De rozententoonstelling te Boskoop - Aanbieding Lippische kei
78ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
BUITEN HAAR KRINGEN
FEUILLETON
Door HERMAN ANTONSEN.
14)
Triomfantelijk krulden haar lippen. Ze
had het tenslotte dan toch maar van het
portret gewonnen! Ze begon den brief te
verscheuren, maar hield ermee op. Ze keek
naar de telefoon op haar lessenaartje. Na
tuurlijk wilde ze hem nooit meer ontmoe
tenze nam den hoorn toch op.
Zijn stem klonk ongeloofelijk blij, toen
hij antwoord gaf.
„Waar ben je ergens?" vroeg hij.
„Wel, thuis," antwoordde 2e onbewogen,
„waar zou ik anders zijn?"
„Je kon toch ook daar zijn, waar je de
laatste eeuw gezeten hebt?"
„Zoo lang?" vroeg ze.
„Ik heb er grijze haren van gekregen,"
beweerde hij.
,Jk>op je soms ook op krukken?"
„Daar ben ik al te oud voor geworden. Ik
rijd in een rolwagentjeTerry, wanneer
bij je komen?"
„Och, dat weet ik nog niet," antwoordde
ze luchtigjes.
„Dan kom ik nu dadelijk," zei hij beslist.
Ze schrok ervan. „Neen. dat kan niet. Ik
moet dadelijk uit."
..Jij moet ook altijd uit!" zei hij bitter,
e,Ty waar ben je toch geweest?"
„Wat komt dat erop aan?"
„Heel wat. Hoor eens, Terry, als een man
T»n een meisje houdt, dan.
„Miss Tarpeton zou wel gevleid zijn door
een zoo eeuwigdurende liefde!" spotte ze.
„Je kunt een schaduw niet eeuwig lief
hebben."
„Ik dacht, dat jij het wel kon!"
„Moet iemand nu om één enkele fout
voor altijd veroordeeld worden?"
„Veroordeeld?" Ze was werkelijk be
duusd.
„Ja, daar komt het toch op neer," zei hij
somber. „Veroordeeld tot eenzaamheid en
ongeluk. Terry, je hebt dien brief van me
immers gelezen?"
„Hoe dat zoo?"
„Dan weet je. dat ik je liefheb, Terry.
Het staat niet mooi met iemands liefde den
spot te drijven."
„Ik heb niet met je gespot."
„Dat heb je wel.door me te herinne
ren aan miss Tarpeton. Terry, wanneer
mag ik bij je komen?"
„Is dat wel verstandig?" vroeg ze.
„Vast en zeker is dat niet zoo. Trouwen
is dwaasheid. En alles, wat tot een huwe
lijk voeren kan is even groote dwaasheid.
Maar als we er iets op kunnen
„Wij?"
„Ik," verbeterde hij zichzelf. „En als het
aan mij ligt, Terry, dan ben jij het mooiste
en liefste
„Kan niemand op het kantoor Je afluis
teren?"
„Voor mijn part luistert de heele wereld."
„Maar ik dacht toch, dat je zei, dat het
dwaasheid was?"
„Maar is dwaasheid dan niet het eenige
ter wereld, dat nog iets waard is?"
„Daar ben ik nog zoo zeker niet van."
antwoordde zij.
„Ik zou je er wel van willen overtuigen,"
zei hij
„Je hebt veel zelfvertrouwen."
„Om mijn angst te verbergen. Toe Terry,
zeg nu eens, wanneer zie ik je? Ga je soms
mee dineeren?"
Ze dacht een oogenblik na. Dineeren
ging niet; ze zou met Curt en de Daytons
dineeren. Ze keek op haar horloge. Het
was kwart over twaalf.
„Dat gaat niet. Ik ben al om twee uur
besproken."
„Laat me toch maar even komen. Kun
nen we dan niet gaan lunchen?"
„Ochaarzelde ze.
„Terry. ik ben al onderweg," riep hij op
getogen uit. Ze hoorde hem den hoorn op
hangen. Een oogenblik bekroop haar diepe
schaamte. Ze 'keek het vertrek rond.
De portier kwam aan de deur vragen:
„Nog iets anders mee te nemen, m'dam?"
Ze keek hem even wezenloos aan. Och
ja, natuurlijk, hij had haar zaakjes in de
taxi gebracht. Ze gaf hem een fooi en zei
dat er verder niets mee moest. Maar hij
bleef nieuwsgierig nog wat treuzelen.
„Komt u nog terug, m'dam?"
„Datdat weet ik nog niet- zeker,"
zei ze.
„Wilt u, dat ik de kamers blijf onder
houden?"
„O ja. natuurlijk heel graag.
Hij knikte en liep met zwaren tred de
trap af. Ze liep hem twee stappen achterna
en bleef dan staan. Waarom had ze Jack
opgebeld? En waarom had ze zoo met
hem gesproken? Er was niet aan te ontko
men ze had met hem geflirt. En dat
terwijl ze verloofd was met Curt, dien ze
gewoonweg aanbad. En met iemand, die
haar niets kon schelen. Alleen uit minder
waardige ijdelheid had ze Jack Redding
aan het lijntje gehouden.
Wat was ze toch voor een meisje? Voor
dat ze verloofd was, kon ze er nog eenige
verontschuldiging voor aanvoeren. Maar
nu ze verloofd was met een ander, wat
voor recht had ze dan, zoo tegenover Red
ding te handelen? Het kwam zelfs niet te
pas, nog aan hem te denken. Ze moest nu
meteen maar heengaan en hem nooit meer
terugzien. Maar dat was laferg min.
Ze hield er heelemaal niet van, een af
spraak te maken en zich er dan niet aan
te houden. Ze had eenmaal zijn brief ge
lezen en hem opgebeld. Het ging niet aan,
nu weg te loopen. Jack had haar juist er
van beschuldigd, dat ze hem voor den gek
hield. Dat was niet aardig. Niet zooals het
hoorde. Als een man je zijn hart aanbood,
dan gaf hij het beste wat hij bezat. Daar
viel toch geen grapje mee te maken.
En toch wilde ze hem liever niet ontmoe
ten. Ze hield van Curt en daarmee was
alles gezegd. Maar toch was ze iets aan
Jack verplicht. Het feit, dat ze hem had
opgebeld, was voor hem immers een door
slaand bewijs, dat hij haar niet geheel on
verschillig was? Het was haar eigen schuld,
dat hij nu iets van haar verwachtte. Hij
verwachtte, dat ze in het atelier zou
blijven.
Ze ging naar beneden en zei tegen den
chauffeur, dat hij haar boeltje naar- Li
vingstone Place moest brengen. Daarna
ging ze weer naar boven.
Ze behoefde niet lang te wachten. Maar
teen ze de deur voor hem opende, nam hij
haar niet, zooals ze gevreesd had, in zijn
armen. Hij hield slechts heel even langer
dan noodig was haar hand vast en zijn
grijze oogen keken haar doordringend aan.
„Je ziet er best uit," constateerde hij. „zit
je veel op Coney Island?"
„Op Coney?"
„Je bent zoo gebruind."
„Neen, niet op Coney," antwoordde ze
zonder verderen uitleg.
Hij liep langs haar heeh en ging be
daard zitten. Zijn oogen dwaalden door het
vertrek.
„Je schijnt niet veel uit te voeren, wel?
Of heb je alles verkocht?"
„Wie verkoopt er nu tegenwoordig iets?"
vroeg ze ontwijkend.
„Dat wist ik niet," zei hij. „Terry, wat
moet dat eigenlijk allemaal beteekenen?"
„Wat bedoel je?" trachtte ze zich hieruit
te praten.
„Dat weet je heel goed," antwoordde hij,
„je hebt het aldoor al geweten."
„Weer zoo onbegrijpelijk!" Ze glimlachte
eventjes.
Hij schudde het hoofd.
„Dat ben ik niet. Je weet heel goed, dat
ik je liefkreeg op dien eersten avond, dat
we elkaar ontmoet hebben."
„Je bedoelt, toen je me verzekerde, dat
je miss Tarpeton liefhad?"
„Juist, dat is nou precies, wat ik meen."
„Nou. hoe kon ik dat weten?" vroeg ze
tergend.
„Omdat je een vrouw bent," antwoordde
hij. „En zeg eens Terry, hoe ben je nu van
plan met mij te doen?"
„Wat verwacht je van me?"
„Dat je met me trouwt," antwoordde hij
bedaard.
„Moet dit een aanzoek beteekenen?"
„Anders is het niet," antwoordde hij
vroolijk.
„Doe je niet een beetje mal?"
„Ik hoop het. Liefde is dwaas, veronder
stel ik. En Terry, ik heb je lief."
„Dat spijt me."
„Waarom?"
(Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd)^
DE GROOTE ROEENTENTOONSTELLING „NOS JUNGUNT ROSAE" TE BOSKOOP
is heden geopend. Links: een vaas met éen van de nieuwste soorten baby-roos, de „Dorus Rijkere". Rechts: de rozen worden van
de doornen ontdaan.
MR- PUTMAN de echtgenoot van
Amelia Earhart en zijn zoon wachtend te
San Francisco op nieuws van de vermiste
vliegster.
AAN HET PRINSELIJKE PAAR werd gisteren voor Paleis Soestdijk een Lippische kei
aangeboden. De kei en de personen, die hem naar het paleis getrokken hebben.
HET JAMBOREE-TERREIN TE VOGELENZANG IS GEREED OM D'E PADVINDERS
TE ONTVANGEN.
Overzicht op het kamp met de officieele gebouwen.
DE LAATSTE DAG VAN D'E KAAGWEEK.
De „Draken." in den strijd.
1>E IIOOGE GEDENKTOREN voor
alle in den wereldoorlog gevallen solda
ten der geallieerden, welke in Luik
gebouwd is.