een wettelijk minimum loon voor landarbeiders; een wettelijke regeling in zake betaalde vacantie. De noodzakelijkheid van verbetering van het levenspeil werd betoogd aan de hand van een onderzoek naar de daling van het loonpeil der arbeiders, dat het N.V.V. eind 1935 had ingesteld en waarbij gebleken was. dat de arbeidersklasse in de algemeene aanpassing meer dan haar deel heeft ge dragen en dat de positie van de arbeiders klasse in dit land uiterst precair is ge worden. Deze op den toestand van einde 1935 slaande uitspraak, is zeker nog van kracht, nu na Sep»emiber 1936 de stijging der kosten van het levensonderhoud zich voelbaar manifesteert. Spr. betoogde verder, dat de arbeider een consument van jewelste is. iemand, die zijn inkomen pleegt te gebruiken, die bij da'end inkomen niet en bij stijgend inkomen weer in het ruilverkeer zijn plaats inneemt en hii illustreerde dit met cijfers uit een in- ventarisonderzoek der SD.AP waaruit blijkt, dat enkele onderzochte gezinnen, die tijdens werkloosheid f. 0.87 per gezin en per week uitgaven aan kleediing en schoeisel, dit bedrag tot f. 10.32 oer gezin en per week opvoerden, toen en zoodra er door werk verhooging van inkomsten kwam. Spr. stelde, dat koopkrachtvergrootlng door verhooging van de inkomens der ar beiders een algemeen belang is. doch dat zelfs al zou verschuiving van koopkracht het gevolg zijn van loonsverhoogingen, dat dan nog de eisch om loonsverhooging voor de ergst getroffenen gesteld mag worden. In dit verband pleitte hii voor een wet- telük minimumloon voor landarbeiders, om vervolgens te komen oo de noodzakelijkheid de collectieve arbeidersovereenkomsten te bevorderen door middel van een wettelijke regeling Ten slotte pleitte hii voor een wettelijke vacantie. Rede F. S. Noordhoff. De heer F. S. Noordhoff. bestuurder van het N.V.V., sprak over de noodzakelijkheid van verbetering van het onderwijs. De 12.000 werklooze onderwijzers en on derwijzeressen moeten maar zien, hoe zij aan den kost zullen komen en moeten verder maar trachten, troost te putten uit de gedachten, dat men het in ons land wel goed vindt, in 4 Jaren tijds f. 157 millioen extra uit te geven voor militaire doeleinden doch dat er geen 10 millioen te vinden is ten einde 6000 leerkrachten aan den slag te helpen om maar te zwijgen van de 15 millioen gulden, met behulp waarvan ze alle 12.000 weer te werk gesteld zouden kunnen worden. Rede mr. S. Mok. Mr. S. Mok sprekende over de hervorming van het ontslagrecht, betoogde, dat de formeele ge'ijkheid. welke de Nederlandsche wet ten aanzien van de opzegging van de arbeidsovereenkomst heeft gebracht, in wezen nadeelig is voor den arbeider. Het onslag is voor den arbeider een veel in grijpender zaak dan voor den werkgever, omdat het voor den arbeider in de meeste gevallen vernietiging van ziin bestaans zekerheid beteekent. Spr. bepleitte wijziging van de Neder landsche wet, waardoor de opzeggingster mijn ten behoeve van den arbeider verlengd zou worden naar gelang van den duur van de dienstbetrekking en veTuiming van de schadevergoeding in dergelijke eevallen Daarnaast wees hii op de noodzakelijk heid. om het ontslagrecht te beperken ten aanzien van hen. die door ziekte e.d. tiide- U.ik ongeschikt zijn, om hun arbeid te ver richten en ten aanzien van hen, die mili tairen dienstplicht moeten vervullen. Ten slo»te gaf hij als zijn meening te kennen, dat een verruiming van de wette lijke mogelijkheden, om tot beperking van onrechtvaardige or.trlagen te komen, ge paard zou moeten gaan met een hervor ming van de rechtspraak in arbeidszaken, waardoor in deze gevallen meer rekening kan worden gehouden met den bedrijfs- toestand. Wie er ook jarig is, voor dame of heer, voor jong en oud kunt U het passende geschenk vinden in de uitgebreide collectie Wellner- Wello Tafelgerei. Duurzaam, fraai en door en door vlckvrijl Voor iets aparts 9493 (Ingez. Med.) HAAGSCHE RECHTBANK. Wegens overtreding der Landbouwcrisis- wetten, heeft terecht gestaan J. H. uit Zoe- terwoude. Er was een hoeveelheid vet aan getroffen. De veldwachter Zijlstra deelde mede dat eerst een bezoek was gebracht bij H., waarbij men den indruk had ge kregen, dat de politie om den tuin werd geleld. Daarna is men terug gekomen voorzien van een machtiging tot de huiszoeking. Daarbij kon de overtreding worden gecon stateerd. De officier van justitie achtte het feit bewezen en vroeg bevestiging van het vonnis van den kantonrechter. Uitspraak over 14 dagen. De slechte kippen. S. den E., afkomstig uit Veur vervoerde kippen, die ongeschikt voor de consumptie bleken te zijn. Nu betoogde verdachte dat hii de kippen naar Berkei ging brengen, omdat daar zou worden geconstateerd, welke kippen vernietigd moesten worden. De president kon echter niet begrijpen, waarom dit speciaal te Berkei moest ge beuren. Voorts had verdachte erg te klagen over zijn vrouw, die aan den ambtenaar hal gezegd: „Neem m'n man maar. want hij heeft altijd slechte kippen." „Mijn vrouw loopt liever in Den Haag, dan dat ze wat van de kippen weet", zei verdachte. De officier vond het bewijs geleverd, dat verdachte kippen voor de consumptie be stemd, vervoerde. Hij vroeg daarom beves tiging van het vonnis van den kanton rechter. Uitspraak over 14 dagen. ROTTERDAMSCHE RECHTBANK. Wegens veroorzaken van een aanrijding op den Rijksweg te Rijsoord, heeft terecht gestaan de tuinder J. H. v. d. S. uit Ter Aar. Verdachte zwenkte met de door hem be stuurde auto plotseling naar links, waar door een botsing plaats vond met een te genligger. De Rechtbank veroordeelde S. tot f. 25 boete subs. 10 dagen hechtenis. Gedachtenisrede van den heer Chr. Müller. Groote belangstelling te Bodegraven. mhüitw^i j nO Zaterdag is de niet-inmengings-com- i digde regeeringen er den uitersten ernst rifl Fa T An zlan rlon tt-ae\ Vv 14enaaaIfawv aham aaIa.- <ma1 am 1Z-1 .,„1 Ji- missie te Londen dan weer bijeengekomen. Na een kort openingswoord van den voor zitter, lord Plymouth, legde de Fransche gezant een verklaring af. waarin hij wees op de noodzakelijkheid dat eindelilk eens opheldering werd gebracht. Hij stelde voor volgende punten vast te leggen: le. Het terugtrekken der vreemde lingen, die in Spanje dienen en wier evacuatie aanbevolen wordt door het ranport, dat reeds bij het comité aan bangig is gemaakt, moet binnen zoo kort mogelijk tijdsbestek verwezenlijkt, worden. 2e. Zoodra de internationale commis sies, die belast zijn met het toezicht op het terugtrekken vastgesteld zullen hebben, dat men op voldoende wijze op weg is het terugtrekken te verwezen lijken. zullen aan de heide nartljen in conflict in Snnnje. zekere recMcn toe gekend worden, die de internationale practijk aan oorlogsvoerenden in staat stelt uit te oefenen. 3e. Om de definitieve overeenkomst te doen uitkomen tusschen de regee ringen zullen de vertegenwoordigers in het comité al hun invloed gebruiken te Valencia of te Salamanca, oodat bin nen korten tijd een aantal vrijwilligers van beide legers wordt teruggetrokken en wel rekening houdende met de on evenredige verhouding die er bestaat tusschen de effectieven der vreemde lingen in de beide kampen. 4e. De mogendheden, die vertegen woordigd zijn in het comité nemen op zich op geen enkele wijze verlof te ver- Ieenen tot vertrek van nieuwe vrijwil ligers en nog minder tot vertrek aan te moedigen of nieuw luchtvaartma teriaal te zenden. 5e. Er moet een verscherpt controle stelsel worden Ingevoerd, men moet snel tot een besluit komen en reeds nu een termijn vaststellen, binnen welke men zich zal moeten uitspreken over de boven gedane voorstellen. Men moet ook zeer stellig uitspreken, dat de huidige toestand niet mag voortduren en dat, indien na afloop van den gestelden termijn geen ac- coord is bereikt, men vrij zou zijn zijn vrijheid van actie te hernemen. Na Corbin nam Plymouth het woord. Hij verklaarde, dat het duidelijk was, dat het non-interventie-accoord niet wordt nage leefd. „De toestand, daardoor ontstaan, is van dien aard, dat alle hier vertegenwoor- van moeten inzien. Met voldoening brrroet ik daarom de Fransche voorstellen, waar aan Groot-Brittannlë ziin volledigen steun geeft en ik verzoek allen hier aanwezige vertegenwoordigers der regeeringen aller dringendst. die voorstellen onmiddellijk in studie te nemen met goeden wil en in een geest van hartelijke samenwerking, opdat wij ten spoedigste tot het beoogde doel komen". Spreker achtte het tenslotte zijn plicht, het comité mede t,e deelen, dat, indien het niet mogelijk zou blijken, binnen zeer korten tijd een dergelijk accoord tot stand te brengen, de Brit- sche regeering zich het recht moet voorbehouden, haar volkomen vrijheid van handelen te hernemen. Na Plymouth sprak de Italiaan Grandi. De fascistische regeering, aldus spreker, is steeds bereid, zooals zij in haar jongste nota, door minister Ciano aan de vertegen woordigers van Engeland en Frankrijk overhandigd, heeft uiteengezet, met goe den wil alle middelen te bestudeeren, welke geschikt zijn, om de non-interventie-poli- tiek effectief te maken. De fascistische regeering deelt het stand punt van de Britsche en Fransche verte genwoordigers, dat de oplossing van dit vraagstuk van buitengewoon groot en ur gent belang is. doch zij herinnert eraan, dat, toen Italië. Duitschland en Portugal een jaar geleden deze zelfd? stelling ver kondigden, zij obstructie en onverschillig heid van de andere gedelegeerden ont moetten. Dientengevolge wijst de fascistische re geering elke verantwoordelijkheid voor de gevolgen van deze situatie van de hand. Ik hoop, dat de moeilijkheden, waardoor het aannemen van het Engelsche plan van 14 Juli werd verhinderd, spoedig uit den weg zullen zijn geruimd. Wat mijn land be treft. mijn regeering aanvaardde onmid dellijk en loyaal dit plan gebaseerd op deze Urie fundamentecle punten: controle neu traliteit en terugtrekken der vrijwilligers. Namens mijn regeering kan ik thans verklaren, dat het fascistische Italië bereid is, het voorstel tot een gedeeltelijke terugtrekking van een be paald aantal vrijwilligers, en wel van een gelijk aantal uit beide kampen, te aanvaarden, als een effectief begin van de toepassing van het Britsche plan, op de voorwaarden, die in dit plan neergelegd zijn. Derhalve stelt de Italiaansche regeering voor, onmiddellijk contact tc zoeken met de beide bij het conflict betrokken partijen ten einde haar standpunt te leeren kennen en aan de commissie de gelegenheid te geven, zoo spoedig mogelijk de methode vast te stellen. Grandi besloot met nog maals den nadruk te leggen op den loyalen vasten wil van Italië, samen te werken en weigerde te gelooven. dat de commissie, die in het verleden reeds zoovele crises te boven'is gekomen, niét in staat zou zijn, thans een basis voor overeenstemming te vinden. Ik herhaal echter, aldus vervolgde Grandi, dat er twee andere problemen bestaan, waarvan de oplossing door de fascistische regeering even noodzake lijk en dringend wordt beschouwd als oplossing van de vTijwilligerskwestie. Ik doel hierbij on het vraagstuk van de toekenning der rechten van oorlogvoe rende. zonder welke toekenning men niet kan spreken van een waarachtige neutraliteit in het conflict en verder op de kwestje der controle, die op de meest krachtige en volledige wijze uit oefend dient te worden, wanneer men wenscht, dat zij waarlijk doeltref fend is. Ontbreekt zulk een controle, dan zouden de vrijwilligers na het verlaten van het Spaansche grondgebied weer gemakkelijk kunnen terugkeeren of door anderen ver vangen worden". Spreker kondigde nog aan. dat hij in de a.s. zitting der commissie ook zou spreken over andere vraagstukken van groot be lang. Voor het oogenblik wilde hij zich er toe bepalen, te herinneren aan de mis bruiken, in de Middellandsche Zee begaan. aar zekere'schepen, zich van de vlag van groote mogendheden bedienen, teneinde oorlogscontrabande te kunnen vervoeren. De ambassadeur van het Duitsche Rijk, Von Rlbbentrop, hield daarop een rede voering, waarin hij verklaarde, dat zijn re geering de beraadslagingen over het Brit sche plan aanvaardt. Overigens steunde hu Grandi. De ambassadeur van sovjet-Rusland, Maisky, was bereid de Fransche voor stellen ter kennis van Moskou te bren gen, doch hij sprak als zijn meening uit, dat van de niet-inmenging thans geen heil kon worden verwacht en dat de oplossing was, Valencia toe te staan wapenen te koopen, waar het deze zou kunnen krijgen. „De daden der Italiaansche regeering zijn lijnrecht in tegenspraak met haar be tuigingen van vredeswil", zeide Maisky. „Ik kan daarom slechts aan deze verzeke ringen geloof hechten, als ik daden zie. Tot nu toe heb ik niets van dien aard gezien". De Portugeesche gedelegeerde verklaarde dat het standpunt zijner regeering niet veranderd is. Nadat nog de gedelegeerden van België en Zweden het woord hadden gevoerd, werd de zitting verdaagd tot Dinsdag 4 uur. Men hoopt, dat de gedelegeerden dan over instructies van hun regeeringen zul len beschikken, welke het hun mogelijk zullen maken met de beraadslagingen over Je verwezenlijking der Fransche voorstel len een aanvang te maken. De bijeenkomst van Dinsdag zal door minister Eden gepresideerd worden, daar lord Plymouth dien dag afwezig is Gisteravond sprak de heer Chr. Müller, Godsdienstonderwijzer en hulpprediker te Bodegraven in dé Ned. Herv. Kerk aldaar voor een stampvolle kerk ziin gedachtenis- woord teT gelegenheid van zijn gouden Jubileum als godsdienstonderwijzer. Zóó groot was de belangstelling, dat niet eens alle bezoekers een plaatsje konden bekomen. Na votum en Psalmgezang, las Spr. Ps. 103 en hield een korte inleiding, waarin hij vertelde, liever niet te hebben gejubileerd, maar bezweken te zijn, omdat men hem anders verkeerd zou hebben begrepen en zou meenen. dat hij ondankbaar was. Oor zaak was echter het inzien van zijn men:;, vuldlge gebreken en zijn bescheidenheid. Hij wil echter toch ook graag vertellen, hoe de Heere hem 50 jaar lang gesterkt heeft, ook gedurende de 34 jaar die htl mocht doorbrengen ln Bodegraven en hoe hit thans nog met ongebroken kracht mag blijven werken. Vervolgens koos spr. als tekst voor zijl gedachtenisrede Ps. 77 12 en 13. Hil achtte dat speciaal een psalm om in aardsche hoogtijden te worden gedacht. Het herden- j ken van vorige dagen en de daden des i Heeren in die dagen, is eoed en noodig. Wanneer spr dan ook nu over zichzelf moet soreken kan hü niet anders, dan vertellen wat de Heere aan hem gedaan heeft. Reed; uit zijn jeugd en de wiize waarop hij tot zijn ambt kwam. blijkt kennelijk de hand des Heeren. 24 jaar was hii toen het classicaal bestuur van Leiden hem te Ze venhoven benoemde, waar hü 14 jaar mocht werken. Het verheugde hem hier menschen aan te treffen, die hemn nog uit die Zevenhovensche jaren bekend ziin. Daarna volgde Voorst en na l'/t jaar reeds de roeping naar Bodegraven, waar hii met beschamende liefde werd ontvangen. Spr. denkt aan alles, wat hier In die 34 jaar veranderde, aan de overleden predikanten ds. Venhoeff en ds Helleimans. waarvan Je laatste op zoo jeugdigen leeftijd stierf. Ver. volgens aan zoo tallooze anderen, trouwe gemeenteleden, die zijn heengegaan. Hij overdacht zün werk. achtte dat vér beneden het ideaal, niet bestaanbaar voor den Heere. Maar hii vertrouwt het toe aan dienzelfden God., van wien hii steeds heelt mogen spreken en die behoudenis heeft, zélfs voor den grootsten zondaar. Hii vroej de gemeente voer haar herders te bidden. Ziin levensweg ging langs effen banen: groot leed is hem besoaard. Toch heeft hij steeds weer in velerlei opzicht, ook in zore en moeite de sterkende hand des Heeren ondervonden. Speciale woorden wijdde spr. aan zijn echtgenoote, die het hem moge lijk maakte te doen wat hii mocht doen. Vervolgens dankte hij ds. Klüsener voor d« Drettige samenwerking speciaal voor de tal rijke lichtstralen, die deze in de jubileum- weken over ziin pad heeft laten vallen; dan de ouderlingen, diakenen, kerkvoogden, notabelen, den organist en den koster, die ieder werden toegesproken. Den burgemees ter werd dank gebracht voor zün aanwezig heid. Vervolgens werden nog de leiders van de Zondagsschool, de jeugdvereen.. de ou derwijzers enz, toegesproken, waarna spr- met dankgebed besloot. Vervolgens werd hii toegesproken door d-. Klüsener, die dankte voor de tot hem ge richte goede woorden. Hii erkende, dat de heer Müller liever het feest zou hebben stilgehouden, maar dat diens tekstkeuze toch deed blijken, dat hij behoefte had de daden de® Heeren te gedenken. Ook de gemeen'e toonde, dat zij dit feit niet onopgemerkt wilde doen voorbijgaan. Uitvoerig besprak hij de positie van den jubilaris, die ,de groote gave had de tweede te kunnen ziin en met wien de samenwerking voor alle predikanten steeds een genot was. wenschte den jubilaris geluk met de krach» en de gezondheid, waarin hii jubileer® mag en wenschte hem nog vele iaren die kracht en die gezondheid toe. terwiil hu speciaal d'iens trouw Drees Op verzoek van ds Klüsener zong de gemeente staande Ps. 119 19, waarna de heer Müller dankte voor de gesproken woorden. Tot slot verzoek» hti te zins£" Ps. 72 11 Daarna sprak hii den zes'" uit, waarna het groote kerkgebouw lert' stroomde. 24

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 14