P 4-
BIjS» In den tuin
Diamant
Vliegen tegen de
zoldering
De dokter hield er oi
wel van
Eventjes nadenken
Kees ontdekte een wilden zwerm
en boer Wouters ving hem.
lederen morgen is Kees de eerste, die den
tuin inloopt. Om zes uur al spelen de zon
nestralen. die door de bladeren van de
vlierstruik heen het raam binnenvallen,
krijgertje over z'n gezicht en ze kriebelen
hem wakker met hun dansende lichtplek-
jes. Net gouden loovertjes!
Dan springt Kees vlug overeind en schiet
z'n bed uit.
„Ha, de zon! Alweer een zonnige dag!
En hij schenkt water in z'n waschkom en
heeft zich in een oogenblik gewasschen en
aangekleed.
Met de schoenen in de hand zachtjes de
trap af, en dan gauw den tuin in. Daar ziet
Kees altijd iets nieuws en iets leuks. Een
paar rozeknoppen, die uitgekomen zijn, een
vlinderpaartje, dat luchtig spelend voorbij-
zweeft of een mollegang in de losse aarde.
Vandaag kuiert Kees bij de kippenren,
die op 't oogenblik leeg staat. Want de kip
pen zijn verkocht en er zijn nog geen
nieuwe.
Wat een gezoem in de zonnige lucht!
Zouden er wespen zijn? Ja, wespen
twee, drie, vijfwel twaalf telt Kees
er. Ze vliegen zoemend om hem heen. Hè,
hoe zouden die hier komen, zoo opeens?
Maar nu ziet Kees beter: 't zijn geen
wespen, 't zijn bijen! Veel kleiner dan wes
pen zijn ze, en mooi donkerbruin met een
beetje geel.
En als Kees zich bukt, ziet hij ook opeens
waar ze vandaan komen. Op het kippen
hok ligt een matje, dat moeder daar op het
gaas heeft gelegd, om te drogen en in het
hok, onder tegen dat matje aan, hangt een
heele zwerm bijen! Ze vormen een groote,
langwerpige kluit, die zoemt, en zoemt...
In en om die kluit bijen wriemelt 't zonder
ophouden.
„Eenig" denkt Kees „dat is nogeens
eenig!" En hij gaat er op z'n gemak bij
zitten om ze te bekijken. De bijen kruipen
almaar om en over elkaar. Om den zwerm
heen vliegen een stuk of tien losse.
„Dat zijn zeker de wachters, die moeten
waarschuwen, als er onraad is" denkt Kees.
Hij blijft een heel tijdje zitten kijken
naar het gedoe van de bijen en dan loopt
hij op een draf naar huis om de anderen
erbij te halen. Vader, moeder, Wim en klei
ne Fritsje komen allemaal bij de kippenren
staan om te kijken.
„Kunnen wij ze niet houden, vader. Dat
zou leuk zijn!".
„Neen, jongens, dat gaat niet. Bijen hou
den is een heele zorg, daar moet je ver
stand van hebben. Maar Kees, ga jij eens
op de fiets naar boer Wouters en vertel 't
hem maar. dan komt hij ze wel halen".
Tien minuten later komt Wouters al het
tuinhek binnenstappen. Hij heeft een rond
plat mandje bij zich en een groot stuk jute.
Als hij den zwerm bekeken heeft, haalt
hij uit z'n zak een linnen kap, die hij hee-
lemaal over z'n hoofd trekt. Er is een ven
stertje in van zwart gaas, dat precies voor
z'n gezicht komt. Daar is ook een gaatje in
voor z'n mond.
„Dat is voor de pijp" zegt Kees en Wou-
teers zegt „precies, jij weet het" en steekt
er den brand in.
De rook houdt de bijen op een afstand,
zoodat ze niet steken. Nu gaat Wouters de
kippenren in en houdt het mandje onder
c'-n zwerm.
,,-uooi", zegt Wouters „ik heb ze!"
„Klop eens, jongens" zegt hij. En Kees
cn Wim gaan op hun teenen staan en klop
pen zachtjes van boven tegen 't matje.
„Mooi" zegt Wouters „ik heb ze". Hij zet
het mandje gewoon op den grond. De bijen
Vliegen er niet eens uit Leuk is dat!
„De koningin zit er in en nu blijven de
anderen ook" vertelt Wouters.
„Mag ik de koningin eens zien?" vraagt
Fritsje.
„Die kun je niet zien, baasje. Ze zit mid
den in den zwerm, tusschen de anderen in.
Waar zij heengaat, volgen ze allemaal. En
die paar bijen, die nu nog rondvliegen, ko
men straks vanzelf. Daarom laat ik het
mandje nog even staan". Ze kijken er alle
maal naaren ja hoor: de eene bij na
de andere vliegt om het mandje heen en
gaat dan naar binnen. Als alle bijen binnen
zijn. bindt Wouters het stuk jtitc om het
mandje heen en dan doet hij den kap weer
van z'n hoofd af.
„Meneer wordt bedankt" zegt Wouters en
hij gaat met de bijen weg.
En moeder zegt: „Jongens, eten". Aan 't
ontbijt vertelt vader van alles uit het leven
van de bijen, dat zoo wonderbaar mooi is
ingericht.
Daar raak je nooit over uitgepraat. Vra
gen jullie je vader of moeder ook maar
eens, er iets van te vertellen!
R. DE RUYTER—V. D. FEER.
Enke'e beroemde steenen van hooge waarde
Kan diamant gemaakt worden en hoe?
Jullie hebt wel eens gehoord van dia
manten en de versohlllende slüovormen; nu
gaan we hier eens eenige van de meest be
roemde steènen opnoemen:
De Cullinan. die in 1905 in de Premier
mijn in Zuid-Afrika gevonden werd. werd
door de regeering van Zuid-Afrika voor
f. 1 803 000 aangekocht, om hem als ver
jaardagsgeschenk aan Koning Eduard VII
aan te bieden.
De Or off, een onregelmatige roos van
193 karaat, die den Russischen rijksscepter
versierde, werd door Keizerin Catharina II
gekocht voor f 1 400.000 d.i ruim f. 7000 Der
karaat.
De beroemdste steen is wel de Koh-i-noor
(berg van licht) waar reeds in de oeroude
Indische heldendichten gewag van wordt
gemaakt Thans bevindt hij zich in de
Engelsche Koningskroon. Oorspronkelijk zal
deze steen 672 karaat gewogen hebben,
maar thans na herhaaldelijk kloven en
sijpen, heeft hij nog maar 106 karaat Het
is een onschatbaar kleinood van het zuiver
ste water en den hoogsten glans.
De Regent van Frankrijk een vierkante
brillant van 136 karaat, werd met f. 750 000
betaald d.i. bijna f6000 per karaat en de
Ster van Zuid-Afrika. die slechts 46'/i ka
raat weegt, werd in 1870 geschat on een
waarde van f. 300 000 of ruim f 6000 oer
Het is begrijpelijk, dat. de kostbare slec-
nen steeds de begeerte der menschen op
gewekt hebben. Om het bezit van den
Koh-i-noor werden door Indische vorsten
herhaaldelijk oorlogen gevoerd. Sommige
van de beroemdste steenen hebben een
sombere geschiedenis, waarin roof en sluip
moord een groote rol spelen. Weer andere
diamanten bezitten naar beweerd wordt
magische krachten, terwijl op enkele
een vloek schijnt te rusten, zooals de be
ruchte Blauwe diamant van Hope. een
steen van 44 1/4 karaat waarvan de legende
vertelt dat hij al degenen, die hem bezeten
hebben ongeluk gebracht heeft
Nu rijst a licht de vraag: Uit welke kost
bare erondstoffen bestaat de diamant?
Scheikundig gesproken is de diamant al
hoogst eenvoudig en bescheiden. Hij be
staat n.l uit niets anders dan uit het ele
ment koolstof, evenals potlood, lampen-
zwart, houtskool en dergel ke. Evenals deze
stoffen is diamant dan ook brandbaar. Ver
hit men hem in' een stroom zuurstofgas
dan verbrandt hij met een schitterend wit
licht tot koolzuurgas. Het eenige. maar dan
ook overwegende verschil tusschen diamant
en gewone koolstof is. dat diamantkoolstof
in kristalvorm is die bil een zeer hoogen
druk en temperatuur is uitgekristalliseerd.
In de natuur geschiedt dit. wanneer een
deel van den gloeiend v oelbaren kern der
aarde zich 'n weg door de aardkorst tracht
te banen en. alvorens geheel door te breken
onderweg stolt.
Het ligt voor de hand. dat talrijke onder,
zoekers hebben getracht dit proces in hun
laboratoria kunstmatig te doen plaats heb
ben m a w. kunstdiamanten te maken;
maar ondanks a Ie kunstgrepen is het niet
mogelijk om den vereischten druk en de
gewenschte hooge temperatuur lang genoeg
in stand te houden, om kristallen van noe
menswaardige afmetingen te fabriceeren.
De grootste diamant, die ooit met ontzag
lijke moeite en kosten werd vervaardigd, is
niet grooter dan een speldeknop. Voorloo-
pig bestaat er dus nog niet het geringste
gevaar, dat de diamant zijn voornaamste
eigenschap n.l. zijn zeldzaamheid za' in
boeten en in waarde zal dalen.
„Gek toch" heb je weieens ge«
dat vliegen zoo gemakkelijk tegen de
dering kunnen loopen. Hoe komt dat ten
De reden hiervan is. dat de pootjes
de vlieg ten eerste een beetje kleverig
en ten tweede den vorm hebben van zi
napjes, net als de rubber zuigers, die
gebruikt worden om een papier tegen
ruit te bevestigen, b.v. bij winkels. En d
komt natuurlijk nog bij, dat het lichaair
van de vlieg bijzondei- licht is, daar zij
als de vogel, op vliegen is ingericht.
Daarom geeft een vlieg er ook niet
met haar hoofd naar beneden te wande
ze zal niet duizelig worden zooals iii en
Dokter, komt U toch eens kijken!
Miek, mijn popje ziet zoo bleek!
Wilt U haar eens onderzoeken?
Is haar maagje soms van streek?
Weet U, gist'ren was ze jarig!
En ze heeft, ja laat eens zien,
Vier, vijf taartjes wel gegeten!
Is ze daarvan ziek misschien?
Maar mevrouw, wat moet ik hoor
Vier, vijf taartjes! Stel je voor!
Dat was veel te veel voor Mieke,
'tMag niet weer gebeuren hoor!
Stopt U haar maar gauw in 't be<
Want al vindt ze het ook naar
Rust en lieelemaal niet eten,
Dat alleen kan helpen maar!
Is Uw popje weer eens jarig
En er komen taartjes bij,
Zeg mevrouw, al ben ik dokter -
Denkt U dan ook eens aanmij
R. WINKI
Wie wandelt het vlugste?
Een vraag: als je in een rijdenden
gaat loopen. verplaats je je dan snel ei
de trein zelf?
Denk hier eerst eens goed over n
kijk dan naar 't antwoord dat hieix|k
volgt:
Als je loopt in de richting, die de
volgt luidt het antwoord: ja. Als ie e
in tegenovergeste'de richtine loopt,
plaats je ie langzamer dan de trein z
Ik zal ie dit ook bewijzen. Stel je
voor, dat twee menschen, a en b. te a
in den trein stappen, in de laatste e
Nu vertrekt de trein; a bluf zitten
hij zat maar b wandelt den heelen
door tot de voorste coupé toe. De
stopt en beiden stappen uit. B. is nu
meer naar voren op het perron dan
heeft dus precies zooveel M. méér afs
als de trein lang is.
Ik ga je nu nog meer vertellen: De
verplaatst zich ook en a's de trein
in dezelfde richting als de draaiing
aarde, dan beweegt de trein zich dus
Ier door de wereldruimte dan de
zelf.
Als jij nu door den trein wandelt v;
laatste tot de eerste coupé verplaats
sne Ier dan de trein en sne'.ler dai
aarde.
En als er, gedurende je wandeling
vlieg op de gezicht komt zitten en die
delt in dezelfde richting van je oor
neus, dan verplaatst zij zich het snelst
allemaal ten opzichte van de wereldri
Zij wandelt mee met de aarde, me
trein met jou en dan nog een einc
flffen houtie! J:
eigen houtje
.Leuk idee hè?