De werkzaamheden aan den snelverkeersweg Den Haag-Utrecht
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
78ste Jaargang
FEUILLETON
Kameraad IVLoeder
WEDSTRIJDEN VOOR GONDELS IN VENETIE.
Ieder jaar houden de gondeliers in Venetië een wedstrijd. De strijd op het Canal Grande.
IN VERBAND 31 ET DE TALRIJKE AANVALLEN op neutrale schepen in de
Spaansche wateren, is de ,,Indrapoera" aan de zijwanden voorzien van groote
onderscheidingsteekenen, ter meerdere veiligheid voorgeschreven door de regeering
Roman van
CHRISTEL BROEHL—DELHAES.
Je moest je schamen zóó over een man
18 spreken, die aller achting verdient. Ik
Warschuw je, ik wensch geen onverto-
-ïn woord meer over hem te hoorenhij is
a'n verloofde en ikZe zweeg, omdat
siiem in haar opgewondenheid niet vilde
frikkelen. Maar hij voleindigde sarcastisch:
Ja, ik weet het wel. Jij hebt hem
-°f! Het schijnt dus, dat een weduwnaar,
bejaard man, die jarenlang met een
fkelijke vrouw getrouwd is geweest, een
™ge vrouw meer vermag te boeien dan
*n jongmensch, die nog aan het begin
ka zijn leven staat.
- Laten we gaan. herhaalde Romana.
''hield het gelaat afgewend om haar he
's verontwaardiging niet te laten blijken,
haar neusvleugels trilden van Inge-
•Men woede.
trwin riep den kellner. De man incas-
"öe hetgeen hem toekwam zonder een
'«r van verbazing; hij was een men
senkenner en constateerde slechts zwij-
i-i voor zichzelf de groote verandering,
hie er in het, zooeven nog zoo stralend
■gekomen paar had plaatsgehad. Pein-
keek hij hen na. Hij vond, dat de
veel te jong en te heethoofdig was
die ernstige, knappe vrouw-
Erwin en Romana reden zwijgzaam te
rug. Aanvankelijk liet Westphal den wagen
in een schier roekeloos tempo over den weg
suizen, daarna vertraagde hij plotseling
zijn vaart én terwijl hij zich tot Romana
overboog, zei hij:
Je bent boos op me. nietwaar? Het spijt
me, Romana, ik geef toe. dat ik me vlegel
achtig heb aangesteld. Maar begrijp toch
eens. wat een teleurstelling het voor me
was. Is het dan werkelijk waar, dat ik geen
hoop, niet de minste hoop meer mag koes
teren? Dat ik dagelijks moet aanzien, hoe
jij naast Tiebruck.Weet je, Romana,
ik heb hem nooit mogen lijden, z'n gewel
dige capaciteiten, zijn superioriteit, zijn
beroemdheid stuitten mij tegen de borst.
Hij heeft niets weeks, niets buigzaams. En
nu te moeten bedenken, dat jijHij
zweeg en reed weer sneller.
Wat weet jij van Gerold Tiebruck? dacht
Romana. Wat weet jij daarvan? Jij hebt
er immers geen idéé van wat een groot
mensch hij is, hoe week en gevoelig hij
in zijn binnenste is, hij, de groote, onbuig
zame, onfeilbaar zekere arts. Onbewust
speelde er een lachje om haar lippen en
dit gaf haar gelaat zoo iets welbewusts,
zoó'n trek van volkomen overtuiging, dat
het Erwin in hooge mate irriteerde.
Het moest een genot zijn, zei hij met
van woede opeen geklemde tanden hem
tens op een fout te kunnen betrappen, een
zuiver menschelljke, normale, physische
aangelegenheid, dien halfgod.... In zijn
oogen flikkerde een valsch vuur, dat zijn
oorsprong vond in een plotseling oplaaien-
den wensch. M'n hemel, ja, dien man
etens een enkelen keer op een fout te kun
nen betrappen 1
Je wilt wel zoo vriendelijk zijn hier
te stoppen, zoodat ik kan uitstappen, hoor
de hij Romana zeggen, een vreemde Ro
mana met een vreemde stem.
Het deed hem op hetzelfde oogeriblik
weer beseffen, hoe hij zich had laten gaan
en opnieuw maakte zijn woede plaats voor
vrees.
Romana. wat ls er met me aan de
hand? Ik ben krankzinnig, geloof ik. Ik
zal.
Je zult toch niet? schrok ze en ze
dacht aan den ouden professor Westphal
met zijn smeekend gelaat. Haar kinderlijke
liefde voor den vriendelijken, bejaarden
man won het van haar trots. Je zult
toch van de kans, die je nu geboden wordt,
gebruik maken enje vader een zor-
geloozen ouden dag bereiden?
Erwin keek haar even verbaasd aan en
zei toen lachend:
Nee, nee, maak je niet ongerust. Ik zal
jouw plannen en. die van m'n vader
geen stroobreed in den weg leggen. Inte
gendeel, ik hoop zelfs verder te gaan dan
jullie beiden vermoeden: ik zal een be
roemd advocaat worden met een praetijk,
waarover jullie je nog eens zult verbazen.
Dat zweer ik je.
Dat doet me plezier, zei Romar.a cn
het klonk zoo welgemeend, dat Erwin zich
tot in het diepst van zijn ziel schaamde
over zijn wraakgedachten, welke hem deze
woorden hadden ingegeven. Ze stak hem
haar hand toe. Ik zal maar vergeten,
wat je me op dezen tocht voor onaange
naams hebt gezegd en ik wensch je van
harte alles goeds. Stop hier. aL> je wilt.
Ik moet nog een paar boodschappen doen.
Hij gehoorzaamde mechanisch. Zij stap
te uit. Toen hij haar, slechts door 't per-
tier van hem gescheiden, op het trottoir
zag staan, voelde hij zich opnieuw ten
prooi aan een bittere smart.
Ik had je slechts mooie dingen willen
zeggen, Romana, zél hij, maar je hebt me
niet'willen aaiihooren.
Het leek haar beter hierop thans niet
meer in.te gaan. 'Het ga je goed! zei ze
en daarop, keerde ze zich snel om.
Erwin keek haar na. hoe ze zich tus-
schen de andere voorbijgangers mengde.
Zij ging een winkel binnen en sloot de deur
achter zich. ïrti was ze aan zijn gezichts
veld onttrokken. Zijn blik viel op de roode
rozen, die de kleine Lala Esch hem had
aangeboden. Ze waren van het kussen ge
vallen - en> gedeeltelijk plat gedrukt. Hij
trapte zoo heftig op het gaspedaal, dat de
wagen-met een sprong vooruit school en
in een- levensgevaarlijk tempo door de
straten raasde. Op den hoek stond een
agent, "die hem met gefronst voorhoofd na
keek'en het nummer noteerde.
Drie weken later werd het huwelijk tus-
schen Gerold Tiebruck en Romana Parhoff
voltrokken. Een kleine kring gemeenschap
pelijke kennissen zette het intieme feest
oen noodigen luister bij. Tot hen behoor
den ook de Westphals. Erwin had geschikt
weten af te zeggen: hij bevond zich op dit
tijdstip op een studiereis door Engeland.
Tiebruck en Romana hadden Zwitserland
ais doel van hun huwelijksreis gekozen. De
vrienden brachten hen naar het station;
ook de drie kinderen deden hen uitgeleide.
Terwijl Alf zich reeds bij voorbaat ver
heugde-over de mee te breagg? geschen
ken en geen hartzeer voelde zijn vader te
zien vertrekken, stonden de belde grooten
er eenigszins bedrukt bij. Voor de trein
zich in beweging zette, staken zü hun
ouders de hand ten afscheid toe. Georg en
Camilla voelden hun vingers omklemd door
een warme, stevige vrouwenhand.
Tot ziens kinderen, klonk Romana's
volle, innemende stem. Ik verheug me
op het samenzijn met jullie na onzen te
rugkeer.
Georg voelde een onmannelijke prop in
zijn keel, welke hij vergeefs trachtte wèg
te slikken. Maar de blik, waarmede hij
Romana aankeek, was hartelijk en oprecht.
Camilla kneep haar lippen opeen. Ze sloeg
haar oogen neer. „De vreemdè" ging "met
Paps op reis; nu was -ze zijn vrouw, door
hem omgeven en begeerd. De tranen
sprongen haar in de oogen. Romana be
merkte zeer wel het hernieuwde, verzet, dat
haar van deze zijde werd geboden en haar
blik rustte verdrietig op het blonde .meis
jeshoofd.
Slechts liefde wil ik schenken, dacht ze,
niets dan liefde en begrijpen. Waarom
wijzen ze mij terug? De jongen niet zoo
zeer. maar hij wordt beïnvloed dooi het
meisje en voelt zich daardoor beklemd en
onvrij. Maar keerden ze niet spoedig terug
en was ze dan niet dagelijks met de kin
deren samen? Er zou zich wel een gelegen
heid voordoen hun de oprechtheid van
haar bedoelingen te bewijzen.
Toen de trein het station had verlaten,
nam Tiebruck Romana's handen in de
zijne en terwijl hij haar diep in de oogen
keek, zei hij:
(Nadruk v$$od£B), AWordt vervolgd).
OP EEN BIJEENKOMST VAN TWEELINGEN - te Fort l)E MILITAIRE ATT.VCHé'S die de legermanoeuvres in En-
Wayne Indiana. Het oudste en het jongste tweelingpaar, geland bijwonen werden op het ministerie van Oorlog ontvan
gen. Twee attaché s, kolonel Ruggen (Italië, links), en kolonf
respectievelijk 81 en 21 jaar. Tatsumy (Japan).
DE GROOTE DREG OVER DE GOUWE bij Waddinxveen, die een zeer belang-
rijke schakel vormt in den in aanbouw zijnden Rijksverkeersweg den HaagUtrecht
.vor^lerf'énèl. Overzicht, .va# een der in aanbouw zijnde opritten.