LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 78ste Jaargang FEUILLETON Het Mysterie rondom Larissa FELLE BRAND IN EEN CARTONNAGE-FABHIEK TE ROTTERDAM. Voordat de brandweer het vuur kou bedwingen, was het dak geheel verbrand. Foto tijdens den brand genomen. DE FINISH VAN HET 100 METER II YRDLOOPEN TIJDENS DEN ATHLETIEKWEDSTRIJD OOSTENRIJK—NEDERLAN D IN HET WEENSCHE STADION GEHOUDEN. V.l.n.r. Osendarp (Holland), winnaar, van Beveren (Holland), Berger,- (Oostenrijk) en Struckl (Oostenrijk). ROTTERDAM IN HET TEEKEN VAN „VEILIG VERKEER". - Op het Beurs plein is een „jeugdstad" gebouwd, waar een verkeersagent in den dop het verkeer regeilt. „Jong geleerd, oud gedaan". HET SPECIALE „BR1ST0L"-T0ESTEL, waarmede de Engelsche luitenant M. DE JAN PIETERSZ. COEN-FEESTEN TE nOORN. Coen LUITENANT M. J. ADAM, de Engelsche luitenant die J. Adam, het wereld-hoogte-reoord verbeterde en het bracht op de kaasmarkt, waar hij een kaaskeuring ^et wereld-hoogte-record brak, in zijn speciale uitrusting, even voor de vlucht gefotografeerd. Zijn helpers sjuiten het op 16450 meter. bijwoonde. pak luchtdicht af. r Roman van WERNER SCHEFF. 48) In een gezellige achterkamer, met echt boeren meubilair zat naast een sofa een snikkend meisje van omstreeks achttien jaren. Dr. Lombach kon haar gezichtje slechts nu en dan zien, wanneer zij haar zakdoek liet zakken. Ze scheen ontroost baar, zelfs nu het verloop zoo gunstig scheen voor haar verloofde. Maar dat het een schat van een meisje was, een lieve blonde Tiroolsche, had dr. Lombach direct gezien. Hij begroette haar vluchtig en ging naast de sofa staan, waarop Hans Leitner lag, een Siegfried in een monteurspakje. De adem van den jongeman kwam zwaar en fluitend uit zijn halfgeopende lippen. Om zijn rechterarm lag een sterk in elkaar gedra.ide doek. Wat den commissaris op viel was de smartelijke trek, die op zijn knap gezicht lag. Hoe maakt u het, Leitner? vroeg Lombach. De jongen zag hem verwonderd aan. Ik ben van de recherche uit Berlijn, U zult me kunnen helpen door mij te vertel len, ,vat er met u gebeurd is. Met mij? steunde de monteur. Vraagt u maar liever aan Annie, die moet het toch weten. Maar het gaat nu beter dan daar- »trftks- nle» waar? Veel beter. Daarstraks wist ik ner gens meer van af. Dat is goed. Over een paar uur zal de arm ook wel minder pijn doen. U heeft een goede dosis alcohol naar binnen gekregen en dat is een probaat middel om het hart op gang te houden, in een geval van ver giftiging. Wat voor vergiftiging? vroeg Leitner niet zonder reden. Maar dr. Lombach gaf hem hierop geen antwoord, en wendde zich tot Annie. Is het ongeval in deze kamer gebeurd? informeerde hij. Het meisje begreep, dat zij nu kalm moest blijven. Mijnheer, alles was zoo onschuldig mogelijk! Wij zaten bij elkaar en ik was bezig om de nagels van Hans in orde te brengen. Ze 2ien er altijd zoo slecht uit door zijn werk. Vanavond zouden wij naar het bal van de brandweer gegaan zijn. Dat weet ik al, onderbrak Lombach het meisje, dat door haar tranen bijna niet spreken kon, maar hoe gebeurde het ongeluk? Er was geen ongeluk! Hans zat op de sofa en ik op een stoel voor hem. Wij had den veel plezier en verheugden ons op van avond. Plotseling zei Hans, dat alles voor zijn oogen begon te draaien. Toen lichtte hij zijn rechterhand op, bekeek ze aan dachtig en is opeens zonder geluld in elkaar gezakt. Nu, en verder. Teen begon hij ontzettend te kreunen en vroeg mij eindelijk om moeder ie halen. Toen moeder kwam, was Hans al bewuste loos. Zijn borst ging erg zwaar. Toen her- iifnerde moeder zich, dat de meubelmaker hiernaast ziek was en dat de dokter wel bij hem zou zijn. Ze is er heen geloopen en kwam onmid dellijk met Dr. Schindler terug. Een blik van Lombach trof den dokter, die hem begreep, en zei: „De rechterarm was blauw aangeloopen. Het gif was al be gonnen, verder het lichaam in te dringen. Tot mijn groote verbazing constateerde ik, dat het een analoog geval was van wat zich in het Post-Hotel afgespeeld heeft. Daarna heb ik gehandeld. Heeft u een wond veroorzaakt door een beet aan de hand ontdekt? Neen, dat niet. Maar de rechterhand die Annie het eerst behandeld had, ver toont bü de vingertoppen eenige diepe schrammen, die Leitner zeker bij zijn werk opgeloopen heeft. De wpnd aan de duim, die vlak bij den nagelrand ligt, is aan de randen zoo eigenaardig gekleurd, dat ik vermoed, dat hier het gif het lichaam bin nengedrongen is. Terwijl hij dit zei, hief de dokter de ge bonden arm van zijn patient omhoog en toonde den commissaris het wondje aan den duim. Dus hier zou de slang hem gebeten hebben? mompelde de commissaris naden kend. Maar in dit geval staat het vast, dat er van een slang geen sprake ge weest is. Annie zei ook, dat ze niets gezien heeft, meende dr. Schindler. Ik denk er ook niet aan om zulk een mogelijkheid te overwegen. Daarop stond dl'. Lombach aarzelend op en achter zijn voorhoofd schenen zijn gedachten naar all? richtingen te vliegen. Streubel en de dokter zwegen, omdat ze wei begrepen, dat de commissaris in deze seconden alles wat er in de laatste uren gebeurd was, nog eens de revue liet passeeren. Juffrouw Annie, zei bjj plotseling. U bent de eenige persoon, die helpen kan aan de oplossing van dit eigenaardige voorval. Ik moet u verzoeken om u geheel te concentreeren op wat ik met u te be spreken heb. Ach, mijnheer de commissaris, ik zou u zoo graag willen helpen! verzekerde het knappe meisje. Weest u dan zoo goed, om mij de in strumenten te laten zien, waarmee u de nagels van uw verloofde behandeld hebt. Op haar gezicht teekende zich een groote verlegenheid af. De Instrumenten? vroeg zij benauwd. Wat hebben die hiermede te maken? Misschien heel veel! Waar is uw ma- nicuurdoosje? Nu viel haar aarzelen Lomhach op. Waarom scheen zij een innerlijken strijd te voeren? Maar Annie! mengde zich dr. Schind ler in het gesprek, wat voor bezwaren heb Je, je zult dr. Lombach toch wel je instru menten laten zien? Zij schudde het hoofd. Neen, zei ze zacht. Wat beteekent dat nu? vroeg de moe der, die met stijgende verbazing het gedrag van haar dochter gadegeslagen had. Waar is je doos? Heb je haar al weer opgeborgen? vroeg de commissaris. Ze knikte van ja. Die instrumenten zijn al zoo oud, ze zijn niets meer waard. In elk geval moet Ik ze zien. Laat mij nu niet langer wachten kind, je moogt niet weigeren, de doos moet voor den dag komen. Plotseling begon Annie Hochmeyer weer te huilen. Ik weet niet, waar ik haar ge stopt heb, ik was zoo i» de war. Annnie, ik wil, dat je de doos onmid dellijk haalt, riep haar moeder. Juist wilde dr. Lombach dit bevel nog strenger herhalen, toen men het belletje in den winkel hoorde overgaan. Frau Hochmeyer wierp een geërgerden blik over haar schouder en liep naar den winkel. Je hebt toch gehoord, wat je moeder gezegd heeft, drong de commissaris aan. Je begrijpt toch wel, dat wij met die ver klaring geen genoegen nemen. Misschien is die manicuurdoos het belangrijkste, wat we op dit moment gebruiken kunnen. HOOFDSTUK XIX. Plotseling ging achter het groepje, dat zich om Annie gevormd had de deur naar den winkel open. Frau Hochmeyer keerde terug. Maar ze was niet alleen, want een tweede persoon kwam met haar binnen. Aller oogen waren op deze laatste, geves tigd. Het was een meisje, dat eenige jaren ouder was dan Annie, groot en slank en voor Suit zeer koket gekleed in een bont mantel en met een nauwsluitend modern hoedje op. Wacht maar Annie! riep Frau Hoch meyer, hier is Erika, die heeft een appeltje met je te schillen! Voorloopig scheen het andere meisje het niet raadzaam te achten een woord te uiten. Zij stond in een afwachtende, bijna loerende houding dicht bij de deur, keek de mannen aan, liet haar blik naar de sofa dwalen en schrok heftig. Annie liep op haar toe. Zij wilde haar vriendin omhelzen, maar deze deed een stap achteruit en hief haar hand afwe rend op (Nadruk verbodenj. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5