Indische padvinders te Amsterdam - Motorrijders terug uit Engeland LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad BUITEN HAAR KRINGEN 78ste Jaargang FEUILLETON DE KAAGWEEK; - Tri DF. NEDERLANDSCHR INTERNATIONALE MOTOR-ZESDAAGSCHB-RIJDERS, btines zijn er niet op d<- ^jg jq, jaar v00r Nederland weder in Engeland de Silver Vaes" hebben veroverd, arriveer- ''en to Vlissingerf, waar zij door het bestuur van de K.N.M.V. werden gehuldigd. V.l.n.r?: "evolpd mr Geldrop Meddens (voorzitter K.N.M.V.), van Hamersveld, Bakker Schut en Moejes. Door HERMAN ANTONSEN. 13) Hoe had ze er ooit aan kunnen twijfelen? Was Curt niet de maai, die voor haar be stemd was? Nu pas begreep ze, waarom ze in den laatsten tijd zoo rusteloos was ge weest, waarom ze op zulke dolzinnige avonturen was uitgegaan. Zij hield van Curt en was zich dat nog niet bewust ge- .weest. Ze had zichzelf niet begrepen. Curt was altijd om haar heen geweest; altijd had hij op haar gewacht, of ze hem wilde hebben. Maar omdat ze zoo aan hem ge wend was, had ze het niet zoo doorvoeld. Maar nu wist ze. dat ze Curt liefhad. Zachtjes maakte ze zich uit zijn ar men los. ..Tce, Curt, liefsteiemand mocht ons eens zien. ..Ik hoop het!" riep hij verrukt uit, Terry, de tijd, dat ik heb moeten wach ten, heeft zoo verschrikkelijk lang ge duurd. Gaan we gauw trouwen?" ..Ja, gauw," beloofde ze hem. ..En zullen we onze verloving nu dadelijk publiek maken?" ..Ja. nu meteen!" „Maar. Terry; jij hebt veel meer geld dan ik Inwendig kromp ze ineen. Ze dacht aan de woorden van tante Martha. „Nouwat zou dat?" Jk heb nu zoowat twintigduizend per jaar Later krijg ik drie of viermaal zoo veel." „Het lijkt me toch wel genoeg," zei ze lachend. „Jij hebt heel veel meer," zei hij. „Ik wou. dat je niet zooveel had, Terry!" „Zal ik het weggeven?" plaagde ze. „Dat doet men nu eenmaal niet. Het zou het eenvoudigste en verstandigste zijn maar 'n mensch is nu eenmaal zoo niet. Terry, ik weet niet, wat jij van je man verwacht. Maar ik had liever, dat jouw man een baan had en dat hij werkte, om zijn inkomen op gelijk peil met het jouwe te brengen. Hoe denk je daarover?" „Net zooals jij er over denkt, Curt." „Kim Bannerman heeft in de crisis een zwaren slag gehad met zijn makelaarskan toor. Ik zou voor een paar honderdduizend aandeelen kunnen nemen. Ik houd van de beurs. Ik zou er succes kunnen hebben. Zal ik dat doen?" „Dat is wel een goed idee, zou ik denken, Curt. Maar maar je wilt nil toch nog niet aan het werk gaan, wel?" „Neen, zei hij hoofdschuddend. „Ik zou tegen het najaar willen trouwen, dan een huwelijksreis maken en daarnazou ik graag een gezeten getrouwd man zijn met een behoorlijk beroep. Ik kan Bannerman bovendien eenige klanten aanbrengen een heel goeden zelfs." „Wien dan wel?" vroeg ze zonder eenige bedoeling. „Tad Woodwring." „Wist ik niets van af, dat jullie zoo goed bekend waren met elkaar." „Dat zijn we ook niet. Maar ik bracht hem met min auto een dag of wat geleden uit de golfclub naar huis of eigenlijk naar het station. Hij moest iemand afha len en hij had een mankement aan zijn wagen. Hij scheen erg dankbaarwant anders zegt bijna niemand ooit een woord legen dien ouden mopperaar. Hij vroeg me, wat ik uitvoerde. Ik zei, dat ik erover dacht effectenmakelaar te worden. Toen zei hij, dat ik in dat geval eens bij hem moest komen." „Ik zou wel eens willen weten, wien hij daar moest afhalen." „Ik weet het ook niet. Een of anderen jongen kerelhij zag er aardig uit." „Vond je?" Ze voelde zich opgewonden. Dus Curt had Jack gezien. Het moest Jack geweest zijn. Ze vroeg als terloops, op wel ken dag het geweest was, en dat kwam precies uit. En Curt vond hem er aardig uitzien. Dat zou Suthers nooit zeggen van iemand, dien hij niet tot zijn stand reken de. Na die opmerking van Curt vond ze haar eigen gedrag niet meer zoo laag bij de grondsch. Als Redding er ooit in slaagde, rijk te worden, dan zou hij gemak kelijk toegang krijgen tot de kringen, waartoe Curt behoorde. Het zou grappig zijn, als ze hem nog eens aan een diner ontmoette. „Vind je het program goed?" wekte Su thers haar uit haar droomerij. „Interessant zelfs," gaf ze ten antwoord. Ze spraken af. hun verloving nog een paar dagen stil te houden, maar de scherps blik van Alice Dayton doorzag hen al spoe dig en voordat de vormelijke aankondigin gen door tante Martha verzonden waren, wisten de meesten hunner vrienden al, dat Curt's aanzoek succes had gehad. Terry vond het verrukkelijk, verloof! meisje te zijn. Vooreerst, omdat haar Kt eere partijtjes werden gegeven Vervolger» omdat er al dadelijk huwelijksgeschenken kwamen. De ring, door Curt meegebracht, was overweldigend schitterend. Ze voelde zich gelukkig in zijn bijzijn. Ze vond het zoo prettig, verloofd te zijn. zei ze tegen Curt, dat. ze den trouwdag graag tot einde November wilde uitstellen. Zoo prettig, dat ze nauwelijks meer aan Jack Redding dacht. Therese Tarpeton was voor hem een droombeeld geweest; nu was hij het voor haar. Maar op den mórgen, dat de bladen in New-York haar verloving aankondigden, vroeg ze zich toch wel af, hoe hij het zou opnemen. Want hij zou het natuurlijk zien en lezen, omdat hij alles, wat Therese Tar peton betrof, naging. Hij had het gelezen. Met een gevoel van diepe ellende had hij gelezen over haar voorouders, haar rijkdom, haar populariteit. En met steeds groeienden naijver had hij gelezen, wat voor man de uitverkorene was van haar hart. Een lid van de Mallet en de Stream Club. Een bekend polo-speler. Hij legde het blad neer en begon aan Terry te denken. En hij schreef haar een brief. Maar het duurde eenigen tfjd voordat ze dien in handen kreeg, ofschoon Terry meer dan eens zich had afgevraagd, hoe Jack het wel vinden zou. dat hij haar nooit of nimmer op haar atelier aantrof. Want on getwijfeld was hij wel naar haar atelier toegekomen... ondanks haar afwijzende houding beneden aan de trap. Maar na eenigen tijd verdween het beeld van Jack Redding toch uit haar gedachten. Als ze aan hem dacht, dan was het alleen om over zichzelf verwonderd te staan, dat ze zich voor hem de moeite gegeven had. een maskeraderol te spelen. In het becin van September, toen ze in le stad was voor een lunchoartij. had ze oevallig een uurtje over Ze besloot dat te besteden om uit haar atelier haar schil derwerk en nog enkele kleinigheden weg te halen. Ze kon ze gemakkelijk genoeg in een taxi meenemen. Ze liet den chauffeur wachten en ging naar binnen. De portier kwam op haar bellen. „Zoudt u die dingen voor me in de taxi willen zetten?" vroeg ze. „U hebt dit atelier niet al te veel ge bruikt, wel?" vjoeg hij. Zij schudde het hoofd. „Ik ben bijna den heelen zomer de stad uit geweest," gaf ze als verklaring. „Er is hier verscheidene malen een jonge man geweesthij deed als een gek, toen ik hem uw adres niet wist te vertellen. Ik heb alle dagen de kamers gestoft en zoo meer. En uw brieven op tafel gelegd." Ze bedankte hem en ging met hem naar boven, waar ze hem aanwees, wat er in de taxi mee moest. Dan nam ze de brieven op. Het waren op één na prijscouranten van de winkeliers in de buurt, die om klan dizie vroegen. Die ééne was bedrukt met het hoofd van Conaway en Conaway. Zij wilde hem ongelezen verscheuren. Dat moest nu maar voorgoed voorbij zijn. Maar Jack was op slot van zaken een aardige jongen geweest. Ze scheurde de enveloppe open. „Liefste Terry. Heb je me nog niet vergeven? Ik ben hier zoo dikwijls geweest en heb je nooit thuis getroffen. De portier zegt, dat je hier niet woont, maar dat je het atelier toch niet voorgoed opgezegd hebt. Hij zegt, dat je boeltje er nog staat. Terry, ik heb de ver loving van miss Tarpeton gelezen. En toen begreep ik. Terry, hoe 'n dwaas ik geweest ben Het deerde me heelemaal niet. omdat ik was gaan voelen, dat ik tou liefhad. Terry, ik aanbid je. Wil je me heelemaal niet meer ontmoeten? Toe. bel me eens op! Jack." (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). INDISCHE PADVINDERS BEREN ADMIRAAL DE RUYTER. De Indische padvinders hebben bij hun bezoek aan Amsterdam een krans gelegd op het graf van Michiel-Adriaanszoon de Ruyter in de Nieuwe Kerk. Tijdens de plechtigheid. EEN STIJFHOOFDIGE KOOPMAN te Gemert (N.B.), die in onmin met zijn fa milie, het mandenmakersgezin Sch. leefde, is uit het huis gezet, waarin hij van Sch. gratis mocht wonen. Om hem onmogelijk te maken, dat hij er weer in trok, liet Sch. de woning totaal afbreken. De koopman en zijn vrouw slapen nu in een tent.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5