Ernstig spoorweg-ongeluk te Amsterdam - Klompenbeurs te Epe 78 ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Kameraad Moeder TE EPE WERD DE 20STE NEDERLANDSCHE KLOMPEN- BEURS GEHOUDEN. De loco-burgemeester van Epe wenscht den voorzitter der beurs met dit feit geluk. DE BELGISCHE KONINGSKINDEREN - vertoeven in Zweden, waar zij bun grootouders een bezook brengen. Kroonprins Boudewijn en Prinses Josephine Charlotte in het poppenhuis, waar vroeger hun moeder speelde. EEN FOTO VAN DE ITALIAANSCHE MANOEUVRES OP SICILIë, WELKE IN TEGENWOORDIGHEID VAN MUSSOLINI WERDEN GEHOUDEN. Artillerie in stelling. Roman van 0HRI6TEL BROEHLDELHAES t) Ja, antwoordde Tiebruck, ik heb de kinderen en ik houd veel van ze, van hen ?lk afzonderlijk en ik geef mij zelf geheel 'n mijn zorg voor hun toekomst. Maar u beSrijpt, juffrouw Parhoff, het blijven nu eenmaal kinderen en zoo ontbreekt de ®eitsch, met wieh men na een vermoeien- oen dag eens vertrouwelijk kan praten, «en men zijn zorgen kan toevertrouwen, °e mensch, die je een vellig plaatsje aan een haard bereidt. Bij al hun liefde voor ®>J, leven de kinderen hun eigen leven en cat verwijdert zioh uiteraard steeds ver- °er van het mijne. Weldra zullen zij zelf standig hun weg gaan en dan blijf ik al- achter. En slechts van tijd tot tijd ™Uen zij dan nog eens mijn hand zoeken w zich herinneren, dat ik het was, die hen oen levensweg voor het eerst liet be treden. Romana schudde het hoofd. Na alles, wat u mij tot dusver over kinderen hebt verteld, professor, geloof dat u de toekomst wat al te donker in ®et De kinderen schijnen zeer aan u ge- ent Camilla zou u het liefst elk uur den dag bij zich hebben. Georg toont voer hetgeen u toekomt en Alf, de woiïf moet immei's eest nog wat Camilla is misschien al iets over het kinderlijke heen, maar het ontbreekt haar natuurlijk aan de noodige rijpheid om al mijn handelingen te begrijpen. Dat maakt me vaak verbitterd en baart me meer zorg dan ik u zeggen kan. Juist nu ontbreekt haar een moeder. Romana handelde volkomen Impulsief en zonder eenige berekening, toen ze haar geheele lieve gezicht naar Tiebruck toe wendde en hem het groote begriD va* haar moederlijk hart openbaarde. Hij stak zijn heide handen uit en zij legde de hare erin. En Tiebruck drukte ze en zijn gan- sche bestaan was in oproer. U hebt sterke, dappere handen, juf frouw Parhoff. Ik zou ze graag wat meer willen vasthouden. Zoudt u mij dat tweede geschenk op dezen dag ook willen toe staan? Ze dacht een oogenbliik na; daarop zei ze verheugd ja. Toen ze Romana's woning naderden, waarvoor de groote. grijze wagen wachtte drukte Tiebruck nog eenmaal Romana's handen, ditmaal echter om afscheid te nemen. Ik heb reeds zoo vele jaren tallooze handen gegrepen, die zich aan mij vast klemden en op een of andere manier hulp van mij verwachtten: u bent de eenige, die mij als een goede kameraad de hand heeft gegeven. Dat doet goed, juffrouw Parhoff, ach, dat doet zoo goed. Hij slaakte een diepen zucht. Zijn smal, bleek gelaat leek plotseling jonger, leven diger. het werd donkerder door een ge zonden blos en zijn oogen hadden een die pen, warmen glans. Ik dank u, julfrouw Parhoff. Een plotselinge ingeving volgend, boog hij zich over haar hand, welke hij tevoren slechts kameraadschappelijk had gedrukt, want zij behoorde niet slechts tot de flinke men- schen, maar ook tot de knappe vrouwen Met lichten tred, bijna zwevend, beklom Romana de trappen van het huis, waarin haar woning lag. Het liefst zou ze stil voor zich heen hebben gezongen, maar het nachtelijk uur weerhield haar daarvan. Gerold Tiebruckzong nochtans een stem in haar hart, groote, veel bewon derde Gerold Tiebruck, jij eenzame Tiebruck wachtte in zijn wagen tot bo ven op de tweede étage van het donkere huis een gedempt licht opvlamde. Daama zei hij, zijn zeldzame opgewondenheid slechts met moeite onderdrukkend: Vooruit maar, Möller! En het volgende oogenbliik verdween de wagen gerulschloos in de fiuweelen duis ternis van den nacht. Tiebruck opende de huisdeur en betrad de hall van zijn woning. Toen hij den scha kelaar van het electrisch licht had omge draaid, ontwaarde hij tot zijn schrik rijn dochter Camilla, die rich in een fauteuil had genesteld en sliep. Zij had een ge watteerde kimono om zich heen geslagen, waaronder ze waarschijnlijk alleen een pyama droeg. Wat was er gebeurd? Had hét kind misschien op hem gewacht? Maar dat zou dan toch, bij alle liefde, die zij voor haar vader koesterde, voor het eerst zijn geweest. Of zou haar jalouzie haar misschien hebben doen vermoeden, wat hem dezen avond was overkomen? Om 's_ hemels wil, hoe kon hij zich aan derge lijke dwaze gedachten overgeven? Maar als er iets bijzonders gebeurd was, zou Camilla hem toch stellig bij de Westphals hebben opgebeld. Ergo moest ze dus wel op hem gewacht hebben. Tiebruck bukte zich, schoof zijn beide armen onder den lichten last en tilde haar op om haar naar haar slaapkamer te dragen. Op dit oogenblik ontwaakte Ca milla echter. Met haar slaapdronken oogen was zij dicht bij die van haar vader, maar de dwingende invloed van den zoo plotseling onderbroken slaap verzette zich nog tegen de traag terugkeerende, schrik aanjagende herinnering. Paps Ze wist zich nog steeds niet geheel te oriënteeren. Milla, hoe kom je in de hall? vroeg Tiebruck verwijtend. Toen was zij plotseling klaar wakker. Paps, Org is niet op zijn kamer. Wat zeg je? Dat was een boodschap, die hem totaal verraste. Je moet je ver gissen! Nee, nee, protesteerde ze heftig, Ik had me al uitgekleed, toen ik nog even naar het raam ging het was zulk heer lijk weer buiten en toen zag ik Org stilletjes door den tuin sluipen en de straat opgaan. Het volgende oogenblik was hij verdwenen. Ik vloog naar zijn kamer, maar die was afgesloten en toen ben lk over het balcon door zijn open ramen ge klommen en net als ik dacht: hij was er niet! Tiebruck stond een oogenblik star van schrik. Zijn jongen, zijn flinke, gezonde jongen liep 's nachts heimelijk uit huis, wie wist waarheen. Org, dat kind nog, voor kort zelfs nog een vertrouwelijk kind. Voor Tiebruck's geestesoog doemden allerlei schrikbeelden op, maar hij verdrong ze en trachtte zichzelf gerust te stellen. Waarom heb je me niet bij de West phals opgebeld? vroeg hij. Camilla knipoogde en haalde haar schouders op. Ja, m'a hemel, je wij toch ook niet direct klikken, niet? Het kon immers best zijn, dat Org binnen een uurtje weer terug was. Waarom zou ik je daar dan storen en je misschien noodeloos ongerust maken? In ieder geval echter wilde ik op Org wachten en daarbij ben ik zeker in slaap gevallen. Nou, zie je wel, zei Tiebruck, mis schien ligt hij dan al lang weer in zijn bed, heeft hij alleen een brief naar de bus ge bracht, of zoo iets. Nee, Paps, dat kan niet. Dan zou hij me hier gezien en gewekt hebben. Denk je dat hij mij hier zou hebben laten liggen, zoodat ik het jou moest vertellen? Daarom wilde hij natuurlijk ook zoo graag, dat je vanavond uitging en jij bent er Ingeloo- pen. Prompt! Wederom die toon, welke Tiebruck het voorhoofd deed fronsen en dien hij zich niet liet welgevallen. Ik heb je al eens meer gezegd, MiHa, dat ik mijn doen en laten alleen bepaal. Ze begon plotseling zenuwachtig te snikken. Dat kamt ervan, als je ons zooveel al leen laat,Iedereen kan hier doen wat hij wil; niemand kijkt hem op zijn vingers. Je zou hier gewoon slecht kunnen worden, als je dat wilde en later zou Jij je er dan over verwonderen en niets begrijpen. Mis schien gaat het met Org ook wel zoo en jij hebt er nog niet eens een flauw vermoe den van. Tegen zijn zin en ondanks den ernst van de situatie moest Tiebruck lachen. Kind, weet je eigenlijk al wel wat men ..slecht" noemt? En begrijp je dan niet, dat lk nooit zou kunnen aannemen, dat mijn kind, miin meisje ooit .slecht" zou kunnen worden? (Nadruk veüjoden). (Wordt vervolgd). BRAM» IN EEN ÜElf WERKPLAATSEN VAN DE SPOORWEGEN TE AMERS FOORT. Een koelwagen werd totaal verwoest, terwijl ook een groot deel van het dak verbrandde. De uitgebrande koelwagen. ma KAFFER-KRALEN IN HET DRENTSCUE LANDSCHAP* Het zijn stroomijten, welke in Drente den vorm. hebben van een negerhut- SPOORWEGONGELUK OP HET STATION TE AMSTEK- DAM. Een electrische trein botste, door het weigerei der remmen, op een stoomtrein. Een foto van de ravapp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5