De zwarte damsteen
Chris speelde valsch, maar door een
angstigen droom kwam hij tot inkeer
V erzamel woede
in Japan
„Tik" deed een witte steen op 't dam
bord en hij sprong over een zwarten. „Tik-
tik" deed een zwarte. Hij maakte een hoek
en versloeg twee witte tegenstanders.
„Sufferd" fluisterde Bob tusschen z'n
tanden tegen zichzelf.
„Goed, dat je 't zelf zegt!" zei Chris. En
teen was 't een heelen tijd doodstil in den
tuin. Op een gezellig plekje onder den beuk
waar de middagzon zoo vroolijk doorheen
speelde, zaten de beide jongens met groote
inspanning te dammen. Ze waren er in écn
woord dol op en iederen dag, zoodia ze uit
school thuis kwamen, kwam direct 't dam
bord voor den dag en dan hoorde je de
jongens niet meer, totdat 't etenstijd was
cn moeder hen kwam roepen.
,,'n Reuze-idee, dat dambord!" zei Moe
der tegen Vader.
„Ja, dat wist ik wel!"
ENrii vu
Zoodra ze uit school thuis waren, kwam
het dambord voor den dag.
Toen de vacantie op haar eind liep en
de jongens zich eerlijk gezegd een beetje
begonnen te vervelen, was Vader op een
goeden dag thuisgekomen met een ge
heimzinnig pak onder den arm.
„Wat hebt u daar, Vader?" vroeg Bob
nieuwsgierig.
..Een wekker, omdat jullie den laatsien
tijd zoo slaperig bent".
..Hè nee! Een vierkante wekker, dat kan
niet!" riep Chris.
„Nu, een bliksemafleider dan", zei Vader
,om ruzietjes te voorkomen!"
Want ik hoor van moeder
„Hij begint altijd" zei Bob.
„Pff, jij plaagt altijd!" zei Chris.
„Zien jullie wel, dat een bliksemafleider
hoog noodig is? Nu dan.en Vader had
met een gewichtig gezicht 't dambord uit
gepakt. Er was een gejubel opgestegen en
sinds dien dag waren er geen braver en
eensgezinder jongens dan Bob en Chris.
Al heel gauw bleek, dat ze ongeveer te
gen elkander opgewassen waren: nu eens
won Bob een partijtje en dan weer Chris.
En vooral deze laatste was daar erg trotsch
op, omdat hij anderhalf jaar jonger was dan
zijn broer. En nu vandaag was 't eerst
recht een belangrijke partij, want Vader
had een reep uitgeloofd voor den winnaar,
den volgenden morgen uit te betalen. Drie
spelletjes zouden worden gespeeld en wie
er twee won.... nu, je begrijpt nu zeker
wel, waarom 't zoo stil was in den tuin!
Chris hield z'n adem in en keek gespan
nen naar Bob's oogen.zou hij z'n kans
om te slaan laten voorbijgaan? Ja hoor.
Bob keek heel naar een anderen hoek.
„Ha! Geblazen!" riep Chris.
„Hè!" zei Bob verdrietig. Hij lette soms
niet op en deed dan opeens domme din
gen. Chris z'n hart klopte sneller. De eer
ste partij had Bob gewonpen, de tweede
hij. Dit was de derde, 't Leek of hij nu een
ietsje sterker stond.... ja, ja. SneJ zwier
ven z'n oogen over 't bord.
Als hij eensmiauw, bom! De beide
jongens gaven een kreet van schrik, want
daar stond Mina de oude poes, opeens
midden in de spannende partij.
„Weg jij!" gilde Bob.
..Sst" zei Chris, „voorzichtig". En hij
tilde de poes kalm op en zette haar op den
grond. Bob stampvoette bijna van kwaad
heid. „Alles bedorven!" pruttelde hij.
„Och welnee" zei Chris: „We weten nog
wel ongeveer hoe 't stond". En voorzichtig
schoven ze de steenen weer recht.
„Stond het zoo?"
„Van die eene zwarte weet ik 't niet pre
cies", zei Bob. „En jij?"
Chris zweeg éven. Hij wist het wèl. Die
steen had erg gevaarlijk gestaan, hij was
zelfs niet meer te redden geweest, maar
hij was nu een plaats verschoven en stond
veilig. Even aarzelde Chris. Hij kreeg een
wee gevoel in z'n maagstreek, maar dan
zei hij: „Ja. zoo was het".
„Ik moet", zei Bob.
En vijf minuten later had Chris de par
tij gewonnen. Maar hij was er niet blij om!
.Chris lag in bed. maar hij kon den slaap
niet vatten. Voortdurend zag hij maar dien
zwarten damsteen voor zich. Hij zag 't
lieele spel, ook het plaatsje waar de steen
had moeten staan en probeerde uit te knob
belen, hoe het spel geloopen zou zijn, als
hij niet valsch gedaan had.
„Misschien had je dan toch gewonnen",
zei een zachte stem vlak bij z'n oor.
„Ja, misschien" peinsde Chris.
„Nu. dan weet je niet eens zeker of je
wel oneerlijk hebt gedaan".
„Heelemaal eerlijk was 't niet", zei Chris
..Nu ja", zei de stem weer „maar 't is nu
eenmaal zoo geloopen. En dan had Bob ook
maar beter op moeten letten!" Chris keek
eens goed rond wie daar praatte. Ja, na
tuurlijk, hij stond op het dambord en 't
was de zwarte steen zelf. die dat allemaal
zei. „Weet je wat?" zei Chris. „Laten we
't spelletje nog eens heelemaal overdoen".
„Best" zei de steen. En hij holde op een
paar grappige dunnen beentjes weg om
Bob te halen. Maar die keek boos. „Partij
overdoen?" bromde hij, „goed, maar dan
ga jij eraan, mannetje!" En hij haalde een
witten steen uit zijn zak en die begon te
groeiente groeien.net zoolang, tot
hij een eind boven Chris uitstak. En toen
duwde Bob ertegen en Mina dipoes duwde
mee! De steen begon te roller, en
„Pas op Chris!" gilde een schelle stem.
'I Was de zwarte steen, die hem gewaar
schuwd had. En gelukkig Chris kon nog
net opzij springen, anders had hij er fi
naal onder gelegen.
En toen stonden ze opeens boven op een
liooge berg, Chris en zijn vriend, de zwarte
steen. „Kijk" fluisterde de steen en hij
wees naar beneden. Daar stonden Bob en
Mina met den rug naar hen toe.
„Nu is 't onze beurt" zei de steen. „Geef
me een zetje, dan ga ik Bob verpletteren!
Zoo olat als een dubbeltje! Eigen schuld,
had hij maar beter op moeten letten!"
..Heelemaal eerlijk is 't niet" aarzelde
Chris. Maar voor hij nog een beslissing
had kunnen nemen, was de steen al in
duizelingwekkende vaart den berg afgerold
Chris z'n adom stokte. Het angstzweet
brak hem uit. Straks, o straks, was de steen
beneden en dan was 't ongeluk gebeurd!
En die Bob, die maar niets zag! Mors
dood. zou hij zijn, zoo plat als een dubbel
tje. en dat alles was zijn schuld! O nee,
dat. niet. dat niet!
Chris wilde schreeuwen, maar hij kon
nietslechts een dof gekreun kwam
over zijn lippen. En door dat gekreun....
werd hii wakker.
Doodsbang keek hij om zich heen. In 'fc
ledikant naast hem lag Bob rustig te sla
pen! Nooit had Chris zich zóó opgelucht
gevoeld. Hij zuchtte eens diep. Maar tege
lijkertijd voelde hij, dat hij 't geen oogen-
blik langer kon uithouden met dien leelij-
ken streek op zijn geweten.
„Bob!" fluisterde Chris, en nog eens „Toe
Bob, luister even!" En toen Bob wakker
was geworden vertelde hij hem alles. Maar
Bob was een echte goeierd. Hij pakte Chris
bij z'n kuif en zei: „Zul je nooit meer
valsch spelen?"
„Nooit, nooit!" beloofde Chris.
„Goed, dan doen we morgen alles nog-
eens over. En ik vertel 't aan niemand.
Goed?"
„Fijn" zei Chris. Hij was nog nooit zóó
heerlijk ingeslapen als na die bekentenis.
R. DE RUYTERv. d. FEER.
Bij ons zijn 't postzegels of plaatjes, da
gekleurde stempels.
In een keurig album worden de
stempels verzameld.
's Lands wijs, 's lands eer. Als je in Amst*.
dam langs den N.Z. Voorburgwal loopt, k
je daar de bekende „postzegelbeurs" vindi
waar jong en oud zich beijvert om zeldzai
exemplaren machtig te worden. En je h<
maar een koek, een bus cacao, een rol 1
schuit of een reep chocola te koopen of
'kunt beginnen met het verzamelen van a
mogelijke plaatjes!
In Japan doen de jongens óók aan v<
zamelen, maar daar zijn het de stempx
die hun begeerte opwekken en hun heel v
hoofdbrekens kosten. En zooals je dac
lijk zien zult het machtig worden
stempels is nog heel wat moeilijker dan i
verzamelen van plaatjes of zelfs van po
zegels. Luister maar: Op ieder station,
de hal van alle hotels, in ieder museum,
ieder uitzichtspunt. in de meest beroem
kloosters en tempels, kortom op alle punt
die de moeite van t bezoeken waard zi
staat op een in 't oog vallende plaats e
klein tafeltje en op dit tafeltje een stei
pelkussen rood, groen of blauw en e
stempel. Het plaatje op den stempel st
natuurlijk de bewuste plaats of een bepaal
bijzonderheid ervan voor, zoo heeft
badplaats een stempel met een vrool
zwemtafereeltje, een station een gezicht
de stad, een tempel een kunstzinnig uit?
voerd gebouw. En dit alles omringd en aa
gevuld met fraaie Chineesche letters,
meeste stempels zijn ware juweeltjes v
houtsnijkunst.
Deze stempels worden nu door alle J
pansche jongens en zelfs ook nog wel d<
volwassen menschen met ware woede vt
zameld in een keurig album, gebonden
zijde. Het is als men in Japan reist, ve
makelijk om te zien, hoe. zoodra de tre
een bekende plaats nadert, iedereen zi
voor den stem pel wedstrijd gereed maa!
Dan komen bliksemsnel uit alle tasschi
en koffertjes de stempelboeken te voorschi.i
de jongens en heeren verdringen zich vo
het portier en nauwelijks staat de trein s
of alles holt naar buiten, naar het sterns
tafeltje op het perron. Nu gaat het ere:
vlug een stempel te veroveren, vóór de tre
weer vertrekt, 't Is een vreeselijke spannin
dat begrijp je, want er is maar één stemt
en de Japanner is te beleefd om te stoot*
of te dringen (wat hem trouwens ook ni
veel zou helpen).
Na vijf of tien minuten, bii 't vertreJ
signaal van den trein, komen dan al
stempelaars weer op hun houten sandal<
aangeklapperd. Stralend van voldoenii
laten de jongens elkaar hun dikke, als e<
harmonica gevouwen stempelboeken zie
Maar de oude heertjes, die niet zoo gau
aan de beurt konden komen, kijken e
zuur, dat begrijp je!