Ons Kort Verhaal Per telefoon Een bezoek aan het nieuwe land In de philatelie bestaat geen komkommertijd LtiDSCH DAGOUD Dsrds fed Zaterdag 14 Augustus 1937 Het is er koel, nuchter, zakelijk en toch kleurig LUCHTVAART Ondanks de zomermaanden zijn er weer tal van nieuwe postzegels verschenen. Belangrijke Europeesche postzegels —p—n PAARDEN IN DEN WIERINGERMEE RPOLDEREEN ONMISBARE HULP BIJ DEN OOGST Een kronkelende grintweg langs een vaart. Verweerde boerderijen, laag. klein, armoedig bijna. Stof drijft op het water, bedekt het groen der boomen, dat vergrijsd wordt. Elke beweging op den weg is fataal. Rappe paardenvoeten voor een hobbelende boerenkar: stofwolken dwarrelen op. Een vrachtauto die voorbij stuift: stof, stof en nog eens stof. Stil, haast roerloos, vlijt het oude, Noord- Hollandsche land zich tegen den dijk bij Aartswoud, die het van den Wierlnger- meerpolder scheidt. Mal-smal gaat de weg omhoog. Stop! Een frissche wind, komende uit het nieuwe land, voert onbestemde geu ren met zich mede. De vreemdeling plant zich wijdbeens op den dijk aan den Zuid kant van den polder. Strak tuurt hij naar het Noorden. „Dat daar moet Middenmeer zijn. Daar achter liggen Slootdorp en Wieringerwerf". Het wordt hard-op gezegd Alleen enkele luie Insecten, zonnebadend in het gras, reageeren. Loom, met tragen vleugelslag, vliegen ze op. Twee meter verder zijn zij al weer geland. In het Zuiden: het oude land, waar van de kleuren, getemperd door het grijze stof, ineen lijken te vloeien Smalle weggetjes, met om de zooveel meter een bocht. Oude boomen verhef fen zich, statig en recht of raar-in- eengegroeid. In het Noorden: 't nieuwe land. Koel. nuchter, zakelijk en toch kleurig. Hier geen stof en geen boo men. Rechte asphalt- en klinkerwegen, een fel-roode en even fel-gele benzine pomp, een blauwwitte wegwijzer, sloo- ten en greppels langs geelgerljpte tar wevelden en groene weiden. Groot en hoog rijzen hier de boerderijen op. De meeste hebben een frisch-rood pan nendak, een enkele is bedekt met riet. Slechts aarzelend geeft de man op den dijk dit uitzicht prijs. Langzaam eerst, vlugger dan, stapt hij het nieuwe land bin nen. Daar bukt hij zich, richt zich weer op Een hand, gevuld met grond, die eens zee bodem was. nadert een neus. Mis! De zilte geur van de zee is hier al lang verdwenen. Moeder Aarde verschilt hier in niets van het land achter den dijk. Is even zondoor- stoofd, even warm. even fijn Eens hebben de golven van de Zuiderzee hier de kust bestormd, strekte zich een wijde, onafzienbare watervlakte uit. Over dezen grond sleepten de vischnetten van de visscherspinken met hun rood-bruine zeilen, op jacht naar haring. Hoeveel an kers zouden hier steun gezocht hebben? Hoeveel schepen vonden hier een laatste rustplaats? Verdwenen is de zilte zeewind, weg zijn het wier, de haring en de schepen. Land, zoover het oog reikt Malsche grond, waar uit de gewassen gewillig omhoog schieten en waarop het vee rustig en bedachtzaam graast. Een koe loeit, net als zooeven ach ter den dijk. Het is geen bulkende klacht, die de wind met zich meevoert. Het gras en de klaver smaken den beesten even goed als overal elders in ons land. Ver, heel ver in het Noorden, ligt de Afsluitdijk. Te zien is hij niet Maar wij weten, dat hij er is, een machtig bolwerk tegen het water, dat eeuwen achtereen den mensch versloeg. Eeuwen geleden Kampen, aan den mond van den IJssel was toen nog een bloeiende havenstad. Daarheen spoedden zich de rijkbeladen koopvaardijschepen. Amsterdam was nog niet in tel. Vaak zette de zee den schepen den voet dwars, moest fel en langdurig geworsteld worden tegen het kolkende water. ,.'t Soookt". Die woor den gingen dan van mond tot mond. Daar in lag een wereld van angst voor de ver raderlijke Zuiderzee. Verraderlijk! Dat was zij. Kampen zou het snoedig ondervinden. De haven verzandde. Wanhopig was de strijd, die tegen den zandkorrel werd in gezet. De zandkorrel won. En het water verkneuterde zich daarover. Amsterdam rrecc cie kans. De stad bloeide. De Gou 'en Eeuw brak aan En c.idertusschea snoeide de zee haar eigen sluwe spelletje. De riike kooplieden dutten in. Dan valt de slag Ondieper, steeds endieper worden de vaargeulen. Zal Am sterdam cck sterven? Reeds kabbelden de golven, triomfanteliik. De zege was nabij. En het water overwon we?'-, al elr" d= stad niet on:'er. Dwr-s door Noord-FoPand. naar de Noordzee Zoo werd een benau- v:*nd probleem opgelost '.-o lachte wet over do plannen om haar aan banden te leggen. Er waren ook Een en twintig Augustus 1930: de Wieringermeer valt droog. Augus tus 1937: de oogst is in vollen gang in den polder. Maaimachines ont doen de rijkbeladen akkers van hun zwaren last. Boeren uit alle deelen van ons land plukken de vruchten van een planmatigen, systematlschen arbeid Een onzer redacteuren is den Wie- fingermeerpolder ingetrokken, daar bij op uiterst welwillende wijze voor gelicht door den directeur, den heer Ir. S. Smeding en diens vertrouwdste medewerkers, de heeren ir. Chr. van Steen, leider der Cultuur-Maat schappij. C. L. de Bruyn, secretaris der directie, en A. D. van Eek, hoofd- arehitect, leider der Bouwkundige Afdeeling. Het gehoorde en geziene heeft hij in enkele artikelen ver werkt. Wij publiceeren hierbij het eerste artikel. menschen, die hierom lachten. Neen. die plannen waren allereerst veel te kostbaar enonuitvoerbaar. „Wij winnen!" De schuimspattende gol ven zongen het als zij de kust bereikten. Rustig, in eentonlgen regelmaat, klonken deze woorden, als de zeespiegel Wekenlang effen was. Maar de golven brulden ze, als liet stormde en zij, met niets ontziende fel heid het. land beukten. Dan werd een dure tol betaald door de menschen. Schepen vergingen, vlsschers verdronken: 't risico van een arbeid, waarmede het water vaak scheen in te stemmen, maar waarover het even vaak toornde. Lang, erg lang bleef de zee winnares. De mensch gaf zich gewonnen. En nu scheen zij in te dutten, af en toe eens wakker wordende om haar macht te toonen. De mensch zag zijn kans, greep toe, slaagde. Achttien jaar geleden begonnen de Zuider zeewerken. Zonder eenige ceremonie. Het water merkte het niet, hield zich rustig. En de nietige mensch bouwde en bouwde. De Afsluitdijk vorderde. 28 Mei 1932: sire nes loeien. De laatste opening in den dijk is gedicht. De zee was verslagen, getemd. Twee jaar voor de dijk gereed kwam, begon de arbeid in de Wieringermeer reeds. Januari 1930: de twee stoomgemalen „Lely" en .Leemans" malen. Steeds meer water stroomt uit den polder in de Zuiderzee, die er niets van begrijpt. Acht maanden later viel de Wieringermeer droog: 21 Augustus 1930. De zee keek toe. nieuwsgierig wat de mensch met den zouten grond zou begin nen. Maar ook dat wapen werd veroverd. Het zout werd verbannen, onverbiddelijk. Het was de mensch, die het laatst lachte De man, die in den polder staat en doelloos wat aarde in de handen ver kruimelt, overdenkt dit, terwijl zijn blik over het land dwaalt. Aarzelend, bijkans tegen zijn wil, spreekt hij een vragende gedachte nit: „Stel, dat het water eens een poging waagde om te heroveren, wat het ontnomen is?" De deskundigen lachen, spinnen de gedachte uit. Dan zou er eerst een gat ter lengte van 200 a 300 meter in den dijk geslagen moeten worden en een dagenlang aanhoudende storm uit het Noorden zou millioenen kubieke meters water het IJsselmeer in moeten stu wen. Dan pas zou de positie van den polder bedreigd worden. Dat het ooit zóó zou loopen, valt niet aan te ne men En toch, toch heeft men er eenigermate rekening mede gehouden. Midden in den polder, bij Wieringerwerf, ligt een terp: de terp, zegt men hier. De grond glooit om hoog tot een vrij uitgestrekte plateau, een schuilplaats, als het water werkelijk den aanval zou inzetten. Zelf denken de ruim 3500 polderbewo ners er niet eens over. waarom deze terp er is. Rustig leggen zij eiken avond het hoofd neer. Hun toekomst in hun eigen land is op hechte en sterke fundamenten gebouwd: den arbeid van den mensch. die de zee overwonhet werk van knappe koppen, die deze zege consolideerden en 20.000 bunder zeebodem in luttele jaren tot vruchtbaren grond omtooverden. Onoverwinnelijk! Honderden, duizenden, die op een zornigen dag den polder over zagen, hebben het gezegd. Honderden, dui zenden, die nijvere werkers de rijke vruch ten van een zegenrijken arbeid zien oog sten, zullen het hun nazeggen door J. P. Baljé. Schril snerpte de telefoon door het stille vertrek. Verwonderd legde Leo Verhoog ziin pen neer en hij keek op ziin polshorloge. Negen uur! Wie kon" er Vrijdagsavonds om negen uur nog opbellen In normale tijden zou er toch niemand meer aanwezig zijn. Nu zijn secretaresse hem plotseling in den steek gelaten had. moest hij zelf ziin cor respondentie nog afwerken. Opnieuw rinkelde de telefoon. Met een vermoeid gebaar nam hij den hoorn van den haak. „Hallo!" „Hallo", klonk een opgewekte meisjes stem aan den ander enkant, „zeg, ouwe Jongen, kom je straks dansen in de „Caveau?" Leo Verhoog trok de wenkbrauwen op „Met wie heb ik het genoegen?" „Hè jasses, Bennie, doe nu niet, of Je dat niet weet. Dat is n'e' aardig van je". Verhoog lachte kort. „In de eerste plaats, heet ik niet Bennie, dus me'n ik dat u zich vergist en in de tweede plaats heb ik geen lust om te komen dansen". Even was het stil. Verhoog hoorde alleen het ruischen in den hoorn. Toen klonk er een helder lachje. „Wa* doet het er toe. hoe u heet. en wat hindert het. wie ik ben! Hebt u dan hééle- maa; geen gevoel voor romantiek? Dan zou ik er spilt van moeten hebben, den errsten den besten uit het telefoonboek te hebben opgebeld „Dusu kent me niet. en toch waagt u. „De charme van het ongewone, de at tractie van het onbekende. Het leven is zoo banaal, men moet eens iets anders, iets on gewoons hebben". Weer was er even stilte. Toen klonk het, een tikje ongeduldig: „Komt u?" Een oogenblik dacht Leo Verhoog na. Eigenlijk had hij er voor vanavond genoeg van, en het avontuurtje trok hem aan „Goed", zei hij. „ik kom!" Een lach schalde langs den draad. „Fijn. In de „Caveau". om tien uur, eerste tafeltje links als je binnenkomt. Dag. tot straks!" Een bee'je onthutst bleef Leo met den hoorn in zijn hand zitten. Dan legde hij hem neer, ruimde met een glimlachje zijn bureau oo en hij betrapte er zich op. dat een licht gevoel van opwinding z'ch van hem meester maakte. Half tien precies stapte hij de dancing binnen Muziek en leven golfden hem toe, tegelijk met tabakswalm. Hij keek onmid dellijk links en aarzelend trad hij op het tafeltje toe, waaraan een jong meisje zat Ze had donkere oogen. die helder in haar aardig gezichtje stonden, dat door donkere bijna zwarte krullen omlijst werd Haar welkomstlachje ontblootte een rij frissche, regelmatige tanden. „Bennie?" vroeg ze „Niet Bennie, maar Leo!" stelde hij zich voor „Leo Verhoog. En hoe heet u?" .Willy Berksma. Vindt u we erg excen triek?" Leo keek haar een oogenblik aan. Dan haalde hij de schouders op. „In ieder geval wèl erg aantrekkelijk", stelde hij vast. Het verwonderde hem, dat ze zoo sterk bloosde. Een meisje met een dergelijk initiatief zou zoo'n duidelijk compliment toch niet ver legen maken? „Zullen we dansen?" vroeg ze. Leo Verhoog vond de situatie niet onaan genaam. Ze danste goed en ze wist een prettig gesprek gaande te houden. Ze had origineele ideeën en wat voor hem den avond het aantrekkelijkst maakte, ze had een verbazend lief gezichtje en een leuke stem. Hij vroeg zich af. waarom ze hem had opgebeld. Het kon natuurlijk waar zijn, dat het zoo maar een gril van haar was ge weest. een dwaze gedachte en dat ze het eerste het beste telefoonnummer had aan geslagen De meisjes van tegenwoordig durfden a'les. Maar dit meisje was toch niet. wat hij verwacht had. 't Was geen type, dat het om een gezellig avondje te doen was. geen type. dat er oo uit was, te zijnen koste een vrooüjken avond te heb ben. Ze dronk zeer matig en ze had zelfs vooraf bepaald, dat ze alles beslist zelf wilde betalen Daar kwam natuurlijk n'ets van in maar ze had wel erg gedecideerd gekeken, toen ze dat zei. Ha'f één was het al en Leo Verhoog vond dat de tijd voorbijgevlogen was. Willy", zei hij. en hij noemde haar voor het eerst bü den voornaam, „Wllly zeg nu eens eerlijk Haar lachje onderbrak hem. „Waarom ik je nu eigenlijk heb ongebe'.dvulde ze aan. i Ze plantte haar ellebogen op het tafeltje en ze liet haar wangen in de handpalmen rusten In haar oogen waren lichtjes en haar mond vertrok spottend. „Het is nu half één en de slag zal wel al geslagen zijn". verklaaTde ze rustig. „Ik denk, meneer Leo Verhoog, dat de loonen, die je op Vrijdagavond altijd in de brand kast hebt van e!genaar verwisseld zijn. Ik belde je op, om te weten of je thuis was. Toen dat zoo was, moest ie weggelokt wor den. Mijn vrienden hebben nu het veld vrij". Ze lachte kort. Bij haar eerste woorden had Leo Verhoog met een ruk zijn stoel achteruitgeschoven en doodsbleek stond hij nu oo. Hij vloekte zacht voor zich heen. Toen snelde hit als de wind het lokaal uit. ïjij vloog door de straten, zag geen taxi en zijn opwinding steeg met de minuut. Hij had zoo'n ellendig ouderwetsch brandkastje dat ding zou gemakkelijk te openen zijn Stommeling, dat hij op die Idiote afspraak was ingegaan HIJ had moeten begrijpen, dat er iets achter zat. Nu had hij er boven dien spüt van, dat hU haar niet had laten arresteeren en meteen weggesneld was. Maar misschien had hU toch niets tegen haar kunnen beginnen. Tenslotte kon men haar niets bewijzen. Ginds was eindelUk zyn huls. Donker lag het in de sombere strgat. De huissleutel beefde in zijn vingers én het duurde evep voor hU het slot open had. HU ijlde naar de kamer, waar zijn brandkast stond. Alles leek onaangeroerd. Hii opende de kast er ontbrak niets! Met een zucht van ver lichting zakte hii op een stoel neer. Toen schrok hij van het telefoonbelletje. Hij nam den hoorn oo: „Wel te rusten!" klonk haar welluidend stemmetje „Hallohallohallogilde hU in den hoorn. Vliegtuig te Hannover neergestort. Acht dooden. Boven het vliegveld is gistermiddag een Duitsch vliegtuig neergestort en in brand geraakt. De acht inzittenden kwamen om het leven. Het Duitsche ministerie van Luchtvaart heeft medegedeeld, dat het by Hannover verongelukte vliegtuig geen militair, noch een burgervliegtuig was, doch een toestel, dat gebruikt werd voor proefnemingen. De acht slachtoffers zUn allen Duitsche burgers. SOVJETVLIEGERS DE NOORDPOOL GEPASSEERD. De Sovjetvlieger Lewanefski is gisteren te 13.40 met zUn metgezellen over de Noord pool gevlogen. De militaire autoriteiten te Seattle in de Ver. Staten hebben te 16.39 uur Greenwich- tijd een draadloos bericht van het Sovjet- Russische vliegtuig opgevangen, waarin werd gezegd, dat het vliegtuig worstelde tegen een sterken wind. Het toestel werd niet vóór middernacht GreenwichtUd te Fairbanks in Alaska verwacht. DE POSTVLUCHTEN. De „Wielewaal" is hedenochtend van TJilllitan vertrokken met 282 Kg. post, 8 Kg. paikketpost en 32 Kg. goederen. Voor de tusschentrajecten werden 24 passagiers geboekt. Maar er kwam niets meer „Waarom?" peinsde hU, „waarom dit alles?" Verbaasd staarde hU op, toen ze den volgenden morgen in een eenvoudig japon netje plotseling od zUn kantoor voor hem stond. Ze hield den blik neergeslagen en vermeed in zUn oogen te küken. „Ik begreep er niets van. juffrouw Willy", zei hU koel „U hebt me wel heel erg voor den gek gehouden". „Ik zal het u verklaren, meneer Verhoog. Ik had gehoord, dat uw secretaresse plot seling was weggegaan. Ik ben zelf zonder betrekking. Ik heb al zooveel gesolliciteerd, maar altUd verzink je dan in de grauwe massa Daarom verzon ik iets an ders. Ik wilde een persoonlU'ke kennisma king. Ik hoopte u te overtuigen, dat ik Initiatief bezat en fantasie Maar misschien ben ik wat te ver gegaan". Ze zweeg en keek hem aan. Haar stem had een beetje dof geklonken, maar er twinkelde toch iets in haar oogen. „Wilt u me aannemen als secretaresse?" vroeg ze. Hij kuchte gewichtig „U bent inderdaad een beetje te ver ge gaan". zei hti op bestraffenden toon. „Maar lk ben niet haatdragend. Ik neem u aanvoorloopig als secretaresse...." Om beider mond was een glimlach Auteursrecht voorbehouden. Nadruk verboden. Andere jaren kende de philatelie ook haar komkommertijd; wat niet te verwon deren is. daar het verzamelen van post zegels het best kan worden „bedreven" tij dens de lange winteravonden Maar. zult u wellicht vragen, het uitgeven van postzegels wordt toch slechts voorgeschreven door postale noodzaak en deze is immers niet afhankelijk van het feit of de verzamelaars hun gekleurde plakkerijes tijdelijk min of meer verwaarloozen? Er was inderdaad een tijd. dat geen postzegeltje werd uitgegeven, of het voorzag in een postale behoefte, doch die gelukkige periode ligt helaas reeds jaren achter on; Meer en meer houden de Een twee'al zegels, we'.ke betrekking hebben op de kleine Entente: Roemenië. Yoego- Slavië en Tsjecho-Slowakije postadministraties rekening met de wen- schen van haar goede k'anten. d= philatc- listen; zelf-: ziin er verschillende onder, die de stou's'e verlangens en verwachtingen nog verre ove.-'reffen Het gevolg h e'van is. dat de n: uwe zrgeluitgiften niet van de lucht ziin en dat in een tijd. dien men t>eter kan slijten aan zee. In bosch, op de heide dan achter zjjn postzegelalbum. t Noodgedwongen zullen we dus eens moeten rondneuzen wat de afgeloopen maand aan nieuws gebracht. De landen van de kleine Entente, te we ten Roemenië. Joegoslavië en Tsjecho-Slo- wakile. willen de wereld klaarblijkelijk eens en voor al duidelijk maken, dat zij politiek nauw verbonden zijn: dit in tegenspraak tot hen. die deze entente reeds herhaalde lijk „zoo dood als een pier" hebben ver klaard. Genoemde landen dan gaven elk twee speciale zegels uit, die onder den lands naam den tekst .Petite Entente" dragen, terwijl aan den voet drie dooreengestren- ge'.de ringen moeten wijzen op de onver breekbaarheid van dit politiek verbond. Voor Tsjecho-Sfowaklje koos men tot zegelbeeld het Hradschln of Koninklijk slot te Praag De waarden zijn: 2 kronen groen en 2'/j kronen blauw. Joegoslavië toont ons od deze uitgifte het kasteel van Oplenac: waarde 3 dinar groen en 4 dinar donker blauw. Roemenië koos al een heel eigen aardig zegelbeeld om de standvastigheid van de Entente te demonstreeren: de ka thedraal van Cur.ea de Arges. waarin de grafkelder der koninklijke familie is geves tigd In deze weinig-toepasselijke teekenlng verschenen dan de waarden Th lei ultra marijn en 10 lei blauw. Enkele jaren terug was het ongetwijfeld de Italiaansche post. die het record hield op het gebied van zegels uitgeven De eene serie voor, de andere na. werd od de arme verzamelaars losgelaten, tot dezen er beu van werden. De postautoriteiten beloofden toen beter schap en.... zij hebben vrij aardig woord gehouden Maar nu hebben zü het welletjes gevonden vandaar de serie van 16 waar den. die thans onze aandacht opelscht. Zij werd u igegeven ten bate van de kinder tehuizen en vacantie-kolonies voor de hulp behoevende jeugd. Het spijt mij. voor het goede doel, (e moeten zeggen dat de jeug dige vertegenwoordigers van het Ita iaan- sche volk. die men op de zegeltjes ziet af gebeeld, a'lesbehalve den Indruk maken van hu'pbehosvend of noodlijdend te ziin. Wat zegt men van het mollige toetje, da* hierbij is afgebeeld? en de andere kinderkopjes z'en er even welvarend uit! Des te beter, kan men zeggen maar de tekenaar dezer zegelberiden gaf dan toch iets da' weinig sugges'ief we-kt en aarzelend in de beurs doet tasten. Ve-gelükt daar nu eens mede onze eigen kinderzegels van 1931. waarop Kiljan zoo treffend de gebrekkige kinderen uitbeeldde. De Italiaansche serie bestaat uit de fran- keerwaarde 10, 20, 25, 30, 50, 75 centeslmi, 1 lire 25. 1 lire 75 75 c.. 2 lire 75 1 lire 25 en 5 lire 3 lire. Twee Italiaansche kinderpostzegels. Hiervoor werden 4 verschillende teeke- ningen benut. Bovendien verschenen voor hetzelfde doel 6 luchtpostzegels in de waarden: 25. 50 centeslmi. l lire, 2 lire 1 lire, 3 lire 2 lire en 5 lire 3 lire. waarvoor twee teeke. ningen dienden Op ons. nuchtere Neder landers, die in een kind gelukkig nog iet' anders zien dan een onderdeel dar oorlogs machine. maakt het een vreemden indruk op deze zegels een meisje te zien afgebeeld dat een geweertje in haar armen houdt. De Poolsche post gaf een keurig uitge voerd zegel uit met het portret van maar schalk Smigly R5™ in de waarde 25 groszy grijsblauw We zullen den maar schalk binnenkort op nieuw op de postze geltjes zien en dat ter gelegenheid van het bezoek van koning Karei van Roemenie aan Polen. Dan ver schijnen niet minder dan drie speciale blokken tegelijk, waar Een Poolsche zegel op de wapens 0;r met de beeltenis beide landen en oe van Smigly Rydz. datum van het be zoek worden verme.d. Op die blokken zullen we. behalve Smigy Rydz. kunnen bewonderen den s as 'c' sident en wijten maarschalk Pllso°dsk! Of de Poolsóhe post ook weef. waa- Abraham den mosterd haalt! Aan verder belangrijk nieuws is nog te melden de serie monum°nten die Let ano ui'gaf in de waarden 3. 5 10 20, 30. 35 «J 40 santimu. L'chtenstein verscheen vier zegels ter bestrijding van de werklos" heid. Men ziet er verschlllmde rb'C't-^ od weergegeven, die in wer'cvv cha.t r- worden uitgevoerd. Waarden: 10 20. 31) e 50 rappen POSTILJON. 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10