Reuzenvaranen Griezelige monsters, die eigenlijk in oude tijden thuishooren n Grapjes CORRESPONDENTIE Ze bezorgen ervaren jagers kippevel! Waarschijnlijk hebben jullie allen wel eens hooren vertellen van de voorwereld- Hlijke dieren, die duizenden jaren geleden ep aarde leefden, afzichtelijke monsters, waarvan de versteende overblijfselen (fos sielen) in de kalk- en zandsteenlagen ge- vonden worden. De meeste soorten waren reeds uitgestorven lang voordat de mensch op aarde verscheen. Alleen in sagen en legenden leven ze nog voort als draken of gevleugelde reuzenslangen, en in fantas tische verhalen wordt ons bericht van de ontmoeting van moderne menschen met zulke gedrochten (Jules Verne: „Reis naar het middelpunt der aarde"; Conan Doyle: „Een verloren continet"). We lezen deze vertelsels gaarne, maar het komt niet in ons op te gelooven, dat zooiets werkelijk gebeuren kan. Toch leven er nog diersoorten, die eigen lijk in een vroegere, prae-historlsche pe riode thuis hooren: olifanten, neushoorns, etjnijlpaarden e.a. Een van de merkwaardig ste vertegenwoordigers dier voorwereldlijke wezens is de reuzenvaraan. Ver van de beschaafde wereld, op een paar kleine eilandjes in den Indischen Oceaan, leeft dit hagedisachtige monster en eerst in 1912 werd het bestaan van deze soort dieren door de beschrijvingen van J tien heer Ouwens, toen conservator van het zoölogisch museum te Buitenzorg, in Europa bekend. Sedert dien is het geheimzinnig waas, waarin deze dieren door de eerste, over dreven berichten gehuld waren, verdwenen. Jagers van beroep en geleerden trokken er op uit, om ze te vangen en reeds eenige jaren later werden de eerste exemplaren ei aan de groote dierentuinen in Europa en Amerika afgeleverd. Ook Artis in Amster- n dam kreeg er een paar. Neem nu eens de rc kaart van Nederlandsch Oost-Indië ter hand. Oostelijk van Soembawa en Westelijk van Flores vindt je een groep kleine eiland- les, waarvan Komodo het belangrijkste is. Dat is het vaderland van den reuzen- araan. Het is een woestijnachtige streek; kale rotsen met scherpe steenen, verdord ie laag gras, doornige struiken en enkele c troepen lontarpalmen. i Dr. J. K. de Jong vertelt ons,-hoe hij i en varaan in deze omgewng observeerde. -ang voordat de zon boven den kim ver- 1U cheen was hij er op uitgetrokken en had ich verdekt opgesteld achter een paar roote steenen. Het was een zware geduld- iroef. want het was negen uur en de zon - randde reeds heet. voordat zijn nieuws- n ierigheid bevredigd werd. Toen kwam er plotseling beweging in een van de scha- s uwen. die onder de lontarpalmen zicht- aar was. Voetje voor voetje kwam een y; tuzenvaraan voor den dag. een knaap van aar schatting twee en een halven meter aI ;ngte. Een lokaas in den vorm van een afgeschoten wild zwijn lag op eenigen af- tand voor de schuilplaats van den ge- ■e" ïerde. De varaan kroop voorzichtig door et struikgewas, aangelokt door de geur st m het vleesch. Alvorens de struiken te n crlaten, richtte hij zich hoog op de voor- je toten op, strekte den hals en spiedde aar links en rechts om te zien of er ook jraad was. Toen zakte hii weer naar be- tien en wandelde gerustgesteld op het ffi lokaas toe. Het was 'n wonderlijke, logge gedaante met een waggelenden gang, de kop recht vooruit in de richting van het lokaas; de geelachtig witte tong, die als bij de slangen gespleten is, speelde daarbij telkens uit den bek; de vrij lange staart sleepte met het dunne eind over den grond. Toen hij bij het varkens gekomen was, drukte hij den snuit er tegen aan, om toch maar goed de heerlijke lucht van het vleesch te snuiven en toen plotseling een flinke hap! Een groot stuk vleesch werd afgescheurd, de kop werd in de lucht ge stoken en zonder kauwen verdween het brok door den wijden s'okdarm. Verschrikkelijk vraatzuchtig was het dier. Vleesch en bot ten werden zonder meer verslonden. De krachtige maagsappen zorgen wel voor de spijsvertering De reuzenvaranen zijn dagdieren. die s nachts en ook gedurende de warmste uren van den middag slapen in rotsholen of onder boomstammen Bij voorkeur houden zij zich od schaduwrijke plaatsen op en mijden de volle zon. Op het eiland Komodo zijn ze niet zeldzaam Voor den mensch zijn ze bang en slaan onmiddellijk op de vlucht, den staart hoog oogeheven. Ondanks hun grooten en plompen bouw kunnen ze goed loopen; vlug als water schieten ze door het struikgewas, alsof er geen doorns beston den zoodat het voor den mensch onmoge lijk is hem te volgen Bij de jacht op reuzenvaranen maakt men gebruik van stevige kamponghonden. De varaan haat deze huisdieren met een grimmigen haat. Zoodra hii ze op zich ziet afkomen valt hij aan en bekommert zich dan in het gehee] niet om de aanwezigheid van menschen. Deze naderen nu met lasso's aan lange bamboestokken het door woede verblinde dier en terwijl de honden den varaan bezighouden, wordt hem een strik om den nek geworpen en ook de voor- en achterpooten worden na eenige worsteling geboeid en nu is het dier weerloos en ge- van een De reuzenvaraan is waarschijnlijk doof, maar het gezicht en de reuk zijn sterk ontwikkeld. Het oog van den varaan zou vo'gens betrouwbare berichten, evenals dat van de slang een hypnotische uitwerking op andere dieren hebben. Een onverschokken jager, die zoowel den tijger on Sumatra als de Python op Borneo gejaagd had. vertelde mij, dat hij „kippen vel" kreeg, toen hij voor het eerst tegen over een reuzenvaraan stond. Een kleinere soort varaan is de sedert lang bekende leguaan, die overal in Indië aangetroffen wordt en waarop de Inlanders ijverig jacht maken want het vleesch van deze hagedis wordt door de Maleiers graag gegeten. Dat mocht wel! Straatventer: (die pas ruzie met een politieagent heeft gehad)Agent, mag ik wel „ezel" tegen een agent zeggen! Agent: Pas op, als je dat doet! Straatventer: Mag ik dan wel „agent" tegen een ezel zeggen? Agent: Zeker, waarom niet? Straatventer: Dag „agent"! Beste Raadselnichtjes en -neefjes. Nu, ik heb gezien flinke neefjes en nichtjes te hebben. Zij, die geen boek wonnen, zijn niet bij de pakken neer gaan zitten, maar integendeel, ik kreeg juist extra veel opgewekte briefjes en goede oplossingen. En zoo gaan we dus allen weigemoed en vroolijk de vacantie tege moet. Sommigen verdwijnen voor langer of korter uit onzen kring; aan allen, die uitgaan, wenseh ik heel veel plezier en mooi weer, (dit laatste natuurlijk voor ons allen), en na hun thuiskomst hoop ik dan op hun extra vacantie-nieuws. En aan hen. die in Leiden blijven, wenseh ik cok heel veel genoegen, want het is ook ai fijn, om vacantie te hebben en eens geheel vrij te zijn. te kunnen doen en laten en spelen, wat je wilt. Dus: aan de geheele Raadseljeugd heel veel vacantie- genoegen! Wat is er veel genoten op de diverse schoolreisjes. Dat is toch maar een fijne instelling, hè? Verder was ik blij van veler verhoogin- gen en goede rapporten te hooren. Wie nog geen vacantie heeft, schrijft nog wel over zijn (haar) overgang. Jullie ziet, ik ben graag op de hoogte van jullie! En nu weer aan de briefjes. Lcendert Jongeleen. bedankt voor je raadsel. Je vindt het zeker ook leuk, af en toe een raadsel van je in de krant te zien. Bedenk je ze zelf? Jettie de Bree, nu wenseh ik je nog eens heel veel plezier. Natuurlijk kun je me nu een keertje niet schrijven, maar des te meer heb je me daarna te vertellen. Abraham Fakkel, wat bijzonder leuk, die „radio"-doos. Daar kun je zeker niet g»noeg van krijgen. Ga je wel steeds op tijd slapen? Ik geloof, je kunt haast niet mei. lezen ophouden 's avonds. Lucia Lut, heerlijk, dat je over bent! En wat fijn lang vacantie! Enkele van je in gezonden raadsels zijn te bekend; de ge schikte krijgen een beurt. Noem mij ook Tante, hè. Rie Develing, je bent knapper dan je denkt: het gaat toch elke week prachtig met de raadsels. Je behoeft alleen maar de oplossingen op te schrijven met num mer, weet je wel? Of vind ie het zelf leu ker, het heele raadsel er bij? Jopy Hofstra, ook al zoo lane vacantie En geniet je zoo van je vrijheid? Adri Arbouw. ja, ik vind je postpapier bijzonder aardig en practisch. Kind, wat heb jij veel gezien en genoten op dien éénen dag van je schoolreisje. Een heer lijke dag, om aan terug te denken. Veel plezier in je vacantie. En als je terug bent, schrijf Je me zeker een langen brief over alles? Drietal Keyzer en Piet Lagas, jij had zeker geschreven. Annie. Heerlijk dat reisje op 11 Aug. Ik heb niets gelezen over den verjaardag van den vader van Piet. Ik denk, dat je van plan was. er over te schrijven, en het tenslotte vergat bij al je aandacht voor de prijsraadsels. En die wa ren goed in orde. Blijf maar hopen op een boek; je hebt nog een paar jaar kans. 't Was fijn In Luxor-Theater, hè? Jannie de Neef. ja. dat was een ver rassing voor je, hè, toen je Zaterdag het krantje opensloeg. Je rapport is mooi. behalve je schrijven. Ga daar nog eens flink je best op doen, ook in je briefjes aan mij! Nelly de Neef, leuk voor mij, dat jullie alle drie je rapport-cijfers schrijven. Ik zie dat je goed je best doet. Voor jou ook een beetje fijn van Jannie; jij kunt het boek na haar ook lezen. Dirk de Neef, een prachtrapport, hoor; jij spant de kroon in jullie familie. Nee, ik vertel mijn naam niet eerder dan mijn plan was. 't Is niets erg voor jullie een poosje nieuwsgierig te zijn! Mientje de Neef, ben jij zoo'n babbeltje? Dat is niet mooi. Verder is je rapport wel goed. Dat was een heerlijke middag in het Luxor-Theater; er waren al meerderen uit onze familie, die er over schreven. Draag je je verkeersspeldje? Alida Stikkelorum, ik zie goed, dat je met frisschen moed begonnen be.-t; je hebt alle raadsels goed opgelost. En het ingezonden raadsel is aardig, bedankt. Wat heb je voor schrijven op school? 'n Mooi cijfer zeker? Jan Bronsgeest, jammer van je wed denschap met je vader. Hoop maar weer op volgenden keer. Als je goed inzendt bu de prijsraadsels en je ouders abonnö

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 17