IEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Maandag 4 October 1937
De Optocht
Foto's Van Vliet.
Zeus met zijn gemalin Hera waren de hoofdpersonen van de
eerste groep, voorstellende goden op den Olympus.
Plechtige herdenking
in de Pieterskerk.
Wie zich Zaterdagochtend in de Pieters
kerk bevond ter bijwoning van den
herdenkingsdienst, voelde het weer:
hier bevinden wij ons op historischen
grond. Op deze zelfde plaats werd immers
voor drie-honderd-en-drie-en-zestig jaar 'n
dankdienst gehouden voor de wonderbaar
lijke uitredding. Weer klonk, als in 1574, de
dank-psalm: „Ik zal met al mijn hart den
Heer" door de hooge ruimte der schoone
kathedraal. Voor velen een moment van
groote ontroering.
Ds. D. Kuilman, die in dezen dienst
voorging, bepaalde zijn gehoor bij Ps. 77
12: „Ik zal de daden des Heeren gedenken,
ja ik zal gedenken Uwe wonderen van ouds
her".
Spr. verheugde zich, dat de kerkeraad der
Leidsche gemeente ook nu weer deze ge
wijde herdenking van de verlossing op 3
Oct. 1574 heeft uitgeschreven. Namens den
kerkeraad heette hij de vertegenwoordigers
van het stadsbestuur, de universiteit, en de
studentenvereenigingen hartelijk welkom.
Hij herinnerde dan aan een woord van
prof. Blok bij gelegenheid van de 350ste
herdenking van Leiden's ontzet, waarin ge
wag gemaakt werd van de dankbaarheid
der burgers van allerlei rang en stand, die
den strijd voer rechten en geestelijke vrij
heden uit vroegere eeuwen wisten te waar-
deeren. Die waardeering is ook nu nog noo-
dig en zeker beter dan het vergeten van
den zwaren kamp, dien onze vaderen moes
ten voeren. Er is, aldus spr., helaas een tijd
geweest, waarin ook de kerkelijke gemeente
geen behoefte scheen te hebben tot her
denking evenmin als andere lichamen,
„wier plicht het ware dje te bevorderen".
Toch wijzen historici van naam ons er op,
dat Leidens ontzet in 1574 niet alleen be-
teekende „Holland gered", maar ook inter
nationaal zijn waarde had. God heeft door
dat ontzet werkelijk den geloovigen groote,
wonderlijke daden laten zien. Ook ondanks
de zonden der bewoners van Leiden in 1574.
Prof. Fruin heeft duidelijk genoeg gemaakt,
dat in de benarde periode van 21 Maart tot
3 October 1574 volstrekt niet alle Leide-
naars even vurig en dapper waren. Veel is
in dezen te danken aan vooraanstaande
mannen als de Douza's, Jan van Houten,
burgemeester van der Werf en anderen.
Maar ook aan de eenvoudige mannen en
vrouwen, die in gebed en geloof volhielden
hun diepe ellende te dragen. Wat een span
ningen hebben al deze menschen moeten
doormaken, toen na 3 Augustus wel de dij
ken doorgestoken waren, maar de redding
nog steeds op zich deed wachten. Wat is er
in stilte, toen met den honger ook de pest
haar sloopende werk verrichtte, niet door
velen tot God gesmeekt, dat Hij de hand
tot verlossing mocht uitsteken! Wat heeft
Prins Willem van Oranje in zijn ziekte niet
een sterkenden invloed van deze bidders en
volharders ondergaan. Maar ook, wat heeft
deze Oranjevorst na z'n herstel niet onver
poosd aangespoord om de benarde stad
hulp, snelle hulp te brengen. En toch de
toestand werd al somberder; Boisot
schreef nog op 28 Sept. aan den Prins
„wanneer God ons bij den eersten spring
vloed en wind niet genadig is dan zie ik
geen kans de stad te ontzetten". Toen de
nood op 't hoogst was, was Gods redding
nabij. Op 3 October daagde eindelijk het
licht in de donkerheid. De bevolking met
haar bevrijders moesten op dien Zondag
morgen wel naar de Pieterskerk! Ze kon
den niet anders dan 's Heeren wonderen
gedenken en Zijn naam groot maken De
gebeden waren verhoord, het geloof was
niet bezweken, de hoop niet beschaamd.
Als vanzelf, aldus eindigde ds. Kuilman,
stemmen we denkende aan Leidens ontzet,
ook nu nog met den psalmist in: „Ik zal
de daden des Heeren gedenken, ja ik zal
gedenken Uwe wonderen van oudsher".
Twee coupletten van het Wilhelmus be
sloten deze plechtige ure. Diep onder den
indruk verlieten allen het bedehuis.
Onder hen, die dezen dienst bijwoonden
merkten wij o.m. op den burgemeester, mr.
A. v. d. Sande Bakhuyzen, den rector-mag-
nificus, prof. dr. J. A. J. Barge, de profes
soren J. N. Bakhuizen v. d. Brink. B. D.
Eordmans, P. C. Flu, J. v. d. Hoeve, J. J.
Blanksma, L. Knappert en W. v. d. Woude.
Verder het voltallige Ministerie van Predi
kanten en den emeritus-predikant ds. J. C.
Hartwigsen, den gemeente-secretaris, mr.
Van Strijen, den heer Jac. Wilbrink, wnd.
wethouder, den garnizoens-commandant,
en voorts enkele raads
leden cn een afvaardiging der Drie Octo-
ber-vereeniging, van het L.S.C. en de
V.V.S.L.
Tn verscheidene kerken is Zondagmorgen
in gebed en prediking het ontzet van Lei
den nog herdacht.
Jiar op jaar vormt de „Optocht" het
hoogtepunt van het Leidsche 3 Octo-
b er fes fijn en jaar op jaar stuwen de
drommen kljklustigen van heinde en ver
op naar het centrum der stad, om te ge
nieten van een kleurenweelde uit vroeger
eeuwen, met kennis van zaken bijeenver
zameld door mannen, wien niets te veel
lijkt, cm dit belangrijkste nummer van het
feestprogramma tot een geweldige attrac
tie voor oud en jong te maken!
Deze optochten zijn niet voor niets tot
in wijden omtrek beroemd: zij wisten zich
een goeden naam te verwerven en hun re
putatie telkenmale te versterken.
Wij vragen ons af hoe 't mogelijk is, steeds
nieuwe onderwerpen te vinden, maar ge
lukkig is men in dit opzicht nog niet uit
geput en diet zal voorlccp'.g ook zeker niet
het geval zijn!
1937" bracht ens de „Grieksche Mythen
en Sagen" en tooverde al die goden en go
dinnen voor 't oog, wier namen wij in 't
algemeen wél kenden, doch wier geschie
denis en beteekenis ons toch niet allen
meer precies voor oogen stond. Het was de
actieve voorzitter der 3 Oetobervereeniging,
van vele maagden en jongelingen, ieder
naar eigen aard en bedoeling opgetuigd, de
trappen van de Stadszaal waardig te zien
nederdalen naar de autobussen, die hen
in sneltreinvaart naar de Burggravenlaan
brachten, waar de heer de Koning en zijn
medehelpers de noodige aanwijzingen voor
een juiste opstelling gaven.
Wie zoo'n vreemd stelletje hiermee is
niets onvriendelijks bedoeld 1 voorbij zag
jaeen. vertrouwde eerst zijn oogen niet:
olid-G -iekenlanri", genoeglijk keuvelend en
vrlendellik wuivend in het modernste ver
voermiddel. dat wel sneller gaat dan een
zegekar, maar toch geenszins dienzelfden
trotschen indruk maakt en waarin wij hen
dan ook later veel liever zagen rondrijden.
De Burggravenlaan is vanouds de plaats,
vaar men den stoet uit 't niet ziet oprij
zen: de praalwagens maken eerst, hoe kun
stig ook vervaardigd, zonder hun „passa
giers", nog een wat mageren indruk, maar
niet zoodra worden zij bevolkt en omgeven
door de bijbehoorerde schare, of 't aspect
verandert als cp slag: de zegekar krijgt
relief en ge behoeft de fantasie niet meer
te laten spreken, om tijd en handeling
van het voorgestelde duidelijk voor oogen
te zien.
Zoo is het cok met iederen deelnemer
afzonderlijk: staat hij alléén, dan is dat
wel héél interessant en aardig, maar hij is
toch gelijk een vreemde zwerver, die naar
de zijnen van eertijds zoekt. Opgenomen in
de gToep, waar hij thuis hoort, is onmid
dellijk zijn plaats in het geheel bepaald
en is hij onderdeel geworden van de mythe
of de sage, waarover wij lazen en die nu
op zu'k een illustratieve manier in beeld
gebracht wordt.
De stoet groeit dus stukje voor stukje tot
een welsprekende voorstelling en als het
roffelsein, dat het vertrek aangeeft, op
klinkt, voelen op éénmaal al die honder
den zich ook in waarheid deel van dat ge
heel: zij komen uit een var en héél oud
land. zij overbruggen de eeuwen en trek
ken Leiden binnen, om iets te toonen van
glans en glorie, van schittering of huive
ringwekkendheid uit langvervlogen tijden.
schiedenis van de schoone Helena en Paris
heeft zich heel wat afgespeeld en er kwa
men vele belangrijke personen bij te pas.
Zij vervulden allen een groote rol ln de
listige belegering van Troje, die haar cli
max vond in de origineele uitvinding van
het enorme houten paard dat in den
optocht te klein gehouden was waarin
zich dappere krijgers verborgen, om van
daaruit den vijand te verslaan. Het paard
was overigens prachtig gestyleerd en
maakte in dat opzicht veel indruk
Daar waren in deze bijzonder verzorgde
groep inderdaad trotsche rijders, die keu
rig en fier te paard zaten, er waren
schoone Amazonen met gulden haardos en
breed waaiende golvende mantels en Griek
sche krijgers, gehuld ln het rood, die allen
tezaam een waarlijk grandioos besluit
vormden van dezen zoo gevarieeröen op
tocht.
Het paard van Troje. dit zoogenaamde
offer aan Neptunus. voortgetrokken door
een gansche schare uitbundige Trojaan-
sche burgers, rolde even onvervaard de
Leidsche veste binnen, als zooveel eeuwen
geleden den onneembaren burcht van
Prlamus en Paris.
In vogelvlucht deden wij hier nog eens
al het schoons passeeren, dat duizenden en
duizenden wist te boeien, dit alles omgeven
Wie, als wij, niet slechts op de Burg»
gravenlaan, maar later nog op enkele
punten in de stad den stoet voorbij zag
trekken, zal zich mét ons verheugd hebben
over de orde en de regelmaat, waarmee
iedere groep was opgesteld en waarmee
allen gezamenlijk de straten, waarlangs
ook nu weer, mannetje aan mannetje, de
bewonderaars geschaard stonden, door
trokken. Was er bijv. een vorig jaar wel
eens een hiaat tusschen de verschillende
groepen, ditmaal is ons dit niet opgevallen.
Niet in het minst heeft tot dit goede ver
loop van zaken bijgedragen het controlee
rend oog van de commissarissen te paard,
terwijl daarnevens een woord van hulde
toekomt aan het rustige optreden der po
litie, die het wel druk had, maar volkomen
tegen haar taak was opgewassen.
Een optoohtje op zichzelf vormden de
vroolijke Leidsche burgers en burgeressen,
die zich in echte hutspotstemming achter
den stoet aansloten en arm in arm het
feest van het Leidsche ontzet meevierden!
Dat daarbij ook een niet onbelangrijk deel
der leden van het Nederlandsche leger ont
brak, leverde opnieuw het bewijs, dat het
na gedanen plicht niet onwelkom is, zich
eens genoeglijk-opgetogen te ontspannen!
Zoo heeft dus een ieder oprecht genoten:
mag de koude van dezen dag menigeen
Hoé toch die Grieken zich alles voorstel
den. De aarde een platte schijf en hun
land ln het midden daarvan. Een Zeus als
heerscher over hemel en aarde. De godin
Minerva, voor vnsde en verdedigingsoorlo
gen en vreemde combinatie! vrouwe
lijk handwerk. En dan die vele anderen:
herinnert ge u Helios, Mercurius. Mars,
Vulcanus, Aeolus, Flora of niet te ver
geten en ook tegenwoordig soms nog wel
zéér belangrijk! Bacchus!
Zie hen aankomen, die vele getuigen van
het kunstgevoel en de beschaving der Hel
lenen.
De oppergod Zeus vooraan ln de lange
rij met naast hem tallooze godinnen van
jeugd, roem of overwinning en ock zijn
lieflijke ega Hera, koningin van hemel en
van dampkring. Een indrukwekkende ope
ning. die goede aarde in het blauw en goud!
De Grieken waren zoo dom nog niet, om
de godin der Domheid op de vlucht te la
ten slaan voor Pallas Athene (Minerva i.
godin der Wijsheid. Ziet de muzen, die
Het gevolg van den oppergod Zeus, bestaande uit met palm
takken wuivende maagden en jongelingen.
de heer Van der Laan, die er in een arti
kelenreeks in ons blad veel van verteld
heeft en zoo waren tallooze Leldenaars
reeds uitmuntend voorbereid op hetgeen
ging komen, terwijl de uiteenzettingen in
het feestprogramma daarbij nog een extra
welkome leidraad vormden.
's Morgens, bij het ontwaken hadden wij
toch eenigszins te doen met de honderden
deelneemsters, want bepaald warm zouden
zij als Grieksche maagden niet gekleed zijn
en het was op den feestmorgen werkelijk
bitter en met het oog op Grieksche gewa
den als kleecüng. zelfs onverantwoordelijk
mistig en koud Gelukkig trok die kou in
den loop van den dag wat bij, al bleef het
somiber en dreigend. Een traag zonnetje,
dat één moment aan de Burggravenlaan
bij den afrit doorbrak, hield niet stand:
dc Zonnegod bleek zijn collega's uit het
grijs verleden allerminst welwillend gezind!
Hoevee! mooier zouden ook de kleuren
tot hun recht gekomen zijn. Indien de zon
had willen meewerken! Dit was echter het
eenige minder prettige element op dezen
als steeds zoo drukken en geanimeerden
middag, waarop duizenden hun vrienden en
kennissen toejuichten, wien het gegeven
was in een praalwagen of op een paard
gezeten, dan wel onvermoeid loopend. aan
dezen schitterend door Jan de Quack ont
worpen optocht mee te d-oen!
Daar het vroegere Militair Invalidenhuis
thans voor andere doeleinden ln gebruik
genomen is, vond de traditioneele verkleed
partij ditmaal plaats in de Gehoorzaal. Het
was daar een druk gedrang van allerhand
vreemde personagiën. die wij, zoo door el
kander loopend. niet onmiddellijk konden
identificeeren, temeer teen zij nog niet ge
heel gekleed of gegrimeerd waren. Maar
allengs kwam er toch teekenlng ln den
chaos en was 't natuurlijk niet moeilijk
meer een Zeus van een Poseidon of een
Minerva van een Ver.us te onderschelden.
Er zijn van die onmisbare attributen, waar
aan men de dragers onmiddellijk herkent:
Zeus heeft zijn ontzagwekkende bliksem-,
Poseidon Neptunus) zijn drietand in de
hand, Minerve haai' uil op het hoofd en
Venus is op zichzelf al lieflijk genoeg, dan
dat zij nog een extra herkennlngsteeken
behoeft te dragen.
Het was een wonderlijk gezicht, deze en
andere goden en godinnen, ln gezelschap
Helios (Apollo) den God van zon, genees
kunde, muziek, poëzie en alle schoone kun
sten - een hééle serie! - omringen, gevolgd
door den gevleugelden Mercurius, die in
zijn fraaie, gele kleedij bij den handel wél
schijnt te varen, en een sportief gebruinde
Diana, onmisbaar om een jachtpartij te
cioen slagen. Het is de sombere, roode
Mars, de oorlogsgod, die ook thans nog zoo
gevreesd wordt, wien afzichtelijke figuren
als tweedracht, ontzetting, vrees en schrik
als vanzelfsprekend omringen. De Grieken
behoeven het tegenwoordige geslacht daar
niets van te vertellen.
Ha: wat zien wij daar? De smedenged,
Vulcanus, omringd door wanstaltige één-
oogige Cyclopen, huiveringwekkend na
tuurlijk gegrimeerd. Gelukkig een char
mant contrast: Venus en haar gratiën
doen de verschrikking van het voorgaande
beeld vervagen.
Een schilderij, waarin de groene kleur
domineert, trekt thans voorbij: het zijn
Neptunus en zijn gemalin Amphitrite, om
geven door lieftallige jonkvrouwen, op wier
groengouden lokken de modernste coiffeur
jaloersch zou zijn!
Luguber is weer het volgende beeld, ge
houden ln de somberste kleuren: zwart,
paars, zilvergrijs. De god der onderwereld
Hades iPlutoi, in gezelschap van den hel
hond Cerberus, de rechters, die over goed
en kwaad ondervragen en de weegschaal
van Themis, dat alles stemt op dezen vroo-
lijken middag tot een kort oogenblik van
ernstige overpeinzing.
Het is alweer voorbijEen vroolij-
ker beeld doet op: wie herkent niet oogen-
blikkelijk den wijngod Bachus, den held
der feestgelagen, omringd door Satyrs,
Faunen en Bachanten?
Het gaat daar op dien zegewagen van de
drinkers vroolijk toe en wie zou hen op
dezen killen middag niet een hartigen teug
gunnen?
Het is herfst en wie dat nog niet weten
mocht, ziet het dadelijk aan de kleur der
asters, die uit den sierlijken bloemenwa
gen van Flora bloeien. Hoogopgetuild om
geeft haar een reusachtig, welvend bouquet
in bruin-gele tinten en daarvoor gaan
kleine blcemenfeeties in roze jurkjes, een
lieflijke groep, die menig moederhart in
verrukking brengt.
Machtig, majestueus is tenslotte de
groote groep, die het bekende beleg van
Troje in herinnering brengt. Bond die ge
De zonnegod Helios omringd door de muzen der schoone
kunsten.
of afgewisseld door allen, die eiken 3 Octo-
beroptocht met hun aanwezigheid opluis
teren.
Wie zou bijv. de kranige leden van de
Eerewacht, die eerst even een groet had
den gebracht aan een ziek kindje in de
Fruinstraat, in dezen stoet willen missen?
En behoorden ook niet bij den stoet de vijf
rijtuigen met bestuursleden van de 3. en
de Alkmaarsche 8-Octobervereeniging, zoo
mede d: burgemeester?
Wat zou een optocht voorts zijn, zonder
de vele muziekcorpsen, die bij tijd en wijle
zoo vroolijk blazen en er bij iederen deel
nemer den goeden moed inhouden?
Zóó eerst, met al die hooggehoede hee
ren, met alle oud-vertrouwde, onmisbare
muziekensemblas, met de cartouchedragers
en het militaire muziekcorps wordt een 3
Octoberontccht tot wat deze zij móét:
de optocht met het échte Leidsche
cachet, voorafgegaan door het trotsche
vaancel der vereeniging, die ons in haar
50-jarig bestaan reeds zooveel schoons ge
schonken heeft!
Fen v/oord van hulde willen wij hier
brengen aan het Bestuur en aan den ar
tistic ken ontwerper, den heer Jan de
Quack, die glunder in zijn rijtuig zat en
voer de zooveelste maal de vrucht van zijn
gedachten door de Leidsche straten zag
trekken.
Op de gebruikelijke plaatsen is dat Be
stuur weer tijdens den triomfantelijken
rondgang dooi' onze stad met bloemen of
met eerewijn gehuldigd, terwijl het zichzelf
ten deze ook niet onbetuigd liet.
Het was n.l. even voor den aanvang, dat
de heeren Van der Laan en Wichers Rol-
landet vcor den zegewagen van Poseidon
de gymnastlekvereeniging „Brunhilde"
huldigden voor het feit. dat zij ditmaal
voor den 25sten keer aan den 3 October-
optocht meewerkte.
De voorzitster, mevr. DiebenKonir.es
mocht, onder een hartelijk en zeer waar-
deerend woord van den heer Van der
Laan een fraai bouquet aniers in de Leid
sche kleuren in ontvangst nemen. Een
attentie, die buitengewoon op prijs gesteld
werd!
overvallen hebben, het deed toch géén af
breuk aan de goede sfeer van saamhoo-
righeid, eensgezindheid en zorgeloosheid,
die wij zoo gaarne éénmaal ln het jaar
binnen de Leidsche muren zien.
Het bestuur, den ontwerper, den deelne
mers en deelneemsters, die ieder zoo be
langrijk er toe hebben bijgedragen allen
een prettigen middag te bezorgen en een
ieders mythologische kennis te verrijken,
onzen dank voor het gebodene, dat weer
zoo sterk het wélslagen van het „Leidsche
feest der feesten" heeft bevorderd!
Op straat
was het behoudens ln de middaguren tij
dens den optocht merkwaardig rustig. De
onsmakelijke vertooningen met aapjes e.d.
zijn geheel uit 't beeld van den 3 October-
dag verdreven en ook het genus der
boeienkonlngen was slechts matig verte
genwoordigd, Geweldig groot daarentegen
was het aantal muzikanten, die op zeer
uiteenloopende manieren feestklanken pro
duceerden. Het muzikaal genot, dat zij
verschaften, was evenwel omgekeerd even
redig aan hun aantal!
De alom tegenwoordige politie, bijge
staan door rijksveldwacht, maande met
een tactvol woord, waar noodig, tot door-
loopen, zoodat opstoppingen niet of niet
noemenswaardig voorkwamen.
Feestavond Chr. Oranje-
Vereeniging.
DER traditie getrouw had de Leidsche
Chr. Oranje-vereeniging haar leden tot
een gedenken opgeroepen in het gebcuw
Prediker. Dank zij „Symphonia" o. 1. v. den
heer J. Plu heerschte hier al spoedig een
opgewekte, feestelijke stemming. Ook het
optreden van den heer Spaanderman als
declamator was hieraan niet vreemd en
heeft er veel toe bijgedragen, dat zoowel
bestuur als leden op een geslaagder, feest
avond kunnen terug zien.
De voorzitter, mr. Geelkerken heette allen
hartelijk welkom in het bijzonder den heer
Aphrodité, de godin der liefde met haar gratiën, veroverde
blijkens de decoratie op haar wagen, veler harten.