Ons Kort Verhaal
Zal Japan heden optreden in
Noord-China
Franco hernieuwt het offensief
Eden over de situatie in Europa
78 ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 20 Juli 1937
Derde Blad No. 23716
De Suikertante
De toestand tot het uiterste gespannen
Een Goede Huidverzorging!
SPREEKCEL
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
Nieuwe aanval bij Madrid ingezet
De atmosfeer minder geladen
Japan verwerpt het Chineeschc
memorandum.
Het Japansche ministerie van buiten,
landsche zaken heeft besloten het Chi-
neesche memorandum, dat gisteren
aan den Japanschen ambassadeur in
China, Hidaka, is overhandigd, te ver
werpen. Het kan niet als een antwoord
worden beschouwd op de Japansche
eischen, welke Zaterdag j.l. werden
gesteld.
De Japansche regeering werpt de ge-
heele verantwoordelijkheid op de re
geering van China. De verdere ontwik
keling zou aan iedere controle kunnen
ontsnappen, wanneer China zijn hou
ding niet wijzigt.
De woordvoerder van het leger heeft od
een vraag van den vertegenwocft'diger van
Havas verklaard: „Wij kunnen de ernstige
ibeleedlgingen van China niet meer verdra-
een. Het zou gevaarlijk zijn te wachten op
de aankomst van alle Japansche verster
kingen, daar de Chineesche strijdkrachten
steeds verder optrekken en het'zullen wa
gen ons te omsingelen".
De voorhoede van het centrale leger is
overigens reeds Hopei binnengedrongen.
Tsjang Kai Sjek heeft ten slotte de ware
bedoelingen onthuld".
Eventueel geen oorlogsverklaring?
Spr. kon niet zeggen of eventueel een
oorlogsverklaring zou worden gezonden en
of de operaties van langen duur zouden
ziln. Hij sprak er voorts zijn twijfel over uit
ofhet incident wel gelocaliseerd zou kunnen
blijven.
Naar zijn meening is de luchtmacht het
«enige gevaaliike wapen van het Chineesche
leger, maar de Japanners zullen de noodige
maatregelen nemen om haar direct te
vernietigen.
Tenslotte verklaarde de woordvoerder van
het. leger over Inlichtingen te beschikken
volgens welke geen bedreiging van een
sovjet Russische inmenging te duchten is.
daar de sovjet-Russische leiders vooral door
den binnenlandschen toestand te zeer wor
den in beslag genomen. Hij voegde hier
aan toe. dat de sovjets er zich toe zullen
beoalen. China, zooals trouwens alle mo-
sendheden, van wapens te voorzien.
Verklaring van Tsjang Kai Sjek.
Jbvenstaande woorden betreffende
Tsjang Kai Sjek staan blijkbaar op een
verklaring van den maarschalk te Koeling.
Maarschalk Tsjang Kai Sjek heeft daar
een verklaring afgelegd, waarin hij er op
heeft gewezen, dat de houding van China
door vier punten bepaald wordt.
In de eerste plaats mag door geen enkele
overeenkomst inbreuk worden gepleegd.
od de onschendbaarheid van het gebied en
de souvereine rechten van China.
Verder kan een onwettige wijziging van
den polltieken raad van Hopei en Tsjahar
niet worden toegestaan, omdat het statuut
van dezen raad door de centrale regeering
is vastgesteld.
In de derde plaats kan niet worden ge
tolereerd. dat plaatselijke officieren, door
de centrale regeering benoemd, onder druk
van buiten af overgeplaatst worden
Tenslotte zal de regeering niet dulden,
dat beperkingen worden gemaakt, ten aan.
zien van de door het 29e leger bezette
stellingen.
Tsjang Kai sjek voegde hieraan toe. dat
China alle problemen langs diplomatieken
weg wenscht op te lossen, zoolang dit nog
eenigszins mogelijk is. Wordt evenwel de
grens van het toelaatbare door Japan over
schreden. dan zal het land zijn geheel na
tionale energie in den strijd werpen.
Het Chineesche volk, aldus de maarschalk
moet de volle verantwoordelijkheid van
deze woorden begrijpen, want zij beteekenen
strijd tot het bittere einde. Indien men
zijn hoop stelt op een wijken van den tegen
stander. dan is China verloren.
Vervolgens zeide de maarschalk dat het
incident van Loekautsjau niet plotseling is
ontstaan. Het is maanden lang door de
Japanners voorbereid. Er blijkt uit. dat Ja
pan in China een bepaald doel nastreeft en
dat de vrede niet gemakkelijk gehandhaafd
zal kunnen worden. China had het incident
alleen kunnen voorkomen, indien het bui-
tenlandsehe legers vrijen intocht in het
Chineesche gebied had verleend. Geen land.
dat eenige achting voor zichzelf heeft, kan
echter een dergelijke vernedering aan
vaarden.
Het Chineesche volk. aldus spr., moet
weten, dat de regeering zich op het
oogenblik voorbereidt op de verdedi
ging. Indien de Chineesche regeering
zou toelaten, dat ook slechts een duim
breed gronds verloren gaat, dan zou
zij een onvergeeflijke misdaad begaan.
Treden de Japanners heden op?
Het Japansche garnizoen te Tientsin
heeft gistermiddag om één uur mede
gedeeld, dat het vanochtend om 3 uur
zijn vrijheid van actie zou terugnemen
'en aanzien van de op 11 Juli gesloten
overeenkomst, „indien de Chineezen
hun jongste illegale activiteit zouden
vernieuwen". In een communiqué wordt
er op gewezen, dat het Japansche gar
nizoen getrouw de overeenkomst heeft
nageleefd, terwijl gisteravond een
Japansch officier door een schot werd
gedood.
Japansche versterkingen uit Mandsjoerije
™jven Tientsin binnen6troomen met tanks
©bonnen en vliegtuigen. De Japansche
"wette ven in Noord-China ksnvattefc op
het oogenblik 25.000 mail, tegen 6000 bij
het uitbreken van het conflict.
De luchtvaartdienst tusschen Shanghai
en Noord-China is geheel onderbroken.
Opnieuw strijd bij Wang Ping.
Volgens een telegram uit Tientsin hebben
de Chineesche troepen, die zich verschanst
hebben bti Wang Ping gistermiddag om 5
uur het vuur geopend od de Japansche
voorhoede. Hiermede werden de onderhan
delingen om tot een accoord te komen, weer
verbroken. Hetzelfde telegram voegt er aan
toe. dat de toestand zeer ernstig is en dat
slechts een wonder een hevig conflict kan
vermijden.
Ook de Mongolen ten tooneele?
Uit Nanking verneemt men, dat vijf
cavallerie-brigades van geregelde Mongool-
sche troepen, gesteund door vliegtuigen,
zich ten Noorden van Tsjahar zouden ver
zamelen met de bedoeling, onrust te ver
wekken in Sjensi en Soeijoean.
Witte Purol wrijft onzichtbaar weg in de
(huid en is daarom zoo geschikt voor gebruik
overdag. Dit houdt de huid zacht en mooi
en voorkomt en geneest zonnebrand en
vervellen. Doos 30 ct.
4828 (Ingez. Med.)
DE MEER-WERK-ACTIE.
Een inzender meent, dat de Meer-Werk-
Actie meer voor niet-Leidsche dan voor
Leidsche arbeiders wordt gevoerd en geeft
als voorbeeld daarvan een tweetal werken
in uitvoering, waar meerdere niet-Leide-
naren te werk zijn gesteld.
Inzender vergeet evenwel dat bij aan
bestede werken de aannemer vrij is om
zelf een deel der arbeiders mede te bren
gen, terwijl slechts een gedeelte uit Lei
den behoeft te worden genomen volgens
de bestaande regelingen. En dat kan ook
moeilijk anders, hoe gaarne ook wij ove
rigens het werk geheel door Leidenaren
zouden zien verricht.
GEBOREN
Margje, d. van W. Honders en G. E.
Doove Izaak, z. van G. Lens en J. Fi-
llppo Johanna, d. van J. F. Karei en M.
W. Tulen Huibrecht, z. van H. Blok en
R. C. Lock Elisabeth Jacoba, d. van J.
Vreeken en E. Vink Susanna Christina,
d. van H. v. d. Vijver en C. A. Faas
Aart. z. van K. Donker en A. v. Rijn
Apollonia Jacoba Arnolda Maria, d. van A.
Verschoor en M. J. v. Anrooij Arie, z.
van C. Vink en F. Hoek.
OVERLEDEN:
P. W. C. v. Dorp z. 4 mnd. Th. F. Vlie
land wedn. 76 j. J. G. Crabbendam m
51 jaar.
Gisteren is in het Engelsche Lagerhuis
een debat gevoerd over de buitenl. politiek.
De labour-afgevaardigde Dalton ver
klaarde. dat het in het belang is van den
internationalen vrede en van Groot Brit-
tannië. dat generaal Franco de overwinning
niet behaalt en dat de Britsehe politiek er
voor diende te waken, dat hij niet wint.
Churchill vestigde de aandacht van de
regeering op de geruchten, volgens welke
houwitsers van groot kaliber tegenover Gi
braltar zouden staan opgesteld. Spreker
vroeg, wat hiervan waar was en wat dit be-
teekende.
Kanonnen van een dergelijke grootte zijn
volgens hem niet noodig voor den burger
oorlog en vanwaar zij ook komen, zeker niet
uit Denemarken, Roemenië, Zwitserland of
Zweden. Spreker vroeg zich af, of zij soms
uit Duitsche of Italiaansche gieterijen
komen.
Sinclair, afgevaardigde van de liberale
oppositie, verklaarde geen andere dan de
door de regeering gevoerde politiek te
kennen, welke de beste kans biedt, dat de
vrijwilligers uit Spanje worden terugge
trokken.
„Ik hoop, aldus voegde hij hieraan toe,
dat er geen sprake zal zijn van het toe
kennen van het recht van oorlogvoerenden,
voordat de vrijwilligers Spanje hebben ver
laten".
Lloyd George zeide, dat de tegenover Gi
braltar opgestelde kanonnen een zeer ver
ontrustende aangelegenheid waren Spre
ker voegde hieraan toe, dat Mussolini en
Hitier om overduidelijke redenen troepen
naar Spanje hebben gezonden. Spanje be
vindt zich in een allerbelangrijkste strate
gische positie. Het beheerscht de Middel-
landsche Zee.
Lloyd George voegde hieraan nog toe, dat
Franco over een geweldig technisch over
wicht beschikt en dat al dit oorlogsmate
riaal hem is verstrekt door de twee groote
dictatoren, die hun hegemonie over Europa
voorbereiden en die een zoodanige positie
willen gaan bekleeden, dat niemand hun
den oorlog zal durven verklaren, wijl de
gevolgen al te noodlottig zouden kunnen
zijn.
Eden.
Eden hield een groote rede. Hij zeide o.a.:
„Geen enkel land wenscht, dat de
oorlog in Spanje een Europeesche oor
log wordt, doch indien de volken thans
niet oprecht samenwerken op den door
allen aanvaarden grondslag, zullen wij
op gevaarlijke wijze daarheen drijven."
Eden zeide verder, dat Engeland voorne
mens is zijn nationale belangen zoowel in
de Middellandsche Zee als elders te verde
digen. Maar daarbij wil het anderen niet
uitdagen. „Wij, blijven vasthouden aan het
Middellandsche Zeepccpord met ItaJie. Al
is de MWjigJ|l^xlisól?ie age vpor óns era
hoofdverkeersweg, er is genoeg plaats voor
allen. Wij zullen onze plaats handhaven,
maar wij zijn niet voornemens anderen er
uit te verdrijven. Engeland wil jegens geen
enkel land een politiek van agressie of
wraak voeren. De gedachte aan een derge
lijke mogelijkheid is zelfs nooit in den geest
van het Engelsche volk opgekomen.
Wat lk heb gezegd van de Middelland
sche Zee aldus Eden geldt ook voor
de Roede Zee. Het is altijd een groot
Britsch belang geweest en het is het ook
■thans, dat zich geen groote mogendheid
vestigt aan de Oostkust van de Roode Zee:
ik behoef nauwelijks te zeggen, dat dit niet
minder betrekking heeft op ons dan op
anderen."
Eden zeide voorts, dat de Volkenbond
dood noch stervende is. De kracht van den
bond zou vergroot moeten worden door de
verplichtingen meer contractueel te maken
en door het aantal leden uit te breiden.
„Wij hebben slechts één buitenlandsche
politiek", aldus vervolgde de minister, „den
goeden wil om samen te werken met alle
landen, welke ook hun regeeringsvorm is,
die bereid zijn aan den vrede te arbeiden.
Wat onze belangstelling heeft is niet de
interne regeeringsvorm, maar de wijze
waarop zij zich tegenover het buitenland
gedraagt." Eden maakte vervolgens een
toespeling op de helpende houding van de
Duitsche en Russische regeeringen bij het
sluiten der vlootovereenkomsten met Enge
land. De goede Britsch-Fransche betrek
kingen zouden door niets verstoord kunnen
worden. Een der factoren, die de laatste
twaalf maanden zonder ernstig conflict
voorbij hebben doen gaan, is het groeiende
vertrouwen en de vriendschap tusschen
deze beide landen. Gelukkig wordt deze
vriendschap thans nergens verkeerd uitge
legd. „Wij zijn ervan overtuigd, dat de
Fransche regeering oprecht verlangt naar
een werkelijke verbetering van haar be
trekkingen met Duitschland en naar een
westelijke overeenkomst als inleiding tot
een overeenstemming op breederen grond
slag.
De atmosfeer is minder geladen dan
een jaar geleden. Hoewel de last der
bezorgdheid zwaar blijft drukken en
men geen duurzaam vertrouwen kan
hebben, vóór een internationaal
lichaam belast is met de arbitrage van
onze geschillen, heb ik goede hoop, dat
over een jaar de Europeesche volken
hun twisten zullen hebben bijgelegd
en dat de vrede gehandhaafd zal
blijven."
Betreffende liet Japansch-Ohdneesche
conflict, zeide Eden, dat een vreedzame op
lossing wellicht eerder tusschen de partijen
tot stand komt zonder tusschenkomst van
derden Niettemin heeft de Engelsche re
geering te Nanking en Tokio doen weten,
dat. indien eenige regeering op eenigerlei
wijze kan bijdragen tot een oplossing, het
haar verheugen zal die hulp te verleenen.
„Is het te veel om te hopen, dat beide
regeeringen nog een vastbesloten poging
doen om tot een volledige schikking te
komen?" aldus besloot de minister zijn
passage over dit punt.
Lord Oranborne heeft geantwoord op de
bezwaren betreffende de kanonnen bij
Gibraltar. Waarschijnlijk is, aldus de on
der-minister, dat zij bedoeld zijn als ver
dedigingsmiddel bij toekomstige bombar
dementen van Algeciras. De kanonnen, die
Gibraltar zouden bedreigen zijn van minder
zwaar kaliber dan die, welke van Gibral
tar uit op de eerste gericht kunnen worden,
zoodat men niet van een bedreiging kan
spreken.
Tenslotte is de buitenlandsche poli
tiek van de regeering met 365-J23
stemmen goedgekeurd.
De troepen van Franco zijn, na een
korte, hevige voorbereiding van de
artillerie, overgegaan tot den aanval
bij de dorpen Villa Viciosa, Scvilla
Nueva en Villa Nueva de Perales, ten
W. van Madrid.
De aanvallende infanterie werd vooraf
gegaan door vechtwagens. In het begin
konden de troepen snel voorwaarts rukken,
aangezien zij weinig weerstand ondervon
den, doch later boden de regeerlngstroepen
krachtigen tegenstand.
Aan beide zijden concentreerde de artil
lerie zich op het aanvalsfront, dat een
lengte had van zestien kilometer.
Omstreeks elf uur in den ochtend rukten
de rechtsche troepen langs Brunete in
noordelijke richting, zonder genoemde
dorpen te bezetten.
Brunete stond grootendeels in vlammen.
„Het was meer dan een geweldig offen
sief, het was de schok, de botsing tegen
eikaar van twee machtige legers: een
schok van ongekend geweld", aldus seint
een Havas-correspondent over de jongste
operaties aan het Madrileensche front.
„Drie uren achtereen hebben de belde
legers onder een geweldig, ononderbroken
mitrailleurvuur, zonder, voor elkaar te wij
ken, tegenover elkaar gestaan. Eerst tegen
elf uur konden de nationalisten aan weers
kanten van Brunete vooruitdringen. Zij
rukten in Noordelijke richting voorwaarts,
zonder zich om de dorpen, die achter hen
lagen te bekommeren.
Van den observatie-post, waar wij ons
bevinden, ziet men het omstreden Bru
nete, waarvan de helft in vlammen staat.
Geweldige rookwolken stijgen ook op uit
het linksch gelegen dorp Quijorna.
In de eerste uren van den namiddag
trachtten de rooden, die zich inmiddels
hersteld hadden, hun oorspronkelijk aan
valsplan te hervatten. Van Valde Morillo
uit rukten hun tanks op, gevolgd dbor
sterke afdeelingen miliciens. Er ontwik
kelde zich een uitermate hevige strijd. Tot
zes uur 's namiddags duurde het gevecht.
Toen begonnen de rooden onder den druk
der nationalisten te wijken. Men zag hun
verdedigingslinies wankelen en tenslotte
bezwijken. De nationalisten hadden een
omsingelende beweging uitgevoerd
Plotseling verschijnen twee roode eska
ders jachtvliegtuigen in de lucht, op het-
zeifde oogenblik daveren dertig jachtvlieg
tuigen der nationalisten boven het ter
rein, gevolgd door meer dan veertig bom
bardementsvliegtuigen. De jachtvliegtuigen
zijn weldra in een vinnig gevecht gewik
keld. De strijd heeft nauwelijks vier mi
nuten geduurd, of een rood toestel valt te
pletter. De piloot ziet kans zich met zijn
valscherm te redden; een ander vliegtuig
tuimelt omlaag.
Weldra zijn alle roode vliegtuigen weer
in de verte verdwenen. De rechtsche bom
bardementsvliegtuigen, meester van het
luchtslagveld, strooien een honderdtal
bommen. Geweldige rookwolken stijgen op
en verduisteren den horizon.
De verliezen beiderzijds zijn groot, zonder
dat een der partijen totdusver eenige ter
reinwinst van beteekenis heeft behaald.
Nog een interview met Franco.
In een interview met een vertegenwoor
diger van de „A.B.C." heeft generaal
Franco, sprekend over den derden zoon
van ex-koning Alfonso, den infant Juan,
verklaard, dat diens aanbod aan de zijde
der Franco-troepen mede te strijden reeds
eenige malen van de hand is gewezen.
„Ik wil geen leven op het spel zet
ten, dat ons van waarde kan zijn. Als
Spanje tot rust zal zijn gekomen, zal
het zijn. koning roepen. Deze zal niet
als veroveraar, doch als vredestichter
komen", aldus generaal Franco.
Het werk van het Roode Kruis.
Het Internationale Roode Kruis heeft
van de Duitsche regeering een gift van
achtduizend Zwitsersche goudfranken ont
vangen, te verdeelen over vier maanden
en van de Fransche regeering een gift van
dertig duizend Fransche francs, als bij
drage voor het werk in Spanje.
Het comité van het Roode Kruis is erin.
geslaagd de in vrijheidstelling te verkrij
gen van zeven buitenlandsche vliegeniers,
die te Valencia gevangen werden gehou
den en van zeven vliegeniers, van verschil
lende nationaliteit, die te Burgas gevangen
zaten.
De eerstgenoemden zijn 17 Juli aan
boord van het Britsehe hospitaalschip
Maine gebracht, de anderen zijn heden
over de internationale brug bij Hendaye
gebracht.
Vrijlating van de „Molton" geëischt.
Eden heeft in het Lagerhuis mede
gedeeld, dat de Britsehe ambassadeur te
Hendaye instructie heeft ontvangen de
vrijlating te vragen van het Britsehe s.s.
„Molton" en zijn bemanning en te verkla
ren, dat de Britsehe regeering de autori
teiten van generaal Franco verantwoorde
lijk stelt voor event, schade aan het vaar
tuig.
Door J. P. BALJÉ.
Het was niet mooi van Rinus de Waal,
dat hij met zooveel wrevel aan een ster
vende dacht, maar tante Cathrien had hem
juist de grootste teleurstelling van z'n
leven bezorgd, en het was dus wel een klein
beetje te begrijpen, dat zijn gedachten
niet van de vriendelijkste waren.
Tante Cathrien, hij herinnerde het zich
uit zijn prilste jeugdjaren, was altijd met
bijzonder ontzag en met suikerzoete atten
ties behandeld, want tante was niet ge
trouwd en ze had een aardig spaarpotje.
Als tante Cathrien op visite kwam. zette
iedereen z'n beste beentje voor en tante's
felste critiek werd met een heningzoeten
glimlach in ontvangst genomen. Nu kon
tante buitengewoon vinnig zijn. Ze had ef
haar heele leven lang een zeker genoegen
in gevonden, de familie op de raakste ma
nier de waarheid te zeggen, en juist die
dingen te doen, die een ander niet graag
had. Zoo had Rinus er bijvoorbeeld een
onbeschrijfelijken hekel aan, door ooms of
tantes gekust te worden, en dus plakte
tante Cathrien steevast bij iedere visite,
zoowel bij het komen als bij het weggaan,
twee dikke zoenen op z'n wangen. Of hij
zich al verschool bij tante's vertrek, het
hielp hem nooit; tante ging niet weg, voor
Rinus was „opgevischt" en hij zijn twee
zoenen had geïncasseerd. Tóch had Rinus
nooit een antipathie tegen tante Cathrien
gehad, want hij mócht de oprechtheid wel,
waarmee ze zekere dingen wist te zeggen.
Maar vanmiddag.tja. dat was de groot
ste ontgoocheling van z'n leven geworden.
Tante Cathrien lag in bed, en je kon
met je oogen dicht wel zien, dat ze het
niet lang meer zou maken. Ze was boven
dien niet zoo jong meer, en het is dus geen
wonder, dat Rinus zekere berekeningen
was gaan maken den laatsten tijd. Het
was zoo goed als zeker, dat hij tante's
eenige erfgenaam zou worden. Dat zou hem
betrekkelijk koud hebben gelaten, maar zes
weken geleden had hij Conny leeren ken
nen en dat had een heele omwenteling in
zijn leven en denken teweeggebracht.
Conny de Bree, was er een tweede meisje
in de wereld, dat ook maar eventjes in
haar schaduw zou kunnen staan? Geen
sprake van! Zij was de gepersonifieerde
liefheid en aanminnelijkheid. ze was een
snoes in één woord. Rinus was hals over
kop op haar verliefd geworden, en wat hij
zelf het merkwaardigste had gevonden: die
volmaakte wezentje had hem in genade
geaccepteerd en gezegd, dat ze met hem
trouwen wilde.
Trouwen.tja. dat was een ander pro
bleem. Rinus was achtentwintig, hij had
er dus den leeftijd voor. maar zijn salaris
van doodgewoon kantoorbediendetje. ajas-
ses, dat leek neregns op. Iets meer dan
honderd harde guldens in de maand. En
met de opslagen was het ook huilen. In
geen jaren zou hij nog aan trouwen kun
nen denken, als hij alleen op zijn salaris
zou kunnen rekenen. Voor het eerst was
hij toen aan de mogelijke erfenis van tante
Cathrien gaan denken, en toen ze ziek
werd, en de dokter zei, dat ze het hoogst
waarschijnlijk niet zoo lang meer zou ma
ken. had hij, naast een zeker medelijden
met tante, dat heuseh niet gefingeerd was,
toch ook telkens weer die gedachte voelen
die hy krachtig trachtte te on-
dje-jjiat tegen .te hóuden
was: als hij van tante erfde, dan kón hM
met Conny trouwen!
En nu, vanmiddag, scheen tante er een
duivelsch plezier in gehad te hebben, hem
zoo diep mogelijk te krenken en te ergeren.
Hij zag nog haar zuurzoet lachje:
„Je denkt natuurlijk, Rinus. dat je nu
mijn geld erft. is 't niet? Tja-ja, ik ken
jullie. Tante Cathrien vóór en tante Ca
thrien na, koekjes voor tante Cathrien en
kopjes thee. Maar 't is allemaal te doen
om 't lieve geldje. Mooi weer spelen van
mijn centen, niet, Rinus? Borreltjes drin
ken. pierewaaien, een gokje op de beurs,
en de centen zijn op. Een lui leventje lei
den van het erfenisje van tante Cathrien.
Dat deugt niet, jongen, beslist niet! Een
tlinke, jonge kerel moet werken, zélf zijn
geld verdienen, aanpakken, en niet azen
op erfenisjes van ouwe tantes! Dat kan
soms ook wel eens tegenvallen. Er zijn
ouwe tantes, Rinus, die haar vermogen na
laten aan de kerk. aan een vereeniging tot
bescherming van kanarievogels of een
drankbestrijdingsfonds."
En toen had tante Cathrien bepaald be-
teekenisvol gelachen, net of ze een bin
nenpretje had. Op dat moment zag Rinus
zijn luchtkasteelen in het niet verdwijnen.
Hij dacht aan Conny, en hij had wel kun
nen huilen
„Conny!" zei hij zachtjes, toen hij haar
dien avond ontmoette. „Conny. meisje,
ik ehik wou je je ring terugge
venHetehmoest maar...,
ehuit zijn
Heel bleek keek Conny hem aan. „Rinus!"
zei ze, en hij voelde zijn hart bijna van
eenscheuren bij de diepe klank van haar
stemmetje. „Rinus! Méén je dat?"
Toen vertelde Rinus van zijn ellendige
salarisje, van zijn gedachten, van tante
Cathrien, en hoe daar nu niets van zou
komen. En dat hij haar niet mócht bin
den. 't Kon jaren duren, en in dien tijd
zou ze wel een anderen, flinken, aardigen
jongen vinden
Plotseling waren er twee armen om zijn
haLs, en een mondje fluisterde aan zijn
oor: „Ik wil geen ander, Rinus, jou wil ik,
ai moet ik jaren op je wachten!" En een
klein neusje snuffelde verdacht in zijn
hals, net alsof ze stiekum schreide.
Twee dagen later stierf tante Cathrien.
En toen haar testament werd opengemaakt
bleek, dat Rinus de Waal haar universeele
erfgenaam was!
De eerste, die Rinus hiervan in kennis
stelde was natuurlijk Conny.
„Een prachtig kapitaaltje, schat", zei
Rinus. „die goeie, ouwe tante Cathrien.
't Was dus enkel maar plagen van haar".
Dan keek hij Conny in de oogen en zijn
heele gezicht lachte. „Nu kunnen we trou
wen, liefste. Maar dat vind ik nog niet eens
het heerlijkste. Het fijnste vind ik, dat je
van me hield, schat, toen ik nog een ar
moedzaaier was, die geen cent te verwach
ten had. Dat je op me wilde wachten! O,
Conny
En hij trok haar in zijn armen. En Conny
bleef daar liggen met neergeslagen oogen
en een lief glimlachje om het aardige
mondje. En onder haar blonde krulletjes
gingen haar gedachten terug naar dien
saaien, vervelenden middag, toen ze als
secretaresse van notaris Koopman dat tes
tament had moeten tikken van Cathrien
de Waal. waarbij Rinus tot universeel erf
genaam werd benoemd.
Tóch maar goed, dat Rinus niet wist,
4%.t zf secretaresse bij notaris Koopman
was ggw^gt.