Bespreking door de leden van het nieuwe kabinet - De Maasbrug bij Hedel 78sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het Mysterie rondom Larissa HET NIEUWE KABINET hield gisteren een bespreking in het Abraham Kuyper- huis in cte residentie. Dr. Colijn (links) en de heer J. J. C. van Dijk' bij heb vertrek. DE OVERSPANNING VAN DE MAASBRUG BIJ HEDEL GEREED. Binnen niet al te langen tijd zal ook deze belangrijke schakel in de verbinding Noord-Zuid voor het verkeer kunnen worden opengesteld. NA DE BESPREKING door de leden van het nieuwe kabinet verlaten v.T.n.r. de hee-ren prof. mr. C.'P. M. Romme, rar. M. P. L. Steenberghe, Ch. J. I. M. Welter en mr. C. M. J. F. Goseling, het Kuvperhuis. DE ENGELSCHE ROEIERS, die zullen deelnemen aan de internationale wedstrijden van „Nereus" zijn gisteren te Amsterdam aangekomen. Het gezelschap" op het station. HET UONGAARSCHE PAVILJOEN OP DE PARIJ- SCHE TENTOONSTELLING GEOPEND. Een exterieur opname van dit fraaie gebouw. LORD BAD'EN POWELL, de chief-scout, werd door den Engelschen koning ontvangen. Bij zijn aankomst aan het St. James Palace. Roman van WERNER SCHEFF. 41) Ja, Hadjielf is een eigenaardig man van eer, zei Lombach scherp. Hij is een schoft! riep Irene Wal- lon uit. De commissaris zag haar verrast aan. -• En dat zegt u? Ik zeg het, omdat ik hem het Beste ken, zei ze verbitterd, en het is vooral deze morgen die mij de schellen van de oogen deed vallen. Ik geef toe, dat ik veel van hem gehouden heb; het was net als een zware ziekte. Maar in de laatste dagen be gon ik te twijfelen. Ik heb lang over zijn gedrag tegenover Larissa nagedacht, en heb daar steeds iets in gevonden, dat op een menschelijk excuus leek, tot van morgen. Heeft u toen misschien gemerkt, dat hij Larissa uit den weg wilde ruimen? Irene schudde het hoofd met beslistheid. Neen, anders had ik dien moord wel ver hinderd. Maar wat mij diep griefde was al tijd de dubbelzinnigheid van mijn gevoe len;. Hem heb ik liefgehad, maar voor ziin vrouw was ik ook een goede vriendin. Haat te bedriegen viel mij het zwaarste. ik ben bang, dat het voor u nog veel zwaarder geweest zou zijn, als u .met Had jieff naar Parijs gegaan was. Dat is mogelijk. U weet nog niet de helft van wat ik weet, commissaris. Vertelt u me dan wat. Hadjieff wilde niet met mij alleen naar Parijs gaan. Een tweede vrouw zou hem ook daarheen volgen. Lombach leunde achterover in zijn stoel en zijn gezicht toonde eerlijke verbazing. Vanmorgen heb ik het bewijs gekre gen, dat hij mij alleen maar naar Parijs wilde lokken, om van -mijn vader geld los te krijgen. Anders kan ik het niet ver klaren. Mademoiselle Wallon, er. zijn mannen, die tegelijkertijd van twee vrouwen kunnen houden. Dat is mogelijk. Ik kan me toch niet zoo in hem vergist hebben. Er moet iets waars in zijn gevoelens voor mij geweest zijn, en tot op heden heeft hij zich nooit aan mij verraden. .En hoe bent u er achter gekomen, dat u in Parijs niet alleen met hem zou zijn? Hij' zond me vanmorgen vroeg een paar dingen, die ik bij mij in de koffers zou doen. Ik veronderstel, dat hij niet te veel bagage wilde medenemen. Bij deze voorwerpen bevond zich een schrijfmap, die hij zeker van te voren goed doorzocht had. Maar tusschen het vloeiblad en de voering scheen nog een brief te zijn ge weest, die er uitviel, toen ik de map In mijn koffer leggen wou. Ik was niet van plan den brief tc lezen, maar bij het oprapen -•? ik de handtekening. Fn an ;vi° kwam die brief? Van -'jn chauffeur. Van waar? Uit Parijs. Daarom werd ik nieuwsgierig. Ik wist, dat Ossipow vrijwillig de schuld van de inbraak op zich genomen had en daarom las ik dien brief. Ja, men moet niet al te nieuwsgierig zijn, zei Lombach, alsof hij voelde wat er r.u komen zou. In dit geval was het goed, dat ik nieuwsgierig was. In dien brief schreef Michael, dat hij alles in Parijs voor de aan komst van zijn meester in orde gebracht had, en dat de twee nestjes voor de twee vogeltjes, die de prins naar Parijs brengen zou, ook al gehuurd waren. Hij schreef daarbij, dat de eene, en dat zal ik wel ge weest zijn, niets van de aanwezigheid van de andere zou merken. Heeft u uit dien brief niet kunnen opmaken, wie die tweede, ons nog onbe kende vriendin van Hadjieff is?" Neen, daar stond niets van in, alleen dit maakte ik op, dat ook ik voor den prins slechts een speculatieve waarde had. Waaraan een zeer mooi avontuur ver bonden was, voegde de commissaris er aan toe. Het gelaat van Irene werd donkerrood. Dat is nu onherroepelijk uit riep zij. U kunt zich niet voorstellen, hoe snel een mensch van gevoelen kan veranderen. Maar hij weet hiervan nog niets? Neen, hij kan het nog niet weten. Toen ik vanmorgen het bewijs van zijn laagheid vond, kon ik het in het hotel niet langer uithouden. Ik wou hem niet zien. Eerlijk gesproken, commissaris, ik dacht er zelfs even aan er een eind aan te maken Ik maakte een lange wandeling tot aan de skiheuvel, en de pracht van de natuur bracht me spoedig tot bezinning. Mijn smart werd eerder gelenigd dan ik voor mogelijk had gehouden. Ik ben toen naar het dorp gegaan en wilde eens met mijn vader per telefoon hierover spreken. Toen ik op het gesprek wachtte, dacht ik er 'aan, dat Hadjieff mijn spoorbiljet naar Parijs nog bijtijds aan het reisbureau terug zou kunnen geven. Ja, zulk een banaal iets kwam bij me op en ik telefoneerde hem in het hotel. Er is een kleinigheid mademoiselle Wallon. zei Lombach, die niet precies in mijn legkaart past. U heeft vergeten mij te vertellen, dat u bij Larissa op bezoek ge weest bent. Ik bij Larissa op bezoek? Men heeft gezien, dat u bij haar van daan kwam. Ja, dat is waar. Mijn eerste, overlegde plan was om haar alles op te biechten. Ik was nog erg opgewonden! En heeft u met haar gesproken? Irene schudde het hoofd. Ik heb meer malen aangeklopt, maar niemand deed open. Terwijl ik voor de deur stond, kwam het plotseling bij mij op, hoe dwaas het van me was. om Larissa over haar man in te lichten. Ja, ik beschouwde mijn gedrag zelfs als een misdaad en gaf het op, te trachten Larissa te bereiken. Er is geen enkele reden, dat ik uw verklaring niet zou aannemen, verzekerde Lombach, maar u moet bedenken, dat u kort voor, of misschien zelfs kort na den dood van Larissa, in de buurt van haar kamer bent gezien. Neen. u moet niet schrikken, het ligt ver van mij tegen u argwaan te koesteren. De dood van Larissa is op zulk een buitengewone manier geko men, dat ik mijn eigen idee daarover hém niet waar u wilt mij wel het genoegen doen. om tot morgen vroeg het hotehfliet. meer te verlaten. Dat is en halve arrestatie riep het jonge meisje ontzet. Absoluut niet. Zoo moet u het niet op vatten. Ik wil u alleen maar narigheden besparen. Ik was echter van plan om beneden in een van de pensions mijn intrek te nemen, om Peter niet meer te ontmoeten, U hoeft hem niet te ontmoeten, als u op uw kamer blijft. En hoever heeft uw onderzoek u reeds gebracht, commissaris? vroeg zij angstig. Ik wil daarover niet te optimistisch zijn, maar ik meen te weten, wie de leiden de man van dezen moord is en wie zijn handlangers zijn. Dus werkelijk Peter? Haar bijna schuchtere vraag werd met een hoofdschudden beantwoord: U zult er misschien verwonderd over zijn, maar ik geloof zelfs niet, dat Peter de lastgever is geweest. U kent zijn karakter te weinig. Hij is een zwakkeling, die zijn zwakte met moeite tracht te verbergen. Zulke men sehen doen aan intriges; neigen tot bru taal egoisme, maar voor een vastberaden daad schrikken zij terug. Ik zou wenschen, dat het zoo was, zei Irene, terwijl zij diep ademhaalde, want indien Peter de oorzaak van den dood van Larissa is, voel ik me in zeker opzicht mede schuldig. Ik hoop u in een paar uren daarover nader te kunnen berichten, zei de com missaris. Tegelijkertijd stond hij op en Ttene voigde zijn voorbeeld. Ik zal steeds bereid zijn uw vragen te beantwoorden, verklaarde zij. tNadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5