De T. T.-races te Assen - Concours Hippique in het Stadion
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
78ste Jaargang
FEUILLETON
Het Mysterie rondom
Larissa
JIET INTERNATIONAAL CONCOURS HIPPIQUE in het Amsterclamsche ötaoion. rrins
Bern hard liet zich in de pauze aan de deelnemers voorstellen. Z.K.H. maakt kennis met den
Ierschen luitenant Hefferman (winnaar grooten prijs van Amsterdam)
TEXEL DOOR DE LUCHT TE BEREIKEN. Zaterdag werd het
nieuwe vliegveld officieel geopend. Een
overzicht van de luchthaven.
MEI. I. GERRITSEN, die het dames-
springooncours won in het internatio
naal Concours Hippique te Amsterdam.
DE INTERNATIONALE T.T.-RACES TE ASSEN. De start der middag-race, de 500 c.c. klasse
waarin Karl Gall (B-M.W.) zegevierde.
ZEILWEDSTRIJDEN OM HET KAMPIOENSCHAP VAN NOORD-HOLLAND
op de WestemderplassenDe 12-voets jollen in
den strijd.
DE D UITSCHE &.H.W.-RIJDER KARL
GALL, die het hoofdnummer op de
T.T.-races te Assen won.
NATIONALE TURN WE D STRIJDEN VAN „TURNLUST" te
Alkmaar, ter gelegenheid van het 2ö-jarig bestaan- Het vaandel-défilé
voor het Stadhuis.
Roman van WERNER SCHEFF.
441
Misschien heeft u dezen man onder
een anderen naam gekend. Maar hij lo
geerde in de kamer naast Larissa's slaap
kamer. zei Lombach verder. Maar hij sprak
tegen zijn eigen beter weten in. en deed
het slechts om tot het uiterste zijn plicht
te doen.
Ik weet waarachtig niet. waar u naar
toe wilt, bromde von Kaaden.
Dat u iemand anders de opdracht ge
geven heeft, om de slang in Larissa's ka
mer te brengen.
Von Kaaden haalde zijn schouders op.
Als u niet zulk een ernstig en plichts-
betrachtend mensch was, dr. Lombach, dan
zou ik u in uw gezicht uitlachen.
De commissaris beet zich op de lippen.
Was deze man werkelijk onschuldig, of was
hij een meesterlijk acteur?
Waar zou die Courbin anders een
slang vandaan halen, stiet Lombach hef
tig uit. Het was zijn laatste aanval op de
onverstoorbaarheid van den professor.
Deze voelde dat hij het argument ging
winnen.
Altijd weer die slang! Wat heb ik
daarmee te maken? Vertelt u me maar
eerst, waar die slang, nadat ze Larissa ge
beten heeft zooals u zegt, gebleven is?
Op dat oogenblik werd er bedeesd aan de
deur van kamer 68 geklopt.
Wilt u niet gaan kijken, wie dat is?
zei Lombach, toen hij een aarzeling bij von
Kaaden opmerkte.
De professor ging naar de deur en maak
te ze open. Hij stad zijn hoofd door een kier
en riep: Ik wil niet gestoord worden,
ik heb nu geen tijd!
Een verlegen jongensstem antwoordde.
En daarop werd von Kaaden onvoorzich
tig genoeg om den buitenstaander toe le
schreeuwen: Verdraaide rekel, maak dat
je wegkomt. Ik heb niets meer noodig Be
neden bij den portier liggen vijf mark voor
jt. En laat me nu met rust!
Toen wilde von Kaaden de deur dicht
gooien, maar dat was onmogelijk, Lombach
was vlug naderbij gekomen en had zijn
voet tusschen deur en drempel gezet. Dit
eigenaardige gesprek had h<*n achterdoch
tig gemaakt.
HOOFDSTUK XVII.
In de gang stond de jongste en klein
ste liftboy van het Posthotel, een kereltje
van melk en bloed, met een wipneusje en
groote blauwe oogen, welke een grootc te
leurstelling uitdrukten. In zijn handen
hield hij een sigarenkistje, dat hij schijn
baar aan den bewoner van kamer 68 had
willen afgeven.
Permitteert u mij een oogenblikje,
Professor, meende de commissaris, en
schoof den ouden man zacht, maar beslist
np zij Kom jij maar eens hier jongen, zei
nij tot den knaam Laat jij maar eens zien
wat je daar hebt.
De blauwe kinderoogen hingen met wan
hoop aan het woedende en vertrokken ge
zicht van von Kaaden. Maar Lombach
vroeg den jongen om binnen te komen en
deed de deur achter hem dicht.
Waarom wilt u geen sigaren rooken,
professor? vroeg de commissaris op een
sarcastlschen toon, en hij merkte op, dat
bet gelaat van von Kaaden een grijze kleur
aannam. Ook bleef hij het antwoord
schuldig.
Geef die doos maar eens .lier, ging
Lombach verder. Toen hij er naar greep,
ontweek de boy hem met een uitroep van
schrik.
Maar mijnheer! ze vliegen er zoo uit
en dan kan je ze niet- meer vangen.
Wat zit er in?
Muizen.
Muizen?
Het joggie keek von Kaaden nog eens
aan alsof hij op een wenk wachtte. Maar
de professor stak zijn gebalde vuisten in
zijn broekzakken, keerde zich om en ging
voor het venster staan. Hij liet het aan
Lombach over om de verdere onderhande
lingen met den jongen voort te zetten.
Mijnheer von Kaaden vroeg mij gis
teren om net zooveel muizen te vangen
als ik maar kon, vertelde de knaap.
En heb je succes gehad?
Ja, zeven stuks riep de jongen triom
fantelijk uit, het zijn allemaal prachtige
muizen. Maar de directeur mag het na
tuurlijk niet weten.
Die mag blij zijn. dat je ze vangt.
Dat wel, maar ik mag ze toch niet In
de kamet brengen.
Natuurlijk niet. de vijf Mark, die de
professor je beloofd heeft, krijg je toch wel
en de muizen mag je ook houden. Of wacht
evenkunt u ze nog gebruiken, profes
sor! vroeg hij den man aan het venster.
—Ja. hij mag ze hier laten! bromde hij.
De liftjongen zette het kistje voorzich
tig neer. maakte een buiging in de rich
ting van von Kaaden en ook een voor
Lombach. Daarop verdween hij.
De commissaris trad op von Kaaden toe.
Hoe zou 't zijn. als u nu eens onmiddellijk
uw masker vallen liet? stelde hij voor. Het
heeft toch geen zin om te loochenen. Deze
zeven muizen zijn van een indicatie, waar
tegen u zich toch niet verweren kunt.
Nu goed dan. ik heb hier een slang,
riep von Kaaden Maar wat bewijst dat?
Deze slang is vandaag de kamer niet uit
geweest. Ik heb haar voor wetenschappe
lijke doeleinden meegenomen. Daar, in
dien koffer!
Begrijpt u dan niet, dat die slang het
doorslaand bewijs tegen u is?
Slechts voor iemand, die zich zoo aan
een idee-fixe overgeeft als u, Lombach.
Het is niet een alledaagsch iets, om
met slangen op reis te gaan, ging de com
missaris verder Trouwens ik weet, aat u
jaren geleden hetzelfde grapje uitgeiiaaid
heeft en daardoor Larissa diep gekwetst
heeft. Maar, denkt u er nog eens goed over
na. Daar beneden ligt iemand, die u ge
baat hebt
Dat is niet waar, onderbrak de pro
fessor en men kon op zijn gezicht iezen.
dat hij trachtte de waarheid te spreken.
Dat is niet waar. Ik heb Larissa nipi ge
haat. En indien het scheen van wel, dan
was het een overdreven liefde. Zeker, me
nigmaal heb ik gemeend, dat ik me op deze
vrouw wreken moest, maar nauwelijks
kwam het Idee bij mij op, of ik vernietigde
het. Of gelooft u, dat men voor een vrouw
van Riga naar Suit reist, als men haar niet
liefheeft?
Zulk een reis zou iemand ook kunnen
maken als hij meende, dat 't juiste oogen
blik voor een moord aangebroken was,
wierp Lombach hem voor de voeten,
Neen, u komt steeds op hetzelfde
dwaalspoor terug. Hoe zou ik nu 'n vrouw
kunnen dooden, zonder wie ik eenvoudig
niet leven kan? Weet u, hoe het er nu in
mijn binnenste uitziet? De dood van La-
risse heeft mij het laatste ontnomen, waar
in ik in dit leven nog belang stelde. Nu ben
ik werkelijk eenzaam, want ik heb nu niets
meer. behalve de herinnering.
Professor, dat klinkt wel vreemd uit
uw mond. Ik heb gelegenheid gehad u over
Larissa een oordeel te hooren vellen. Ook
dr. Streubel
Dr. Streubel heeft u natuurlijk ver
teld van een heftig dispuut tusschen La
rissa en mij. Ik kan me voorstellen, dat
die jonge aap niets beters te doen heeft,
dan u dat dadelijk te gaan vertellen.
Goed, maar dan moet u toch Inzien,
aat nu ik een slang bij u gevonden heb, Ik
i' voor den moordenaar van Larissa houdt.
Von Kaaden stampte woedend met belde
voeten op den grond: En ik ben het
niet! brulde hij Lombach in het gezicht.
Waarom heeft u dan die slang mee
genomen?
Dat staat in verband met mijn laat
ste reis naar Egypte, vertelde de professor,
terwij] hij trachtte zich te beheerschen Ik
heb indertijd in de Nijl-vallei de addeis be
studeerd, waarvan wij in de cultuurcentra's
nog zoc weinig afweten.
(Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).