Uit den Leidschen Raad
BINNENLAND
Kvtohotcf
Nationaal
Middenstands-congres
78 ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 6 Juii 1937
Derde Blad No. 23704
V Inslantlne
Het woningbouwvraagstuk een doolhof
De ontslagen bij de lichtfabrieken
Openingsrede van den
heer Ed. G. Schurmann
Nadat de eerste 9 voorstellen en het toe
gevoegde agendapunt inzake de geldlee-
ningen waren aangenomen, werd behandeld
punt 10.
DE WONINGBOUW.
lOo, I. Herstemming over het voorstel
tot het intrekken van het begin
selbesluit van 21 Maart 1932 In
zake den bouw van een aantal
arbeiderswoningen met Rijks-
voorschot, voor zooveel betreft
de door de Woningbouwvereeni-
gingen „Ons Belang'" en „De
Goede Woning" en de door de
gemeente te bouwen woningen;
II. Voortzetting van de behandeling
van:
a. het praeadvies op de verzoeken
van de Woningbouwvereenlging
„Eensgezindheid" inzake den
bouw van een aantal woningen
en de te koop aanbieding door
L. Snoeker van grond benoorden
de Trompstraat;
b. het voorstel, om de verdere
adressen en het voorstel-Scho-
neveld, d.d. 20 Juni 1936 als af
gedaan te beschouwen. (68)
Het voorstel wordt thans verworpen met
1714 stemmen.
Tegen de S.DA..P. en de heeren v. Weizen,
Key en Eikerbout.
Dan volgt de behandeling van sub. II.
Het voorstel Eikerbout oordeelt wethouder
Splinter niet aanvaardbaar daar de heer
Snoeker dan in te gunstige positie zou
komen. Het amendement Schüller is in dit
opzicht beter, maar waarom wel laten
bouwen door Eensgezindheid en niet door
anderen? Laat men liever de zaak aan
houden tot later tot gebleken zal zijn, dat
er weer woningen noodig zijn, hetgeen nu
niet het geval is. Dit is veel verstandiger en
duidelijker! Waarom is b.v. nu het voorstel
,van B. en W. ter uitvoering van het ver
werpen door den raad van een voorstel
Eikerbout verworpen? Dat leidt weer tot
verwarring.
De heer ELKERBOUT handhaaft voor-
loopig nog zijn voorstel, om het amende-
ment-Schüller niet te torpedeeren. Z. 1.
is er wel gebrek aan woningen met lage
huren, al is er geen gebrek aan woningen
in 't algemeen.
De heer SCHÜLLER wijst er op. dat
„Eensgezindheid" een plan heeft inge
diend en een toezegging heeft van den
wethouder van fabricage. Maar die toezeg
ging werd maar voor een deel vervuld!
Van andere bouwvereenigingen ligt er geen
plan.
De heer WILBRINK meent, dat alleen
dan de raad gelden kan voteeren als er
gebrek aan woningen is en dat is z.i. niet
het geval. Alleen ter wille van de bouw
vereenigingen mag men niet handelen.
Vooral niet volgens een voorstel als van
den heer Eikerbout. dat in de kaart zou
spelen van één grondeigenaar.
Wethouder SPLINTER heeft zijn toe
zegging van destijds gedaan, in dezen
heeft hij niets toegezegd. Aan woningen is
geen gebrek; ziet wat er leeg staat..
De heer ELKERBOUT: omdat ze te duur
zijn.
De WETHOUDER zet nog eens kort zijn
meening uiteen.
Het amendement-Schüller wordt aange
nomen met 1813 stemmen.
Vóór de S.D.A.P. en de heeren v. Weizen,
Key, De Reede en Eikerbout.
De heer Eikerbout trekt dan zijn voor
del terug.
Daarmede is dan echter alles van de
haan, waarover zich nog een verwarde dis
cussie ontspint.
De heer SCHÜLLER zal voor volgende
zitting een nieuw voorstel indienen, Is de
conclusie daarvan.
Sub a (II) van B. en W. wordt verwor
pen met 1714 stemmen.
Tegen de S.D.A.P. en de heeren Key, v.
Weizen en Eikerbout.
Sub b wordt verworpen met 1615 stem
men.
Tegen de S.D.A.P. en de heeren v. Weizen
(en Eikerbout.
DE ONTSLAGEN
BIJ DE LICHTFABRIEKEN.
De heer VAN ECK legt volgende verkla
ring af:
De S.D. Raadsfractie wenscht naar aan
leiding van het feit, dat B. en W. geen ge
volg hebben gegeven aan de door den Raad
aangenomen motie-v. d. Voort inzake de
afvloeiing van personeel bij de Lichtfa-
ken de volgende verklaring af te leggen:
De S.D. Raadsfractie heeft met volle
overtuiging in het belang van het verkrij
gen van een sluitende gemeentebegrooting
medegewerkt aan het nemen van bezuini
gingsmaatregelen van welke zij wist, dat
ontslag van personeel aan de Lichtfabrie
ken het gevolg zou zijn.
Zij heeft steeds ondersteld, dat dit ont
slag niet zou plaats hebben, voordat over
de algemeene regeling van het ontslag het
personeel door middel van het Georgani
seerd Overleg gelegenheid zou hebben ge
had zich uit te spreken.
Zij betreurt het ernstig, dat voordat tot
ontslag is overgegaan het Georganiseerd
Overleg niet is gehoord over het vaststellen
van een algemeene afvloeiingsregeling.
Zij meent, dat door deze houding van B.
en w. in strijd met hetgeen bij het Rijk is
voorgeschreven de rechtspositie van het
gemeentepersoneel ernstig is aangetast.
Zij wenscht een krachtig protest te doen
hooien tegen het feit, dat B. en W. geen
gevolg hebben gegeven aan het door den
Raad uitgesproken verlangen, om de ont
slagen aan de Lichtfabrieken, voorzoover
niet op eigen verzoek, gegeven, op te
schorten, totdat een algemeene afvloeiings
regeling was vastgesteld, op de grondsla
gen, met algemeene stemmen op die van
den voorzitter na, aangenomen in de ver
gadering van de Algemeene Ambtenaren
en Werklieden-Commissie van 30 April j.l
Zij betwist niet de bevoegdheid van B.
en W. om zelfstandig tot ontslag over te
gaan, maar zij meent, dat een dergelijke
steile houding, die vrijwel algemeen dooi
den Raad is afgekeurd, ook door verschil
lende raadsleden, die tegen de motie-v. d.
Voort hebben gestemd, niet bevorderlijk is
aan het bestaan van een goede verstand
houding tusschen den Raad en B. en W.
Waar de Raad echter in deze geen an
dere bevoegdheid bezit, dan het uitoefenen
van aandrang op B. en W.. meent de S D
Raadsfractie zich onder protest en de volle
verantwoordelijkheid voor hun stugge en
onverzoenlijke houding voor rekening van
B en W. latende, zich bij het besluit van
B. en W. te moeten neerleggen.
Wethouder VERWEY hecht er aan te
verklaren, dat beide soc.-dem. wethouders
het besluit van den raad hadden willen
eerbiedigen.
EEN OVERBODIGE MOTTE.
De heeren v. d. VOORT en SCHÜLLER
stellen volgende motie voor:
„De raad spreekt de wenschelijkheid uit.
dat de toegezegde afvloeiingsregeling niet
door den raad wordt vastgesteld, alvorens
daarover het Georganiseerd Overleg is ge
hoord".
De VOORZITTER zegt. dat dit wettelijk
verplicht is, zoodat deze motie beteekent
het intrappen van een open deur.
De heer v. d. VOORT heeft zijn motie in
gediend om te waken voor een herhaling
van het nu gebeurde, niet de zekerheid
hebbend dat een 2e afvloeiing (hij meent
in Sept.) zal kunnen geschieden onder een
Gem. afvloeiingsregeling doch hij vertrouwt
de toezegging van B en W. na het over
nemen van de motie Eikerbout en hii txekt
zijn motie in.
De VOORZITTER eeeft nog eens duide
lijk aan, hoe geheel volgens de motie Eiker,
bout gehandeld zal worden, zoodat er alle
garantie is, dat geen 2e afvloeiing zal ge
schieden zonder gem. afvloeiingssysteem.
De heer VAN ECK: en de afvloeiing met
September dan?
De VOORZITTER: daarvan is nog niets
bekend. U moet u vergissen.
INTERPELLATIE LOMBERT.
De heer LOMBERT stelt volgende vragen
1. Is het B. en W. bekend, dat de opzich
ter van den Gem. Plantsoenendienst bij de
laatst plaats gehad hebbende aanstelling
van personeel in tijdelijken dienst zulks
heeft gedaan met uitschakeling van katho
liek georganiseerde werkloozen?
2e. dat er op het tijdstip, dat de aan
stelling zou geschieden, bij de Gem. Ar
beidsbeurs stonden ingeschreven: 13 per
sonen georganiseerd in den R.K. Bond. 19
personen, georganiseerd ln de Chr. Orga
nisatie. 17 personen, georganiseerd in de
Moderne Organisatie van Land en Tuin-
bouwarbeiders, plm. 10 personen, georgani
seerd in de Moderne Bond van Overheids
personeel;
3e, dat genoemde opzichter uit deze bij
de Arbeidsbeurs ingeschrevenen een voor-
loopige lijst van bij voorkeur aan te stel
len werklieden heeft opgemaakt, bestaande
uit: 6 leden van de Christelijke Organisatie
4 leden van de Moderne Organisatie van
Land- en Tuinbouwarbeiders, 5 leden van
de Moderne Organisatie van Overheids
personeel en slechts 1 lid van de R.K.
Land, en Tuinbouwarbeidersbond:
4e, dat bij de te werk gestelde 14 werk
loozen zelfs dit ééne lid van de RK. Orga
nisatie niet heeft mogen behooren:
5e. dat bedoelde R.K. werklooze voldoen
de vakbekwaam mocht worden genoemd,
hetgeen vooreerst valt af te leiden uit het
feit. dat genoemde opzichter hem als enkele
katholiek waardig had bevonden op de lijst
van mogelijk aan te stelen personen te
plaatsen maar vervolgens ook omdat hij
reeds vroeger bij bedoelden dienst tot volle
tevredenheid van ziine superieuren is
werkzaam geweest en ten slotte naar het
oordeel van de in deze volkomen bevoegde
instantie in ieder opzicht gelijkwaardig
met vele andere tewerk gestelden kon wor
den genoemd;
5e. dat onder de overige 12 ingeschreven
werklooze leden van den R.K. Bond van
Land, en Tuinbouwarbeiders verschillende
personen waren, wier vakbekwaamheid m
geen enkel opzicht minder goed kon wor
den genoemd dan van de door genoemden
opzichter tewerkgestelde leden van de an
dere organisaties:
6e. dat de betrokken opzichter in strijd
met de te dier zake geldende voorschriften
twee werkloozen heeft aangesteld, die niet
tot de z.g „steuntrekkers" behoorden;
7e. Ziin B. en W. niet van oordeel, dat
door deze handelswijze van het betrokken
diensthoofd een niet goed te keuren achter
stelling van de R.K. georganiseerde werk
loozen heeft plaats gehad?
8e Zijn B. en W. kennis dragende van
deze feiten, niet ran oordeel, dat bij te
werk stelling van''personeel in Gemeente
dienst. hetzü vast. hetzij tijdelijk, de recht,
vaardigheid in acht moet worden genomen,
in dien zin. dat terzake van godsdienstige
overtuiging geen sollicitanten behooren te
worden achtergesteld?
9e. Zijn B. en W. bereid maatregelen te
nemen, teneinde bewuste uitschakeling van
bepaalde groepen in de toekomst tegen te
gaan en te voorkomen?
Deze interpellatie zal in volgende zitting
worden beantwoord.
RONDVRAAG.
De heer VAN ECK klaagt over de steile
en stugge houding van den voorzitter bij
de kwestie EikerboutSchüller. Herhaalde
lijk is in den raad een ingetrokken voorstel
overgenomen door een ander. Dat geeft ook
besparing van tijd.
De VOORZITTER oordeelt, dat een tij
dens de discussie overnemen van een voor
stel geen bezwaar ontmoet, doch hier was
de zaak anders, de stemming had reeds
plaats gevonden. Spr heeft geenszins de
bedoeling het voorstel Schüller geen kans
te geven, dat kan later worden aangeno
men. zooals toch zeker is. Hii wil zoo iets
echter nog wel eens in zijn geheel onder
oogen zien
Hierna - plm. kwart voor vier sluiting.
VERKLARING VAN DEN KAPITEIN VAN
DE „SARKANI".
Inzake de weigering van convooi.
De kapitein van de „Sarkani", de heer
J. A. Gitz, deelt ons mede. er, na alles wat
over de reis en de aanhouding van zijn schip
is gepubliceerd, prijs op te stellen, zijner
zijds een verklaring te geven en zijn be
zwaren tegen de weigering van convooi
aan zijn schip kenbaar te maker..
De „Sarkani" hééft tweemaal oorlogs
materiaal naar Spanje vervoerd, beide
keeren uit Gdynia hi Polen. Deze reizen
geschiedden vóór de afkondiging van het
verbod tot het vervoeren van wapenen en
munitie naar Spanje. Het gold hier geoor
loofde transporten.
Op 12 Maart kondigde de Nederlandsche
regeering het verbod af. De „Sarkani" was
toen uit Gdynia onderweg naar Santander,
waar het schip op 17 Maart aankwam.
Nadien zijn geen wapenen meer vervoerd.
In Rotterdam teruggekeerd is de „Sarkani"
ter reparatie op de werf van de firma Piet
Smit geweest en daarna heeft de boot te
Rotterdam een lading levensmiddelen voor
Alicante ingenomen.
Toen de .Sarkani" nog in reparatie was,
heeft de kapitein op het departement van
defensie convooi gevraagd voor dit trans
port. Naar hij verzekert is hem dit in uit
zicht gesteld indien het schip onder toe
zicht van de rivierpolitie en de douane
werd geladen. De aanvrage moest ge
schieden door de reederij. Aan deze voor
waarden is voldaan. De reederij heeft
convooi gevraagd, zij het dan mondeling
en niet schriftelijk, het schip is onder
toezicht geladen en met verzegelde luiken
op 9 April uitgevaren.
Op 13 April ontving de kapitein een
telegrafische order van de reederij om
Gibraltar aan te doen teneinde een non
interventie-officier aan boord te nemen.
Eerst op 14 April deelde de marinestaf
aan de reederij mede. dat convooi gewei
gerd werd. Op 15 AprU verzocht de kapi
tein aan de „Java" convooi naar Gibraltar
overeenkomstig zijn orders. Dit convooi is
toen. op last van den minister van defen
sie geweigerd. Daar het schip met verze
gelde luiken voer en gemakkelijk gecon
stateerd kon worden, dat de zegels niet
vetbroken waren, terwijl in Gibraltar een
non-interventie-officier aan boord zou
kunnen komen, acht de kapitein het on
begrijpelijk. dat men een met levensmid
delen geladen schio. onder Nederlandsche
vlag varend, aan zijn lot heeft overgelaten.
NED. MIJ. TOT BEVORDERING DER
GENEESKUNST.
Dr. L. C. Kersbergen tot voorzitter
herkozen.
In de gisteren te Utrecht gehouden
openingsvergaderiqg van het congres der
Nederlandsche maatschappij tot bevorde
ring der geneeskunst verwelkomde de
voorzitter, dr. L. C. Kersbergen, den com
missaris der Koningin in de provincie
Utrecht, jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch ridder-
van Rosenthal, alsmede den directeur-
generaal van de volksgezondheid, dr. C.
van den Berg, den oud-hoogleeraar prof.
dr. C. Winkler, den nieuwen secretaris
penningmeester. dr. Lindenbergh en hul
digde den afgetreden functionaris dr.
Droogleever Fortuijn en den nieuwen bij-
zonderen hoogleeraar in de sociale ge
neeskunde vanwege de maatschappij, prof.
dr. Baart de la Faille.
Daarna ging men over tot een reeks
huishoudelijke bezigheden. Dr. Middendorp
bepleitte stappen van de maatschappij om
de voorgenomen reorganisatie van de tand
artsenopleiding te sturen in de richting
van het eischen van een volledige artsen
opleiding van de toekomstige specialisten
in de tandheelkunde, alsmede overleg met
de nieuwe mondartsenvereeniging. De
voorzitter deelde mede, dat het hoofdbe
stuur voorloopig afwijzend tegenover deze
denkbeelden staat, maar geen bezwaar
heeft het vraagstuk nog eens te overwegen.
Bij den minister van onderwijs zal nog
maals ernstig worden aangedrongen op
toestemming tot publicatie van het advies,
dat de maatschappij hem heeft uitgebracht
over de artsenopleiding, mede ln verband
met de overvulling van het artsenberoep.
Gestreefd wordt nagr intensiveering van
het contact met de artsenwereld in Ned-
Indië. In de desbetreffende commissie zijn
benoemd prof. Snijders, dr. Kroon, dr.
Utermoehlen, prof. de Langen en de secre
taris-penningmeester der maatschappij.
Bij de maatschappij is een model
instructie en -reglement voor de ge
meenteartsen in voorbereiding, waarin de
wenschen der maatschappij zijn neerge
legd. Aan het model-Samson zal men zich
zooveel mogelijk aansluiten en Invoering
bevorderen.
De voorzitter deelde mede, dat een dis-
trictsgewijze organisatie van de maat
schappij-ziekenfondsen in voorbereiding is
(zeven districten).
Besloten werd een geschriftje over de
gasbescherming ten behoeve van de artsen
samen te stellen en te bevorderen dat met
financieelen steun van de maatschappij
voordrachten in de afdeelingen worden
gehouden.
De algemeene bindende besluiten inzake
ziekenfondswezen en middenstandsziekte
verzekering worden nog een jaar ongewij
zigd gelaten. Dr. Kersbergen werd onder
acclamatie voor een jaar als voorzitter der
maatschappij herkozen. Benoemd werden
tot nieuwe hoofdbestuursleden dr. I. Wes-
sel (Hilversum), dr. M. Sypkens Smit
(Haarlem) en dr. F. A. Sehaly (Rotter
dam). voorts in den raad van beroep dr. G.
J. van Thlenen (Zwolle), in de geldcom-
missie dr. A. Schuckink Kool (Utrecht en
in de sociaal-hygiënische commissie dr.
P. H. Kramer (Rotterdam), terwijl herko
zen werden in de verschillende commissies
de aftredende leden, voorzoover herkies
baar.
In de middagvergadering kwam de
grensartsenlrwestie aan de orde Tegenover
59 bultenlaradsche artsen, die in Nederland
sche gemeenten practiseeren staan slechts
24 Nederlandsche artsen, die in het bui
tenland practiseeren. Er zijn dertien bui-
tenlandsche artsen gemeentearts in Neder
land en geen Nederlandsche arts in
ambtelijke functie in het buitenland. Er
zijn vooral aan de Belgische grens ernstige
klachten over veel te lage tarieven van de
Belgische artsen. Het hoofdbestuur zal de
zaak nader onderzoeken.
NEDERLANDSCHE JEUGDHERBERG.
CENTRALE.
Onder voorzitterschap van prof. dr. G. A.
H. van Poelje is te Amsterdam de alge
meene vergadering van ingeschrevenen bij
de Nederlandsche Jeugdherberg-Centrale
gehouden.
De voorzitter concludeerde uit de niet
al te groote opkomst, dat de ingeschreve
nen over den gang van zaken blijkbaar-
voldaan waren. Over het algemeen geeft
de tóestand dan ook reden tot tevreden
heid: de verhouding tusschen de verschil
lende instanties in de N.J.H.C. is uitstekend
en het herbergnet kan den toets der
critiek doorstaan. Spreker wees daarnaast
op enkele schaduwzijden: de financieele
MAAK ZELf JAM MET
IN TO MINUTEN'
Opelt» Ml). Si070/ 400, Tftef. 37059. Amiitrd»m-C.
3729
(Ingez. Med.V
toestand eischt. hoewel hij verbeterd is,
mede in verband met de contributiever
laging, nog steeds de aandacht, terwijl de
door particulieren ongerichte, in geen
enkel opzicht gecontroleerde kamphuizen
het jeugdherbergwerk nadeel berokkenen.
Eenig centraal toezicht achtte spreker in
dezen geenszins ongewenscht.
Na deze inleiding installeerde prof. Van
Poelje de nieuw gekozen of herkozen leden
van den raad van toezicht en advies, n.l.
mevrouw M. SehilthuisBrugsma en de
heeren C. W. Jacobsen, ir. A. v. d. Berg
en A. S. de Kreuk.
Enkele vragen van ingeschrevenen om
trent het jaarverslag en verdere opmer
kingen werden door den voorzitter uitvoe
rig beantwoord.
PROVINCIALE STATEN VAN
ZUID-HOLLAND.
Tot lid van de Provinciale Staten van
Zuid-Holland, in verband met het niet
aannemen van zijn benoeming door prof.
J. de Zwaan te Leiden is benoemd verklaard
de heer W. Boer te Bodegraven.
J. KALFF t
Op bijna 87-jarigen leeftijd is te Terborg,
waar hij zijn laatste levensjaren door
bracht. overleden de heer J. Kalff. een
figuur die in Overijssel groote bekendheid
had.
De overledene werd te Zwolle geboren,
waar zijn vader de leiding had van het
kassierskantoor Doyer en Kalff. Op 16-
jarigen leeftijd werd hij in het bankbedrijf
opgenomen. Onder zijn leiding is de bank
uitgegroeid tot haar tegenwoordige grootte.
Tot 1 Januari 1918 bleef hij als directeur
werkzaam. Op dien datum werd de bank
een N.V. waarvan de overledene president
commissaris en gedelegeerd commissaris
werd. De eerste functie heeft hij tot zijn
dood waargenomen.
De heer Kalff is tal van jaren president
van de Kamer van Koophandel voor Noord-
Overijssel geweest, lid van den gemeente
raad van Zwolle, commissaris van de Am-
sterdamsohe Bank, waarmede de bank van
Doyer en Kalff gelieerd is, commissaris van
det Amsterdamsohe Hypotheekband, van
Van Eindhoven's houthandel te Zwolle en
van de Berghuizen-papierfabriek te Wa
penveld. N.R.Crt.
Om wat migraine, zoo'n beetje scfrefe
hoofdpijn de afspraak niet nakomen?
1 of twee tabletten Instantine en de
pijn is verdwenen!
Dus onthoudt
stilt en voorkomt pijnen!
4107
Instantine
Prijs 70 cent.
(Ingez Med.)
Overzicht.
Aan bovenstaand verslag hebben wij
slechts weinig toe te voegen. Het is een
knap stuk werk om inzake het woning
bouwvraagstuk vast te stellen, wat nu wel
on wat niet besloten is. We zijn nieuws
gierig. wat uit dit labyrinth tenslotte te
voorschijn zal komen!
Een vreemde vertooning was het met het
voorstel-Elkerbout en het amendement-
Schüller daarop. Het amendement werd
met behoorlijke meerderheid aanvaard en
de heer Eikerbout trok daarop zijn voor
stel ln, met gevolg, dat het amendement-
Schüller kwam te zweven en van de baan
was. Een poging om het voorstel-Elkerbout
over te nemen, strandde op de formeel
juiste, doch practisch minder gewenschte
houding van den voorzitter. Het amende
ment-Schüller zal straks als afzonderlijk
voorstel herleven en weer worden aange
nomen
Het is inzake de ontslagen aan de Licht
fabrieken geloopen als wij voorzien heb
ben: de vorige raadszitting, apart daar
voor bijeengeroepen, is geweest: totaal
overbodig en geld-verknoeien. B. en W
hebben in meerderheid het oog gehouden
op het groote belang, dat der sluitende be
grooting en de motie-v. d. Voort naast zich
neergelegd.
Was het anders geweest, dan zouden
Ged. Staten wel voor onze schatkist heb
ben gewaakt!
Met een verklaring van afkeuring heeft
de S.D.A.P. zich maar bij het geval neer
gelegd. het beste en verstandigste wat zij
doen kon.
De ingediende motie was inderdaad het
intrappen van een open deur en werd dan
ook maar teruggenomen.
De motle-Elkerbout is inderdaad de reme-
I die geworden in deze materie, zooals wij
I aanvoelden!
Te Zwolle is hedenmorgen het 34ste na
tionaal Middenstandscongres aangevan
gen. De heer Ed. G. Schurmann, voorzitter
van den Kon. Nederlandschen Midden
standsbond. hield bij deze gelegenheid een
rede, waaraan wij het volgende ontleenen.
Spr. begon met zich af te vragen of de
crisis nu voor goed geweken is en of wij
een betere toekomst tegemoet gaan. Wij
hopen dit van harte, aldus spr., doch de
toekomst is een gesloten boek. We! zijn de
woorden door dr. Colijn het vorige jaar aan
het slot van het Delftsche congres gespro
ken, bewaarheid, want de toestand is beter
geworden, maar goed is het nog geenszins.
De opleving heeft slechts in enkele takken
van bedrijf plaats gehad, doch is nog lang
niet algemeen. Wil het bedrijfsleven weer
tot volle ontplooiing komen, dan zal met
energie moeten worden gewerkt om de vele
belemmeringen en crisismaatregelen, wel
ke voor normale tijden fnuikend zijn, uit
den weg tc ruimen.
In de eerste plaats moet er een wijziging
komen in de contingenteeringspolitiek, om
dat de heide! zoo veel mogelijk vrij moet
zijn do artikelen daar te koopen, waar zij
het voordeeligst te krijgen zijn en niet aan
handen en voeten moet zijn gebonden aan
enkele leveranciers die van hun eenigszins
monopolistische positie gebruik kunnen
maken om dc prijzen hoog te houden.
Dit is vooral in het belang van den con
sument. Door het converteeren van rijks-,
provinciale- en gemeenteleeningen is de
koopkracht van het publiek verminderd,
hetgeen duidelijk in de omzetten der be
drijven tot uiting komt. Bovendien ia de
gulden in waarde gedaald. Op deze wijze
brandt de kaars aan twee kanten op! Om
het geschokte evenwicht eenigermate te
herstellen, zal zoo spoedig mogelijk een be
gin moeten worden gemaakt met een her
nieuwing der fiscale heffingen. In de eer
ste plaats is er geen reden meer voor nieuwe
belastingen. Dc stijging der grondstoffen
zal een meerdere opbrengst der omzetbe
lasting ten gevolge hebben hetgeen voor
den nieuwen Minister van Financien een
aanleiding moge zijn om 't percentage dier
belasting geleidelijk aan zoodanig te ver
lagen, dat zij binnen afzienbaren tijd ge
heel kan verdwijnen.
Geleidelijk zal tot verlaging der be
staande belastingen moeten worden over
gegaan en vooral zal moeten worden ge
tracht de verhooging der belastingen, wel
ke bij wijze van crisismaatregel is getrof
fen, zoo snel mogelijk te doen verdwijnen.
Welk een enorme besparing zou gelei
delijke opheffing der crisiswetgeving voor
de schatkist beteekenen, daar de perceptie,
door het ontzettend groot aantal crisis-
ambtenaren, voor een groot deel aan ad
ministratiekosten te loor gaat. Ook schaffe
men zoo spoedig mogelijk de onbillijke za
kelijke belasting op het bedrijf af, welke1
geen rekening houdt met de uitkomst der
bedrijven en veelal een boete beteekent
voor het scheppen van arbeid
Zoo goed als ieder zakenman of par
ticulier heeft de overheid den plicht do
tering naar de nering te zetten. Zon
der iets te kort te willen doen aan de
waarde van goede sociale wetten, goed
onderwijs, goede ziekenverzorging, mo
derne wegen en kanalen en tal van
andere nuttige zaken, vergete men niet,
dat alles moet worden bekostigd door
de winst van het bedrijfsleven. Uit die
winst betaalt men personeel, belasting,
onderhoud van het gezin, onderwijs
ambtenaren van rijk, provincie en ge
meente, enz. Bij gebrek aan bedrijfs
winst wordt alles noodlijdend! Het be
drijfsleven is voor een goed geordenden
staat primair! Wanneer dit goed werd
begrepen, zou ons volk anders staan
tegenover tal van wanbegrippen, welke
gebaseerd zijn op de oppervlakkigheid
van het individu.
Maar de crisis is nu voorbij, we gaan
nu opwaarts, vol moed en vertrouwen in de
toekomst. Een nieuwe regeering, vrij van
vroegere afspraken, staat op het punt haar
taak aan te vangen. Die taak kan niet
anders zijn dan dc bevordering der alge-
meene welvaart. Dat is ook onze taak:
Maar willen wij kracht oefenen, willen
wij. dat ons woord weerklank zal vinden,
dan moeten wij alle kleine verschillen over
boord werpen, onzen tijd niet zoek brengen
met futiliteiten, maar de groote lijn in het
oog houden.