Het sociaal-economisch congres
van het N.V.V.
De
niet-inmengingscommissie
bijeen
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Maandag 18 October 1937
Wellner-Wello
Openingsrede van den heer Kupers
RECHTZAKEN
Op
spoed aangedrongen
Het tweedaagsehe sociaal-economi
sche congres van het N.V.V. is heden
te Den Haag geopend door den voor
zitter, den heer E. Kupers die zeide
dat de bedoeling van dit congres is
zoowel het Nederlandsche volk als de
regeering te overtuigen van de nood
zakelijkheid, dat de maatregelen, welke
in het sociaal-economisch program
van het N.V.V. zijn genoemd, zoo spoe
achteruilstelling van de leden dezer
vakbeweging binnenkort een einde zal
worden gemaakt.
Spr. deed een dringend beroep op de
regeering, om zoodanige maatregelen te
treffen, dat ook in de overzeesche gewesten
aan de bevolking dezelfde vrijheden op het
gebied van vereenigtog. vergadering, druk
pers en vakactie worden toegekend als in
ons land bestaan.
Voorts wijdde spr. eenige beschouwingen
dig mogelijk tot stand worden gebracht. aan den internationalen toestand en wees
er tenslotte op dat het ledental van het
N V.V in ruim een jaar met bijna 8000 is
gestegen.
Na September 1936 is er zonder
ecnige twijfel een aanzienlijke verbe
tering ingetreden in het Nederlandsche
bedrijfsleven.
De uitvoer, die in de eerste 8 maanden
van 1936 hl totaal 441.4
bedroeg, steeg in de
periode van 1937 tot 739.0 millioen. Deze
verbetering is niet alleen een gevolg van
de prijsstijging der geëxporteerde artikelen,
maar ook van den toegenomen omvang van
den uitvoer.
Ook de invoer in sterk gestegen. In de
eerste 8 maanden tan 1936 Importeerde
Nederland voor een bedrag van 627.7
millioen gulden. In dezelfde periode van
1937 was dat 1031.1 millioen gulden. Ook
bij den invoer speelt natuurlijk de prijs
stijging, die een gevolg was van de deva
luatie, een rol - Maar het verheugende is,
dat de invoer van grondstoffen voor onze
industrie o.a sterk toenam, waaruit dus
tot een stijgende industrielele bedrijvigheid
mag worden geconcludeerd.
Voor een aantal bedrijfstakken heeft de
productie reeds het peil van 1929 eenigszins
overschreden.
Deze toenemende bedrijvigheid komt ook
tot uitdrukking in de opbrengst van de
rijksmiddelen (zonder de directe belas
tingen).
Over de eerste 9 maanden van 1936 be
droegen deze 267.5 millioen gulden. Over
dezelfde periode van 1937 waren deze rijks
inkomsten gestegen tot 326.7 millioen gul
den, een vermeerdering derhalve met 59.2
millioen gulden.
In Nederlandsch-Indië, dat in nog veel
sterkere mate dan ons land op export is
aangewezen, waren deze cijfers nog veel
gunstiger.
Over de eerste 8 maanden van 1936 was
de opbrengst der landsmiddelen 255.7 mil
lioen gulden, over dezelfde periode van 1937
331.4 millioen gulden. Een meer-opbrengst
dus van 75.7 millioen gulden
Ook op het gebied van de werkloosheid
is in ons land een niet onbelangrijke ver
betering ingetreden
Op 12 September 1936 bedroeg het aantal
ingeschreven werkloozen bii de arbeids
beurzen rond 386.000. Op 11 September van
dit jaar was het gedaald tot 319.000. In
tusschen heeft, zelfs als men uitgaat van
deze officieele cijfers, het werkloosheids
probleem nog niet veel van zijn benau
wende afschuwelijkheid verloren.
Dit cijfer van 319.000 is nog veel te op
timistisch. De heer A. B. Velthuysen. refe
rendaris bij den rijksdienst der werkloos
heidsverzekering en arbeidsbemiddeling,
berekende onlangs, dat er boven het offi-
cieele aantal zeker nog een 150.000 niet-
ingeschreven werkloozen zijn. Is dit Juist
en er bestaat geen reden daaraan te
twijfelen dan telt dus thans, na een jaar
opleving. Nederland nog altijd meer dan
450.000 werkloozen.
Vele industrieën, vooral die van ver-
bruiksgoederen, zijn de gevolgen van de
crisisjaren nog lang niet te boven
Wil de opleving in Nederland zich in
volle kracht bunnen doorzetten, dar. zullen
maatregelen getroffen moeten worden om
ce koopkracht van de groote massa te ver-
grooten, waardoor eindelijk ook de voor het
binnenland werkende bedrijven (een zeer
belangrijk deel van ons economisch leven)
van de betere conjunctuur kunnen mee-
profiteeren.
Wi.i willen eerlijk bekennen, zoo ging spr.
voort, dat onze verwachtingen ten opzichte
van de huidige regeerine verre van hoog
gespannen zijn.
Sterker dan ooit zullen wii aandringen
op krachtige bestrijding der werkloosheid,
ook onder de jeugd, op den grondslag van
het plan van den arbeid.
Daarnaast klemt sterker nog dan voor
heen de noodzakelijkheid van een verbe
terde werkloozenzorg. Het toekennen van
een duurtetoeslag aan alle ondersteunde
werkloozen om daardoor de gevo'gen van
de stijging der kotten van het levensonder,
houd eenigszins te compenseeren. is als
een absolute noodzakelijkheid te be
schouwen.
Terwijl elke sociale verbetering botweg
wordt afgewezen in verband met den fi-
mancieelen toestand, worden de militaire
uitgaven ontzaglijk vergroot.
Wanneer de plannen van de regeering
ongewijzigd w-orden aangenomen, dan be-
teekent dit. dat de stijging van de jaarlijk.
sche defensie-uitgaven in enkele jaren niet
minder dan ongeveer 64 millioen gulden
zal bedragen Bij verwezenlijking beteekent
dit. dat er voor allerlei zeer urgente
sociale maatregelen in afzienbaren tijd niet
voldoende geld beschikbaar zal zijn.
Intusschen wees spr.. hoewel erkennende
dat de internationale verhoudingen ont
zaglijk zijn verscherpt, op den noodzaak van
een betere zorg voor de ouden van dagen,
enkele noodzakelijke verbeteringen in het
onderwijs, de verlaging van de leerlingen-
schaal. uitbreiding van den leerplicht, een
betere bezoldiging van de kweekelingen,
verhooging van den steun aan werkloozen,
een wettelijke vacantiere.geling.
Daarnaast is een verbetering in de in-
validiteits- en ouderdomswetten urgent.
Wij vragen verder in ons sociaal-
economisch program opheffing van de
organisatie-verboden bij defensie ten
aanzien van de moderne arbeiders
beweging.
Spr. zeide intusschen redenen te
hebben om aan te nemen, dat aan deze
Rede W. Brouwer Jr.
De eerste inleider, de heer W. Brouwer Jr..
millioen gulden voorzitter van den Algemeenen Nederland-
ove reer.konistige j schen bond van handels, en kantoorbedien-
den, behandelde hierna het onderwerp ..De
noodzakelijkheid van verbetering van het
levenspeil der Nederlandsche werknemers".
Hij motiveerde drie elschen van het
N.V.V de totstandkoming van collectieve
arbeidsovereenkomsten, door middel eener
wettelijke regeling; een wettelijk minimum
loon voor landarbeiders; een wettelijke
regeling in zake betaalde vacantie.
De noodzakelijkheid van verbetering van
het levenspeil werd betoogd aan de hand
van een onderzoek naar de daling van het
loonpeil der arbeiders, dat het N.V.V. eind
1935 had ingesteld en waarbij gebleken was.
dat de arbeidersklasse in de algemeene
aanpassing meer dan haar deel heeft ge
dragen en dat de positie van de arbeiders
klasse in dit land uiterst precair is ge
worden. Deze op den toestand van einde
1935 slaande uitspraak, is zeker nog van
kracht, nu na Sep»emiber 1936 de stijging
der kosten van het levensonderhoud zich
voelbaar manifesteert.
Spr. betoogde verder, dat de arbeider een
consument van jewelste is. iemand, die zijn
inkomen pleegt te gebruiken, die bij da'end
inkomen niet en bij stijgend inkomen weer
in het ruilverkeer zijn plaats inneemt en
hii illustreerde dit met cijfers uit een in-
ventarisonderzoek der SD.AP waaruit
blijkt, dat enkele onderzochte gezinnen, die
tijdens werkloosheid f. 0.87 per gezin en per
week uitgaven aan kleediing en schoeisel,
dit bedrag tot f. 10.32 oer gezin en per week
opvoerden, toen en zoodra er door werk
verhooging van inkomsten kwam.
Spr. stelde, dat koopkrachtvergrootlng
door verhooging van de inkomens der ar
beiders een algemeen belang is. doch dat
zelfs al zou verschuiving van koopkracht
het gevolg zijn van loonsverhoogingen, dat
dan nog de eisch om loonsverhooging voor
de ergst getroffenen gesteld mag worden.
In dit verband pleitte hii voor een wet-
telük minimumloon voor landarbeiders, om
vervolgens te komen oo de noodzakelijkheid
de collectieve arbeidersovereenkomsten te
bevorderen door middel van een wettelijke
regeling Ten slotte pleitte hii voor een
wettelijke vacantie.
Rede F. S. Noordhoff.
De heer F. S. Noordhoff. bestuurder van
het N.V.V., sprak over de noodzakelijkheid
van verbetering van het onderwijs.
De 12.000 werklooze onderwijzers en on
derwijzeressen moeten maar zien, hoe zij
aan den kost zullen komen en moeten
verder maar trachten, troost te putten uit
de gedachten, dat men het in ons land wel
goed vindt, in 4 Jaren tijds f. 157 millioen
extra uit te geven voor militaire doeleinden
doch dat er geen 10 millioen te vinden is
ten einde 6000 leerkrachten aan den
slag te helpen om maar te zwijgen van de
15 millioen gulden, met behulp waarvan ze
alle 12.000 weer te werk gesteld zouden
kunnen worden.
Rede mr. S. Mok.
Mr. S. Mok sprekende over de hervorming
van het ontslagrecht, betoogde, dat de
formeele ge'ijkheid. welke de Nederlandsche
wet ten aanzien van de opzegging van de
arbeidsovereenkomst heeft gebracht, in
wezen nadeelig is voor den arbeider. Het
onslag is voor den arbeider een veel in
grijpender zaak dan voor den werkgever,
omdat het voor den arbeider in de meeste
gevallen vernietiging van ziin bestaans
zekerheid beteekent.
Spr. bepleitte wijziging van de Neder
landsche wet, waardoor de opzeggingster
mijn ten behoeve van den arbeider verlengd
zou worden naar gelang van den duur van
de dienstbetrekking en veTuiming van de
schadevergoeding in dergelijke eevallen
Daarnaast wees hii op de noodzakelijk
heid. om het ontslagrecht te beperken ten
aanzien van hen. die door ziekte e.d. tiide-
U.ik ongeschikt zijn, om hun arbeid te ver
richten en ten aanzien van hen, die mili
tairen dienstplicht moeten vervullen.
Ten slo»te gaf hij als zijn meening te
kennen, dat een verruiming van de wette
lijke mogelijkheden, om tot beperking van
onrechtvaardige or.trlagen te komen, ge
paard zou moeten gaan met een hervor
ming van de rechtspraak in arbeidszaken,
waardoor in deze gevallen meer rekening
kan worden gehouden met den bedrijfs-
toestand.
Wie er ook jarig is, voor dame
of heer, voor jong en oud kunt U
het passende geschenk vinden in
de uitgebreide collectie Wellner-
Wello Tafelgerei. Duurzaam,
fraai en door en door vlckvrijl
Voor iets aparts
9493
(Ingez. Med.)
HAAGSCHE RECHTBANK.
Wegens overtreding der Landbouwcrisis-
wetten, heeft terecht gestaan J. H. uit Zoe-
terwoude. Er was een hoeveelheid vet aan
getroffen. De veldwachter Zijlstra deelde
mede dat eerst een bezoek was gebracht
bij H., waarbij men den indruk had ge
kregen, dat de politie om den tuin werd
geleld.
Daarna is men terug gekomen voorzien
van een machtiging tot de huiszoeking.
Daarbij kon de overtreding worden gecon
stateerd. De officier van justitie achtte het
feit bewezen en vroeg bevestiging van het
vonnis van den kantonrechter.
Uitspraak over 14 dagen.
De slechte kippen.
S. den E., afkomstig uit Veur vervoerde
kippen, die ongeschikt voor de consumptie
bleken te zijn. Nu betoogde verdachte dat
hii de kippen naar Berkei ging brengen,
omdat daar zou worden geconstateerd,
welke kippen vernietigd moesten worden.
De president kon echter niet begrijpen,
waarom dit speciaal te Berkei moest ge
beuren.
Voorts had verdachte erg te klagen over
zijn vrouw, die aan den ambtenaar hal
gezegd: „Neem m'n man maar. want hij
heeft altijd slechte kippen."
„Mijn vrouw loopt liever in Den Haag,
dan dat ze wat van de kippen weet", zei
verdachte.
De officier vond het bewijs geleverd, dat
verdachte kippen voor de consumptie be
stemd, vervoerde. Hij vroeg daarom beves
tiging van het vonnis van den kanton
rechter. Uitspraak over 14 dagen.
ROTTERDAMSCHE RECHTBANK.
Wegens veroorzaken van een aanrijding
op den Rijksweg te Rijsoord, heeft terecht
gestaan de tuinder J. H. v. d. S. uit Ter
Aar.
Verdachte zwenkte met de door hem be
stuurde auto plotseling naar links, waar
door een botsing plaats vond met een te
genligger.
De Rechtbank veroordeelde S. tot f. 25
boete subs. 10 dagen hechtenis.
Gedachtenisrede van den
heer Chr. Müller.
Groote belangstelling te Bodegraven.
mhüitw^i
j nO
Zaterdag is de niet-inmengings-com- i digde regeeringen er den uitersten ernst
rifl Fa T An zlan rlon tt-ae\ Vv 14enaaaIfawv aham aaIa.- <ma1 am 1Z-1 .,„1 Ji-
missie te Londen dan weer bijeengekomen.
Na een kort openingswoord van den voor
zitter, lord Plymouth, legde de Fransche
gezant een verklaring af. waarin hij wees
op de noodzakelijkheid dat eindelilk eens
opheldering werd gebracht. Hij stelde voor
volgende punten vast te leggen:
le. Het terugtrekken der vreemde
lingen, die in Spanje dienen en wier
evacuatie aanbevolen wordt door het
ranport, dat reeds bij het comité aan
bangig is gemaakt, moet binnen zoo
kort mogelijk tijdsbestek verwezenlijkt,
worden.
2e. Zoodra de internationale commis
sies, die belast zijn met het toezicht op
het terugtrekken vastgesteld zullen
hebben, dat men op voldoende wijze op
weg is het terugtrekken te verwezen
lijken. zullen aan de heide nartljen in
conflict in Snnnje. zekere recMcn toe
gekend worden, die de internationale
practijk aan oorlogsvoerenden in staat
stelt uit te oefenen.
3e. Om de definitieve overeenkomst
te doen uitkomen tusschen de regee
ringen zullen de vertegenwoordigers in
het comité al hun invloed gebruiken te
Valencia of te Salamanca, oodat bin
nen korten tijd een aantal vrijwilligers
van beide legers wordt teruggetrokken
en wel rekening houdende met de on
evenredige verhouding die er bestaat
tusschen de effectieven der vreemde
lingen in de beide kampen.
4e. De mogendheden, die vertegen
woordigd zijn in het comité nemen op
zich op geen enkele wijze verlof te ver-
Ieenen tot vertrek van nieuwe vrijwil
ligers en nog minder tot vertrek aan
te moedigen of nieuw luchtvaartma
teriaal te zenden.
5e. Er moet een verscherpt controle
stelsel worden Ingevoerd, men moet
snel tot een besluit komen en reeds nu
een termijn vaststellen, binnen welke
men zich zal moeten uitspreken over
de boven gedane voorstellen.
Men moet ook zeer stellig uitspreken,
dat de huidige toestand niet mag
voortduren en dat, indien na afloop
van den gestelden termijn geen ac-
coord is bereikt, men vrij zou zijn zijn
vrijheid van actie te hernemen.
Na Corbin nam Plymouth het woord. Hij
verklaarde, dat het duidelijk was, dat het
non-interventie-accoord niet wordt nage
leefd. „De toestand, daardoor ontstaan, is
van dien aard, dat alle hier vertegenwoor-
van moeten inzien. Met voldoening brrroet
ik daarom de Fransche voorstellen, waar
aan Groot-Brittannlë ziin volledigen steun
geeft en ik verzoek allen hier aanwezige
vertegenwoordigers der regeeringen aller
dringendst. die voorstellen onmiddellijk in
studie te nemen met goeden wil en in een
geest van hartelijke samenwerking, opdat
wij ten spoedigste tot het beoogde doel
komen".
Spreker achtte het tenslotte zijn
plicht, het comité mede t,e deelen, dat,
indien het niet mogelijk zou blijken,
binnen zeer korten tijd een dergelijk
accoord tot stand te brengen, de Brit-
sche regeering zich het recht moet
voorbehouden, haar volkomen vrijheid
van handelen te hernemen.
Na Plymouth sprak de Italiaan Grandi.
De fascistische regeering, aldus spreker, is
steeds bereid, zooals zij in haar jongste
nota, door minister Ciano aan de vertegen
woordigers van Engeland en Frankrijk
overhandigd, heeft uiteengezet, met goe
den wil alle middelen te bestudeeren, welke
geschikt zijn, om de non-interventie-poli-
tiek effectief te maken.
De fascistische regeering deelt het stand
punt van de Britsche en Fransche verte
genwoordigers, dat de oplossing van dit
vraagstuk van buitengewoon groot en ur
gent belang is. doch zij herinnert eraan,
dat, toen Italië. Duitschland en Portugal
een jaar geleden deze zelfd? stelling ver
kondigden, zij obstructie en onverschillig
heid van de andere gedelegeerden ont
moetten.
Dientengevolge wijst de fascistische re
geering elke verantwoordelijkheid voor de
gevolgen van deze situatie van de hand.
Ik hoop, dat de moeilijkheden, waardoor
het aannemen van het Engelsche plan van
14 Juli werd verhinderd, spoedig uit den
weg zullen zijn geruimd. Wat mijn land be
treft. mijn regeering aanvaardde onmid
dellijk en loyaal dit plan gebaseerd op deze
Urie fundamentecle punten: controle neu
traliteit en terugtrekken der vrijwilligers.
Namens mijn regeering kan ik
thans verklaren, dat het fascistische
Italië bereid is, het voorstel tot een
gedeeltelijke terugtrekking van een be
paald aantal vrijwilligers, en wel van
een gelijk aantal uit beide kampen, te
aanvaarden, als een effectief begin
van de toepassing van het Britsche
plan, op de voorwaarden, die in dit plan
neergelegd zijn.
Derhalve stelt de Italiaansche regeering
voor, onmiddellijk contact tc zoeken met
de beide bij het conflict betrokken partijen
ten einde haar standpunt te leeren kennen
en aan de commissie de gelegenheid te
geven, zoo spoedig mogelijk de methode
vast te stellen. Grandi besloot met nog
maals den nadruk te leggen op den loyalen
vasten wil van Italië, samen te werken en
weigerde te gelooven. dat de commissie,
die in het verleden reeds zoovele crises te
boven'is gekomen, niét in staat zou zijn,
thans een basis voor overeenstemming te
vinden.
Ik herhaal echter, aldus vervolgde
Grandi, dat er twee andere problemen
bestaan, waarvan de oplossing door de
fascistische regeering even noodzake
lijk en dringend wordt beschouwd als
oplossing van de vTijwilligerskwestie. Ik
doel hierbij on het vraagstuk van de
toekenning der rechten van oorlogvoe
rende. zonder welke toekenning men
niet kan spreken van een waarachtige
neutraliteit in het conflict en verder
op de kwestje der controle, die op de
meest krachtige en volledige wijze uit
oefend dient te worden, wanneer men
wenscht, dat zij waarlijk doeltref
fend is.
Ontbreekt zulk een controle, dan zouden
de vrijwilligers na het verlaten van het
Spaansche grondgebied weer gemakkelijk
kunnen terugkeeren of door anderen ver
vangen worden".
Spreker kondigde nog aan. dat hij in de
a.s. zitting der commissie ook zou spreken
over andere vraagstukken van groot be
lang. Voor het oogenblik wilde hij zich er
toe bepalen, te herinneren aan de mis
bruiken, in de Middellandsche Zee begaan.
aar zekere'schepen, zich van de vlag van
groote mogendheden bedienen, teneinde
oorlogscontrabande te kunnen vervoeren.
De ambassadeur van het Duitsche Rijk,
Von Rlbbentrop, hield daarop een rede
voering, waarin hij verklaarde, dat zijn re
geering de beraadslagingen over het Brit
sche plan aanvaardt. Overigens steunde hu
Grandi.
De ambassadeur van sovjet-Rusland,
Maisky, was bereid de Fransche voor
stellen ter kennis van Moskou te bren
gen, doch hij sprak als zijn meening
uit, dat van de niet-inmenging thans
geen heil kon worden verwacht en dat
de oplossing was, Valencia toe te staan
wapenen te koopen, waar het deze zou
kunnen krijgen.
„De daden der Italiaansche regeering
zijn lijnrecht in tegenspraak met haar be
tuigingen van vredeswil", zeide Maisky.
„Ik kan daarom slechts aan deze verzeke
ringen geloof hechten, als ik daden zie. Tot
nu toe heb ik niets van dien aard gezien".
De Portugeesche gedelegeerde verklaarde
dat het standpunt zijner regeering niet
veranderd is.
Nadat nog de gedelegeerden van België
en Zweden het woord hadden gevoerd, werd
de zitting verdaagd tot Dinsdag 4 uur.
Men hoopt, dat de gedelegeerden dan
over instructies van hun regeeringen zul
len beschikken, welke het hun mogelijk
zullen maken met de beraadslagingen over
Je verwezenlijking der Fransche voorstel
len een aanvang te maken.
De bijeenkomst van Dinsdag zal door
minister Eden gepresideerd worden,
daar lord Plymouth dien dag afwezig is
Gisteravond sprak de heer Chr. Müller,
Godsdienstonderwijzer en hulpprediker te
Bodegraven in dé Ned. Herv. Kerk aldaar
voor een stampvolle kerk ziin gedachtenis-
woord teT gelegenheid van zijn gouden
Jubileum als godsdienstonderwijzer. Zóó
groot was de belangstelling, dat niet eens
alle bezoekers een plaatsje konden bekomen.
Na votum en Psalmgezang, las Spr. Ps.
103 en hield een korte inleiding, waarin hij
vertelde, liever niet te hebben gejubileerd,
maar bezweken te zijn, omdat men hem
anders verkeerd zou hebben begrepen en
zou meenen. dat hij ondankbaar was. Oor
zaak was echter het inzien van zijn men:;,
vuldlge gebreken en zijn bescheidenheid. Hij
wil echter toch ook graag vertellen, hoe de
Heere hem 50 jaar lang gesterkt heeft,
ook gedurende de 34 jaar die htl mocht
doorbrengen ln Bodegraven en hoe hit thans
nog met ongebroken kracht mag blijven
werken.
Vervolgens koos spr. als tekst voor zijl
gedachtenisrede Ps. 77 12 en 13. Hil achtte
dat speciaal een psalm om in aardsche
hoogtijden te worden gedacht. Het herden-
j ken van vorige dagen en de daden des
i Heeren in die dagen, is eoed en noodig.
Wanneer spr dan ook nu over zichzelf moet
soreken kan hü niet anders, dan vertellen
wat de Heere aan hem gedaan heeft.
Reed; uit zijn jeugd en de wiize waarop hij
tot zijn ambt kwam. blijkt kennelijk de
hand des Heeren. 24 jaar was hii toen het
classicaal bestuur van Leiden hem te Ze
venhoven benoemde, waar hü 14 jaar
mocht werken. Het verheugde hem hier
menschen aan te treffen, die hemn nog uit
die Zevenhovensche jaren bekend ziin.
Daarna volgde Voorst en na l'/t jaar reeds
de roeping naar Bodegraven, waar hii met
beschamende liefde werd ontvangen. Spr.
denkt aan alles, wat hier In die 34 jaar
veranderde, aan de overleden predikanten
ds. Venhoeff en ds Helleimans. waarvan Je
laatste op zoo jeugdigen leeftijd stierf. Ver.
volgens aan zoo tallooze anderen, trouwe
gemeenteleden, die zijn heengegaan. Hij
overdacht zün werk. achtte dat vér beneden
het ideaal, niet bestaanbaar voor den
Heere. Maar hii vertrouwt het toe aan
dienzelfden God., van wien hii steeds heelt
mogen spreken en die behoudenis heeft,
zélfs voor den grootsten zondaar. Hii vroej
de gemeente voer haar herders te bidden.
Ziin levensweg ging langs effen banen:
groot leed is hem besoaard. Toch heeft hij
steeds weer in velerlei opzicht, ook in zore
en moeite de sterkende hand des Heeren
ondervonden. Speciale woorden wijdde spr.
aan zijn echtgenoote, die het hem moge
lijk maakte te doen wat hii mocht doen.
Vervolgens dankte hij ds. Klüsener voor d«
Drettige samenwerking speciaal voor de tal
rijke lichtstralen, die deze in de jubileum-
weken over ziin pad heeft laten vallen;
dan de ouderlingen, diakenen, kerkvoogden,
notabelen, den organist en den koster, die
ieder werden toegesproken. Den burgemees
ter werd dank gebracht voor zün aanwezig
heid. Vervolgens werden nog de leiders van
de Zondagsschool, de jeugdvereen.. de ou
derwijzers enz, toegesproken, waarna spr-
met dankgebed besloot.
Vervolgens werd hii toegesproken door d-.
Klüsener, die dankte voor de tot hem ge
richte goede woorden. Hii erkende, dat de
heer Müller liever het feest zou hebben
stilgehouden, maar dat diens tekstkeuze toch
deed blijken, dat hij behoefte had de daden
de® Heeren te gedenken. Ook de gemeen'e
toonde, dat zij dit feit niet onopgemerkt
wilde doen voorbijgaan. Uitvoerig besprak
hij de positie van den jubilaris, die ,de
groote gave had de tweede te kunnen ziin
en met wien de samenwerking voor alle
predikanten steeds een genot was.
wenschte den jubilaris geluk met de krach»
en de gezondheid, waarin hii jubileer®
mag en wenschte hem nog vele iaren die
kracht en die gezondheid toe. terwiil hu
speciaal d'iens trouw Drees
Op verzoek van ds Klüsener zong de
gemeente staande Ps. 119 19, waarna
de
heer Müller dankte voor de gesproken
woorden. Tot slot verzoek» hti te zins£"
Ps. 72 11 Daarna sprak hii den zes'"
uit, waarna het groote kerkgebouw lert'
stroomde.
24