Koningin en Prinses bij de manoeuvres - De Rotonde te Weenen verbrand 78sie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Kameraad Moeder li.jiiENS HET BEZOEK VAN DE LEGERJ1ANOEÜ VRES hebben gisteren de Koningin en de Prinses de lunch gebruikt aan boord van de ,,Piet Hein", welke inden IJsel lag. H.M. en H.K.H. begeven zich met de motor-raceboot naar de ,,Piet Hein" EEN' WINDHOOS TEISTERDE EEN7 GEDEELTE VAN' KOLHORN. De magazijnen en op- SON'JA 11EN1E op doorreis van Stockholm DE BEROEMDE TENTOONSTELLINGSHAL VAN WEENEN' de slagplaatsen van den aannemer C. de Wit werden als lucifersdoosjes in naar Londen, op het vliegveld Rotonde, is volkomen door brand vernield. Draadloos overgebrachte elkaar gedrukt. De verwoesting. Schiphol. foto van het brandende gebouw. Roman van CHRISTEL BROEHL—DELHAES. 32) Als de gelegenheid zich voordoet, allicht! Georg legde zich languit in het gras. Hij rukte een sprietje uit den grond en kauw de er peinzend op. Zijn eerlijke jongens- oogen straalden. Als je bedenkt, dat ze zooveel van m'n vader houdt, dat ze alles uit liefde doet..Mooi is dat. Hoe zou ze anders zoo kunnen handelen? Ga zelf maar eens na. Waarom zou ze zich om vreemde kinderen bekommeren, als ze niet van hen hield. Die verpleging van Alf had haar het leven kunnen kosten. Ja zeker, haar leven! Ze had diphtheritis kunnen krijgen en er zelf aan kunnén sterven HadhadMaar ze heeft geen diphtheritis gekregen! Dat is louter geluk. Camilla heeft dat ook wel ingezien. Die denkt er nu ook heel anders over. Bereidwillig ging Günther op deze nieuwe wending van het gesprek in. Camilla! Wacht even, dat is ook zoon mooie! Eerst gaat ze met mij naar de bios coop en als er dan een of andere meneer komt als die dokter Alk, heeft ze plotse- iing geen tijd meer. Alles berekening. Je moet mij de vrouwen leeren kennen M'n zuster en jijGeorg lachte. Je bent nog een jaar jonger en jij kijkt naar m'n zuster?! Dat is natuurlijk onzin. En wat dien Alk betreftdat is werkelijk een reuze vent! Daar kan je wat van leeren! Moet jij ook dokter worden? Ik, nee. Jij? Günther lachte brutaal met wijd open mond. Ik? Ik kies een beroep, waarin ik de menschen het best kan bedriegen. Aan gezien ik er zelf de eerste jaren nog wel niet achter zal komen welk beroep dat is, maak ik me er voorloopig nog maar niet druk over. Georg moest ondanks alles lachen om dezen knaap, met wien huiselijke omstan digheden. welke thans echter een alge- heele wijziging hadden ondergaan, hem tezamen hadden gebracht. Toen gedroeg Günther zich als een vriend, ging hij met Georg door dik en dun en schrikte hij zelfs niet terug voor geldelijke offers. De zeer correcte Georg vergat dat nooit. Inderdaad was Günther in zijn hart zoo slecht niet; moeilijkheden en oneenigheden thuis, wei nig toezicht en slechte omgang waren oor zaak van zijn ernstige verwaarloozing. Hij kwam nu met een ruk overeind en keek Georg aan. Weet je, wat ik eens zal doen? Ik moet die stiefmoeder van jou eens zien! Dat zou ik maar laten! zei Georg, die plotseling nuchter werd en zich Günther's onhebbelijke opmerkingen herinnerde Dat is mijn zaak. Vrijwel tezamen met zijn zoon betrad Tiebruck zijn woning. Zijn vrouw kwanj hem tegemoet en hij begroette haar door zijn arm om haar schouders te leggen en haar tegen zich aan te drukken. Daarna boog hij zich naar haar over om haar te kussen. Achter hem stond de jongen, ver legen en met een hoogroode kleur. Zijn oogen schitterden onzeker. Romana maakte zich zachtjes uit Tie- bruck's omarming los. Georg is er ook, zei ze, ietwat verlegen. Georg schoot naar voren en boog zich over haar hand. Daarna haastte hij zich naar de woonkamer. Romana keek hem na en het ontging Tiebruck niet, dat ze zich onaangenaam getroffen voelde. Wat is er, Romi? vroeg hij en zijn biik drong liefdevol door haar oogen tot op den bodem van haar ziel. Ik geloof, Gerold, dat wij de kinderen niet al te veel moeten laten merken hoe veel wij van elkaar houden. Tiebruck fronste zijn voorhoofd. Zijn achende mond kreeg weer dien trek van stugge onverbiddelijkheid, welke Romana steeds zooveel mogelijk trachtte te ver zachten. Zij zullen er aan moeten wennen onze liefde als iets vanzelfsprekends te be schouwen. Romana schudde het hoofd. —Je begrijpt me verkeerd. Gerold. Ik be doel niet, dat ze het liever niet zien, maar ik vrees, dat het hun pijn doet. Het is im mers de plaats, die hun moeder innam; hun moeder ging door deze vertrekken en zij was het, naar wie toen al je liefde uitging. Zij drukte haar lippen in een korte, in nige kus op zijn bitter omlaag getrokken mond. Begrijp me, Gerold, ik wil hen iiiet kwetsen. Je weet, hoe ik met alles wat in me is, jou toebehoor, hoeveel ik van je houd en hoe gelukkig we zijn. Maar Is het noodig, dat wij de kinderen van deze, onze diepste gevoelens, deelgenoot maken? Moe ten zdj het leven zien, waar voor hun moe der slechtsde dood was? Tiebruck zweeg. Eindelijk hief hij den blik naar Romana op. Zijn oogen stonden rustig en dankbaar. Je hebt als steeds gelijk, liefste. De kinderen behoeven niet te zien, hoe ik bij jou behoor, hoe ik naar je verlang, eiken dag opnieuw.... Hij nam haar wederom in zijn armen, ditmaal echter teederder en minder begeerig. Vleierschertste ze en ze trok hem mee naar de woonkamer. Camilla en Georg waren aanwezig. Ro mana glimlachte hen toe. Ze bleek zeer goed te hebben gezien. Tiebruck's handel wijze had den jongen geërgerd. Daar zat hij met groote, terughoudende oogen en hij keek naar de binnentredenden, of hij hen aanklaagde. Romana ging naast hem zitten en vroeg belangstellend naar zijn belevenissen op school en daarbuiten. Zij had het zich tot een gewoonte gemaakt voor het eten met de kinderen over een en ander te praten en vooral Georg had zich daarbij steeds zeer openhartig getoond. Ditmaal echter was hij karig met zijn woorden. Even later werd de maaltijd opgediend. Tiebruck sprak er zijn verwondering over uit, dat het licht alweer moest worden op gestoken. De zomer is gauw voorbij gegaan, al te gauw, zei hij. We hebben er haast niet van kunnen profiteeren. Onze reis hebben we hals over kop moeten afbreken. En nu is het al weer herfstHij staarde in gedachten naar buiten, waar de boomen reeds begonnen te verkleuren en hier en daar hun bladerdak afschudden. Een voch tige koelte drong tot in de kamer door. Een triest verlangen naar den verloren zomer deed Tiebruck onbewust naar Romana's hand tasten. Hij vergat de kinderen en hun waakzame oogen en trachtte Romana's aandacht op zich te vestigen. Een vluch tige, waarschuwende blik ontnuchterde hem echter. Hij wendde het hoofd af, zag zijn kinderen en hun spiedende oogen en voel de op hetzelfde oogenblik een lichte verle genheid. welke hij echter heftig van zich afschudde. Zie ie het? vroegen Camilla's oogen, toen zij die van Georg ontmoetten. Georg perste zijn lippen opeen. Zou het waar zijn, wat Milla hem zooeven had toe gefluisterd? Romana Parhoff, die hij als net ideaal van de vrouw had gezien, zou zijn vader slechts uit berekening hebben genomen' Dat was niet waar. Het kon Im mers niet waar zijn. Hoe had ze zich niet voor Alf opgeofferdMaar misschien was dat meer uit een sterk ontwikkeld plichtsgevoel voortgekomen ofmisschien hield ze nu eenmaal van kinderenEn vader zou ze dan getrouwd hebben, omdat zij daarmee een uitstekende partij deed. Georg was door een toeval getuige geweest van tiebruck's hartstochtelijke liefde voor Romana. Nu had hij echter ook gezien, hoe deze zich daaraan onttrok. (Nadruk verboden!. (Wordt vervoigdj. H. M- DE KONINGIN EN ll.lv.II. PK1NSLN JULIANA bij de oefeningen van de Lichte Brigade. De Vorstelijke personen bij de oefeningen. Geheel rechts de commandant van het veld leger luit.-generaal J. J. G. baron v. Voorst tot Voorst. Naast hem kolonel jhr. W C. M. de Jonge van Ellemeet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5