OP HET SPOOR VAN DE DUIKBOOT De slag ij Zelhem bBUITENL. WEEKOVERZICHT caLCC 78ste Jaargang LE1DSCH DAGBLAD, Zaterdag 18 September 1937 Derde Blad No. 23768 LUCHTVAART Oefening van de Lichte Brigade „EN WIE I® HET MEN WIL DEN VREDE Reeds vaker hebben wij er op gewezen, dat alle leidende persoonlijkheden der groote politiek opkomen voor den vrede. Ook de bekende Engelsche Labour-leider Lansbury, die nog kort geleden, een onder houd had metPHitler, Mussolini en andere kopstukken, verzekert bij allen, zonder onderscheid, slechts gevonden te hebben den oprechten wensch naar vrede en de erkenning, dat een oorlog een dwaze en kanslooze zaak is. Het klinkt alles even prachtigMaar, helaas, de practijk is er zoo hemelsbreed van af. Europa blijft integendeel gebukt onder groote zorgen, zelfs onder de zorgen van oorlogsgevaar! Het gevaar blijft zich toespitsen rondom de Middellandsche Zee. En het lijkt er op, alsof daar telkens onverwachte gebeur lijkheden de toch reeds tot bedenkelijke hoogte gestegen spanning nog meer moe ten opvoeren. De conferentie van Nycrn beloofde een uitweg uit de moeilijkheden' der onvervalschte zeeschuimerij te zullen aanwijzen, het waren de oovjets, die niet ophielden voor zij de conferentie hadden getorpedeerd, door Italië en Duitschland er toe te bewegen, zich afzijdig te houden. Of het verstandig gezien was voor beide genoemde landen om zich aldus door de sovjets te doen uitschakelen is een tweede. Een oogenblik leek de situattie zeer ge vaarlijk. daar het allen schijn had, dat de sovjets den toon aangaven, doch gelukkig bleken Engeland en Frankrijk te wijs. Wel iswaar konden zij Litwinoff niet muilban den. zoodat hij gelegenheid kreeg om zijn giftige pijlen tegen Italië af te schieten, maar toen puntje bij paaltje kwam, heb ben zij de sovjets toch kampjes geheel naar eigen terrein teruggedrongen: de sovjets kregen geen deel aan de contröre i'n de Middellandsche Zee, moesten zich vergenoegen met de controle in de Zwarte Zee, hetgeen weinig minder is dan een wassen neus. Engeland en Frankrijk hebben feitelijk de controle van de Middellandsche Zee geheel in eigen hand genomen! En zij laten geen gras groeien over de gevallen besluiten, Maandag treedt deze regeling' geheel in werking Doch, Italië staat nog afzijdig. Met de sovjets is ook Duitschland als niet direct belanghebbende uitgesloten en dat is te billijken, maar Italië als Middellandsche Zee-mogendheid van den eersten rang komt een plaats toe. Dat is te Nyon ook erkend door voor Italië te reserveeren de controle in de Tyrrheensche Zee, wanneer het zich tenslotte toch zou willen aanslui ten. Maar daarmede is Italië niet tevreden, het vraagt gelijkgerechtigdheid met beide aVidere controleerende mogendheden, een eisch, waarvoor op zichzelf veel te zeggen vult. Maar Italië heeft door niet te Nyon le verschijnen en zich door de sovjets te laten wegduwen, zijn rechten grootendeels verloren en zoo wordt het in Engeland en Frankrijk ook gevoeld. Het zou ons zelfs niet verbazen, wanneer beide oude bond- genooten aan weerszijden van het Kanaal het liefst Italië maar bulten de controle hielden. Men mag gerust vaststellen, dat er geen schijn van bewijs is, dat Italië iets te maken heeft met de duikboot-aan vallen, die zooveel gerucht hebben ver wekt, het neemt niet weg, dat Italië toch ..verdacht" Is in veler oogen en zoo'n staat op te nemen in de afdoende controle, het brengt eigenaardige bezwaren met zich. Het lijkt ons dan ook de reden, waarom Rome en Londen om de zaak heendraaien ais de kat om de rijstebrei. Geen van beide wil een bod doen, Italië niet uit een oog punt van eigenwaarde, Londen niet om ftalië te doen voelen, dat het zich zelf buiten de kwestie heeft gesteld. Edoch, zal men vragen, bergt die afzij digheid van Ittalië dan geen gevaren in zich? Ongetwijfeld wanneer Italië ver keerd wil! Doch dan zijn die gevaren er altijd. Wil het dat niet, dan mag het mokken, doch dan zullen Engeland en Frankrijk een macht ontplooien, die het duikboot-gevaar tot de minste proporties terugbrengt men hoort er thans trou wens al niet meer van en is het doel bereikt. Voor Italië is de gang van zaken dan tevens een ernstige waarschuwing, zich niet langer afzijdig te houden, wan neer een ernstig beroep op zijn medewer king wordt gedaan in het belang van den algemeenen wereldvrede. Ongemotiveerde aanvallen der sovjets en haar trawant, Valencia, ten spijt. En dit te meer, waar Italië toch zegt zich niet te willen Inlaten met de binnenlandsche toe standen van Rusland en rustig handel drijft met dezen „heilstaat" als anderszins. De huidige leidende figuren willen den oorlog niet doch de botsing tusschen de diverse ideologieën neemt steeds bedenke lijker vormen aan; en dit laatste juist voor een niet gering deel tengevolge van hou dingen als van Italië. Men kan zich voor stellen. dat een land zegt: met dat of dat land wil ik om die of die redenen geen connecties onderhouden, doch wanneer officieel banden zijn aangeknoopt, dan moet men niet uit den weg gaan voor aan vallen van die zijde; men zou het zelfs kunnen uitleggen als een bewijs van zich schuldig voelen. Integendeel doet men dan het verstandigst om zich met hand en tand te verdedigen tegen zulke aantijgin gen. Was dit te Nyon geschied, dan zou waarschijnlijk de premier van Valencia geen gelegenheid hebben gehad om te Genève den aanval van Litwinof te ge- noemder plaatse te herhalen, waaraan door velen toch een officieel karakter wordt toegekend en zoo zou voor weidenkenden de kans zijn verkeken om zich te laten spannen voor het gevaarlijke karretje, waarop zich tweede en derde internationale gaan bewegen: belde drijven toch in de richting van verzet der democratie tegen het fascisme, zich aldus mengend In het recht van iedere natie om zich te doen besturen door een bewind, dat het zelf wenscht. Wellicht schuilt in dit laatste het groot ste gevaar voor den vrede in ons wereld deel! In het Verre Oosten is daarnevens nog' geen enkel lichtpunt waar te nemen. De situatie aldaar is werkelijk zeer delicaat geworden. Bij Sjanghai is het verloop van zaken te velde voor de Japanners feitelijk gelijk aan een nederlaag, moreel gesproken. De Ohineezen handhaven zich daar op voortreffelijke wijze tegen den volmaakt uitgerusten vijand en al moeten zij In het Noorden wijken, toch ziet China, dat het biet geheel is overgeleverd aan de genade van den aanvaller. De hoofdzaak blijft evenwel, of Ohina ergens hulp zal weten te DE VLIEGTOCHT VAN IR. DE KOK. De heeren De Kok en Schmidt Cranszijn gisteravond in Brindisi geland. Alles is wel. DE ZWEEFVLIEGERIJ. De heer II. Nienhuis benoemd tot leider en instructeur op Ypenburg. Naar wij vernemen heeft de N.V. Neder - landsch Instituut voor Zweefvliegen tot leider en instructeur van haar afdeeling op het vliegveld „Ypenburg" benoemd den heer H. Nienhuis. De heer Nienhuis is een der meest voor aanstaande zweefinstructeurs in ons land en heeft in zweefkringen bekendheid ver worven door zijn werk voor de Eindhoven- sche zweefviiegclub, waarvan hij geruimen tijd voorzitter was en door zijn medewer king aan de oprichting van de club in Til burg. De heer Nienhuis, die den naar In- dië vertrekkenden ir. C, W. A. Oyens op volgt, wordt op „Ypenburg" terzijde ge staan door den heer R. van Goens. De chef-instructeur van het instituut, de heer J. K. Hoekstra, zal zich in de toe komst hoofdzakelijk belasten met de rei zende afdeeling, die het instituut naast haai- permanente afdeeling op „Ypenburg" gesticht heeft. Deze afdeeling, die over vol ledig eigen materiaal beschikt, een motor vliegtuig en twee zweefvliegtuigen, zal ach tereenvolgens verschillende vliegvelden be zoeken om leden van verafgelegen zweef- clubs in den vliegtuigsleepstart. in te wij den. Aan den heer Hoekstra is als assis tent-instructeur toegevoegd de bekende zweefvlieger J. van der Meer. vinden en in dat opzicht ziet de horizon er nog weinig belovend uit. Het beroep op den Volkenbond, Wellington Koo moge een succes d'estime hebben verworven, is gelijk aan de stem van een roepende in de woestijnEn elders kan het evenmin nog iets verwachten. Droevig vooruit zicht Men wil den vrede De beste resultaten voor de roode partij. Ook op den tweeden dag van de oefenin gen der lichte brigade heeft de roode partij het beste resultaat bereikt, hetgeen, ge zien het uitgangspunt en den opzet van deze tweedaagsche oefening, niemand zal verbazen. De opzet. Om half negen begon de opmarsch van de roode partij door het passeeren van de grens tusschen het roode en blauwe land. Deze landsgrens lieo van DoesburgDoe- tinchemTerborgVarsseveld naar Aalten. Van net oefenterrein was alleen bezet het vak TerborgVarseveld en wel door de blauwe partij, onder bevel van de cava- ierie-commandant, luitenant-kolonel J. J. van Diepenbrugge. die te zijner beschikking had de vierde verkenningsafdeeling (d. w. z. drie eskaders van het regiment wiel rijders en een sectie pantserwagens) en het eerste regiment huzaren, ter linkerzijde opgesteld, het achtste eskadron huzaren, opgesteld achter het midden van het be zette vak, terwijl hij om één uur de be schikking kreeg over een batterij van het regiment wielrijders, welke buiten het op de kaart van tevoren uitgestippelde veld om naar Hengelo (G.) was gegaan. De roode troepen, onder bevel van luit.- kolonel H. C. van der Bijl, marcheerden in twee colonnes op, voorafgegaan door een voorhoede, samengesteld uit twee bataljons wielrijders, waarbij aanwezig was de com mandant van dit regiment, het derde bataljon wielrijders, de tweede afdeeling van het korps rijdende artillerie, twee motorbatterijen, vormende de eerste colonne terwijl achter deze colonne een peleton huzaren volgde als achterhoede. Deze opmarsch. werd rechts gedekt door het vierde eskadron van het tweede regi ment huzaren en links door een batterij van wielrijders. Vast stond van tevoren, dat blauw voor den druk van rood zou moeten wijken, waarbij gedacht was aan het stel ling nemen in de lijn LaagkeppelZel hemHalle. In de bosschen van het kasteel Slangenburg. Toen wij gisterochtend wegreden, was het doel, in de omgeving van het kasteel Slangenburg een kijkje te nemen. Eerst zagen wij de inrichting van het veldpost kantoor in De Steeg, waar de bestelling van brieven, postpakketten en andere post stukken is gecentraliseerd. Na De Steeg ging het rechts af bij den eersten weg wijzer en over den Dierenschen dijk naar Doesburg en vandaar naar Doetinchem. Tusschen Doetinchem en Varsseveld ligt het kasteel Slangenburg, omringd door lichte dennenbosschen. De aanvoerder van blauw had in het kasteel zijn commandopost, betrokken en stond door telefoonlijnen over de velden en door de bosschen aangelegd, in verbinding met onderdeden van zijn troepen. Er liep ook een telefoonlijn naar een door heggen begrensd veld. waarop een zg. U-lap was uitgespreid, waarmede den vliegers berich ten worden doorgegeven. Heeft de vlieger cp zijn beurt een bericht te zenden, dan vuurt hij dit bericht, in een koker gebor gen, af. waarna het telefonisch wordt doorgegeven. Nu er over vliegers sprake is zij er hier en passant op gewezen, dat de vliegtuigen tijdens deze oefeningen alleen een verkenningsrol vervullen en alleen ingeschakeld worden met toestemming van den hoofdleider, den commandant der lich te brigade. Zoowel eergisteren als gisteren was het zicht slecht. Gisteren waren de U-lappen op een maximale hoogte van 600 nieter zichtbaar. Wegens de uitgestrekt heid van het terrein beschouwd in het kader van de deelneming, bleek de ver kenning der vliegtuigen van geringe waar de te zijn. Toen wij in de bosschen van Slangenburg arriveerden, bevonden zich daar Prins Aschwin en de commandant van het veldleger. Prins Bernhard was hier, zooals reeds gisteren gemeld, te paard gestegen en met een verkenningspatrouille der (roode) huzaren, onder bevel van den reserve eersten luitenant jhr. Beelaerts van yBlokland, verder gereden. Theorie en practijk. In de bosschen was een versperring op geworpen en toen een blauwe pantser wagen aankwam, werd deze versperring snel verwijderd. Dit was niet naar den zin van luitenant-generaal baron Van Voorst tot Voorst, die met Prins Aschwin toevallig toekeek. De versperring was weliswaar primitief, slechts aangegeven door een Tap, maar zoo redeneerde de generaal, die lap stelt een reëele versperring voor en is dus niet een-twee-drie te verwijderen. Generaal Van Voorst beval daarom een luitenant der wielrijders een versperring van eenige boomstammen te bouwen. De pantserwagen, die intusschen grondig door Prins Aschwin was bekeken, nam, toen de versperring klaar was, met een aanloopje vol gas de hindernis. „Dit is nu theorie en practijk", sprak de commandant van het veldleger en veel belangrijker dan het ren nen van het eene hoekje naar het andere en elkaar met min of meer succes be schieten." De opmarsch van rood. Het optrekken van de roode troepen noodzaakte de blauwen de lijn Terborg Varsseveld te ontruimen. Omstreeks twaalf uur waren de rooden op ongeveer twee kilometer afstand Zelhem genaderd en voor het herstel van eenige verbanden was het oprukken tijdelijk gestaakt. Gedachtig aan generaal Van Voorst's uitspraak over de waarde van verschillende bewegingen van partijen en in de veronder stelling, dat deze den lezer vermoedelijk vrij onverschillig zullen laten, willen wij hem het relaas hesparen van den rooden opmarsch tot Zelhem en liever iets vertel len van het hoogtepunt van den dag: den strijd om Zelhem, De stad ontzet. Zelhem. waar H. M. de Koningin door luitenant-kolonel Tnoden van Velzen over het verloop van den strijd werd ingelicht, en waar Prins Bernhard met zijn patrouille ongezien (door den vijand wel te verstaan) omheen trok, was aanvankelijk door de blauwe partij bezet, maar kwam omstreeks twee uur in handen van de rooden. Hier is een felle strijd geleverd. Niet alleen van de verschillende om de stad gelegerde fronten maar ook van man tegen man. De toe schouwers kregen hier corps-a-corps ge vechten te zien. die de werkelijkheid be- driegelijk dicht naderden. Een vijand op eten motorfiets werd tegengehouden en ontwapend, een naderende wielrijder, die rechtsomkeert wilde maken, van zijn vehikel gesieurd en gevangen. De stad bleek, toen rood het verband Ijersteld had. niet meer te houden en de blauwe bezetting week Noordwaarts uit. Hoewel de oorlogstoestand niet geëin digd was met den val van Zelhem en de nieuwe bezetting, voorspelde kolonel Van Voorst, de commandant der lichte brigade, d&i een nieuw treffen thans niet te ver wachten was. Hij voegde hieraan toe. dat blauw in een veel ongunstiger positie begonnen was dan rood, zoodat de over winning van de roode partij weinig ophef behoefde en dat hij groote bewondering had voor de snelle wijze, waarop de com mandant der blauwe partij met de zijnen was teruggetrokken en stelling had geno men in de omgeving van Hengelo (G.). De „Piet Hein" op den IJssel. Gistermiddag ongeveer half twee waren II. M. de Koningin en H K. H. Prinses Juliana vanuit Zelhem. waar zij de oefe ningen der lichte brigade hadden bijge woond, teruggekeerd naar het Prinselijk jacht „Piet Hein", dat nog steeds op het Bronkhorsterveer op stroom ligt. De beide vorstinnen gingen met de motorboot van de .Piet Hein" aan boord, om de lunch te gebruiken. Aan beide oevers van den IJssel was een groote menigte samengestroomd, die het „Wilhelmus" zong, toen de vorstinnen arriveerden. Toen wij om kwart voor drie in Bronk- liorst aankwamen, werd juist de motorboot van de „Piet Hein" uitgezet. H. M. de Ko ningin, die zich met Haar eerste hofdame, jonkvTouwe Van Tets, aan boord bevond, keerde weer naar Bronkhorst terug, nage wuifd door de Prinses. Na enkele minuten zette Hare Majesteit voet aan wal, toege juicht en toegezongen door jong en oud, voor welke hulde de Koningin glimlachend en buigend dankte. Met de pont, waarop ook Haar auto was gereden, werd Hare Majesteit overgezet naar Brummen, waar Haar ook hartelijke bewijzen van hulde deelachtig werden. Prins Aschwin had zich. na Harer Majesteit's aankomst op het jacht, ook aan boord begeven, maar had de „Piet Hein" al voor het vertrek van de Koningin ver laten. En Prins Eernhard? Van Zijne Ko ninklijke Hoogheid was het spoor niet te volgen. De Prins was in den strijd opge gaan. (Ingez. Med.) Zomersche Zon door CALOR- kolen welke 100 warmte geven, den geheelen winter door. Nu nog de LAGE zomerprijzen H. MORSCHWEG 148 - Tol. 2760 (3 lijnen) en Bestelkantoor: H. DE LIGNY, Boommarkt 2 - Tel. 46.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 9