Ons Kort
Verhaal
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 27 Juli 1937
Vierde B!ad
No. 23722
Het zingende Hart van Vlaanderen
De scheepskat
78ste Jaargang
Beteekenis en groei der Vlaamsche Nationale Zang
feesten. - De uitvoering op de Brusselsche
Groote Markt. - Het ongunstige weder
ten spijt een overweldigend succes.
Een Goede Huidverzorging!
RECHTZAKEN
Voor rechtszaken en contracten:
Onze Brusselsche correspondent schrijft:
Voor het werkende, het denkende, het
levende Vlaanderen was het Zondag een
dag van groote beteekenis in de rij van
Vlaamsche gebeurtenissen welke zioh sedert
het einde van den wereldoorlog hebben ont
wikkeld. Voor de eerste maal toch werd het
Vlaamsch Nationaal Zangfeest op de Groote
Markt van de hoofdstad, in de schaduw van
het Brusselsche raadhuis, tot nog toe on
neembaar gebleken vesting van het anti-
Vlaamschgezinde franskiljonisme, gehou
den. Van dit raadhuis ging herhaaldelijk
reeds het bevel uit ordelijke Vlaamsche op
tochten en stoeten, zelfs door gewezen
frontstrijders en oorlogsinvaliden belegd,
zonder eenige geldige reden te verbieden.
Van daaruit is het ook dat de noodlottige
verfranschingsactie op het onderwijs, de
openbare besturen en het geheele bedrijfs-
en volksleven in deze agglomeratie met bij
na 1 millloen inwoners, wordt gevoerd. Het
Brusselsche stadhuis, pronkjuweel van de
Vlaamsche gothiek, met zijn luchtigen to
ren, wiens weerga misschien nergens elders
in de oude Nederlanden te vinden ls, blijft,
helaas, voor alle stambewuste Vlamingen,
het zicht- en tastbaar symbool van de kop
pige, volksvreemde en volksvervreemde
macht, die de cultureele ontplooiing en de
stoffelijke ontwikkeling van de Vlaamsche
volksgemeenschap weliswaar niet meer kan
beletten, maar dan toch nog voortdurend
nieuwe hinderpalen in den weg legt. Burge
meester Max ls een man van hooge admi
nistratieve bekwaamheid', zijn kranige hou
ding tijdens den wereldoorlog, toen hij den
Duttschen bezettenden militairen encivielen
autoriteiten het hoofd durfde bieden op een
wijze die veler bewondering afdwong, heeft
hem de heele wereld door bekend gemaakt.
Dubbel jammer moet het dan ook worden
geacht, dat hijzelf sedert dien door zijn on
verstandige handelwijze ten opzichte van
het Vlaamsche element, zooveel kwaad bloed
In den lande en in de hoofdstad zelf, heeft
gezet. Zijn doel ls blijkbaar (alles wijst er
toch op), van Brussel een geheel Fransche
stad te maken, waar de Vlamingen, die
de meerderheid in België zijn, alleen nog
kunnen worden geduld, indien zij hun
Vlaamsche, hun Dletsche wezen en hun
taal, verloochenen. Dit bezorgde hem reeds
een paar striemende afstraffingen ln het
Parlement, zóó striemend zelfs, dat hij het
ditmaal niet gewaagd heeft op het verzoek
tin het comité voor de Vlaamsche Natio-
ule Zangfeesten om dit jaar dezen hoog
tij van het Vlaamsche bewustzijn op de
G:»te Markt te mogen houden, met het
ftfdltloneel geworden „non possumus" te
temtwoorden. Als men dit alles weet, dan
begrDpt men ook waarom duizenden en dui
zenden Vlamingen uit alle hoeken van het
land Zaterdag aan den oproep van de in
richters gevolg hadden gegeven en niet
alleen het heerlijke marktplein, in zijn raam
ran vergulde gildenhuizen, maar ook al de
daarop uitgevende straten vulden. Vlaande-
ten wilde duidelijk bevestigen dat het
Brussel niet prijs geeft. Bevestiging zal on-
fetwijfeld, van de Noordzee tot de Maas-
tallei. een diepen weerklank vinden.
Hoe de Vlaamsche Nationale Zangfeesten
dit van Zondag was reeds het vijfde
tot stand kwamen, kon niemand beter dan
de heer Karei Peeters, voorzitter van het
Comité, ons uiteenzetten. De grondlegger
van de Vlaamsche Nationale Zangfeesten en
de eerste promotor ervan is geweest, zeide
hij, de man die zijn volk leerde zingen: Peter
Benoit. Op het einde der vorige eeuw wer
den, onder zijn leiding, eenige welgelukte
zangfeesten ingericht, maar na een paar
jaar ondervond hij een scherpe tegenwer
king die zich om. uitte in het onttrekken
van de rijkssubsidie die hem in den beginne
yocr dit werk was toegezegd. De werking
viel stil en gedurende 35 jaar bleef het ter
rein der zangfeesten braak. Wel hebben we
in de jaren welke den wereldoorlog zijn
voorafgegaan, een bloeiende liederbeweging
in Vlaanderen gekend, vooral in de kringen
van het Algemeen Nederlandsch Verbond, en
die o.m. aanleiding heeft gegeven tot het
scheppen van onze Vlaamsche „Marseil
laise" Groenlnghe door Jef van Hoof. Deze
bij uitstek nationale toondichter leidde
sinds verschillende jaren de koorvereeniging
„Kunst en Vermaak" van Borgerhout bij
Antwerpen. Op initiatief van den secretaris
dier vereeniging den heer Willem de Meyer,
werd een proef gewaagd met de gezamen
lijke uitvoering door een paar duizend Vla
mingen, van Vlaamsche kunst- en strijd
liederen. Het was de beoefening van wat de
Engelschen noemen „community singing".
Het resultaat was verrassend. De geestdrift
was overweldigend en ontroerend. De idee
van de herinrichting der Vlaamsche Natio
nale Zangfeesten was hiermede geboren.
Onmiddellijk werden de handen in elkaar
gelegd en werd overgegaan tot de samen
stelling van een Comité tot Inrichting van
het eerste Vlaamsch Nationaal Zangfeest,
met Willem de Meyer als secretaris en pro
pagandist en uw dienaar .als voorzitter. Als
dubbel doel werd gesteld:
le. de bevordering bij ons volk van het
eigen lied en de eigen kunst en den strijd
tegen de smakelooze straatdeuntjes, schun
nige liederen en vreemde filmschlagers.
2e. de opwekking bij het Vlaamsche volk
van het stambewustzijn en de nationale
fierheid.
De eerste zangfeesten hadden achtereen
volgens te Antwerpen met den grootsten
bijval plaats. Het aantal deelnemers groeide
van 6 tot 15 duizend en het dubbele doel
werd bereikt. Thans heeft het sedert vijf
jaar uitgestrooide zaad vasten wortel ge
schoten en dank zij de medewerking van
het Verbond der Vlaamsche Kultuurveree-
nigingen staan we hier nu met 10.000 op
dc Groote Markt van Brussel en is het hart
van de Hoofdstad ook, voor enkele uren, het
hart van Vlaanderen. Wie had het, bij den
aanvang van onze actie durven droomen?"
De lucht, den heelen ochtend dreigend
gebleven, klaarde na den middag niet op.
Een geweldige bul dreigde zelfs een oogen-
blik het feest geheel ln de war te sturen.
Toch was om half dfie de Groote Markt tot
ih de uiterste hoeken gevuld met een dui-
Witte Purol wrijft onzichtbaar weg in de
huid en is daarom zoo geschikt voor gebruik
overdag. Dit houdt de huid zacht en mooi
en voorkomt en geneest zonnebrand en
vervellen. Doos 30 ct.
5152 (Ingez. Med.)
zendkoppige menigte. Vanop het verhoog,
voor de dirigenten bestemd, sprak Karei
Peeters het gebruikelijke begroetingswoord,
waarbij hij niet naliet de komst van talrijke
Nederlandsche zangers met groote sympa
thie te vermelden. Alles wat Vlaanderen aan
rasechte kunstenaars, aan strijders en wer
kers telt, was hier verzameld, samen met
den gewonen man, den kleinen burger, den
boer en den arbeider. Bazuingeschal weer
klinkt, het orkest preludeert en daar zet de
massa op een teeken van den dirigent Ar
thur Meulemans. het statige „Lied der Vla
mingen" van Peter Benoit in. De „Van Rijs-
wijckmarsch" en „Strijdkreet" van denzelf
den machtigen componist volgen in een
flink tempo. Het is duidelijk dat het Vlaam
sche volk sinds enkele jaren heeft leeren
zingen. Daar steekt fut in, overtuiging, be
zieling, en wat tot heden het meest ont
brak ook tucht. Mannenkoren van Jef
van Hoof, geleid door Gaston Feremans,
wisselen vervolgens af met drie massaliede
ren: het oude „Const gaet voor Cracht". in
den gemoderniseerden tekst van René de
Clercq, Peter Benoit's „In Transvaal" en
het enthousiaste „Beiaardlied". Een Vlaam
sche plechtigheid, ook al is het een zang
feest, blijkt niet denkbaar te zijn zonder
een groote rede. Dr. Jozef Muls, lid van de
Kon. Vlaamsche Akademie voor Taal- en
Letterkunde, heeft daarvoor gezorgd. Ook
hij wees op de symbolische beteekenis van
dezen tocht van duizenden naar Brussel.
Nu volgt weer een aantal zeer populaire
massaliederen. Bij ieder lied, derwijze geko
zen, dat het een gewest karakteriseert,
wordt een door Ferdinant Vercnocke ge
dichte „Boodschap" voorgedragen. West-
Vlaanderen, „de gouw aan de zee", opent de
rij met het Noordzeelied van E. Brengier,
geleid door den Kortrijkschen dirigent Ber-
teels. Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Lim
burg volgen, maar Brabant, „Gouw van het
Dletsche Brussel" grijpt allen blijkbaar het
meest aan, waar de Spreekstemme uit
galmt:
„Zljt gij ontrouw, gy weleer de Trouwe?
Neen nog leeft uw vrije Dletsche ziel.
Heerschen vreemden ln uw prachtgebouwen,
't Volk, uw volk. vergat Anneessens niet.
Uitverkorene der lage landen
Knechtsvolk van Parijs heeft u onteerd.
Wee. geweldenaar! Wraak om de schande:
Brussel, betrouw, de strydkans keert!"
Ook voor Nederland werd een „Boodschap"
voorgedragen. Renaat Veremans, Emiel
Hullebroeck, Hendrik Diels, verschijnen ach
tereenvolgens op het verhoog en nemen de
leiding. Bij iedere „Boodschap" werd de
vlag van de bezongen gouw, door een in
het wit gekleede maagd, over het plein ge
dragen. Een treffend moment was het, toen
de spreker hulde bracht aan de gedachtenis
van de graven Egmond en Hoorne, op dit
zelfde plein onthoofd; de oude geuzenvlag
en de Transvaalsche vierkleur, door de
Vlaamsche gouwvaandels omringd, versche
nen en twee in rouwkleeren gehulde vrou
wen een krans aan den voet van den geu
zenvlag kwamen leggen. Als één man rezen
de duizenden deelnemers op toen het „Wil
helmus" werd ingezet. De leden van de ver
eeniging „Volkszang" te Groningen, van de
Stichting Noord-Nederland, Vlaanderen, en
andere Vaderlandsche groepeeringen, welke
voor deze gelegenheid naar Brussel waren
gekomen, mochten ervaren hoe algemeen1
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
F. v. K. uit Leiden, gedetineerd in het
Huis van Bewaring, is behulpzaam ge
weest bij den diefstal van ijzer bij G. te
Noordwijkerhout. Verdachte zeide zich
niets te kunnen herinneren van hel ge
val omdat hij dronken was. Door de G.
werd verklaard, dat hij v K. had uitge-
nncdigd om het ijzer te gaan halen.
De Officier herinnerde er aan dat ver
dachte al tweemaal is veroordeeld, doch
waar zijn aandeel in de diefstallen niet zoo
groot is, vroeg de Officier vijf maanden ge
vangenisstraf. De verdediger meende dat
h|"t opzet van medeplichtigheid niet is be
wezen. en vroeg een voorwaardelijke straf
op te leggen. De Politierechter vonniste
r.ol vie" maanden gevangenisstraf.
De steun benadeeld.
P. v. B. te Rijnsburg vertelde aan de
steunverleening dat hij geen inkomsten
had in een bepaalde week, doch dit bleek
wel het geval te zijn. De Officier wees erop
dat zoowel verd. als zijn zoon hadden go-
werkt, hetgeen niet was opgegeven, en
vroeg daarom een maand gevangenisstraf.
Verdachte vroeg clementie. Door moeilijke
omstandigheden was hij tot zijn daad ge
komen. De Politierechter vonniste tot 14
dagen gevangenisstraf.
Het waschgoed en de boot.
C. H. te Oegstgeest heeft mej. v. d. B.
mishandeld. Er was kwestie ontstaan over
een boot. die lag voor de stoep waar mej.
v. d. B. haar waschgoed wilde spoelen. De
boot. die van H. was, werd verlegd, doch
daarover had H. zich nogal nijdig gemaakt
hetgeen hij had geuit in een klap met een
stuk hout op den arm van de juffrouw.
„Ik erken niet haar te hebben geraakt",
zei verdachte. Er was echter nog een ge-
tu.ge, die had gezien dat de klap raak was.
De Officier zei dat verdachte als een
„nijdas" bekend staat, en vroeg f. 20.
boete subs. 30 dagen hechtenis. De Poli
tierechter vonniste tot f. 15.subs. 10 d.
Wat hij niet wtsk
Volgens S. uit Boskoop, wist hij niet dat.
hij het geld. dat hij door overwerk op Zon
dag had verdiend, aan de steunverleening
moest opgeven. Hij zou valschheid in ge
schrifte hebben gepleegd. De Officier acht
te het niet aannemelijk dat verdachte met
de bepalingen onbekend zou zijn geweest,
en vroeg een maand gevangenisstraf.
Verdachte betoogde dat hij door huise
lijke moeilijkheden tot het feit was geko
men. De Officier legde daarop 14 dagen
gevangenisstraf voorwaardelijk met een
proeftijd van 3 jaar op.
Voor het raam
Mej. van A. zat te Leiden voor het open
raam. toen mej. K. passeerde. Er kwam een
woordenwisseling waarvan kinderen de
aanleiding schijnen geweest te zijn, en bij
de woordenwisseling vielen beleedigende
woorden jegens mej. van A. Nu betoogde
veidachte dat zij niet de leelijke woorden
die in de dagvaarding stonden, had ge
zegd. maar er waren getuigen die ze had
den gehoord. De Officier vroeg f. 15.
boete subs. 15 dagen hechtenis, waarna
verdachte betoogde dat ook de beleedigde
juffrouw wel eens minder vriendelijke
dingen had gezegd. De politierechter von
niste conform den eisch.
Waar hij niet om vroeg.
De koopman S. uit Leiden had om geld
gevraagd aan mej. M. N. te Voorschoten,
doch die had als antwoord met een tasch
op het hoofd van S. getimmerd, terwijl haar
zoon. G. N zijn vuist op den neus van den
koopman plaatste, en daarbij o.m. diens
bril aan stukken sloeg. S. had een bloe
dende wonde opgeloopen, maar de zoon,
die evenals de moeder terecht stond, zet
dat het niet zoo erg was geweest. De Of
ficier van Justitie vond het zoo toch wel
letjes en vroeg f. 10.boete subs. 10 dagen
hechtenis. De politierechter deed dienover
eenkomstig uitspraak.
Bij het belasting betalen
VAN DER HEIJDEN
Rijndijk 105, Leiden, Tel. 3405
Bespreldngen 's avonds.
flngez Med.)
bekend het oude lied der Vereenigde Neder
landen ln Vlaanderen is gebleven. Bij het
einde van het Feest zette de massa spon
taan zonder begeleiding, het lied van den
Vlaamschen Leeuw in dat tot driemaal toe
werd herhaald. Dit was een antwoord op
den elsch, door burgemeester Max gesteld,
dat „De Vlaamsche Leeuw" niet zou worden
gezongen. De Brusselsche burgemeester, die
op het balkon van het raadhuis verscheen,
werd even spontaan op een oorverdoovend
fluitconcert onthaald.
Lang bleef het nog vrij druk in het cen
trum van de stad waar groepen zingende
Vlamingen door de straten en over de bou
levards trokken, doch nergens moest de po
litie of gendarmerie ingrijpen Niettegen
staande het weinig gunstige weder was dit
5de VI. Nationaal Zangfeest een groot suc
ces voor de inrichters. De Nederlanders, die
het mochten bijwonen, zuilen het zeker niet
gauw vergeten.
C. A. v. B. betaalde in Alphen aan den
Rijn belasting, en toen de ambtenaar even
voor het loket vandaan ging, nam hij den
vulpenhouder weg. Het werd even later
ontdekt en toen een agent v. B. achterna
ging, zette deze het op een loopen, en wierp
intusschen de pen weg. die echter gevon
den werd. Verdachte bekende, en de Of
ficier zeide dat met verdachte al heel wat
afgetobd is. en hem menige straf is opge
legd. Omdat er nu maar eens een einde
aan moet komen, vroeg de Officier ze»
maanden gevangenisstraf. De Politierech
ter vonniste tot vier maanden gevangenis
straf.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Gistermorgen waren voor den waarne-
menden kantonrechter mr. Nord Thomson
slechts twee verdachten verschenen (er
waren vier belangstellenden op de publieke
tribune aanwezig) en waar de zaak van
één der verdachten nog een week werd
uitgesteld om den verbalisant te hooren,
was de strafzitting, om 10.05 aangevangen,
reeds om 10.15 geëindigd!
door
ELISE WB6SELINK—RUTGERS.
Chris Dunbar, de detective, had 'n hekel
tan katten. Zijn vrienden plaagden hem
ermede en gebruikten het wapen der be-
hchelijkheid, om hem met geweld te ge
nezen. maar al hun pogingen hadden tot
dusverre schipbreuk geleden.
Het was hem dan ook niet aangenaam,
dat er op den groolen matlstoomer. waar
mede hij een ontspanningsreisje maakte,
een kat aanwezig bleek te zijn.
Hoewel het bijgeloof, dat een kat aan
word een waarborg voor een veilige reis
hu zijn, officieel heeft afgedaan, weet een
I'ichtgeaarde bemanning toch gewoonlijk
W zoo'n mascotte over de loopplank te
(mokkelen, wat door de meerderen oog
luikend wordt toegestaan.
Dat was ook het geval op de „Coronla".
De scheepskat was een prachtig, gitzwart
dier, dik en glanzend door het goede leven
ju blijk gevend van ergerlijke zelfvoldaan
heid.
De kat scheen een buitengewone voor
stee voor Chris Dunbar te hebben opge-
?ut, daarmede alle theorieën over de m-
tuitie van dieren omverwerpend.
Herhaaldelijk was zij ln zijn nabijheid te
"nden; zij deed hem schrikken door zich
vertrouwelijk langs zijn beenen te schu
in, soms trachtte zij zijn gemakkelijken
jfbul met hem te deelen en zelfs ln zijn
but was hij niet veilig voor haar.
..Die verwenschte kat", prevelde hijtoen
de scheepskat hem op een morgen tijdens
een rustig lees-uurtje heftig deed sthrik-
'en. „Als ik aan zielsverhuizing geloofde,
hu ik meenen, dat de ziel van den eenen
m anderen misdadiger, dien ik aan de galg
"eb geholpen, ln die kat was gevaren, om
JP die manier mij het leven zuur te kun-
"en maken".
„Zoo ln gepeins, mijnheer Dunbar?"
honk een welluidende vrouwenstem hem
•'-jc-n.
Haastig richtte hij zich op, om de dame,
r'^nem genaderd was, aan een stoel te
De detective was ln zijn vrijen tijd een
|aiant en gezelligheid-minnend man; het
h»i ?een wonder, dat hij evenals't grootste
«i van de mannelijke passagiers min of
'er onder de bekoring was geraakt van
mooie, geestige mevrouw Curtis, die
haar plaats aan tafel recht tegenover de
zijne had.
Hij sloofde zich uit, om haar stoel met
het oog op zon en wind zoo gunstig moge
lijk te plaatsen en de kussens erin behaag
lijk te schikken.
„Dank u", sprak zij met een ondeugende
tinteling in haar oogen. „Dank u wel, maar
ik was eigenlijk niet van plan, hier te gaan
zitten".
„Dat is wreed", protesteerde hij.
„Ik heb werkelijk geen tijd."
„Wat hebt u dan te doen?"
„Dat zijn toiletgeheimen. Ik moet naar
den kapper."
„Kan dat niet een half uurtje wachten?
U ziet, ik ben bescheiden".
„Nu, dat moet aan maar".
..Uw man vermaakt zich zeker met het
edele kaartspel", merkte hij op en terstond
daarop had hij spijt van zijn argeloos ge
uite woorden.
Alle vroolijkheld was als door tooverslag
uit haar gelaat verdwenen. Zij zuchtte even
en begon met doorzichtlgen ijver te spre
ken over den roman, dien Chris Dunhar
uit de hand had gelegd.
Hij ging er terstond op ln, maar intus
schen hielden zijn gedachten zich even
eens bezig met den echtgenoot van de
mooie vrouw naast hem.
Haar zucht was welsprekend geweest,
maar toch had die hem eigenlijk niets
nieuws verteld. Natuurlijk kon zij niet ge
lukkig zijn met het ongunstig uitziende
type, wiens naam zij droeg. De man had
een mlsdadigersgezlcht, sluw, wreed, heb
zuchtig. En 't vernis van beschaving, dat
over zijn geheele persoonlijkheid lag ge
spreid, vermocht zijn ware wezen niet te
verbergen. Een speler en een drinker was
hij bovendien, een vat vol boozë neigingen
ondanks zijn onberispelijke kleeding en
zijn gladde, hoffelijke stem.
Een tragedie, zoo'n huwelijk. Maar wie
weet, wat erachter' zat. In ieder geval
moest hij er zich maar niet mee bemoeien.
Hij wijdde zijn volle aandacht aan de
geestige conversatie van mevrouw Curtis.
Onder het spreken haalde zij haar mi
niatuur zakdoekje voor den dag uit haar
zilveren tasch; zij trok per ongeluk een
klein glazen kokertje mee. dat op den
grond viel en met een vaartje naar de ver
schansing rolde.
Chris Dunbar sprong op; hij bukte naar
het kokertje en bracht het aan de eigena
resse terug.
Hij zag, dat het een ongeveer half ge
vuld buisje met bekende hoofdpijn-tablet
jes was.
„Hebt u veel last van hoofdpijn, me
vrouw?" vroeg hij.
„Vreeselijk".
„Dan zijn wij lijdensgenooten".
„Heusch? U verbaast mij."
„Hoezoo?"
„Ik dacht niet, dat een man met uw
sterken geest aan dergelijke kwaaltjes on
derhevig kon zijn."
„Maar mevrouw, een sterke geest, aan
genomen. dat ik dien bezit, is geen waar
borg voor een sterk lichaam".
„Kent u deze tabletjes? Ze zijn onschul
dig. ze doen geen kwaad, maar helaas ook
weinig goed."
„Ik gebruik" zei Dunbar ..een nieuw
middel, dat nog maar pas is uitgevonden.
Wilt u het eens probeeren?"
„Dolgraag".
Gedienstig liep de detective naai' zijn
hut: hij keerde weldra terug met de ta
bletjes. waarvan hij de deugdelijkheid had
beproefd.
„Neemt, u er maar gerust een paar uit",
sprak hij' gul.
Zij naim twee tabletjes utt het kokertje
en reikte het hem daarna weder toe. En
terstond daarop liet haar levendige geest
het onderwerp „hoofdpijn" weer voor een
ander schieten.
Des avonds werd Chris Dunbar in hevi
ge mate door zijn gewone kwaai geplaagd.
Hij besloot vóór het naar bed gaan een
dubbele dosis van zijn wondermiddel ln te
nemen. Hij belde en liet zich een glas melk
brengen.
Nauwelijks was de hofmeester weer ver
dwenen, of hij uitte 'n kreet van ergernis.
„Dat vervloekte beest. Laat het mij dan
nooit met rust? Als ik het te pakken krijg,
gaat het door de patrijspoort. Het is een
schande, dat de maatschappij niet beter
voor de rust van de passagiers zorgt. Ik
zal er mijn beklag over doen, ongezouten,
dat staat vast".
Op het klaptafeltje, waarop hij reeds zijn
boord en zijn das en eenige andere dingen
had neergelegd, zat de groote, zwarte, wel
gedane scheepskat, breed-uit en zeer op
haar gemak. Haar rose tongetje tipte ijve
rig melk uit het tot den rand gevulde glas.
ZIJ moest tegelijk met den hofmeester zijn
binnengeglipt en daarna op de tafel ge
sprongen, om zich aan de melk te ver
gasten.
Chris Dunbar trachtte haar door nijdige
uitroepen, gesis en handbewegingen op een
afstand, te verjagen.
Zij keek eens even naar hem op; haar
knipoogje scheen te willen zeggen:
„Maar toch niet zoo'n drukte, je durft
mij immers toch niet oppakken en de hut
uitgooien".
Dat was ook zoo. dat durfde hij niet, hij
griezelde ervan, om een lid van het door
hem verafschuwde geslacht te beroeren en
hij verlangde er volstrekt niet naar, ken
nis te maken met nijdige nagels en vlijm
scherpe tandjes.
Hij greep 'n handdoek, om door een slag
ermee zijn vijandin te verjagen; de kat
zag het gevaar, waarop zij niet verdacht
was geweest; zij nam een sprong en gooide
in haar vaart het glas melk om.
Chris Dunhar vloekte. Alles wal op de
tafel lag, was met melk bemorst. Hij wil
de zijn mooie, zijden das redden, maar
eensklaps bleef hij roerloos staan.
Op een papiertje lagen de twee tabletjes,
die hij wilde innemen, gereed; belde wa
ren met een straaltje melk overgoten. Het
eene bleef wit van kleur, het andere ver
toonde onder het afsmelten van het bui
tenste laagje een vreemde, roest-bruine
tint.
Als gehypnotiseerd staarde hij naar dat
eigenaardige verschijnsel.
Eensklaps kwam er leven in zijn roer-
iooze gestalte', zijn hoofdpijn was als door
tooverslag verdwenen. Voorzichtig pakte
hij het natte rommeltje op. Tot diep in
den nacht was hij met den scheepsdokter
in diens laboratorium bezig.
Den volgenden morgen bezorgde hij den
marconist eenige uren van drukken ar
beid. Tegen de lunch zocht hij zijn gewone
hoekje óp. Hij vond daar de mooie me
vrouw Curtis.
„O, mijnheer Dunbar", riep zij hem toe,
„wat een prachtmiddel is die nieuwe uit
vinding. U hebt mij een grooten dienst be
wezen met uw tabletjes".
„U hebt ze dus Ingenomen?" vroeg hij,
zich naast haar nederzettend. „Tenminste
één ervan?"
„Het was gisteravond helaas noodig.
Mijn hoofdpijn verdween onmiddellijk en
ik heb geslapen als een kind".
„Mijn kwaal heeft mij gisteravond met
rust gelaten".
„Wie u aanziet, zou heusch niet zeggen,
dat eenige kwaal vat op u heeft".
„O, men heeft mij onlangs zelfs openlijk
ln de courant bespot om mijn kokertje met
hoofdpijntabletten".
Tot aan de lunch, vormde hij het mid
denpunt van een levendig babbelend en
schertsend groepje. Daarna ging hij naar
zijn hut, waar hij eenige telegrammen
vond. Als een dief sloop hij de hut weder
uit en trachtte ongezien het verblijf van
den marconist te bereiken. Het scheen hem
daar bijzonder goed te bevallen: hij bleef
er tenminste urenlang toeven.
Twee dagen later genoten de verrukte
passagiers van een ongewoon en hoogst
belangwekkend schouwspel.
Een reusachtig watervliegtuig kwam
door de lucht aangonzen. Het wisselde sei
nen met de „Coronia" en streek daarna
met een sierlijken zwaai neder op de zacht
deinende golven van den Oceaan.
De machines van de Coronia stopten;
een sloep werd neergelaten.
Met overgroote belangstelling, die lan
ge-vaart-passagiers aan den dag leggen
voor alles, wat hun eenige afleiding kan
bezorgen, sloeg men het gebeuren gade,
zich verdiepend in gissingen en vele vra
gen uitend, die voorloopig onbeantwoord
bleven.
Eindelijk kwam de oplossing.
Met het grootste watervliegtuig was een
aantal gewapende politie-beambten naar
de „Coronia" gekomen, om aan boord van
dat schip eenige leden van een zeer be
ruchte en zeer gevreesde misdadigersorga-
nisatie te arresteeren.
Het kostte eenige moeite, maar de han
dige detective, aan wien deze arrestatie te
danken was. had ln overleg met den kapi
tein de noodige voorzorgsmaatregelen ge
troffen.
De heer Curtis en zijn mooie vrouw be
nevens een tweetal tweede-klasse-passa
giers werden gedwongen van vervoermid
del te verwisselen en hun veroordeeling
onder geleide tegemoet te vliegen.
De opwinding aan boord was grenzen-
loos. Chris Dunbar werd met vragen be
stormd.
Uit de woorden, die de zoogenaamde
heer en mevrouw Curtis zich in hun schrik
en woede hadden laten ontvallen, was
zonneklaar gebleken, dat zij de reis mede
hadden gemaakt met het speciale doel, om
den detective, die de gevaarlijkste vijand
van de bende was, stilletjes uit den weg
te ruimen, zonder dat er eenige verdenking
op hen kon vallen.
Het laaghartige plan was bijna gelukt.
De opzet was geniaal en de betrokkenen
hadden hun rollen schitterend gespeeld.
Zonder de tusschenkomst van de scheeps
kat zou Chris Dunhar gestorven zijn door
middel van het gift-tabletje, dat de mooia
mevrouw Curtis met volleerde goochelaars
kunst boven-op ln zijn kokertje hoofdpijn
tabletten had weten te leggen. De couran
ten hadden ervoor gezorgd, dat zij op de
hoogte was van zijn gewoonte, om dat be
paalde middeltje aan te wenden tegen zijn
kwaal.
Later bleek, dat zij een nleuw-aangewor-
ven lid van de bende was, zoodat haar
signalement nog niet aan de politie en
evenmin aan den detective bekend kon
zijn.
Tot verwondering van velen zat de de
tective des avonds in zijn dekstoel met de
groote. zwarte scheepskat in vredigen rust
op zijn knieén.
Hij vond, dat hij haar die overwinning
op zichzelven wel schuldig was.
Zij had niet alleer. zijn leven gered, maar
hem tevens een van die snelle, verbluffen
de- successen bezorgd, die zijn naam be
roemd hadden gemaakt.
Nadruk verboden.
Auteursrecht voorbehouden.