BINNENLAND Ons Kort Verhaal PUROL<$> LEIDSCH DAf-fMD - Derde Blad Zalerdag 18 September 1937 Op het eiland H.M. de Koningin naar de Residentie. De „Nieuw Amsterdam". Begrootingstekort van f. 581.000 te Arnhem. Veertig jaren Nederlandsch sanatoriumwerk te Davos. GEMENGD NIEUWS M a rÜSL W&? ff Een slechte gelaatskleur Weensche rotonde door brand verwoest. In verband met de opening van de Sta- ten-Generaal, ligt het in het voornemen van de Koningin om Maandag van 't Loo naar Den Haag te vertrekken en tot Dins dag op den Ruigenhoek te vertoeven. Na de Kameropening zal Hare Majesteit, onmiddellijk na den rijtoer, welke als ge woonlijk des middags plaats heeft, per trein naar 't Loo terug reizen. In verband met den regelmatigen voortgang van den afbouw van de „Nieuw Amsterdam" is. naar ons door de Holland-Amerikalijn wordt bericht, de eerste afvaart van Nederland's grootste passagiersschip op 11 Mei 1938 van Rotterdam vastgesteld. De terug reis, waarvoor ook in Amerika reeds groote belangstelling bestaat, zal op 21 Mei van New-York plaats vinden. De vorderingen, die worden gemaakt, lijn zeer goed vanaf de rivier waar te ne men. Sinds kort zijn de masten geplaatst. De groote gestroomlijnde schoorsteenen zullen waarschijnlijk tegen het einde van het najaar worden aangebracht. B. en W. zeggen geen mogelijkheden te kunnen aanwijzen tot dekking van dit nadeelig saldo. In een nota betreffende de ontwerp-be- grooting voor 1938 der gemeente Arnhem deelen B. en W. dier gemeente den Raad mede, dat voor 1938 een tekort geraamd wordt van f. 581.000. De dienst 1938, op zichzelf beschouwd, zal naar raming een tekort opleveren van f. 351.000. Dit tekort wordt verhoogd door het nadeelig saldo van den dienst 1936 groot f. 230.000. Voor 1936 was nl. wegens extra-bijdrage en belastingbij drage een ontvangst ge raamd van f. 1.050.000. De regeering heeft evenwel te kennen gegeven, dat de ge meente op geen hoogere bijdragen mag rekenen dan van f. 700.000, onder voorbe houd, dat verschillende voorwaarden, waaraan de begrootingen moeten voldoen, door de gemeente worden aanvaard. Hierover is nog steeds overleg met de regeering gaande, waarvan het uiteinde lijk resultaat tot nu toe niet vaststaat. Wat de dekking van het geraamde tekort aangaat, deelen B. en W. mede geen mogelijkheden te kunnen aanwij zen om dit nadeelig saldo te dekken. Daar het gemeentebestuur reeds ge- durende een groote reeks van jaren er op bedacht is geweest de uitgaven te beperken en de inkomsten te verhoo- gen, moeten vrijwel alle mogelijkheden uitgeput worden geacht, B. en W. hebben derhalve voorloopig een bijdrage van den kapitaaldienst aan den gewonen dienst geraamd, teneinde het tekort op den gewonen dienst te dekken. Een stichting, die de sympathie verdient van alle Nederlanders, omvat vele duizen den landgenooten het herstel van hun door tuberculose gebroken gezondheid daaraan te danken hebben: het Neder landsch sanatorium te Davos, herdenkt het veertigjarig bestaan. Bij dezen mijlpaal vraagt de te 's-Gra- venhage gevestigde vereeniging tot behar tiging der belangen van Nederlaridsche longlijders als organisatrice van dit sana torium eenige oogenblikken de bijzondere aandacht van den lezer. Het nationalefilantropische werk, dat in het op 1.560 meter hoogte gelegen Davo- ser dal temidden ran de Zwitsersche berg toppen geschiedt, is die aandacht ten volle waard. De geschiedenis van het Nederlandsch sanatorium te Davos is in hoofdzaak de toegewijde levensarbeid van wijlen Peter Plantenga, die.In 1888 als twintigjarig stu dent wegens ernstig longlijden naar Davos werd. gezonden, waar hij na eenigen tijd genezing vond. Toen was bij hem tevens het ideaal gerijpt om ook voor minder be middelde Nederlanders, die door t.b.c. wa ren aangetast, een dergelijke verpleging en genezing mogelijk te maken. Voor de ver wezenlijking van dat ideaal heeft Planten ga zich jarenlang geheel gegeven en met medewerking van „De Hollandsche Club" te Davos kwam in 1897 met een bijeenge bracht kapitaaltje van f. 6000. het Neder- landsche sanatorium tot stand, dat aan vankelijk in een bestaand huis werd geves tigd en dat in November 1901 een nieuw eigen gebouw verkreeg. Zoowel de op richting als alle latere uitbreidingen ge schiedden uit particulier initiatief en zon der eenigen financieelen steun van over heidswege. Peter Plantenga nam reeds bij de oprichting de functies van secretaris en penningmeester op zich en hij heeft die tot het laatst toe vervuld op een wijze, bo ven allen lof verheven. Bovendien was hij Nederlanósche consul te Davos en ook in die kwaliteit heeft hij taUooze landgenoo ten met raad en daad terzijde gestaan. In 1923 werd hij door ziekte gedwongen zijn arbeid neer te leggen en in 1928 is hij gestorven. Zijn organ iseerend werk werd voortgezet door het hoofdbestuur dar vereeniging tot behartiging van de belangen van Neder- landsche longlijders, onder presidium van heer R. J. O. Menten, terwijl hij als secre taris-penningmeester werd opgevolgd door zijn broeder, mr. J. Plantenga, totdat ook deze in het voorjaar van 1937 door den dood aan de vereeniging ontviel en sindsdien treedt een jonger lid van deze familie, n.l. mr. M. P. plantenga, als secre taris-penningmeester der sanatorium-ver eeniging op. In de afgeloopen veertig jaren Is wel overtuigend bewezen, dat dit sanatorium, dat gee'b klassen kent en dat open staat voor alle gezindten, in een behoefte voor ziet. Onder de voortreffelijke medische leiding gedurende een kwarteeuw van wijlen den geneesheer-directeur dr. F. Sanies die op 19 December 1936 overleed en werd op gevolgd door den Nederlandschen longarts dr. P. C. Gugelot is het sanatorium te Davos uitgegroeid tot een inrichting, waar op Nederland trotsch mag zijn. Begonnen mer. plaatsruimte voor 30 patiënten, biedt het sanatorium thans ruimte aan 85 ver pleegden. Men komt thans weer ruimte tekort. Voor uitbreiding en moderniseering is f 500.000 noodig (het dubbele van wat in Nederland noodig zou zijn). Men hoopt ter gelegenheid van het jubileum op belang rijke giften. Administratrice der vereeni ging is mej. Arntzenius. De Bruynestraat 66, Den Haag (giro 19751). JAARLIJKSCHE ALGEMEENE LEDEN VERGADERING DER VEREENIGING VAN KATV.L ZIEKENHUIZEN. In het gebouw voor kunsten en weten schappen te Utrecht had de 4e jaarlijksche algemeene ledenvergadering claats eer ver eeniging van katholieke ziekenhuizen. De voorzitter bracht in herinnering dat de vereeniging het volgend jaar haar eerste lustrum zal vieren en stelde voor een lust .um-commisie te benoemen die hiervoor plannen zou uitwerken Deze commissie werd door de vergade ring benoemd: Evenals vorige jaren werd, in aanslui ting op deze algemeene ledenvergadering, in den namiddag een z.g. ziekenhuisdag gehouden. De belangstelling was zeer groot. Onder de aanwezigen merkten wij op: den directeur-generaal van de volksgezond heid. dr. C. van den Berg, den hoofdin specteur van volksgezondheid, dr. R. N. M. Eijkel; de inspecteurs van volksgezondheid de heeren dr. J. G. Bantjes, G. D. Hem mes en L. A. Veeger; verder de voorzitter en secretaris-generaal der nationale fede ratie het „Wlt-Gele Kruis", mr. dr. T. J. Verschuur en mr. De Vreeze. de secretaris der vereeniging van ziekenhuizen in Ne derland, dr. L. Leydesdorff; de bureau- secretaresse van den Ned. R.-K. Bond van Zlekenverplegenden. mevr. mr. M. Poll- mannGall. Tot onderwerp voor deze namiddag vergadering was gekozen: „De houding van de overheid ten aanzien van de par ticuliere ziekenhuizen". Dit onderwerp werd van den principieelen kant belicht door den eersten inleider dr. J. J. Junger- hans, terwijl de tweede inleider, accoun tant J. J. M. H. Nijst wees op de concrete en practische zijde van dit vraagstuk. Na deze inleidingen volgde een zeer geani meerde gedachtenwisseling. DE NIEUWE WEG HOEVELAKEN— TERSCHUUR. De K.N.A.C. meldt, dat het nieuwe weg- vak van Hoevelaken tot Terschuur, gelegen De secretaris bracht verslag uit van het in de verbinding AmersfoortApeldoorn afgeloopen jaar. waaruit bleek, dat het aantal aangesloten ziekenhuizen en sana toria is gestegen van 84 tot 98. zoodat ongeveer alle katholieken ziekenhuizen en sanatoria in ons land door de vereeniging worden omval voor het verkeer is opengesteld. Dit weg gedeelte bestaat uit een bijna 6 K.M. lange en 6 M. braede betonnen baan. die van Hoevelaken af grootendeels langs de spoor baan loopt en ten Oosten van Terschuur weer op den ouden weg uitkomt. Het meest Verder bleek uit dit verslag dat in den Oostelijke gedeelte kwam reeds eerder voor loop van dit jaar door het bureau der ver- het verkeer ter beschikking. In de toe- eeniging een groot aantal adviezen waren komst zal deze omlegging worden uitge- gegeven aan de verschillende leden. vo;rd met twee, door een berm gescheiden, Het dagelljksch bestuur werkte regelmatig rijbanen, waarvan er voorloopig slechts één samen met de andere ziekenhuls-vereeni- is uitgevoerd. gingen, waardoor goede resultaten konden De wielrijders worden op dit nieuwe weg- worden bereikt j gedeelte niet toegelatendeze zullen van Uit het verslag van den penningmeester den ouden, thans van het doorgaande ver- jhr. L H M de Roy van Zuydewijn, bleek keer ontlasten weg door de bebouwde kom- dat de financieele toestand der vereeniging men van Hoevelaken en Terschuur gebruik gezond is. blijven maken. VERDACHT VAN BRANDSTICHTING. Gisteren is een begin van brand ont staan in de woning van de familie A. O. aan den Rappersweg te Almelo. Een koop man met appels, die aan de achterdeur kwam. bemerkte dat in de achterkamer een verstikkende rook hing. Daar niemand thuis was, waarschuwde hij de buren en de politie. De politlebrandspuit wist het vuur spoedig te dooven. Het bleek, dat beddegoed, dat op stoelen was uitgelegd, in brand was geraakt. Veel schade was er niet aangericht. De huisvrouw was naar de markt gegaan en daar zij geen bevredigende verklaringen kon afleggen, vatte de politie argwaan. Zij ls thans, verdacht van brandstichting, ge arresteerd. BUITENLANDSCH GEMENGD. GEWELDIGE BRAND IN TSJECHO- SLOWAKIJE. Honderdtwintig woonhuizen in de asch gelegd. Te Topotz, een uitsluitend door Duit- schers bewoonde plaats in Tsjecho-Slowa- kije, ls gisterochtend vroeg door een tot nog toe onbekende oorzaak brand ultge broken. Door een feilen wind aangewakkerd, greep het vuur met razende snelheid om zich heen. Honderd twintig woonhuizen zijn in de asch gelegd. Ook de kerk is een prooi der vlammen geworden. Dertig brandweercorpsen namen aan de blussching dsel. Men heeft ook militairen te hulp geroepen, om het vuur te bestrij den. ONTPLOFFING IN GRAANOPSLAGPLAATS In een gnaanopslagplaats in Castel Mag- giore (Italië) heeft zich een ontploffing voorgedaan, tengevolge waarvan het ge- hraele gebouw Ineenstortte. Twee arbeiders werden gedood, drie zwaar gewond. JACHT TERECHT. Het Poolsche jacht „Kroytzof Arcisze- weski" dat met zestien opvarenden in de Oostzee vermist werd, is in Kopenhagen binnengeloopen. door ..via W. KERREMANS. fr Ooen West zag op eenigen afstand met begrijpend ooz het spel van Helene en Kees, Coen beet nijdig op zijn pijp. bromde als een gestoorde beer en mompelde voor zich heen: „Je zou ze. Toch was er voor een ander toeschouwer, die niet zooveel wist begreep en zag als Coen, niets bijzonders te zien aan het ver keer tusschen Helene en Kees. Hij was haar genaderd en had beleefd, maar koel gevraagd: „Wilt u nog singlen, juffrouw?" Helene had een oogenbltk doordringend Kees aangezien en toen even koel geant woord ,Ja. nog één single". Het klonk alsof Helene toestemde om niet onbeleefd te lijken door een weigering, maar overigens niet veel lust had. Zij tennisten wel met de ware speel drift. en sporttoewijding maar zonder de vroolüke. plagerige, iolige atmosfeer die het spel tot een dubbele vreugde maakt. Ze tennisten correct en wederzijdsch beleefd, maar met zekere ingetogenheid klonken de kreten: Ready? Out! Line! en toen de games uit waren stonden zij plichtmatig met elkander te Draten als twee menschen, die zich niet op hun gemak gevoelen, met •een gemaakte vrooüjkheid die slechts enkele malen de veel natuurlijker kilheid verving. Coen zag dat alles van zijn zitplaats aan en grinnikte: ..De ezels! De ezel en de ezelin, verbeter de hjj zichzelf. De steen-uilen. Nooit ko men ze er over heen". Hij zag Helene heengaan na een kort knikje en een stijve buiging van Kees. Coen sprong driftig od, liep naar zijn vriend en stelde de duistere vraag: „Hoe lang moet dat nog duren?" Kees begreep niettemin de vraag volko men en schokschouderde. Jij weet 't niet? Nu ik wel", ging Coen voort. „Dat zal zoo lang duren tot er een derde tusschenkomt". Kees keek zijn vriend met eenigszins ver schrikte oogen aan. „Ja, natuurlijk,", vervolgde deze, jij bent een dikkop en Helene lsiswat con servatief. Als zii lets had van den geest der andere meisjes, zou ze 't jou gemak kelijker maken maar nu dat niet het geval is, moet jij een vent zijn en het niet ge makkelijk willen hebben. Je weet dat ze van je houdt en „Dat weet ik niet," viel Kees nadrukke lijk in „Dat weet ik niet. Dat is het juist. Jii zegt dat wel en jij verzekert me dat wel al maanden, maar op allerlei vage gronden. Phychologische observaties, zooals ji1 dat noemt, die mogelijk wetenschappelijk zeer interessant en juist mogen zijn, maar die voor mij geen waarde hoegenaamd hebben. Ik heb bij Helene nooit Iets kunnen obser- veeren van iets dat naar genegenheid lijkt. Integendeel, ze is jegens mij koeler, stroe ver en minder od haar gemak dan tegen anderen" „Juist, juichte Coen opgetogen, „juist. Daar heb je 't gezegd, dat is nu de beste en zuiverste term die je kon gebruiken Ze ls". herhaalde hij langzaam en met sterken nadruk „minder op haar gemak bij jou dan bii anderen. Dat is bij haar zoo goed als een openlijke declaratie. Tegen mij, tegen Wilkens tegen Smit. tegen allemaal Ls zij onbevangen en natuurlijk omdat zij voor ons niets meer gevoelt dan vriend schap. Wij zijn speelkameraden, maar ui jou ziet zij wat meer, voor jou gevoelt zij meer en daarom wijkt die onbevangenheid als jli nadert. Helene heeft nog iets in zich van de schuchtere burchtjonkvrouw, die zich blozend over haar borduurwerk boog als de ridder van haar hart de zaal binnentrad. Wees RMwveen ridder en Kees legde zijn hai}d od Coen's arm en sprak zacht: „Daar zit de moeilijkheid vrindje Ik ben geen ridder. Helene is trotsch. zij is zich bewust te zijn. freule Van Couwaerden en ik ben Kees Weber of op zh Hollandsch Wever geen ridder Maar dit zou nog wel te overkomen zijn. Het ergste is echter dat Helene rijk is Als dat niet het geval was, zou ik misschien de risico van een afwij zing wagen, maar haar fortuin zit me in den weg. Liever zwijg ik, dan voor bruids schatjager te worden aangezien Kom we gaan". De twee vrienden gingen samen van het tennisveld en bespraken onderweg het on derwerp dat zij al zoovele malen samen behandeld hadden, zonder dat het Coen gelukt was Kees tot zijn inzicht te brengen. Ze moeten gedwongen worden", be peinsde Coen toen hii alleen naar huis ging. „Zoo komen ze nooit verder. Ik moet zien, hen eens wat langer en ongestoord bij elkaar te brengen, Maar hoe dat te instal- leeren? Ik zou 't Mies kunnen vragen. Als zii hen eens uitnoodigde en dan een poosje heenging JaJa dat zou misschien iets zijn". 's Avonds overlegde hij dit plan met zijn zuster Mies. Ze glimlachte tegen haar geestdriftigen broer en zei: „Ik geloof niet. Coen, dat je je van zoo'n visite veel resultaat moet voorstellen. Blijf eens bij de werkelijkheid, zooals het gaan zou. Ze zuilen hier zitten, volgens jouw plan, alleen met mjj Ik ga weg onder een of an der voorwendsel - maar dat kan niet lang zijn Ik kan niet het huis uitgaan. Geloof jij, dat zij in die 5 of 10 minuten de belet selen kunnen opruimen, die op hun weg liggen en dat zii elkaar in de armen zijn gevallen als ik terugkom? Neen broertje op die wijze breng je ze niet tot elkaar. We moeten een ander plan bedenken". Inderdaad ontwierpen zij een ander op zet, het resultaat van een langdurig over leg tusschen Coen en Mies een ontwerp dat Mies wel geopperd, maar later toch niet aangedurfd had en waarvoor zii pas na een vurig betoog van Coen haar medewerking had toegezegd. 's Anderen daags belde Mies Helene op en noodigde haar uit om op een bepaalden dag in de boot van Coen te gaan zeilen op het meer. „Wie gaan er nog meer mee?" vroeg Helene „Alleen mijn broer en Weber". Stilte in de telefoon Mies glimlachte en begreep wat er aan de andere zijde gebeurde. „Jaik denk wel dat ik kan", werd toen aarzelend en zacht gezegd. „Ik zal zien". „Goed, dan rekenen we er op We gaan pic-niccen op 't eiland". Den volgenden ochtend was Coen nog bezig met Mies om proviand in de boot te laden en het vaartuig zeilree te maken, toen Kees naderde. „Je komt juist van pas" riep Coen vroo- lijk. „Berg jij die zaken nu eens netjes in 't vooronder dan zal ik het zeil losmaken en zoo" Een oogenbllk later kwam een auto den weg af en stoute bij de boot. Helene stapte uit „Goeden morgen riep zü opgewekt „Ik heb ook nog wat meegebracht maar dat mag je pas zien als we op 't eiland zijn Dag Mies, dag Coen.dag Kees. Zeg Coen hoe larig blijven we weg?" „Noutot 'n uur of vijf". „Ja, dat is goed, maar niet later. We hebben gasten vanmiddag". „Ik hoop. dat je een vroolijk dLner zult hebben", zei Coen eenigszins geheimzin nig. „Je zult eens zien hoe opgewekt je bent na zoo'n zeiltocht. Ga jij nu met Mies voorin zitten, dan kan Kees bij mij komen om te helpen Alles klaar? Daar gaan we dan". De wind zette het zeil bol en rustig gleed de ranke boot door het water. Tegen 12 uur koerste Coen naar het eiland. Toen het scheepje den oever raakte sprong Kees er uit en meerde het aan een struik. „Allo bootwerkers", riep Coen, „nu aan 't lossen. Pak aan. Ieder wat". Hij gaf uit de boot de verschillende pakken, maar hield er één achter dat hij wegstopte. De levensmiddelen en versnaperingen werden aan land gedragen en Coen zei tot Helene en Kees om die verder het eiland in te brengen en naar een geschikte plaats te zoeken voor de plc-nic. De twee jongelieden liepen zwijgend met de pakjes de ongebaande wegen. „Stap Jij maar vast ln", zei Coen ge dempt tot zijn zuster, Coen bleef nog eenigen tijd wachten, maakte toen haastig de boot los en schreeuwde zoo hard hii kon naar Helene en Kees: „We hebben wat vergeten! We gaan 't even halen". Vlug duwde lm het lichte vaartuig van den oever, sprong er in en trok het zeil op, zoodat de boot al een eind uit den wal was, toen het achtergelaten tweetal te voorschijn kwam „Wat moet dat beteekenen!" riep Kees „Wind je niet op", antwoordde Coen lachend, „we zijn zoo terug. Even wat halen". „Laat Mies dan hier blijven". De woor den van Helene klonken flauw verstaan baar tot de zeilers door en Coen seinde met gebaren terug, dat hij hen niet meer kon verstaan. „We zullen hun de volle maat geven. Voor vier uur gaan we niet terug. Ik heb proviand achtergehouden" zei Coen tot Mies „Is dat niet wat lang?" ,Neen, zeker niet. Vier uur hebben ze stellig noodig om elkaar te ontdekken". „Zullen ze niet woedend zijn?" ,-Als 't plan mislukt ja. als het slaagt zullen ze ons dankbaar zijn. We varen nu naar het kleine meer en dan gaan wii daar wat eten" De broer en de zuster deden zoo. maar reeds om half drie begon Mies pogingen te doen om Coen tot terugkeeren te bewegen. Hii weigerde beslist. Om drie uur hervatte zii haar aanspo ringen tot vertrek en stelde voor om al thans naar het groote meer terug te gaan. zoodat het, verlaten tweetal kon zien dat de boot in de nabilheid was. „Goed. zei Coen. We zullen wedden. Ik wed dat ze ons niet opmerken". „En ik. dat ze naar ons zitten uit te zien". Coen won zijn weddenschap Zij zeilden langs het eiland, eenmaal, tweemaal, maar geen teeken werd gegeven. Dichter ging het scheepje naar het eiland en niets bewoog. „Roep eens hard", beval Mies, „we moe ten hen niet overvallen" Coen zette zijn handen om den mond en brulde „Ahooool!" Het bootje was het eiland nu tot vlakbij genaderd, het zeil was gestreken en nog eens daverde Coen's stem „Ahool!" Daar bewogen heftig de struiken, jui chende stemmen weerklonken en een oogenblik later zagen de zeilers Kees met zijn arm om de schouders van Helene. .Gefeliciteerd!" riepen Coen en Mies te gelijk. noz voor zii aan wal waren. ..Schavuiten", lachte Helene „wat moes ten jullie toch zoo dringend halen?" „Een aschbakje". antwoordde Coen Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden. behoef» niet zoo te blijven, kan zelfs mooi worden, indien deze verzorgd wordt met witte Purol. Oe huidzui- verende, huidgenezeride en huid- voedende kracht, welke Purol bezit, maakt de huid jeugdig-frisch, ge zond en fluweelzacht en zuivert deze tevens van alle huidonrein heden, zooals vetwormpjes, pukkels, vlekjes en uitslag. Gebruik voor ge laatsverzorging witte Purol. Deze is na inwrijving onzichtbaar op de huid en daarom ook zeer geschikt voor gebruik overdag. zuivert verzacht geneest In doozen van 30 en 60 ct. Tube 45 ct. Bij Apothekers en Drogisten. 7783 (Ingez. Med.) Onvoorzichtigheid of brandstichting. De Weensche rotonde, een kolossaal bouwwerk, dat einde der vorige eeuw bij gelegenheid van de toen te Weenen ge houden wereldtentoonstelling werd opge richt en welks machtige koepel een der merkwaardigheden is van de Oostenrijk- sche hoofdstad, ls in vlammen opgegaan. De groote koepel is met donderend ge raas ingestort. Het heet, dat het vuur vermoedelijk reeds gerulmen tijd in het inwendige van het reusachtige gebouw zijn vernielend werk had verricht, vóór het werd ontdekt en de brandweer ingreep. Na anderhalf uur feilen brand stortten de beide koepels in. De historische rotonde was niet meer te redden. Sinds jarep werd in het rotonde-gebouw de Weensche jaarbeurs gehouden. Het kolossale Rotonde-gebouw ls op de vier hoofdmuren na, volkomen afgebrand. In een tijd van nauwelijks 15 minuten brandde het geweldige bouwwerk aan alle vier de hoeken en reeds na 25 minuten stond het vast, dat het gebouw niet meer te redden was. De vlammenzuilen, welke uit het ge bouw omhoogschoten, bereikten een lengte van 100 meter en waren ver buiten Wee nen. tot op het platteland van Neder- Oostenrljk te zien. Aangezien op het oogenblik, waarop de brand uitbrak, de in de Rotonde werkende arbeiders schafttijd hadden, zijn geen per soonlijke ongelukken te betreuren. Talrijke brandweermannen echter bekwamen rook vergiftigingen. Gisteravond deelde de directeur van de stedelijke brandweer, ir. Wagner, door de radio mede, dat geen sprake kan zijn van een kortsluiting, zooals men eerst gedacht had. Alle electrische leidingen waren op het moment, waarop de brand uitbrak, uitgeschakeld. Slechts aan twee dingen kan gedacht worden: onvoorzichtigheid of brandstichting. Volgens berichten in de bladen zouden reeds verscheiden verdachte personen in arrest zijn gesteld. De politie heeft alle manschappen, die vrij van dienst waren, opgeroepen en ze voor alarm gereed gehouden. De president van de Wiener Messe A.G., de vroegere minister van handel Heinl, heeft tegenover vertegenwoordigers van de pers medegedeeld, dat den laatsten tijd reeds driemaal ln de Rotonde brand ls uitgebroken. Steeds echter had het perso neel van het huis de vlammen kunnen blusschen. SLECHT WEER IN FRANKRIJK. De zware regenval die dagen lang heeft aangehouden heeft ernstige schade aan gericht in de nabijheid van Grenoble (Frankrijk) en aan weerszijden van de Rhóne. Op verschillende plaatsen ls het trein verkeer onmogelUk geworden. Te Tain is een goederentrein ontspoord, terwijl de sneltrein Parijs-Marseille bij Beauchatel gederailleerd is; persoonlijke ongelukken hebben zich daarbij niet voorgedaan. De telefoonverbindingen zijn op vele plaatsen verbroken. Beken zijn buiten haar oevers getreden, waardoor bruggen zijn wegge spoeld en wegen zijn versperd. Te Bouche zijn verscheidene huizen in gestort, een jong meisje wordt vermist. Op sommige wegen staat het water meer dan een meter hoog. ONTPLOFFING TE ALGIERS. In een banketbakkerij ln de Rue Isly te Algiers is een koelapparaat ontploft. De banketbakkerij werd vernield en de aan grenzende winkels ernstig beschadigd. Vijf tien voorbijgangers werden gewond, waar van twee ernstig. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10