Zes sprookjesmeisjes
Baas boven baas
Goede oplossingen
RAADSELS
Oplossingen
ANEKDOTEN
Mijn Grootje heeft een heel dik boek
Daar staan wel duizend plaatjes in
Soms gaat Grootj' ervan vertellen.
Dan heb ik mijn zin!
En od één zoo'n prachtig plaatje
Staat een bosch met duizend boomen.
Zeg, wat denk je, zou daar straks
Een echte reus aankomen?
Mis! In dat heele groote bosch
Staat een oude. oude schoen!
Nee. raad nu eens. wat zou die daar toch
Midden op dat plaatje doen?
Geef je 't op? wel, in dien schoen
Woont een moeder met haar kleintjes
G'loof je 't niet? Is t véél te nauw?
Ja maaro. ze zijn zoo fijntjes!
lAER^
't Zijnzes kleine sprookjesmeisjes
Betje knipt een stuk katoen.
Keetje naait er jurkjes van.
Klaartje boent den ouden schoen.
Mientje gaat het waschje spoelen,
Koosie zet de bordjes klaar.
Jannetje bakt fijne taartjes
Voor elk een dozijntje maar!
Vrees'lijk leuk hè? zegt mijn Grootje
Is dat niet een grappig span?
Zeg, welk kindje zou iil kiezen
Als je zusje, Janneman?
Nu. die keus is heusch niet moeilijk
'k Heb mijn antwoord daad'lijk klaar
Geef mij, zeg ik. lieve Grootje,
't Kindje van de taartjes maar!
MARIE MIOHON.
De bewoners van de landstreek Gascogne
in Frankrijk hebben door de eeuwen heen
bekend gestaan als groote snoevers, die
zich nooit lieten overbluffen. Van één zoo'n
Gascogner wordt een aardig verhaal ver
teld:
Een officier uit Gascogne had eens ko
ning Lodewijk XIV een belangrijken dienst
bewezen en als belooning zou hij 1500
livres ontvangen. De officier begaf zich dan
ook, zoodra hij deze blijde tijding gekregen
had, naar den minister van financiën,
Colbert, om zich zijn belooning te laten
uitbetalen.
Met de gewone Gasconsche brutaliteit
trad de officier zonder zich zelfs te laten
aanmelden, de werkkamer van den mi
nister binnen, waar deze met drie andere
heeren zat te praten en vroeg kortaf:
„Mijne heeren, als ik vragen mag, wie van
U is Colbert?"
„Ik, mijnheer," zei de minister. „Wat is
er van Uw dienst?"
„Een kleinigheid. Een bevel van Zijne
Majesteit de koning, om mij 1500 livres uit
te betalen."
Colbert moest lachen om het brutale op
treden van den Gascogner, maar hij liet
niets merken, doch nam zich voor, den
ander er eens tusschen te nemen. Daarom
noodigde hij hem beleefd uit, bij hem te
blijven eten. Daarna zou dan de afrekening
volgen.
De Gascogner nam het aanbod aan en
at voor vier. En na den maaltijd liet Col
bert zijn secretaris komen, die met den
officier in de kanselarij ging en hem daar
1000 livres uitbetaalde.
Natuurlijk was de man hiermede niet
tevreden: de koning had hem 1500 livres
toegezegd.
„U hebt gelijk", antwoordde de secretaris
kalmpjes, „maar 500 livres hebben wij af
getrokken voor het diner."
Nu keek de Gascogner toch even op z'n
neus: „Vijfhonderd livres voor een diner?
Bij ons thuis eet ik heerlijk voor twintig
stuiversl"
ontvangen van:
Mientje de Water, Ida Maria de Graaf,
Dientje Olivier, Lydia Botermans, Jannie
van Groeningen, Alida Stikkelorum, Jack
de Geus, Suze de Geus, Ans Vollenga, Rie
Vollenga, Jan Bronsgeest, Rika de Graaf,
Marie Brokaar, Lena Prevo, Geertrui de
Groot, Emma de Groot. Gerrie Keinemans,
Annie Keyzer. Wim Keyzer, Rietje Keyzer,
Piet Lagas, Abraham Fakkel, Bram Kret,
Koos Kret, Jettie de Bree. Cobi Lindhout,
Jopy Hofstra, Henny Hoogstraten, Lenie
Brocaar, Comelis Arbouw, Marietje Prenen.
Jan de Graaf, Grietje de Graaf, Henny van
Vliet, Anny Boekestein, Elsje Boterenbrood,
Anna Klos, Jo Outshoorn, Rie Kettenis,
Marietje Hoppenbrouwer, Wim Bekkering,
Cor Bekkering, Jaap Kruit, Coba Verlind,
Ans Outshoorn, Trieneke van Manen, Lucia
Lut, Annie Schipper, Marianne Immink,
Trijntje Bergman, Liesje van Driel, Letta
Vet, Adriaan van Vliet, Marietje van Vliet,
Bernard van Vliet, Bennie de Bruin, Janny
van Kampenhout, Wouter van Kampen
hout, Willy van Rijn, Willem Frederik La-
man, Paulus Laman, Marietje Laman, Leny
Hartwijk, Matthy van Leeuwen, Sary Ak
kerman, Rie Hartevelt, Janny Hartevelt, Co
Hartevelt, Prijna Hartevelt, Trijntje v. d.
Bosch, Tine Verbiest, Jannie van Biezen,
Adri Arbouw, Alida van der Holst, Leen-
dert Ravensbergen en Jo Drabbe.
„Dat wil ik wel gelooven. maar daar eet
U niet in gezelschap van den minister."
En toen toonde de officier werkelijk dat
hij een Gascogner was: „Goed," zei hij,
„houdt U dan alles maar. Dan kom ik nog
twee keer ervoor eten."
En hij deed het ook.
Toen minister Colbert deze geschiedenis
echter aan den koning mededeelde, had de
vorst zooveel bewondering voor het op
treden van den Gascogner. dat hij hem in-
plaats van 1500 livres de dubbele som liet
uitbetalen.
voor allen om uit te kiezen;
de grooteren vier; de kleine
ren drie goede oplossingen.
I.
Ingezonden door Annie Keyzer.
Wat is de langste letter van het a, b, c?
II.
Ingezonden door Leendert Ravensbergen.
Verborgen jongensnamen.
„Haal vlug bieten en veldsla", riep
Moeder.
De winter was bar en duurde lang.
„Ja Neeltje, ik lust spek."
Hl.
Ingezonden door Gerrie Keinemans.
Een plaats in Noord-Brabant van 9 letters.
1, 2, 2, 6 is een kleur.
3, 7, 8, 9 is een groot vertrek.
6, 4, 5 is een boom.
IV.
Ingezonden door Piet Lagas.
Op welken raad zijn wij niet gesteld?
V.
Ingezonden door Drietal van Vliet.
Voeg de passende lettergrepen bij elkaar,
zoodat je 7 bloemennamen krijgt,
as ra je ge um ris zon
ter bloem ni mei thee ne
i roos lier doorn an.
VI.
Ingezonden door Johan van Duuren.
Welk spreekwoord staat hier?
A...r ..n s....p ...r d..
d s, v n r m r.
VII.
Ingezonden door Abraham Fakkel.
Mijn geheel bestaat uit 12 letters, en is
iets, wat wij allemaal erg prettig vinden.
1, 6, 7, 2, 8 is een nuttig viervoetig dier.
5, 6, 8, 3, 4 is een knolgewas.
10, 11, 12 is een meisjesnaam, ook de
naam van een boom.
9 is een medeklinker.
VIII.
Ingezonden door Alida v. d. Holst.
Wie heeft met a vijf vingers, en met o
vier pooten?
der raadsels uit het vorige
nummer.
1. In geen geval.
2. Een paar handschoenen, een bril, een
zakdoek, een zakkammetje.
3. Lam, lamp.
4. Bol, dol, hol, jol, kol, mol, nol, sol, tol,
vol, wol.
5. Dat ze gesloten is
6. ezel
zode
eden
lent
7. De letter p.
8. Wereldjamboree; jam, boer, wereld, eer.
Ingezonden door Leendert Ravensbergen.
Einde goed, alles goed.
Toen een schrijver den laatsten regel van
een grooten brief heel netjes geschreven
had, riep hij vol blijdschap uit: „Einde goed,
alles goed". Terwijl hij dit zegt, wil hij zand
over 't geschrevene uitstrooien, doch neemt
bij vergissing den inktkoker en stort den
inhoud over het geschrevene uit!
Ingezonden door Liesje van Driel.
Domme Go.
Winkeljuffrouw: „Brcor, hoé heet jij?"
Go: „Niet zeggen, hoor Gijs, hoe je heet".