BINNENLAND
Ons Kort
Verhaal
LBDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 Juni 1937
Vierde Blad
No. 23696
Een overwinning
78ste Jaargang
|rUN/T IN IITÏIRC^
LUCHTVAART
FAILLISSEMENTEN
Eervol ontslag jhr. de Marees
van Swinderen.
Graaf van Limburg Stirum wordt
gezant te Londen.
Bij K. B. is aan jhr. mr. R. de Marees
van Swinderen, buitengewoon gezant en
gevolmachtigd minister bij het Britsche
waarna met ingang van 21 Maart 1916 zijn
benoeming volgde tot Gouverneur-Generaal
van Ned. Indië, welk ambt hij in Maart
1921 aan mr. D. Fock overgaf.
Drie jaar was graaf van Limburg Stirum
daarna als gezant te Cairo werkzaam en
in Juni 1927 werd hij als zoodanig benoemd
te Berlijn. In November van het vorige jaar
heeft de heer van Limburg Stirum zijn
taak in de Duitsche Rijkshoofdstad neer
gelegd en in het begin van dit jaar heeft
hij met zijn echtgenoote mevrouw van Lim
burg Stirumvan Sminia, een reis gemaakt
naar Ned. Indië.
De afgetreden gezant, jhr. mr. R. de Ma
rees van Swinderen is 76 jaar oud. In 1886
promoveerde hij aan de universiteit te Gro
ningen. zijn geboortestad, tot doctor in de
rechten. Reeds een jaar later werd hij ge-
zantschaps - attaché en achtereenvolgens
was hij gezant te Boekarest, Belgrado en te
Washington. Van 1908 tot 1913 was hij mi
nister van buitenlandsche zaken in het
ministerie Heemskerk. In het jaar zijner
aftreding als minister werd jhr. de Marees
van Swinderen benoemd tot Hr. Ms. gezant
te Londen.
Graaf van Limburg Stirum.
hof, met ingang van 15 Juli 1937 op zijn
verzoek eervol ontslag ais zoodanig ver
leend, onder dankbetuiging voor de door
hem in den dlplomatieken dienst aan H.
M. de Koningin en aan den lande bewezen
zeer belangrijke en langdurige diensten.
Verder is bij K.B. met ingang van 16
Juli 1937 benoemd tot buitengewoon ge
zant en gevolmachtigd minister te Lon
den, mr. J. P. graaf van Limburg Stirum,
buitengewoon gezant en gevolmachtigd mi
nister ter beschikking.
(Reeds geplaatst in een deel onzer
vorige oplage.)
Johan Paul graaf van Limburg Stirum
werd op 2 Februari 1873 te Zwolle geboren.
Hij studeerde aan de universiteit te Leiden,
waar hij in 1895 tot doctor in de rechts
wetenschappen promoveerde op een disser
tatie: „Iets over de volkenrechtelijke inter
ventie".
Hij vervulde diplomatieke functies achter
eenvolgens aan het departement van Bui
tenlandsche Zaken en aan de gezantschap
pen te Rome en Constantinopel. Daarna was
hij weer op het departement van buiten
landsche zaken werkzaam. Vervolgens was
Jhr. De Marees van Swinderen.
graaf van Limburg Stirum buitengewoon
gezant en gevolmachtigd minister te Pe
king, Stockholm, Kopenhagen en Oslo,
Nederlandsche Maatschappij
voor Nijverheid en Handel
Prof. Lieftinck over de economische
politiek.
Heden werd te Haarlem de vergadering
van de Nederlandsche maatschappij voor
nijverheid en handel voortgezet.
Prof. mr. P. Lieftinck, hoogleeraar aan
de Nederlandsche handelshoogeschool te
Rotterdam, heeft een rede gehouden over
„richtlijnen voor economische politiek".
Spreker zeide dat de economische poli
tiek ondergeschikt behoort te zijn aan de
staatkundige, zedelijke en rechtsbeginse
len. die worden gehuldigd door regeering
en volk. Deze beginselen spelen in velerlei
opzicht een rol. Zij zijn van groot gewicht
voor de keus van de doeleinden, die aan de
economische politiek ten grondslag worden
gelegd. Zoo is b.v. de vraag, welke handels
politiek voor een land het meest in aan
merking komt, onmogelijk te beantwoor
den. zonder over deze eerdere vraag het
eens te zijn geworden, of men als uitein
delijke doelstelling van deze politiek aan
vaardt een zoo ruim mogelijk aanbod van
goederen en diensten, handhaving van een
bepaalde. sociologische bevolkingsstruc
tuur, bestrijding van structureele werk
loosheid. of een zekere mate van economi
sche zelfgenoegzaamheid met het oog op
het gevaar van oorlog. om slechts enkele
der voornaamste gezichtspunten van die,
welke zich hier voor doen. te noemen.
Bij de keuze der middelen zal men niet
alleen de vraag moeten stellen of het mid
del zelf toelaatbaar is, doch tevens of van
de toepassing van, dit middel geen zijde-
llngsche reacties te verwachten zijn, buiten
de engere economische sfeer, die in staat
kundig of zedelijk opzicht ongewenscht
moeten worden geoordeeld (zooals smok
kelhandel).
Spreker acht het zeker onjuist de finan-
cieele politiek te veel te beschouwen als
een apart domein, met de algemeene eco
nomische politiek slechts zijdelings in ver
band staande.
Integendeel kan de belastingpolitiek wel
degelijk van invloed zijn op de conjunc
tuur en zullen een belastingverlaging in de
hausse en een verhooging in de depressie
beide de conjunctuurbeweging extra sti-
muleeren. Gezien den economischen toe
stand, waarin ons land zich momenteel be
vindt en vooral gelet op de nog gerhrge
investatie-bedrijvigheid, zou, naar hij
meent, een conjunctuur-stimuleerende, fi-
nancieele politiek voorshands nog het
meest in aanmerking komen, al zal men er
ten zeerste op bedacht moeten zijn, dat het
tijdstip wel eens spoedig zou kimnen aan
breken, waarop een tegengestelde politiek
eerder aanbeveling gaat verdienen.
Naast de financieele politiek geldt dit
voor de monetaire politiek, zoo mogelijk
zelfs in nog sterkere mate. Hieruit volgt,
dat de verantwoordelijkheid voor de mo
netaire politiek niet bij een particuliere
instelling kan berusten, maar. naar haren
aard, bij de regeering thuis behoort. Het is
dan ook in beginsel toe te juichen, dat
sedert het verlaten van den gouden stan
daard en het instellen van het egalisatie
fonds de zorg voor de internationale pari
teit, d. i. voor de waardeverhouding tus-
schen de geldeenheid van het eigen land
en die van andere landen, zooals deze in de
wisselkoersen tot uitdrukking komt evenals
in andere landen, aan de centrale bank
onttrokken en ingelijfd is bij de algemeene
economische politiek, direct onder het res
sort van den minister van financiën.
Spr. wijst er op, dat vooral de monetaire
politiek en de handelspolitiek goed op
elkaar behooren te zijn afgestemd. Er is
bijv. alles aan gelegen, dat het monetaire
verschijnsel, van de voortdurende opwaart-
sche druk op den gulden en de enorme
stijging van den goudvoorraad, op de juiste
wijze wordt gehanteerd, n.l. door verrui
ming van den invoer en door hervatting
van den kapitaalexport.
De agrarische politiek dient eveneens in
breeder verband te worden beoordeeld.
Meer en meer vestigt zich de indruk, dat
de ineenstorting, van de agrarische en
grondstofprijzen. die internationaal heeft
plaats gehad, tot een van de ernstigste
depressiefactoren moet worden gerekend
en dat het handhaven van een grooter
mate van stabiliteit in deze groep van
prijzen, ook met het oog op een verzwak
king der conjunctuurgolven, moet worden
toegejuicht
Tenslotte meende spreker dat industria
lisatie in ons land eveneens tot betere
toestanden kan meewerken vooral ten
aanzien van de meer gedifferentieerde
industrie-producten, welker prijzen bin
nen het bereik der menigte moet worden
gebracht.
RADIO-UITZENDINGEN VAN
REDEVOERINGEN.
Repressieve en preventieve controle.
Op de vragen van den heer Krijger in
verband met de radio-uitzending van rede
voeringen en toespraken ter vergadering
van den Nederlandschen bond van jonge-
lingsvereenigingen op Geref. grondslag op
6 Mei 1937, heeft de minister van Binnen-
landsche Zaken geantwoord:
Op de gedeeltelijke uitzending door de
N.C.R.V. van den 49sten bondsdag van den
Nederlandschen bond van Jongelingsver-
eenigingen op Geref. grondslag is door de
radio-omroep controle-commissie repres
sieve controle uitgeoefend.
Bepaalde normen zijn door de radio-om
roep controle-commissie niet gesteld. Of op
uit te spreken of uit te zenden redevoerin
gen al dan niet controle zal worden uitge
oefend, wordt door de commissie geval
voor geval beoordeeld.
Uit het feit, dat voor de uitzending aan
de betrokken omroepvereeniging noch een
schema, noch een tekst van de uit te zen
den redevoeringen was gevraagd, kon het
den sprekers bekend zijn, dat preventieve
controle niet zou worden toegepast. Wat
de repressieve controle aangaat, was het
den sprekers uiteraard niet bekend, of deze
al dan niet zou worden gehouden.
CENTRALE BOND VAN VERBRUIKS
COÖPERATIES.
Jaarvergadering te Amsterdam.
De Centrale Bond van Nederlandsche
Verbruikscoöperataies houdt in het cen
traal gebouw van de A.M.V.J. te Amster
dam haar 18e jaarlijksche algemeene ver
gadering, onder leiding van den voorzitter,
den heer J. Th. Geurst.
Uit het jaarverslag bleek, dat bij den
Bond thans 138 vereenigingen met 219.000
leden zijn aangesloten.
Bij de bèspreking van het verslag, bracht
mevrouw Beukema uit Den Haag, het
bondsbestuur dank voor de verbetering,
welke in de organisatie van het vrouwen
werk was aangebracht. De heer Van Dam
uit Den Haag. pleitte voor meer eenheid
in de propaganda, waarbij steeds het be
ginsel voorop gesteld moet worden. Spr.
wekte de aanwezigen op ware coöperato-
ren, dus gemeenschapsmenschen te zijn.
Voor meer contact tusschen de coöpera
ties en het bondsbestuur pleitte de heer
Stark uit Velsen. De secretaris, de heer
R. van Sluis, beantwoordde de opmerkin
gen, daarbij meer eenheid in de propagan
da en meer contact met de coöperaties toe
zeggende. Het bondsorgaan ,,de Verbrui
ker" zal vergroot en verbeterd worden. Met
algemeene stemmen werd het jaarverslag
goedgekeurd. Nadat eenige huishoudelijke
punten waren behandeld, werd de verga
dering verdaagd.
AUTO- EN PALEISSTANDAARDS VOOR
HET PRINSELIJK PAAR.
De aanbieding tot begin Juli uitgesteld.
De vereeniging De Princevlag zou aan
prinses Juliana en prins Bernhard ter ge
legenheid van het huwelijk auto- en pa
leisstandaards aanbieden. Deze aanbieding
heeft evenwel tot nu toe op zich laten
wachten omdat het wapen van den Prins
r.og niet bekend was. De bedoeling was ge
weest om het geschenk Dinsdag bij den
verjaardag van den Prins aan te bieden,
maar daar de Prinselijke standaards nog
niet gereed zijn gekomen, is de aanbieding
verschoven naar het begin van Juli. Tevens
zal daarbij een fraai album, gecalligra-
pheerd door den Amersfoortschen kunst
schilder Dick Meester, vermeldende de na
men van de schenkers en wapens van de
plaatsen waarin deze wonen, aangeboden
worden. Aan de aanbieding zal een groot
vaandeldefilé voor het paleis te Soestdijk
voorafgaan, waaraan alle afdeelingen van
De Princevlag in Nederland zuller, deelne
men. (N.R.Ct.)
DÉFILÉ VAN DE VOLKSDANSERS UIT
HET LIPPISCHE BERGLAND
TE SOESTDIJK.
Ter viering van den eersten verjaardag
hier te landen van prins Bernhard, zullen in
verschillende plaatsen uitvoeringen worden
gegeven van volksdansen en volksliederen
uit het Lipplsche bergland.
Aan de rondreis van de Alt-Schwalen-
berger Trachtengruppe, welke onder lei
ding staat van prof. dr. K. Schulte Kem-
minghausen te Muenster en den heer D.
J. van der Ven te Oosterbeek, wordt bij
zondere luister verleend door het feit, dat
op Woensdag 30 Juni a.s. des ochtends te
elf uur, een défilé zal worden gehouden
voorbij het paleis Soestdijk en waarbij
eenige volksdansen zullen worden uitge
voerd voor prins Bernhard.
FUSIE IN HET LEVENSVER
ZEKERINGSBEDRIJF.
Naar wij vernemen is de overdracht van
de geheele portefeuille van de levensver
zekeringmaatschappij „De Nederlandsche
van 1894" aan „Vesta"-maatschappij van
levensverzekering N.V., gevestigd te Arn
hem. door de verzekeringskamer goedge
keurd.
Door deze fusie is het verzekerd kapitaal
van „Vesta" gestegen tot plm. 87millioen
gulden en de jaarlijksche premie-ontvangst
termijnpremiën) tot plm. f. 2.750.000 per
jaar.
VERSPREIDE BERICHTEN.
De minister van sociale zaken zal
eiken Woensdag te 2 uur, de minister van
waterstaat eiken eersten en derden Vrij
dag der maand te halfdrie, en de minister
van binnenlandsche zaken eiken eersten
en derden Dinsdag der maand te 2 uur
spreekuur houden.
NIEUWE UITGAVEN.
Wij ontvingen een exemplaar van de
verkeerscourant, die tijdens de verkeersda-
gen op Donderdag 1, Vrijdag 2 en Zaterdag
3 Juli as. in ons land onder de weggebrui
kers zal worden verspreid.
„LILULI".
Gisteravond hebben in het gebouw Carré
de leden van het Amsterdamsche Studen
tencorps ter gelegenheid van het 61ste
lustrum een opvoering gegeven van
„Liluli". De regie voerde Abraham v. d.
Vris, terwijl Gerard Hordijk de decors (zeer
uitgebreid i verzorgde.
Het muziekgezelschap „Sweelinck" be
geleidde met muziek van Hans Brandts
Buys, onder leiding van den componist.
Het spel werd herhaaldelijk door applaus
onderbroken.
Overzicht onzer belangrijkst*
Veemarkten.
Er is in de laatste dagen in de kringen
van vleeschlmporteurs en vleeschgrossiers
nogal wat strijd geleverd om het recht van
de distributie van het komende nieuwe
contingent Deensch vleesch. De grossiers
van uitsluitend inlandsch vleesch zagen de
laatste jaren hun debiet niet onbelangrijk
teruggaan, tengevolge van de sterk ge
daalde vleeschconsumptie in ons land en
meenden nu als compensatie ook in aan
merking te komen voor een gedeelte van
de 15.000 runderen, die er gedurende een
jaar zullen worden geïmporteerd. De De
nen bleken er evenwel de voorkeur aan te
geven, dat de oude handelsrelaties bleven
bestendigd, want de vroegere consenthou
ders zullen alleen het Deensche vleesch in
handen krijgen. Nu den veehouders hier te
lande bekend is, dat de import van vleesch
niet ongelimiteerd is, doch, zooals wij
reeds mededeelden in totaal 3600 ton per
jaar zal zijn, is van deze zijde de storm
geluwd.
De aanvoeren op de slachtvee-afdeelin-
gen waren op het einde dezer week weer
wat minder, zoodat blijkbaar de „drang"
om te verkoopen niet meer zoo groot is. Er
is dan ook geen enkele reden voor om on
tijdig te verkoopen. De prijzen zullen zich
zeker in de komende weken handhaven,
al was de tendenz in de afgeloopen week
wat gedrukt. Ook ten opzichte van de af
schaffing der 10% crisisheffing kan wat
meer optimisme aan den dag worden ge
legd onder het nieuwe bewind van mi
nister Steenberghe.
Van de gebruiksveemarkten valt nog
weinig nieuws te vermelden de toestand
bleef vrijwel ongewijzigd, n.l. korte aan
voeren, kalme handel en vaste prijzen
vooral voor goede gebruiks- of weidebees-
ten. Toch kwam het ons voor, dat de om
zetten al weer iets toenemende waren, al
is het nog volop hooibouw.
Op de kalveren-afdeelingen een over het
geheel genomen vlotte stemming, met
stijvere prijzen, terwijl ook op de wolvee
markten een goede handel was en meer
kooplust voor export. De varkensmarkt
voor jong goed en biggen zeer duur en
vette varkens prijshoudend. Gisteren te
Leeuwarden zelfs iets duurder. In 't Noor
den is momenteel een zeer geringe voor
raad van zware soorten.
OPENING VAN HET NIEUWE
VLIEGVELD „TEXEL".
Hedenmorgen heeft dë directeur van den
luchtvaartdienst, de heer H. Ch. E. van
Ede van der Pais, het nieuwe vliegveld
„Texel" geopend.
DE POSTVLUCHTEN.
Vanmorgen om vijf minuten over zes ls
de „Specht" van Schiphol vertrokken voor
den tocht naar Indië.
Aan boord zijn vijf passagiers. Onderweg
komen vier reizigers aan boord.
Medegenomen is 483 K.G. briefpost, 21
K.G. pakketpost en 324 K.G. vracht.
De „Ibis" is hedenmorgen van het
vliegveld Tjililitan vertrokken, met mede
neming van 249 kilogram post, 10 kilogram
pakketpost en 29 kilogram goederen.
Eén passagier maakt den tocht tot Am
sterdam mede, terwijl er twaalf passagiers
voor tusschentrajecten geboekt werden.
Uitgesproken:
A. M. Plasmeijer, poelier, te Leiden, Hooi
gracht 35, handelende onder den naam „De
Farm". Rechter-comm. mr. J. R. Thorbecke,
curator mr. E. A. Cosman te Leiden.
Naar F. F. ASTIÉ.
Lange herfstdraden, schitterend in de
zonnestralen, zweefden door de lucht. Ze
hechtten zich vast en spanden zich, door
den wind heen en weer bewogen, van den
eenen tak naar den andere. Zij zweefden
en trilden in den warmen, zachten herfst-
atmosfeer.
„Je hebt weer een draad aan je hoed,
Max nu zijn we werkelijk door een dun
nen zilveren draad aan elkaar verbonden."
„En onverbreekbaar, dat verzeker ik je
de natuur zelf verbindt ons!"
„Wat zeg je? Onverbreekbaar? Je droomt
waarde heer; het geringste zuchtje van den
wind verbreekt den band en scheidt ons
van elkaar."
Een spottend lachje speelde om haar
mond toen zij hem aanzag met haar grijze
oogen, die koel moesten zijn, maar toch
van een warmen gloed waren bezield. On
danks haar uitwendige kalmte, kon zij nu
en dan haar gevoel niet verbergen.
Rustig en kalm reden zij voort op dien
schoonen herfstdag, onder linden, getooid
met prachtig herfstloof.
Hij was een flinke, gespierde jongeman,
die Max Wildung; hij maakte een kranig
figuur op zijn mooien volbloed vos. In ge
lijkmatig tempo bewoog zich de jeugdige
gestalte van zijn nichtje op en neer op
haar paard, elastisch en buigzaam als een
jong wilgentakje.
De jonge ruiters sloegen dwars door 't
bosch een smal paadje in. De bladeren rit
selden onder de hoeven der paarden.
Vlak naast elkaar reden zij verder.
„In galop?"
„Goed!"
Jij vooruit, Elsa, het pad is te smal voor
ons twee."
Berijdster en paard schenen elkaar goed
te begrijpen. Ook Elsa's vriend genoot vol
op van het schoone tweetal, dat hij vóór
zich zag. Rustig, zonder eenige stijfheid,
bewoog zich de gestalte van zijn gezellin
netje, in haar witte amazone, met triom
fantelijk, witten cowboy-hoed, 't was of zij
alle gevaren vermocht te trotseeren.
„Volbloed!" mompelde Max met een blik
vol bewondering en diep ademhalend.
Bij een kromming van den weg liet Elsa
haar paard langzaam in draf overgaan.
„Ach, wat was dat heerlijk, Max! Zij gal-
loppeert verrukkelijk juichte zij.
„Zeker wel vier duizend meter," zei Max,
„maar Elsa, springen kan hij nog niet, dat
jonge dier van jou sprong dezen winter in
de manege ellendig hij durft geen sloot
over."
„Ais ik haar berijd, springt zij heel goed.
Ik heb immers een lange karwats? Daar
luistert zij wel naar. Ik zou het dolgraag
eens probeeren."
„Dat zou ik je toch bepaald afraden,
ELsa. Je vader moest het je ook verbieden".
„Denk je, dat ik bang ben?" Verachte
lijk kneep zij de lippen samen. „Over mij
behoeft zich niemand heusch ongerust te
maken. Ik buig wat ik wil."
Er schitterde iets in haar oogen bij die
laatste woorden.
„Kijk nu eens hoe het dier mij gehoor
zaamt," En even met de karwats haar
paard zacht aanrakende achter den zadel-
riem, schoot het als een pijl uit den boog
vooruit.
„Zou ik dat dier nu niet over een sloot
krijgen. Belachelijk!" Spottend klonk haar
luide lach in de stilte, die hen omringde.
„Ik probeer het toch, al draagt het je
goedkeuring niet weg, waarde neef!" En 't
was of haar gestalte groeide in haar po
ging zich tegen zijn macht te verzetten.
Hij hield van haar! En juist zóó, met die
uitdrukking. En toch vertoonde zich een
diepe rimpel tusschen zijn donkere wenk
brauwen. Zou hij ooit dien wil kunnen
temmen? Zou dat niet een voortdurende
strijd blijven tusschen hen beiden?
„Morgen zal ik haar nog eens oefenen
en over slooten doen springen. Friedrich
kan op Wallach voorrijden, die springt
goed, daar kan men op aan."
Aarzelend keek hij haar aan. Het was
of zij eikaars blik trachtten te vermijden.
Maar voordat Max Wildung na den lan
gen rit afscheid van zijn nichtje nam, ver
zocht hij nog eens dringend: „Geef dat
dwaze plan van op de jacht gaan toch op,
met dat paard ten minste. Doe dat nu eens
ter wille van mij, toe.
„Ha, ha! nu moet ik toch lachen! ik
ben goddank nog mijn eigen baas! Als mijn
paard niet voortwil, dan kunnen wij elkaar
nog eens nader spreken, dan ben ik tot
elke concessie bereid."
Zij stak haar neef haar hand toe onder
een bekoorlijk glimlachje. „Willen wij voor-
loopig een wapenstilstand sluiten?"
Maar Max deed of hij de toegestoken
hand niet zag. Nu was 't haar of zij on
verdiend een zweepslag had gekregen
haar heele zijn kwam in opstand zij
beet zich op de lippen.
Met verstoorden blik zag zij hem aan.
„Dan niet", mompelde zij. Met strakke
oogen tuurde zij het donkere bosch in, en
toch was haar blik afwezig. Zij spraken
geen woord meer. Met 'n korten afscheids
groet scheidden zij dien dag.
Omringd door een heele schare van ja
gers reed Elsa op haar zwarte merrie naar
de plaats van samenkomst. Zij had geen
afspraak met haar neef gemaakt, hij
scheen geen deel aan de jacht te nemen,
maar op 't laatste oogenblik, toen de jacht
stoet zich in beweging zette, zag zij hem
aankomen. Max nam geen notitie van zijn
nichtje, wat Elsa krenkte. Al haar fier
heid kwam in opstand.
Snuffelend, met groot verlangen den
doodsvijand te mogen vervolgen, zocht de
troep jachthonden naar het vossen-spoor.
En toen het gevonden was, volgden zij het
in hartstochtelijke vaart.
Steeds met het doel voor oogen volgde
Elsa het spoor van een paard dat uitste
kend springen kon.
De eerste sprong gold een hek. Zonder
haperen was Dorrit erover.
Op eenigen afstand volgde een horde.
Ook dat ging zonder bezwaar, ofschoon de
sprong ietwat onhandig ging.
Elsa trok de teugels wat korter aan en
dreef de merrie vooruit. Ja, ze wist wel, dat
hooge hindernissen haar niet afschrikten,
maarde slooten! Daar had ze een on
overwinnelijke angst voor.
„Ja, daar komt er een!"
Verscheidene paarden waren reeds terug
gedeinsd voor die breede sloot.
Elsa ging achteruit en liet het gebit zoo
los mogelijk. De stoet bewoog zich met
matige snelheid voort.
En toen eenige meters voor de sloot,
klapte ze even met de tong voorwaarts
ging het over de zoo vaak geweigerde hin
dernis heen. Kort voor den sprong tracht
te het dier van de teugels los te komen en
schudde met het hoofd. Een oogenblik
wilde zij het gebit loslaten en anderen het
veld ruimen door op zijde te gaan. dit was
echter slechts een enkel oogenblik. want
een geoefende hand deed de karwats reeds
zwiepen door de lucht. Door een plotselin-
gen schrik voorwaarts gedreven, nam het
dier een fhnken sprong en was over de
geheele sloot heen.
„Verduiveld, prachtig!" Max kon deze
uiting van eerlijke bewondering niet weer
houden.
Als aanééngesmeed, vlogen paard en be
rijdster over de groene weide vooruit. Het
jonge meisje verroerde zich niet. Volmaakt
rustig zat zij in het zadel.
Geen enkele maal trachtte Dorrit zich
te verzetten. Steeds onderwierp zij zich aan
haar berijdster, die haar met ijzeren, koe
len wil dwong tot springen over elke sloot.
„Wonderlijk mooi! door en door vol
bloed", prevelde Max, terwijl hij zijn
nichtje nastaarde.
De vos was gevangen, de jacht afgeloo
pen; jagerskreten weerklonken door de
lucht. Ieder der overwinnaars hechtte vol
trots de groene eikenbladeren aan jas of
pet.
Met stralende oogen kwam Elsa haar
neef tegemoet. „Gewonnen!" riep zij uit,
met vroolijk gezichtje.
Tegenover dien stralenden blik zonk alle
bitterheid in hem weg.
„Er is toch niets ter wereld dat zulk een
genot overtreft een jacht op een vol
bloed paard; vixrdt jij dat ook niet? O, ik
ben dol op mijn lieveling!"
„Ik ook", lachte hij, zijn blik borend in
den hare. „Ik houd toch nog meer van een
volbloed ras in vrouwengedaante. Elsa
kan je je niet voorstellen, dat wij, als men-
schen van denzelfden smaak, een rit door
het gansche leven zouden kunnen wagen?
Ik meet nu met 'n andere maat dan vroe
ger. Een volbloed paard staat toch veel
hooger en kan niet met een alledaagsch
dier vergeleken worden."
„Als een zachte en toch sterke hand een
edel raspaard bestuurt, gehoorzaamt het
zonder eenigen twijfel", antwoordde Elsa
met een ondeugend lachje. „Dan springt
het zelfs over de breedste slooten en geeft
zich gaarne levenslang over aan een fieren
ruiter, zooals.mijn neef Max er een is."
Beter dan die enkele woorden, verrieden
haar oogen alles wat er in haar klopte
aan liefde en achting tevens, voor den
man naast haar. Zij had in hem haar
meester erkend.